M-system MI-91 User manual

MI-91
Gebruiksaanwijzing
Notice d’emploi
Bedienungsanleitung
Operating instructions

VOORWOORD
Boretti feliciteert u met uw nieuwe aanwinst voor keuken. Tevens dankt Boretti u voor het
getoonde vertrouwen in het merk door de aanschaf van dit product.
Wij adviseren u om voor het gebruik deze handleiding aandachtig door te lezen teneinde
problemen te voorkomen en u ervan te verzekeren dat u als gebruiker op de hoogte bent van de
juiste en veilige werking van dit product.
Mochten er ondanks het lezen van deze handleiding of tijdens het gebruik van uw Boretti vragen
ontstaan, dan vernemen wij dat graag van u.
Op de achterzijde van deze handleiding kunt u de adresgegevens vinden van Boretti.
Wij wensen u veel plezier!
Boretti

3
INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEID...................................................................................................................................4
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK VAN HET TOESTEL .........................................................4
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ........................................................................................................4
VOORZORGSMAATREGELEN TEGEN BESCHADIGING .........................................................................5
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DEFECT VAN HET APPARAAT.............................................................5
ANDERE BESCHERMINGEN.............................................................................................................5
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT.......................................................................................6
TECHNISCHE KENMERKEN .............................................................................................................6
BEDIENINGSPANEEL......................................................................................................................6
GEBRUIK VAN HET APPARAAT.................................................................................................6
DISPLAY ......................................................................................................................................6
VENTILATIE..................................................................................................................................7
IN WERKING STELLEN................................................................................................................7
VOOR HET EERSTE GEBRUIK..........................................................................................................7
PRINCIPE VAN INDUCTIE ................................................................................................................7
TIPTOETSEN ................................................................................................................................7
INWERKINGSTELLING ....................................................................................................................7
DETECTIE VAN DE PAN ..................................................................................................................8
AANDUIDING RESTWARMTE............................................................................................................8
BOOSTER FUNCTIE .......................................................................................................................8
TIMER FUNCTIE ............................................................................................................................8
VERGRENDELING VAN HET BEDIENINGSPANEEL ...............................................................................9
KOOKADVIES.............................................................................................................................11
KWALITEIT VAN DE PANNEN .........................................................................................................11
AFMETINGEN VAN DE PANNEN......................................................................................................11
VOORBEELDEN VAN VERMOGENREGELING ....................................................................................12
ONDERHOUD EN REINIGING....................................................................................................12
KLEINE STORINGEN VERHELPEN...........................................................................................13
MILIEUBESCHERMING..............................................................................................................13
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN...............................................................................................14
ELEKTRISCHE AANSLUITING ..................................................................................................15

4
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
Verwijder alle verpakkingen.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat dienen aan een erkende
vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden
voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in
een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van
voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel
gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramisch glas.
Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak.
De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste
voorschriften op een aardleiding is aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrisch net.
Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droger, de
vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen.
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit.
Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten want deze kunnen vlug vlam
vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat.
Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een vast of los apparaat met het
warme kookvlak of met een warme pan in contact komt.
Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informatica diskettes, rekenmachines)
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
Gebruik enkel de hiertoe voorziene pannen. Bij onverhoeds aanschakelen of restwarmte
zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten
en ontvlammen.
Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd
lichamelijke, zintuigelijke waarneming of geestelijke vermogens of gebrek aan kennis en
ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van het toestel door
een persoon, die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met
het toestel.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet geplaatst
worden op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden.

5
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde pannen of pannen met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer) kunnen de
vitrokeramiek beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen de vitrokeramiek
beschadigen.
Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op de vitrokeramiek vallen.
Vermijd het stoten van pannen tegen de rand van het glas.
Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt volgens de instructies van de
fabrikant.
Plaats of laat geen lege pannen op de kookplaat.
Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of aluminiumfolie met de hete zones.
Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of
aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog hete zones
(opgepast: risico voor brandwonden)
Plaats nooit een warme pan op de bedieningszone.
Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor een voldoende afstand (2
cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een goede
ventilatie te verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bv sprays) in de lade onder de kookplaat. Eventuele
bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer
uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of
spleet in de vitrokeramiek is en verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In
geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is schakel het toestel uit om
een mogelijke electrische schok te voorkomen
Andere beschermingen
Zorg ervoor dat de pan steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem van de
pan moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken.
Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Personen die een
pacemaker dragen doen er goed aan eerst een arts te raadplegen.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete zones
smelten.
HET GEBRUIK VAN NIET GESCHIKTE POTTEN EN PANNEN OF VAN
VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR
INDUCTIE, OP TE WARMEN, VALT NIET ONDER DE GARANTIEVOORWAARDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK GEHOUDEN WORDEN
VOOR BESCHADIGINGEN AAN DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE
HIERVAN HET GEVOLG KUNNEN ZIJN.

6
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
Type
Total
effekt
Zone
Diameter
Nominal *
1st Booster*
2nd Booster*
Detectie
kookpan
MI-91
7400 W
Links voor
Links achter
Centrum
Rechts achter
Rechts voor
180 mm
180 mm
210 mm
180 mm
210 mm
1850 W
1850 W
2100 W
1850 W
2100 W
2300 W
2300 W
2600 W
2300 W
2600 W
3000 W
3000 W
3700 W
3000 W
3700 W
100 mm
100 mm
110 mm
100 mm
110 mm
* Het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de pannen.
Bedieningspaneel
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Display
Display Aanduiding Functie
0 Nul Kookzone geactiveerd.
1…9 Vermogenniveau Keuze kookniveau
U Detectie pan Geen of onaangepaste pan
A Onmiddellijke opwarming Aankookautomaat
E Foutmelding Defect elektronisch circuit
H Restwarmte De kookzone is warm
P Eerste Booster Het turbovermogen is geactiveerd
Seconden Booster Super Power is geactiveerd
UWarmtebehoud Automatisch behoud op 45°C.
U Warmtebehoud Automatisch behoud op 70°C
II Stop&Go Stop&Go is geactiveerd
Lampjes voor keuze van
zone voor timer
Warmhoud toets
[ + ] toets
Stop&Go
Aanduiding van het
vermogenniveau
Aanduiding
van de timer
[ + ] en [ - ]
toets van de timer
Booster toets
[ - ] toets
Vergrendelingstoets
Aan /
Uit

7
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de door
de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie
schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De ventilator
vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronisch circuit voldoende is afgekoeld.
IN WERKING STELLEN
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen zeep, deze kan op het
glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductie bobine. Wanneer deze in werking is produceert
ze een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de
magnetische bodem van de pan. Hierdoor verwarmt de pan die op de kookzone staat.
Uiteraard zijn aangepaste pannen vereist:
Aanbevolen zijn alle metalen pannen met magnetische basis (eventueel met een magneet
te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen pannen,
in inox met magnetische bodem, …
Uitgesloten zijn alle pannen in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek, aardewerk,
inox zonder magneet…
De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte pan. Is de
diameter te klein dan werkt de pan niet. De diameter varieert in functie van de diameter van de
kookzone.Wanneer de pan niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool ( U ) branden.
Tiptoetsen
Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het
aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door een
lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Druk niet op meerdere toetsen tegelijk.
Inwerkingstelling
In- en uitschakelen van de kookplaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] [ 0 ]
Uitschakelen Druk op [ 0/I ] geen of [ H ]
In- en uitschakelen van een kookzone:
Actie Bedieningspaneel Display
Kiezen Druk op [ + ] van de zone [ 0 ]
Instellen Druk op [ + ] [ 1 ] tot [ 9 ]
Daling Druk op [ - ] [ 9 ] tot [ 1 ]
Uitschakelen Druk gelijktijdig op
[ + ] en [ - ] [ 0 ] of [ H ]
Of druk op [ - ] [ 0 ] of [ H ]
Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de
wachtpositie.

8
Detectie van de pan
De detectie van de pan verzekert een optimale veiligheid. De inductie functioneert niet:
indien er geen pan op de kookzone staat of wanneer de pan ongeschikt is voor inductie. In
dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ] verschijnt op
de display. Wanneer een pan op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de pan van de kookzone wordt
genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de pan terug
op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruick. De pantedectie [ U ] blijft dan niet actief.
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de kookzones
nog warm zijn, wordt dit aangegeven door [ H ].
Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden.
Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel
warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
Booster functie
De eerste Booster [ P ] en seconden Booster [ ] verlenenaan de gekozen kookzone een
opgevoerd vermogen. Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 10
minuten met een aanmerkelijk hoger vermogen.
Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de
bereiding van pasta.
In en uitschakelen van eerste booster:
Actie Bedieningspaneel Display
Booster inschakelen Druk op [ P ] lampje aan
De zone kiezen Druk op [ + ] of [ - ] van de zone [ P ]
De booster uitschakelen Druk op [ - ] [ 9 ]
In- en uitschakelen van seconden booster:
Actie Bedieningspaneel Display
Booster inschakelen Druk op [ P ] lampje aan
Seconden booster inschakelen Druk op [ P ] lampje Knippert
De zone kiezen Druk op [ + ] of [ - ] van de zone [ ]
De booster uitschakelen Druk op [ - ] [ 9 ]
Beheer van het maximaal vermogen:
Het geheel van de kooktafel is met een maximaal vermogen uitgerust. Wanneer de booster
functie in werking is, en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden, wordt het vermogen
van een of meer kookzone automatisch verminderd.
Displays van kookzones zal gedurende enkele seconden knipperen [ 9 ] en duidt dan het
maximum vermogen aan:
Gekozen kookzone Andere kookzone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 )
[ P ] is aangeduid [ 9 ] gaat over naar [ 6 ] of [ 8 ] volgens type kookzone

9
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden met verschillende
tijdsaanduidingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor iedere zone.
Regeling of wijziging van de kooktijd:
Actie Bedieningspaneel Display
Kookzone selecteren Druk op [ + ] van de zone [ 4 ]
Vermogen selecteren Druk op [ + ] of [ - ] [ 1 ] … [ 9 ]
Timer selecteren Druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ] Controlelampje van
timer tot de gewenste kookzone
Tijd verkorten Druk op [ - ] van de timer 30,29,28...
Tijd verlengen Druk op [ + ] van de timer Tijd wordt langer
De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen.
Uitschakelen van de timerfunctie:
Actie Bedieningspaneel Display
De timer selecteren Druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ] De tijd wordt tot gewenste
van de timer weergegeven
kookzone aangaat
Druk op [ - ] van de timer Geeft [ 01 ] weer
Druk nogmaals op [ - ] Geeft [ 00 ] weer
Indien verschillende timers geactiveerd zijn, volstaat het deze actie te herhalen.
Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd:
Zodra de geselecteerde kooktijd afgelopen is, gaat de display knipperen [ 00 ], er klinkt een
geluidssignaal en de kookzone stopt. Om het geluidssignaal en het knipperen te stoppen drukt u
op [ - ] of [ + ] van de timer.
Gebruik van de timer zonder koken:
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] Contolelampje aan
De timer selecteren Druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ] De tijd wordt
van de timer weergegeven
Tijd verkorten Druk op [ - ] 30, 29,28...
Tijd verlengen Druk op [ + ] Tijd wordt langer
Als de tijd op [ 00 ] komt, begint hij te knipperen en te piepen.
Warmhoudfunctie
Deze functie maakt het mogelijk een temperatuur van 42°C of 70° te bereiken en automatisch
te behouden. Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de bodem van de
pan gaan kleven.
Aanzetten, stopzetten van de Warmhoudfunctie :
Actie Bedieningspaneel Display
42°C selecteren Druk op [ U ] Controlelampje
Warmhoudfunctie aan
70°C selecteren Druk 2 maal op [ U ] Controlelampje
Warmhoudfunctie knippert
Kookzone selecteren Druk op [ + ] of [ - ] van de zone [ u ] of [ U ]
Stopzetten Druk op [ - ] of [ + ] van de zone [ 0 ] tot [ 9 ]
Deze functie kan onafhankelijk gebruikt worden bij alle kookzones. Wanneer de pan de kookzone
verlaat, blijft de functie “ Warmtebehoud “ actief gedurende ongeveer 10 minuten. De maximale
duur van het warmhouden is 2 uur.

10
Programmeren van de aankookautomaat
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. De kookzone functioneert eerst een
zekere tijd op volle kracht en vermindert dan automatisch tot het geselecteerde niveau.
Inwerkingstelling van de automatische bediening :
Actie Bedieningspaneel Display
Zone selecteren Druk op [ + ] van de zone [ 4 ]
Volledig vermogen instellen Druk op [ + ] [ 4 ] tot [ 9 ]
Automatisch koken Druk op [ + ] [ 9 ] knippert met [A]
Vermogen selecteren Druk op [ - ] [ 9 ] [ 8 ] [ 7 ] …
(bijvoorbeeld 7) [ 7 ] knippert met [A]
Stopzetten van automatische bediening :
Actie Bedieningspaneel Display
Stopzetten Druk gelijktijdig op [ + ]
of [ - ] van de zone [ 0 ]
Stop&Go functie
Met deze functie worden alle kookactiviteiten van de kookplaat onderbroken en kunnen ze met
dezelfde instellingen weer worden voortgezet.
De pauzefunctie aan-/uitzetten:
Actie Bedieningspaneel Display
Stop&Go instellen Druk op [ S ] voor 2s [ II ] weer
Stop&Go stoppen Druk op [ S ] Controlelampje pauze
knippert
en druk op [ + ] of [ - ] lampje aan
Functie herhaling
Na het uitzetten van de kookplaat [ 0/I ] is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:
• Staat van alle kookzones (vermogen)
• Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers
• Functie “automatisch koken”
• Functie “Warmhoud”
De herhalingsprocedure is als volgt:
• Duw op de toets [ 0/I ]
• Vervolgens op de [ S ] toets duwen in minder dan 6 seconden
De vorige instellingen zijn opnieuw actief.
Vergrendeling van het bedieningspaneel
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen
van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).
Vergrendelen:
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat vergrendelen Druk gedurende 2 sec op [ ] Controlelampje
vergrendeling brandt
Ontgrendelen:
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat ontgrendelen Druk gedurende 2 sec op [ ] Controlelampje
vergrendeling geblust

11
KOOKADVIES
Kwaliteit van de pannen
Aangepaste pannen: staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische
bodem, aluminium met magnetische bodem.
Niet aangepaste pannen: aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing,
keramiek, porselein.
De fabrikanten vermelden wanneer hun producten geschikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren dat de kookpotten geschikt zijn:
Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld
op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil
niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt het functioneren helemaal niet.
Afmetingen van de pannen
De kookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de diameter van de pan aan.
De bodem van deze pan dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter
van de gekozen kookzone.
Plaats de pan goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van uw
kooktafel te verkrijgen.

12
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 tot 2
Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant- en klaargerechten
2 tot 3
Opzwellen
Ontdooien
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
3 tot 4
Stoom
Groenten, vis, vlees
4 tot 5
Water
Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
6 tot 7
Zachtjes koken
Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
7 tot 8
Koken, braden
Aardappelen, beignets, platte koeken
9
Braden
Op kooktemperatuur brengen
Steaks, omeletten
water
P en
Braden
Op kooktemperatuur brengen
Op kooktemperatuur brengen van grote
hoeveelheden water
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel
aanbevolen product voor vitrokeramiek.
Gebruikt in geen enkel geval apparaten “aan stoom“ of “druk“.
Geen voorwerpen gebruiken die het gevaar zouden lopen vitrokeramiek te strepen.
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Droog het apparaat met een goede doek.
Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.

13
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
De kookplaat of de kookzone werkt niet:
De kookplaat is verkeerd op het elektrisch net aangesloten
De zekering is gesprongen --> controleer de zekering in de meterkast.
Kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
De tiptoetsen zijn met water of vet bespat
Er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op:
Er staat geen pan op de kookzone
De pan is niet geschikt voor inductie
De diameter van de bodem van de pan is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op:
Bel de Dienst na Verkoop.
Een enkele zone of alle zones vallen uit:
De veiligheid is in werking getreden
Deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen
De veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
Een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
De kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen
en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel:
Dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
De ventilator stopt vanzelf
De aankookautomaat treedt niet in werking:
De kookzone is nog warm [ H ]
Het maximum kookniveau staat aan [ 9 ]
Het kookniveau werd aangezet met de toets [ - ]
Het symbool [ U ] licht op:
Zie hoofdstuk “Warmhoudfunctie“.
Het symbool [ II ] licht op:
Zie hoofdstuk “Stop&Go“.
MILIEUBESCHERMING
De verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar.
De elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw administratie over
de recycle-mogelijkheden.
Werp het apparaat niet weg met het huisvuil
Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of
breng uw elektrisch apparaat naar het containerpark
van uw gemeente

14
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd.
De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel.
Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat:
Type
Uitsparing voor vlakbouw
MI-91
810 x 490 mm
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden.
Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het
kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige
materialen (100°C)
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding
te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
Installeer de kookplaat niet boven een niet-geventileerde oven of een vaatwasmachine.
Onder de omkasting van het apparaat dient men een afstand van 20 mm te voorzien om
een goede ventilatie van de elektronische apparatuur te verzekeren
Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in
op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat er de erboven geplaatste dampkap, dient u de
instructies van de fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan instructies, dient u
een afstand van minimum 760 mm te respecteren.
De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen enkele mechanische spanning
onderhevig zijn, zoals bijvoorbeeld een lade.
De beschermfolie (3) verwijderen en
de dichtingstrip (2) op de rand van de
kookplaat plakken op 2 mm van de
buitenrand

15
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan
een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening
minstens 3mm bedragen.
Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële
schakelaars en contacten.
Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen
voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de
installatieregeling.
De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat
of de oven niet raakt.
Let op!
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ
Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema.
De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat.
Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de
2 pijlen.
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Aansluiting van de kookplaat
Gebruik voor de verschillende aansluitingen de bruggen in messing die zich in de aansluitdoos
bevinden.
Monofase 230V~1P+N
Plaats een brug tussen 1 en 2.
Verbind de aarding met de aansluitklem "aarde", neutraal N met de aansluitklem 4 of 5, de fase L
op de aansluitklem 1 of 2.
Bi-fase 400V~2P+N
Verbind de aarding met de aansluitklem "aarde", neutraal N met de aansluitklem 4 of 5, fase L1
met de aansluitklem 1 en fase L2 met de aansluitklem 2.
Let op! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen.
Netwerk
Aansluiting
Kabeldiameter
Kabel
Beschermingsk
aliber
230 V~ 50/60 Hz
1 fase +N
3 x 2.5 mm2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
25 A *
400 V~ 50/60Hz
2 fasen + N
4 x 1.5 mm2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
16 A *
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
aarding.

16
AVANT-PROPOS
Boretti vous félicite de cette nouvelle acquisition pour votre cuisine. Boretti vous remercie
également de la confiance que vous manifestez pour notre marque en achetant ce produit.
Avant d’en faire usage, nous vous conseillons de lire attentivement son mode d’emploi afin
d’éviter tout problème et de vous garantir une utilisation correcte et en toute sécurité.
Si vous aviez cependant des questions à la lecture de ce mode d’emploi ou en cours d’utilisation
de votre produit Boretti, n’hésitez pas à nous en faire part.
Vous trouverez les coordonnées de Boretti au verso de ce mode d’emploi.
Nous vous souhaitons un usage agréable !
Boretti

17
SOMMAIRE
SECURITE...................................................................................................................................18
PRECAUTIONS AVANT UTILISATION EN CUISSON.............................................................................18
UTILISATION DE L’APPAREIL.........................................................................................................18
PRECAUTIONS POUR NE PAS DETERIORER L’APPAREIL ...................................................................19
PRECAUTIONS EN CAS DE DEFAILLANCE DE L’APPAREIL..................................................................19
AUTRES PROTECTIONS ...............................................................................................................19
DESCRIPTION DE L’APPAREIL ................................................................................................20
CARACTERISTIQUES TECHNIQUES ................................................................................................20
BANDEAU DE COMMANDE ............................................................................................................20
UTILISATION DE L’APPAREIL ..................................................................................................20
AFFICHAGE................................................................................................................................20
VENTILATION..............................................................................................................................21
MISE EN ROUTE ET GESTION DE L’APPAREIL......................................................................21
AVANT LA PREMIERE UTILISATION.................................................................................................21
PRINCIPE DE L’INDUCTION ...........................................................................................................21
TOUCHES SENSITIVES.................................................................................................................21
MISE EN ROUTE..........................................................................................................................21
DETECTION DE RECIPIENT ...........................................................................................................22
INDICATEUR DE CHALEUR RESIDUELLE..........................................................................................22
FONCTION BOOSTER...................................................................................................................22
FONCTION MINUTERIE .................................................................................................................23
VERROUILLAGE DU BANDEAU DE COMMANDE.................................................................................24
CONSEILS DE CUISSON ...........................................................................................................25
QUALITE DES CASSEROLES .........................................................................................................25
DIMENSION DES CASSEROLES......................................................................................................25
EXEMPLES DE REGLAGE DES PUISSANCES DE CUISSON..................................................................26
ENTRETIEN ET NETTOYAGE....................................................................................................26
QUE FAIRE EN CAS DE PROBLEME........................................................................................27
PROTECTION DE L’ENVIRONNEMENT....................................................................................27
INSTRUCTIONS D’INSTALLATION ...........................................................................................28
CONNEXION ELECTRIQUE .......................................................................................................29

18
SECURITE
Précautions avant utilisation en cuisson
Retirez toutes les parties de l’emballage.
L’installation et le branchement électrique de l’appareil sont à confier à des spécialistes
agrées. Le fabricant ne saurait être tenu responsable des dommages résultant d’une
erreur d’encastrement ou de raccordement.
L’appareil ne doit être utilisé que s’il est monté et installé dans un meuble et un plan de
travail homologué et adapté.
Son utilisation est uniquement destinée à l’usage domestique habituel (préparation des
aliments), à l’exclusion de toute autre utilisation domestique, commerciale ou industrielle.
Enlevez toutes les étiquettes et autocollants du verre vitrocéramique.
Ne pas transformer ou modifier l’appareil.
La table de cuisson ne doit pas servir de support ou de plan de travail.
La sécurité n’est assurée que si l’appareil est raccordé à une terre de protection conforme
aux prescriptions en vigueur.
Pour le raccordement au réseau électrique n’utilisez pas de rallonge.
L’appareil ne doit pas être utilisé au-dessus d’un lave-vaisselle ou d’un sèche-linge : les
vapeurs d’eau dégagées pourraient détériorer l’électronique.
Utilisation de l’appareil
Coupez toujours les foyers après utilisation.
Surveillez constamment les cuissons qui utilisent des graisses et des huiles, car elles sont
susceptibles de s’enflammer rapidement.
Prenez garde aux risques de brûlures pendant et après l’utilisation de l’appareil.
Assurez-vous qu’aucun câble électrique d’appareil fixe ou mobile ne vienne en contact
avec la vitre ou la casserole chaude.
Les objets magnétisables (cartes de crédits, disquettes informatiques, calculatrices) ne
doivent pas se trouver à proximité immédiate de l’appareil en fonction.
Les objets métalliques tels que des couteaux, des fourchettes, des cuillères et des
couvercles ne devraient pas être placés la surface vitrée puisqu'ils peuvent devenir
chauds.
De façon générale ne placez aucun objet métallique autre que les récipients de chauffe
sur la surface vitrée. En cas d’enclenchement intempestif ou de chaleur résiduelle, celui-ci
risquerait selon le matériau de chauffer, de fondre ou de commencer à brûler.
Ne jamais couvrir l’appareil d’un chiffon ou d’une feuille de protection. Il pourrait devenir
très chaud et prendre feu.
Cet appareil n'est pas destiné à être utilisé par des personnes (enfants y compris) ayant
des facultés physiques, sensorielles ou mentales réduites, ou un manque d'expérience et
de connaissance, à moins qu'elles aient eu des explications concernant l'utilisation de
l'appareil par une personne chargée de leur sécurité.
Les enfants doivent être informés pour s'assurer qu'ils ne jouent pas avec l'appareil.

19
Précautions pour ne pas détériorer l’appareil
Les casseroles à semelles brutes (fonte non émaillée,…) ou abîmées peuvent
endommager la vitrocéramique.
La présence de sable ou d’autres matériaux abrasifs peut endommager la vitrocéramique.
Evitez de faire chuter des objets, mêmes petits, sur la vitrocéramique.
Ne heurtez pas les bords de la vitre avec les casseroles.
S’assurer que la ventilation de l’appareil se fasse suivant les instructions du constructeur.
Ne posez pas ou ne pas laisser de casseroles vides sur la table de cuisson.
Eviter que le sucre, les matières synthétiques ou une feuille d’aluminium ne touchent les
zones chaudes. Ces substances peuvent au refroidissement provoquer des cassures ou
d’autres modifications de la surface vitrocéramique: Eteindre l’appareil et enlevez-les
immédiatement de la zone de cuisson encore chaude (attention : risque de brûlures).
Ne placez jamais de récipients chauds au dessus de la zone de commande.
Si un tiroir est situé sous l’appareil encastré, assurer un écart suffisant (2 cm) entre le
contenu de ce tiroir et la partie inférieure de l’appareil afin d’assurer une bonne ventilation.
Ne déposez pas d’objets inflammables (ex. sprays) dans le tiroir placé sous la table de
cuisson. Les éventuels casiers à couverts doivent être en matériau résistant à la chaleur.
Précautions en cas de défaillance de l’appareil
Si un défaut est constaté, il faut débrancher l’appareil et couper l’alimentation électrique.
En cas de fêlure ou de fissure de la vitrocéramique il faut impérativement débrancher
l’appareil du réseau électrique et prévenir le service après-vente.
Les réparations doivent être entreprises exclusivement par un personnel spécialisé.
N’ouvrez en aucun cas l’appareil vous-même.
ATTENTION : Si la surface vitrée est fissurée, coupez l’alimentation de l’appareil pour
éviter une éventuelle décharge électrique.
Autres protections
Assurez-vous que le récipient de cuisson soit toujours centré sur la zone de cuisson. Le
fond de la casserole doit autant que possible couvrir la zone de cuisson.
Pour les utilisateurs portant un régulateur de rythme cardiaque, le champ magnétique
pourrait influencer son fonctionnement. Nous recommandons de se renseigner auprès du
revendeur ou du médecin.
N’utilisez pas de récipients en matière synthétique ou en aluminium : ils pourraient fondre
sur des foyers encore chauds.
L’UTILISATION DE CASSEROLES NON ADAPTÉES, OU D’ACCESSOIRES
AMOVIBLES INTERMÉDIAIRES POUR FAIRE CHAUFFER DES CASSEROLES
NON INDUCTIVES ENTRAÎNE UNE RUPTURE DE LA GARANTIE.
LE FABRICANT NE SAURAIT ÊTRE TENU POUR RESPONSABLE DES
DÉTERIORATIONS DE LA TABLE OU DE SON ENVIRONNEMENT.

20
DESCRIPTION DE L’APPAREIL
Caractéristiques techniques
Type
Puissance
totale
Position du
foyer
Diamètre
Puissance
nominale*
Puissance
du
booster*
Puissance
du double
booster*
Détection
minimum
MI-91
7400 W
Avant gauche
Arrière gauche
Centre
Arrière droit
Avant droit
180 mm
180 mm
210 mm
180 mm
210 mm
1850 W
1850 W
2100 W
1850 W
2100 W
2300 W
2300 W
2600 W
2300 W
2600 W
3000 W
3000 W
3700 W
3000 W
3700 W
100 mm
100 mm
110 mm
100 mm
110 mm
* la puissance peut varier en fonction des dimensions et des matériaux des casseroles.
Bandeau de commande
UTILISATION DE L’APPAREIL
Affichage
Affichage Désignation Fonction
0 Zéro La zone de chauffe est activée.
1…9 Niveau de puissance Choix du niveau de cuisson.
U Détection de casserole Récipient manquant ou inapproprié.
A Accélérateur de chauffe Cuisson automatique.
E Message d’erreur Défaut de circuit électronique.
H Chaleur résiduelle La zone de cuisson est chaude
P Booster La puissance turbio est activée
Second Booster La double puissance turbo est activée.
UMaintien chaud Maintien automatique à 45°C.
U Maintien chaud Maintien automatique à 70°C.
II Stop&Go Stop&Go activé.
Voyants de sélection du
foyer pour minuterie
Maintien Chaud
Touche [ + ]
Stop&Go
Affichage du niveau
de puissance
Affichage de
la minuterie
Touches minuterie
Touche Booster
Touche [ - ]
Verrouillage
Marche/
Arrêt
Table of contents
Languages:
Other M-system Induction Cooktop manuals