@ WAARSCHUWINGEN
1)
Veiligheidsbepalingen vereisen, dat het apparaat bij
reparaties
in
zijn oorspronkelijke toestand
wordt
teruggebracht
en
dat onderdelen, identiek aan de
gespecifeerde worden toegepast.
2)
Onderdelen voorzien van het teken A dienen om
veiligheidsredenen vervangen te worden
door
identieke onderdelen.
(Voor kodenummers zie elektrische stuklijsten).
3)
Om
beschadigingen van IC's en transistoren te
voorkomen moet iedere overslag van de
hoogspanning worden vermeden.
4)
Wees voorzichtig tijdens het meten
in
het hoog
spannings gedeelte en aan de beeldbuis.
5)
Verwissel nooit onderdelen terwijl het apparaat is
ingeschakeld.
6)
Tijdens het vervangen van de beeldbuis
wordt
het
dragen van een veiligheidsbril voorgeschreven.
ELECTRISCHE INSTELLINGEN
1.
INSTELLINGEN
OP
HET CHASSIS
1.1
+128 V voedingsspanning (3414)
-Videosignaal aan het apparaat toevoeren.
Volumeregelaar 3295, helderheidsregelaar 3662 en
contrastregelaar 3658 op minimum.
Plaats instelpotentiometer 3414
in
middenpositie. (Dit
is een voorinstelling)
Gelijkspanningsmeter aansluiten op knooppunt van
weerstand 3520
en
diode 6453.
Apparaat inschakelen.
Met instelpotentiometer 3414 de gelijkspanning
op
knooppunt 3520/6453 instellen op 128
V.
1.2 Horizontale synchronisatie
-Videosignaal (ruitpatroon) aan het apparaat toevoeren.
-Condensator 2270 kortsluiten. (Deze condensator is
op pin 5 van IC7270 aangesloten.)
-Met instelpotentiometer 3257 het beeld zodanig
instellen dat het rechtop staat.
-Verwijder de kortsluiting over 2270.
1.3 Beeldpositie instellingen
Algemeen: Bij onderstaande instellingen een videosignaal
(ruitpatroon)
aan
het apparaat toevoeren.
1.3.1. Oost-west correctie (3534)
-Met potentiometer 3537 de verticale lijnen links en
rechts op het scherm zo recht mogelijk maken.
1.3.2 Beeldbreedte (3534)
-Met potentiometer 3534 de beeldbreedte voor "14
blokken" instellen
op
260 mm.
1.3.3 Horizontale beeldcentreering (3264)
-Met potentiometer 3264
de
correcte horizontale
centrering instellen.
1.3.4 Verticale beeldcentrering (3583)
-Met potentiometer 3583 de optimale verticale
beeldcentrering instellen.
1.3.5 Beeldhoogte (3550)
-Met potentiometer 3550 de beeldhoogte voor
"1
0
blokken" instellen op 186 mm.
1.3.6 Vertical lineariteit (3573)
-
De
correcte verticale lineariteit instellen met
instelpotentiometer 3573 zonodig, herhaal de
instellngen 1.3.5
en
1.3.6.
1.4 lnstellingen
van:
• VG2 (onderste knopje
op
de lijntrafo)
• Afknijppunten van de beeldbuis (3107.3117
en
3127)
• Wit
"D"
(3671, 3680)
Stel de helderheid
in
op
1/4
van zijn bereik en stel de
contrast
in
op minimum.
let
de potmeters
3107,3117,3127
3671
en
3680 op
mech. middenstand.
-Regel VG2 potentiometer
op
minumum.
-
let
de signaal generator op stand "pur" en voer de
respectievelijke kleuren rood -
groen
-blauw in.
-Stel met behulp van de potmeters 3107, 3117
en
3127
met het bijbehorende kleurpatroon,
de
spanning
op
de
beeldbuispinnen
8,
6
en
11
in
op
100
V.
-
Voer
een wit raster toe,
en
regel de VG2
potentiometer zodanig op zodat een van
de
kleuren
rood, groen
of
blauw juist zichtbaar wordt.
-
Zet
de patroongenerator op purity
met
de kleur die
zonet als eerste zichtbaar was.
-
De
VG2 potentiometer opnieuw instellen
op
net
zichtbaar Iicht.
-De overgebleven 2 kleuren met hun bijbehorende
purity kleur bijregelen met de potmeters 3107, 3117
of
3127
op
dezelfde hoeveelheid Iicht opbrengst.
-
Zet
de signaal generator terug
op
wit
raster
en
regel
de potmeters 3107, 3117
en
3127 zodanig bij
dater
een optimale achtergrond kleur ontstaat.
-Regel met behulp van potmeters 3671
en
3680 (met
wit
raster), de achtergrondkleur zodanig in dat bij
minimum helderheid
en
maximum helderheid
de
achtergrondkleur hetzelfde is.
1.5 Focussering (bovenste knopje op lijntrafo)
-Witpatroon a
an
apparaat toevoeren.
-Focussering zodanig instellen
dat
het beeld bij 2/3
van
de
diagonale lijnen (geteld vanaf het centrum naar
de
4 hoeken) van het weergegeven beeld
zo
scherp
mogelijk is
1.6 Hulposcillator (2613)
-Kleurenbalkenpatroon
aan
apparaat
toe~oren.
-Weerstand van 470Q aansluiten tussen punt
11
van
IC761 0 en massa.
-2613 zodanig instellen dat het kleurenbeeld op het
scherm stilstaat.
-Verwijder de weerstand van 470!1.
1.7 PAL-delay line (3619, 5632)
-OEM patroon van een patroongeneratora
an
het
apparaat toevoeren.
-
Zet
de helderheidsregelaar 3662,
de
contrastregelaar
3658 en de kleurverzadigingsregelaar 3654 op 3/4
van
het bereik.
-Regel 3619 zodanig af dat de "venetian
~li
nds"
in
de
3e balk verdwijnen.
-Regel vervolgens 5632
at
todat de "venetian blinds" in
de 1e en 4e balk verdwijnen.
-Regel 3619 opnieuw af zoals hierboven omschreven.
1.8 Chrominantieonderdrukking (5605)
-Kleurenbalkenpatroon
aan
apparaat
toe~oeren.
-Osciloscope aansluiten op pin 15 van IC7640.
-5605 zodanig instellen dat het
chromina~ti
esignaal
minimaal is. (Het chrominantiesignaal zit
gesuperponeerd
op
de grijstrappen van
~et
luminantie
signaal.
1.9 Audiobalans (3298)
-Sinussignaal van 177mVrms (1KHz)
toe~oeren
aan
beide audioingangen L/R.
-Volume regelaar
in
de midden positie.
-Vervang de beide luidsprekers
door
eenweerstand
van 16!1.
-3298 zodanig instellen dat het
uitgangsnveau
op
beide
16Q
weerstanden gelijk is.
cs 30
398