Hortensus RG800 User manual

www.hortensus.eu
OWNER’S MANUAL
ITEM: HOR-RG800
Hortensus robot mower RG800

NL
ROBOTGRASMAAIER
HET WORDT AANBEVOLEN HET OPLAADSTATION TE INSTALLEREN OP
EEN DROGE PLAATS MET BESCHUTTING IN GEVAL VAN ZWARE REGEN,
HAGEL OF OVERSTROMING.
WAARSCHUWING -Lees de gebruiksaanwijzing alvorens het apparaat te
gebruiken.
WAARSCHUWING -Houd tijdens het gebruik een veilige afstand tot het
apparaat.
WAARSCHUWING -Verwijder (gebruik) het uitschakelmechanisme voordat
u werkzaamheden uitvoert aan het apparaat of het apparaat optilt.
WAARSCHUWING –Rijd niet op het apparaat.
Waarschuwingen en belangrijke instructies:
Wacht tot alle onderdelen van het apparaat volledig tot
stilstand zijn gekomen voordat u ze aanraakt. De messen
blijven draaien nadat het apparaat is uitgeschakeld. Een
draaiend mes kan letsel veroorzaken.
Gebruik geen hogedrukreiniger of tuinslang om het appa-
raat schoon te maken.
Controleer of de grensdraad goed is vastgezet in de grond
en zorg ervoor dat de draad goed strak is gespannen.
Loshangende stukken draad kunnen leiden tot
struikelgevaar.

┄Het apparaat op een koude plaats opbergen. Berg het in plaats daarvan op bij
kamertemperatuur.
┄Het apparaat naast een radiator, een warmtebron of een vuur plaatsen.
┄De behuizing van het product verwijderen (de garantie vervalt in dit geval).
┄Het apparaat blootstellen aan klappen of sterke trillingen.
┄Het apparaat gebruiken als een van de connectoren defect is.
┄Het apparaat of de randapparatuur aanraken met natte handen.
┄Het apparaat gebruiken op nat gras of tijdens bij onweer.
┄Kinderen en/of huisdieren in de buurt laten komen van het apparaat.
┄Handen en/of voeten in de buurt laten komen van de messen.
┄De grasmaaier optillen of dragen wanneer de messen draaien.
┄De grasmaaier gebruiken wanneer een van de veiligheidsmechanismen defect is.
┄De oplader gebruiken wanneer het netsnoer defect is.
┄De oplader loskoppelen door aan het netsnoer te trekken. Pak de stekker stevig vast en trek
deze uit het stopcontact.
┄Proberen om een defect netsnoer of de grasmaaier zelf te repareren. Breng de grasmaaier
altijd naar een erkend servicepunt van de verkoper.
Nooit:
1. Zorg ervoor dat er geen voorwerpen of begroeiing (bijv. gevallen dennenappels) die de
grasmaaier kunnen beschadigen op het gazon liggen.
2. De grasmaaier werkt niet als de hellingshoek groter is dan 20°.
3. Schakel de grasmaaier uit als deze niet in gebruik is.
4. Het is belangrijk om tijdens het werk toezicht te houden op de grasmaaier om mogelijk
gevaarlijke situaties te vermijden.
5. Druk in noodsituaties op de rode noodstop aan de bovenkant van de grasmaaier.
6. Druk als de grasmaaier niet wordt gebruikt op de uitschakelknop om de grasmaaier uit te
schakelen en laad de grasmaaier minimaal eens per 3 maanden op.
Belangrijke opmerkingen bij het gebruik van de grasmaaier:

Inhoud van de verpakking
1x Apparaat 1x Oplaadstation 1x Adapter
100m x Grensdraad 6x Mes 6x Haring voor
oplaadstation
100 x Haring voor
grensdraad

Opmerking: Het oplaadstation moet aan de buitenrand van het te maaien oppervlak op
de grensdraad worden geplaatst. Het mag niet als een eiland in het midden van het te
maaien oppervlak naast een berging of tuinhuis worden geplaatst.
Installatie
A) De plaats waar het oplaadstation wordt geplaatst moet vlak, stevig en eenvoudig vanuit
de stroombron te bereiken zijn. Er mogen aan de voorkant van het oplaadstation geen
obstakels of hoeken zijn binnen 2 meter.
B) Bevestig eerst het voorste deel van de grensdraad onder het oplaadstation. De afstand
tot de rand van het gazon mag niet kleiner zijn dan 40 cm. Plaats de grensdraad vervolgens
in de groeven onder het oplaadstation en bevestig het oplaadstation met de daarvoor
bestemde haringen.
C) Zorg ervoor dat er zich in het rood gemarkeerde gebied in de onderstaande afbeelding
geen voorwerpen bevinden die de robotgrasmaaier hinderen tijdens het maaien van de
randen.
1. Installatie van het oplaadstation:
Opmerking: Het oplaadstation moet met de voorkant tegen de klok in op de grens-
draad worden geplaatst. Het oplaadstation mag niet op een hellend oppervlak worden
geplaatst.

A) De grensdraad begint onder het oplaadstation en loopt tegen de klok in langs de
gazonrand. De draad eindigt aan de achterkant van het oplaadstation. BEGRAAF DE
GRENSDRAAD NIET DIEPER DAN 3 CM IN DE GROND. ALS U DIT TOCH DOET,
HEEFT DIT INVLOED OP HET SIGNAAL.
B) De grensdraad moet door het midden van het oplaadstation lopen en vanuit daar
minimaal 2 meter naar voren lopen (A).
C) De minimale afstand tussen twee delen van de grensdraad (in tegenovergestelde richting)
moet 1,5 meter zijn. (B)
D) De hoek van de grensdraad moet een binnenhoek hebben van minimaal 125°.
E) Als er zich vaste faciliteiten, bloemen of bomen op het gazon bevinden, isoleer deze dan
met de grensdraad als eiland in halve cirkelvorm of cirkelvorm om te voorkomen dat de
grasmaaier er tegenaan botst.
2. Installatie van de grensdraad:
2 mètres
F) Met uitzondering van de eerste 2 meter van de grensdraad
vanaf het oplaadstation, mag de afstand van de rest van de
grensdraad tot de rand van het gazon niet minder dan 30 cm
bedragen.
G) Bevestig de grensdraad strak tegen de grond met de
meegeleverde haringen. Het wordt aanbevolen om de
haringen om de meter in de grond te plaatsen. De haringen
kunnen nog dichter bij elkaar worden geplaatst als de grond
erg ongelijk is. BEGRAAF DE GRENSDRAAD NIET DIEPER
DAN 3 CM IN DE GROND. ALS U DIT TOCH DOET, HEEFT
DIT INVLOED OP HET SIGNAAL.

H) Nadat de grensdraad in zijn geheel is bevestigd, reserveert u respectievelijk 10-15 cm
aan zowel de voorkant als de achterkant van de draad. Strip de uiteinden van de draad tot
het koper is blootgesteld over een lengte van 2-3 cm (Fig. A). Verwijder de moeren en
bevestig de koperen draden op de koperen geleiders. Draai vervolgens de moeren vast (Fig.
B).Sluit het voorste uiteinde aan op rode pool en het achterste uiteinde op de zwarte pool.
Wanneer de oplader is aangesloten op het oplaadstation en de grensdraad begint te werken,
moet het rode lampje uit zijn.
Opmerking: Vouw resterende delen grensdraad niet en leg de resterende grensdraad
niet dubbel. Snijd de draad in plaats daarvan af (Fig. C)
Maaihoogte:
De maaihoogte kan met behulp van de knop naast het display worden aangepast van 2,5 cm
tot 5,5 cm.
Opmerking: Zorg ervoor dat de grasmaaier vóór gebruik is uitgeschakeld.
Plaats de grensdraad zoals hieronder om te voorkomen dat de grasmaaier tegen het
oplaadstation botst:
Fig. A Fig. B Fig. C

De grasmaaier kan worden opgeladen op het oplaadstation. De uitstekende polen van de
grasmaaier moeten in contact komen met de respectieve pinnen van het oplaadstation. De
grasmaaier rijdt automatisch terug naar het oplaadstation als deze moet worden opgeladen.
Opladen:
Er zitten twee lampjes op het oplaadstation (①en ②):
Als het lampje rood is: de robotgrasmaaier wordt opgeladen.
Als het lampje groen is: het opladen is voltooid, de robotgrasmaaier gaat wanneer
deze niet wordt gebruikt 2-3 cm naar achteren op het oplaadstation staan.
Als het lampje uit is: geen stroom, controleer de verbinding tussen de adapter en het
oplaadstation.
Als het lampje knippert: de verbinding tussen het oplaadstation en de grensdraad is
losgeraakt, controleer de verbinding en de status van de grensdraad.
Als het lampje uit is: na het monteren van de grensdraad is het lampje uit als de
grensdraad goed is gemonteerd.
①
②
- De oplaadstekkers moeten goed op het oplaadstation zijn aangesloten en de moeren
moeten vastgedraaid zijn.
- De batterij moet vóór het eerste gebruik volledig worden opgeladen.
- De twee pinnen van het oplaadstation zijn geëlektrificeerd (24V DC).
- Ze mogen om kortsluiting te voorkomen nooit worden aangeraakt met een geleider wan-
neer de oplader op het oplaadstation is aangesloten.
Opmerking:

Bediening
• Plaats de grasmaaier aan de voorkant van het oplaadstation binnen een afstand van 0,5
meter op de grensdraad met de maaikop naar het oplaadstation gericht.
• Druk op de aan/uit-knop het display toont de melding 'ENTER PIN CODE', voer de
initiële pincode (0000) in en druk vervolgens op 'OK' om de bedieningsinterface te openen.
1. BEDIENING VAN HET DISPLAY
(U kunt met behulp van de drie witte knoppen onder het display navigeren op het
display. Het display toont de functie van de knoppen direct boven de respectieve
knop.)
• Druk op 'START' om de grasmaaier in te schakelen.
• De grasmaaier rijdt naar voren en de uitstekende polen van de grasmaaier komen in con-
tact komen met de pinnen van het oplaadstation. Het indicatielampje op het oplaadstation
wordt rood en de grasmaaier volgt de grensdraad en begint met maaien.
Hoe werkt het?
1) De robotmaaier maait eerst langs de grensdraad, in twee cirkels: de 1e cirkel op de
grensdraad en de 2e cirkel iets binnen de grensdraad.
2) Nadat de rand is gemaaid, maait de grasmaaier naar binnen.
3) Na elke 5 keer opladen, maait de grasmaaier automatisch langs de grensdraad. (Als
u op de 'HOME', 'STOP' of de aan/uit-knop drukt, wordt de telling gewist en begint
deze opnieuw).
• Druk op 'MENU' om de functies in te stellen.

Plaats de grasmaaier aan de voorkant van het oplaadstation met de klok mee op de
grensdraad om te beginnen met het instellen van de functionele instellingen.
Druk op 'MENU' om de functies in te stellen. Het display biedt u verschillende keuzemogeli-
jkheden: AREA (GEBIED), MODE (MODUS), CHANGE PIN CODE (PINCODE
WIJZIGEN), TIME & DATE (TIJD EN DATUM), LANGUAGE (TAAL) en SETTINGS
(INSTELLINGEN).
2. FUNCTIONELE INSTELLINGEN
• Druk op 'HOME' om de grasmaaier terug te laten rijden naar het oplaadstation (dit is om
de grasmaaier te stoppen tijdens het maaien): Druk op 'HOME', de grasmaaier stopt met
maaien en zoekt de dichtstbijzijnde grensdraad en rijdt vervolgens langs de draad terug naar
het oplaadstation. In deze toestand start de maaier, nadat deze volledig is opgeladen, niet
vanzelf opnieuw, maar moet de grasmaaier handmatig opnieuw worden gestart.
De taal instellen
• Selecteer om de menutaal in te stellen. Druk op 'OK', selecteer een van de keuzemo-
gelijkheden en druk vervolgens nogmaals op 'OK'.
De pincode instellen
•Selecteer om de pincode voor het starten van de grasmaaier in te stellen. Volg de
onderstaande stappen:
1) Enter pin code: voer de initiële pincode '0000' in.
2) Enter new pin code: voer de nieuwe pincode in.
3) Confirm new pin: voer de nieuwe pincode nogmaals in.
4) Wanneer het apparaat aangeeft dat de pincode is geaccepteerd, betekent dit dat de
nieuwe pincode is ingesteld en keert u automatisch terug naar het bovenliggende menu.
5) Als de pincode onjuist is ingevoerd, toont het display de melding: PIN not accepted. Druk
op 'OK' om terug te keren naar het bovenliggende menu.

• Stel de tijd en datum in volgens de onderstaande stappen:
Tijd en datum instellen
1) Selecteer 'Set time' (tijd instellen) om de standaardtijd in het uw land in te stellen, druk ter
bevestiging op 'OK' en druk op om terug te keren.
2) Selecteer 'Set date' (datum instellen) om de datum in te stellen, druk ter bevestiging op
'OK' en druk op om terug te keren.
3) Selecteer 'Time format' (tijdnotatie) om de tijdnotatie in te stellen op 12- of 24-uursnotatie.
De standaardinstelling die wordt gebruikt als u deze optie zelf niet instelt is 24-uursnotatie.
Druk ter bevestiging op 'OK' en druk op om terug te keren.
4) Gebruik om terug te keren naar het hoofdmenu en de grasmaaier te laten beginnen
met maaien.
“ ”
“ ”
“ ”
“ ”
• Kies om de instellingen te selecteren. Druk op OK. Het display toont de volgende opties:
INSTELLINGEN
U kunt kiezen uit 'Edge Cut' (randmaaien), 'Beep' (pieptoon) en 'Reset' (resetten).
Als u 'Edge Cut' kiest, kunt u deze functie in- of uitschakelen door 'ON' (aan) of 'OFF' (uit) te
selecteren. De robotgrasmaaier is zo geprogrammeerd dat deze elke vijf cycli de randen
maait. Als u de functie 'Edge Cut' uitschakelt, wordt de functie in elke willekeurige modus
alleen de eerste keer uitgevoerd.
Als u 'Beep' kiest, kunt u de pieptoon in- of uitschakelen door met behulp van de knoppen op
het display 'ON' (aan) of 'OFF' (uit) te selecteren.
Als u 'Reset' selecteert, wordt u gevraagd of u alle gegevens wilt wissen. Dit houdt in dat alle
door u geprogrammeerde gegevens worden gereset, inclusief de pincode. Druk op OK om
alle gegevens te wissen.
Kies om de werkmodus in te stellen. Druk op OK. Het display toont de volgende opties:
WERKMODUS

Kies de handmatige modus als uw grasmaaier de maaicyclus moet voortzetten totdat u de
grasmaaier uitschakelt. De grasmaaier blijft maaien en opladen en maaien... totdat u de
grasmaaier stopt. Hoe:
1. Plaats de grasmaaier 0,5 meter vóór het oplaadstation, in de richting van het oplaadstation.
2. Selecteer 'Manual' en druk op 'OK'. Het display toont de melding 'SAVED' en er staat een
vinkje voor 'Manual'. Het display keert automatisch terug naar de functionele instellingen,
druk op om terug te keren naar het hoofdmenu en 'MANUAL' wordt weergegeven op
het startscherm.
3. Druk op de knop 'Start' op het toetsenblok en de grasmaaier rijdt op het oplaadstation.
Wanneer de contactpunten van de grasmaaier contact maken met de oplaadpinnen op het
oplaadstation, verlaat de grasmaaier het oplaadstation en begint deze met maaien. De
grasmaaier maait twee keer langs de grensdraad en maait vervolgens naar binnen.
Modus 1: Manual
U kunt kiezen uit de werkmodi 'Manual' (handmatig), 'Auto' (automatisch) en 'Schedule'
(gepland).
“ ”
Kies de automatische werkmodus als u wilt dat uw grasmaaier elke dag tijdens hetzelfde
tijdsinterval maait. Laat de grasmaaier na het invoeren van de pincode vóór het oplaadstation
staan en schakel de grasmaaier niet uit. De grasmaaier wacht daar totdat de starttijd is
bereikt en begint dan met maaien. Hoe:
1. Plaats de grasmaaier 0,5 meter vóór het oplaadstation, in de richting van het oplaadstation.
2. Selecteer 'Auto' en druk op 'OK'. Het display toont:
Modus 2: Auto
3. Stel de gewenste werktijd in met behulp van de cijfers op het toetsenblok. De werktijd kan
worden ingesteld van 00:00 tot 24:00. Druk op OK. Druk op om terug te keren naar de
functionele instellingen. 'AUTO' wordt weergegeven op het startscherm.
“ ”

Kies de geplande werkmodus als u wilt dat de grasmaaier alleen op bepaalde dagen maait
of als u de functie Area (gebied) wilt gebruiken. Laat de grasmaaier na het invoeren van de
pincode vóór het oplaadstation staan en schakel de grasmaaier niet uit. De grasmaaier
wacht daar totdat de starttijd is bereikt en begint dan met maaien.
Hoe:
1. Plaats de grasmaaier 0,5 meter vóór het oplaadstation, in de richting van het
oplaadstation.
2. Selecteer 'Schedule' en druk op 'OK'. Het scherm toont het volgende bericht:
Modus 3: Schedule
4. Schakel de grasmaaier niet uit, maar laat de grasmaaier staan.
3. Bevestig met OK. Het scherm toont nu:
U kunt nu kiezen uit de volgende opties: 'Work Mode' (werkmodus), 'Work Hours' (werkuren),
'Work days' (werkdagen) en 'Reset timer' (resettimer).
4. Kies eerst de werkmodus en druk op 'OK'. U kunt nu kiezen uit 'Full area' (volledig gebied)
of 'Area 1, 2, 3' (gebied 1, 2, 3).
4.1 Kies 'Full area' als u geen verschillende gebieden wilt definiëren.
4.2 Kies 'Area 1, 2, 3' als u tot drie verschillende startpunten voor de grasmaaier binnen
uw gazongebied wilt vastleggen. De keuze die u hier maakt bepaalt de volgende handeling
van de programmering. (Selecteer de gewenste werkmodus en bevestig uw keuze met 'OK'.
Het display toont de melding 'Saved' en keert terug naar het menu van de planningsmodus.)

Als u de werkmodus 'Full area' hebt geselecteerd, moet u eerst 'Work hours' (de werkuren)
instellen. Hoe:
4.1.1.: Selecteer 'WORK HOURS' en bevestig uw keuze met OK. Het volgende wordt
weergegeven:
4.1 Verdere procedure wanneer u hebt gekozen voor 'Full area'.
4.1.2:Voer de gewenste starttijd in met behulp van de cijfers op het toetsenblok. Zodra u de
starttijd (in uu:mm) hebt ingevoerd, springt de cursor automatisch naar het veld voor het
invoeren van de werktijd. Voer de gewenste werktijd in (in minuten) met behulp van de cijfers
op het toetsenblok. Bevestig uw invoer met 'OK'. Het display toont de melding 'Saved' en
keert terug naar het menu van de geplande werkmodus.
Opmerking: De maximale werktijd is beperkt tot 249 min. Dit is een nettowerktijd van 249
min, de oplaadtijd is niet inbegrepen.
Als u de werkmodus 'Area 1, 2, 3' hebt geselecteerd, moet u eerst de werktijd instellen.
Hoe:
4.2.1.: Selecteer 'WORK HOURS' en bevestig uw keuze met OK. Het volgende wordt
weergegeven:
4.2 Verdere procedure wanneer u hebt gekozen voor 'Area 1, 2, 3'

4.2.2: U kunt nu de starttijd en de tijdsintervallen voor de gebieden 1, 2 en 3 definiëren met
behulp van de cijfers op het toetsenblok. Na het invoeren van de starttijd springt de cursor
automatisch naar de velden voor het invoeren van de tijdsintervallen (uu:mm) voor gebied 1,
gebied 2 en gebied 3. Met de starttijd definieert u het tijdstip waarop de grasmaaier moet
beginnen met maaien. Met de tijdsintervallen voor de gebieden 1, 2 en 3 definieert u hoe
lang de grasmaaier in elk van de gebieden maait. U kunt de individuele startpunten
definiëren in de menuoptie AREA (GEBIED). Raadpleeg het gedeelte AREA in deze
gebruikershandleiding voor meer informatie over deze optie.
Vanaf hier is de procedure hetzelfde voor zowel 'Full area' als 'Area 1, 2, 3'.
5. De week instellen (SET WEEK). Definieer de dagen waarop de grasmaaier moet maaien.
U doet dit door 'Work days' te selecteren en vervolgens op 'OK' te drukken. Het volgende
wordt weergegeven:
Alle dagen zijn opgeslagen als werkdag in de standaard fabrieksinstellingen. Dit betekent dat
er vóór elke dag van de week een vinkje staat. Selecteer nu de dagen waarop de grasmaaier
moet maaien. Druk op om de werkdagen te wijzigen. U kunt een vinkje plaatsen of
verwijderen met OK.
LET OP: De grasmaaier maait alleen op de dagen die zijn gemarkeerd met een vinkje. Kies
nu 'Save' om de instellingen op te slaan. Als u vergeet de instellingen op te slaan, wordt u
met het bericht 'Save or not?' nogmaals gevraagd of u de instellingen wilt opslaan of niet.
Hier kunt u vervolgens kiezen uit 'Yes' (ja) of 'No' (nee). Bevestig uw keuze met OK. Het
display toont de melding 'Saved' en keert terug naar het menu van de geplande werkmodus.
6. Selecteer 'Clear timer' (timer wissen) om de geconfigureerde instellingen te resetten. U
doet dit door 'Clear timer' te selecteren en vervolgens ter bevestiging op OK te drukken. Het
volgende wordt weergegeven:

Als u bevestigt met OK worden alle eerder geconfigureerde instellingen in de geplande werk-
modus gereset. Het display toont de melding 'Saved' en keert terug naar het menu van de
geplande werkmodus. Druk om terug te keren naar de functionele instellingen. Het scherm-
scherm toont 'SCHEDULE' en het symbool voor 'Full area' of voor 'Area 1, 2, 3'.
De instelling voor deelgebieden wordt gebruikt om de efficiëntie van de grasmaaier in grote
gebieden te verbeteren. Daarnaast helpt het de grasmaaier om door smalle doorgangen van
het ene gebied naar het andere te rijden. Als u deze functie niet gebruikt, kan het bij smalle
doorgangen voorkomen dat de grasmaaier het gebied maait waarin het oplaadstation zich
bevindt, maar het gebied achter de doorgang negeert. Bij smalle doorgangen kan de
grasmaaier vanwege een probleem met de grensdraad mogelijk niet zomaar van het ene
naar het andere gebied rijden. Het wordt aanbevolen om de minimale afstand van 50 cm aan
te houden. Verdeel het maaigebied bij smalle doorgangen in maximaal drie deelgebieden en
stel de grasmaaier zo af dat elk gebied onafhankelijk wordt gemaaid.
AREA (werkt in combinatie met SCHEDULE – WORK MODE – AREA 1,2,3)
1. Startpunten definiëren
Plaats de grasmaaier op maximaal 0,5 meter afstand van het oplaadstation op de
grensdraad en zorg ervoor dat de achterkant van de grasmaaier naar het oplaadstation
is gericht. Voer de pincode in en druk op 'MENU'.
2. Selecteer 'AREA' om de startpunten voor tot 3 gebieden in uw tuin te definiëren.
Druk op 'OK'.

Het display toont:
3. Druk op 'START' en de grasmaaier begint langs de grensdraad te rijden, weg van het
oplaadstation (LET OP! Druk niet op de Startknop op het toetsenblok, maar op 'START' op
het display!).
4. Het display geeft niet langer 'START' weer, maar in plaats daarvan 'NEXT'. Volg uw
grasmaaier langs de grensdraad naar het startpunt voor gebied 1. Druk nu op 'NEXT' op het
display om het eerste startpunt te definiëren. De grasmaaier bevestigt het eerste startpunt
met 'OK'. De grasmaaier rijdt verder langs de grensdraad. Zodra u het startpunt voor gebied
2 op de grensdraad hebt bereikt, drukt u nogmaals op 'NEXT'. De grasmaaier bevestigt het
tweede startpunt met 'OK' en rijdt verder langs de grensdraad. Zodra u het startpunt voor
gebied 3 hebt bereikt, drukt u nogmaals op 'NEXT'.

5. Als u het derde startpunt hebt bevestigd, verandert de weergave op het display van 'NEXT'
naar 'FIN'. Door op 'FIN' te drukken, bevestigt u de drie startpunten voor de afzonderlijke
gebieden. De grasmaaier stopt en het volgende bericht verschijnt op het display:
OPMERKING: Nadat u het eerste startpunt hebt gedefinieerd, verschijnt aan de linkerkant
van het scherm een END-knop. Als u slechts één startpunt of slechts twee verschillende
startpunten wilt definiëren, kunt u deze knop gebruiken om de procedure vroegtijdig te
beëindigen. Druk op de 'END'-knop en bevestig daarmee de gedefinieerde startpunten. De
grasmaaier stopt en u kunt verder gaan zoals beschreven.
6. Schakel de grasmaaier uit en plaats de grasmaaier met de klok mee vóór het
oplaadstation. Schakel de grasmaaier weer in en voer de pincode in. Laat de grasmaaier na
het invoeren van de pincode vóór het oplaadstation staan en schakel de grasmaaier niet uit.
De grasmaaier wacht daar totdat de starttijd is bereikt en begint dan met maaien.
Opmerking
a) Het startpunt moet zo worden gekozen dat het zich in het midden van het te maaien
deelgebied bevindt.
b) De afstand tussen twee delen grensdraad moet minimaal 50 cm bedragen.
c) De deelgebiedfunctie verdeelt het maaigebied in maximaal drie verschillende
deelgebieden. Dit betekent echter niet dat de maaier alleen binnen het deelgebied maait.
De grasmaaier kan ook schakelen tussen de afzonderlijke gebieden.
d) Als de batterij tijdens het gebruik van de deelgebiedfunctie bijna leeg is en de grasmaaier
automatisch terugkeert naar het oplaadstation, keert deze nadat de batterij weer is opgeladen
terug naar de plaats waar de grasmaaier eerder was gestopt. Als de grasmaaier echter is
gestopt vanwege een ander probleem, gaat de grasmaaier na het opladen verder met
maaien, maar niet volgens de instellingen. De grasmaaier begint de volgende
gespecificeerde dag opnieuw vanaf het eerste startpunt tot en met het derde startpunt.

Opmerking: De maximale werktijd is beperkt tot 249 min. Dit is een nettowerktijd van 249
min, de oplaadtijd is niet inbegrepen.

OPMERKING: Als er een fout optreedt op het apparaat, controleer dan altijd eerst het
oplaadstation om te zien of deze zich in de juiste werkstatus bevindt (of de grens-
draad is niet losgeraakt, doorgebeten door uw huisdieren of doorgesneden door de
messen van het apparaat, en of de stroom niet is uitgevallen tijdens het gebruik). Het
lampje op het oplaadstation knippert rood als er zich dergelijke problemen voordoen.
Problemen oplossen:
a) De grasmaaier bevindt zich in een gebied zonder goede grensdraad. Controleer de
grensdraad voor reparatie.
b) Controleer de noodstopknop. Als de noodstopknop is vergrendeld, druk dan op de
noodstopknop en druk vervolgens op de rode aan/uit-knop.
c) Als de grasmaaier langere tijd niet is gebruikt, kan de batterij leeg zijn. Zorg ervoor dat u
de batterij in dit geval opnieuw oplaadt. Zelfs als de grasmaaier niet wordt gebruikt, wordt
aanbevolen de batterij elke 3 maanden op te laden.
1. De grasmaaier start niet.
a) De bumpersensor is mogelijk beschadigd.
b) Als het gras de eerste maaibeurt erg lang is, kan dit de sensorbuis bedekken. Maai het
gras in dit geval met een traditionele grasmaaier voordat u de robotgrasmaaier gebruikt.
2. De grasmaaier rijdt niet vooruit.
a) Schakel de grasmaaier uit. Controleer of de messen correct zijn geïnstalleerd.
Vervang de messen als ze beschadigd zijn.
b)De grasmaaier stopt automatisch als deze op een helling staat met een hellingshoek
groter dan 28°.
c).Het basisdeel van de meshouder is vastgelopen door voorwerpen of gras. Verwijder de
voorwerpen of het gras en start het maaien opnieuw.
d) Het gras is te dicht om gemaaid te worden vanwege de automatische bescherming van
het apparaat.
e) Het apparaat heeft gedetecteerd dat de motortemperatuur te hoog is en is automatisch
gestopt om de PCB's en andere componenten te beschermen.
3. De grasmaaier maait niet correct of helemaal niet.
a) De draaihoek van de grensdraad is te scherp. De binnenhoek moet minimaal 125°
bedragen.
b) De grensdraad ligt te dicht bij een helling. Pas de positie van de grensdraad aan, zodat
deze in overeenstemming met de aanbevelingen is geplaatst.
4. De grasmaaier is de grensdraad gepasseerd en gaat aan de andere kant
van de grensdraad verder met maaien.
Table of contents
Languages:
Popular Lawn Mower manuals by other brands

Husqvarna
Husqvarna YTH25K54/96048003400 Repair parts manual

EINHELL
EINHELL GC-PM 46/1 S HW B&S Original operating instructions

Cub Cadet
Cub Cadet CC-949 Service manual

Scag Power Equipment
Scag Power Equipment Turf Tiger STT61V-31EFI Operator's manual

Toro
Toro Super Recycler 20837 Operator's manual

Husqvarna
Husqvarna HUSQVARNA LGT2554 owner's manual