
CX20S3 5
Algemene Veiligheidsvoorschriften
LETOP! Bij gebruik van elektrischegereedschappen moeten ter voorkomingvan schok-,verwondings- en brandgevaar in
principe steedsde volgendeveiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. Leesen letgoedopdeze adviezen voor ueen
machine gebruikt.
1. Houdthet werkgebied op orde
Eenwanordelijkwerkgebiedkan tot ongelukken leiden.Laat
onbevoegdepersonen(kinderen) en dieren niet aande
apparatuur of inhet werkgebied komen.Bergdeapparatuur
na gebruik veiligopin eendroge en goedafgeslotenruimte,
buiten het bereik van kinderen.
2. Houdtrekeningmet invloeden van deomgeving
Zorg voor een goedeverlichtingindewerkruimte.Let opde
ligging van kabels, leidingen in hetwerkgebied.Gebruik
elektrische gereedschappen niet in eenvochtigeomgeving
(regen)of dicht in debuurt van brandbarevloeistoffen of
gassen.
3. Voorkom een elektrischeschok
Vermijdtlichaamscontactmet geaardeobjecten,zoals
metalen buizen,radiatoren, C.V. kachels, koelkasten etc.
4. Gebruikde juiste apparatuurenoverbelast dezeniet
Gebruik deapparatuur slechts voordoeleinden waar deze
voorbestemdis. Werkbinnen hetaangegeven
vermogensbereik
5. Gebruikhet juiste gereedschap
Gebruik geenmachinesmeteentelaag vermogen of
voorzetapparatuur voor een te zware belasting.
6. Draag geschikte werkkleding
Draaggeen slobberendekleding ofsieraden. Deze kunnen
door debewegendedelen gegrepenworden.Bij het werken
in deopenluchtzijn rubber werkhandschoenenen schoenen
met profielzolenaan teraden.Draag bij langhaar een
haarnet.
7. Persoonlijke beschermingsmiddelen
Gebruik een helmvoor de beschermingtegenvallende delen,
handschoenen voordebescherming tegenscherpedelen, een
veiligheidsbrilvoor debeschermingtegenrondvliegend
gesteende en/of vonken. Gebruikeen stofmasker bij
stofverwekkende werkzaamheden. Aangeradenwordteen
gehoorbeschermer bijeengeluidsniveau hoger dan 80 dB(A)
tedragen, boven de 90 dB(A) ishet gebruik van een
gehoorbeschermer verplicht.
8. Sluit apparatuur voor stofafscheiding aan
Indien het apparaatgeconstrueerdisvoor het aansluitenop
apparatuur voor stofafscheidingenstofverzameling,dient U
dezeapparatuur aan tesluiten enopdejuistewijze te
gebruiken
9. Gebruikhet snoer nietverkeerd
Gebruik alleeneenonbeschadigdeverlengkabel diegeschikt
is voorgebruik buitenshuis envan ruimvoldoende ader-
doorsnede.Rol eenhaspelhelemaal af, i.v.m.hittevorming.
Draagde machinenietaan het snoerengebruik het snoer
niet omdestekkeruithetstopcontact te trekken. Bescherm
de kabel tegen hitte,olieenscherpe randen
10. Zorgvoor een veilige houding
Vermijdeenabnormalelichaamshoudingenzorgvoor een
stabiel evenwicht
11. Onderhoudthet gereedschapzorgvuldig
Houdt hetgereedschap scherpenschoon ombeteren veiliger
tekunnen werken. Volg de onderhoudsvoorschriftenen de
adviezen omtrent het wisselen van gereedschapop.
Controleerregelmatighet snoeren laat dit bij beschadiging
door een erkendevakman vernieuwen. Controleerregelmatig
het verlengsnoer envervang indien beschadigd.Houdtde
handgrependroogen vrij van olieenvet.
12. Trek destekkeruit het stopcontact
Als hetapparaat nietin gebruik is, tijdenshet onderhouden
verwisselenvan gereedschappen
13. Laat geen gereedschapsleutels op de machine zitten
Controleervoor hetinschakelenof sleutels enandere
hulpgereedschappen zijn verwijderd
14. Voorkomhet per ongeluk inschakelen
Draag geen aangesloten machinesmetdevinger aan de
schakelaar.Controleerofdeschakelaar bij aansluitingvan
het lichtnet, uitgeschakeldstaat
15. Verlengsnoer bij gebruik buiten
Gebruikbuitenalleen voor ditdoel goedgekeurdeen
overeenkomstiggekenmerkte verlengsnoeren
16. Wees steeds opmerkzaam
Let steedsophet werk,gametverstandte werk engebruik
de apparatuur nietals mennietgeconcentreerdis.Zorgdat
ualtijd in staat bent de motor snel uit te schakelen.
17. Controleer het elektrischegereedschapop
beschadigingen
Voorhetverderegebruik van de machinemoeten
veiligheidsinrichtingenofbeschadigde delen, zorgvuldigop
een uitstekendeen doelgerichtefunctie worden beproefd.
Controleerofdefunctie van debewegendedeleninordeis;
of deze nietklemmen, ofer geendelen gebrokenzijn, ofalle
anderedelenperfect enjuistzijn gemonteerdenof alle
anderevoorwaarden, die het functioneren van hetapparaat
zouden kunnenbeïnvloeden, juistzijn.
Indienin degebruiksaanwijzingniet anders is aangegeven,
moeten beschadigdeveiligheidsinrichtingenen
machinedelen, dooreen erkende vakman worden
gerepareerdofworden verwisseld.
Gebruikgeenapparatuur, waarvan deschakelaar nietaan-
en/ofuitgeschakeldkan worden.
18. Attentie!
Gebruikin hetbelangvan depersoonlijke veiligheid,alleen
toebehoren en hulpapparaten,die in degebruiksaanwijzing
of in de catalogus worden aanbevolen. Hetgebruik van
anderedan het vermeldetoebehoren of
hulpgereedschappen, kan verwondinggevaar ofschade
opleveren.
19. Reparaties mogenalleendoorerkende reparateurs
worden uitgevoerd
Dit apparaat voldoet aan degeldende
veiligheidsvoorschriften. Ter voorkomingvan ongevallenvoor
degebruiker mogenreparatiesalleendoor erkende vakman
worden uitgevoerd
20. Berg deze veiligheidsadviezen goed op!