Dibo PTL-S User manual

PTL-S
1.780.042
1 NL - NEDERLANDS
Lees deze oorspronkelijke gebruiksaanwijzing aandachtig door
alvorens de hogedrukreiniger in gebruik te nemen. Neem alle
veiligheidsvoorschriften in acht!
2 FR - FRANÇAIS
Lisez ce mode d’emploi original attentivement avant d’utiliser le nettoyeur
à haute pression. Prenez toutes précautions de sécurité nécessaire!
3 EN - ENGLISH
Read this original instructions manual attentively before operating the
high pressure cleaner. Take all safety instructions in mind!
4 DE - DEUTSCH
Vor Inbetriebnahme des Hochdruckreinigers ist diese
Orginalbetriebsanleitung sorgfältig zu lesen. Befolgen Sie sämtliche
Sicherheitshinweise!
www.dibo.com


COLOFON NL
DiBO 3
Colofon
© 1978-2022Copyright DiBO b.v.
Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden
door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder
voorafgaande schriftelijke toestemming van DiBO b.v.®.
Dit geldt ook voor de bijbehorende beelden, tekeningen en schema’s.
DiBO b.v.® behoudt zich het recht om onderdelen te wijzigen op elk gewenst
moment, zonder voorafgaande of directe kennisgeving aan de afnemer.
De inhoud van deze uitgave kan eveneens gewijzigd worden zonder
voorafgaande waarschuwing. Voor informatie betreende afstellingen,
onderhoudswerkzaamheden of reparaties waar in deze uitgave niet naar
verwezen wordt, wordt u verzocht contact op te nemen met uw leverancier.
Deze uitgave is met alle mogelijke zorg samengesteld.
DiBO b.v.® neemt geen verantwoording op voor eventuele fouten in deze
uitgave of voor de gevolgen ervan.
Datum van uitgifte: 23/02/22 Revisie handleiding: REV A.
Nederlands
PTL-S
1.780.042


INHOUDSTABEL NL
Inhoudstabel
COLOFON 3
GARANTIE 6
MARKERING DOOR AANDACHTSSYMBOLEN 8
VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN 9
VOOR HET IN GEBRUIK NEMEN 14
Water aan- en afvoeren tot stand brengen 14
Wateraanvoer tot stand brengen 14
Water afvoeren 14
Anti-legionellabacterie maatregel 14
Brandstoftank vullen 15
COMPONENTEN 16
Algemeen 16
Visuele voorstelling 16
Componenten overzicht 17
BEDIENING 17
Starten met benzinemotor 17
Bedrijfsschakelaar: met handgestarte motor 18
Bedrijfsschakelaar: met elektrisch gestarte motor 18
Trekkoord 18
Drukregelaar 18
Spuitgereedschap 19
In bedrijf zetten 19
HT pompen 19
Toepassingsgebied 19
BUITEN WERKING STELLEN 20
Lans en pistool 20
Machine 20
Water afvoeren 20
Machine opbergen 20
Gebruikte vloeistoen milieuvriendelijk afvoeren 20
Transport 20
opslag bij vorsttemperaturen 20
ONDERHOUD 21
Algemeen 21
Onderhoudsschema 21
Algemeen 21
Periodiek onderhoud 21
Verversing van de pompolie en oliepeil 22
Verversing van reductiekastolie en oliepeil 22
Onderhoud benzinemotor 22
Reinigen van de waterfilters 22
Onderhoud voor rekening DiBO technici 22
Omschrijving dagelijkse controle 23
Frame 23
Ventielen + manometer 23
Hogedrukpomp 23
Hogedruk- en lagedruk gedeelte 23
Spuitgereedschap 23
Elektrisch gedeelte 23
Motor 23
Olie aftappen/vullen hogedrukpomp 24
Olie vullen hogedrukpomp 24
Gebruikte olie afvoeren 24
STORINGSTABEL 24
TECHNISCHE INFO 25
Algemeen 25
Algemene gegevens 25
Toebehoren 25
NAZORG 26
Opslaan hogedrukreiniger 26
Inactiviteit gedurende lange periode 26
Installatie milieuvriendelijk afvoeren 26
DIBO VERTEGENWOORDIGINGEN 27
TECHNISCHE DATA 27
Overzichtstabel machines 27
Legende 29
KLEURTABEL NOZZLES 30

NL GARANTIE
DiBO 6
Garantie
• Inbegrepen:
Algemene onderdelen die aantoonbaar defect gegaan zijn als gevolg van
materiaalfouten, fabricagefouten of gebrekkige arbeidsprestatie. Elektrische
onderdelen welke vallen onder deze bepaling.
• Garantietermijn:
Deze gaat in op datum van levering. Defecten worden uitsluitend door de
garantie gedekt als de machine volledig geregistreerd is via de website van
DiBO via www.dibo.com. De garantieperiode bedraagt 5 jaar (of max. 2500h
wanneer een urenteller gebruikt wordt) vermits er aan enkele voorwaarden
wordt voldaan.
Garantievoorwaarde bij 5 jaar garantie:
• De machine dient regelmatig volgens het onderhoudsschema (minimaal
1 keer per jaar) worden aangeboden voor een onderhoudsbeurt bij DiBO of
een erkend service / onderhoud station.
• Deze garantieperiode kan enkel worden gegarandeerd vermits het
aantonen van een onderhoudsbewijs.
• Uitgesloten zijn slijtage onderdelen, zoals pistolen, lansen, slangen, ...
• DiBO B.V. zal niet in werkuren en kilometervergoedingen tegemoetkomen.
• Registreer uw machine via uw klant- of dealeraccount.
Voor een aanvraag tot garantie dient u zich onmiddellijk tot uw leverancier te
wenden. Een garantieaanvraag die te laat wordt gemeld, wordt niet meer in
behandeling genomen.
• Garantieverlening:
De garantieverlening geschiedt door reparatie aan het defecte onderdeel. De
verzendkosten zijn altijd voor rekening van de klant. De vervangen defecte
onderdelen worden eigendom van DiBO B.V.
• Niet in de garantie inbegrepen:
Indirect ontstane schade.
Normale slijtage.
Beschadigingen ontstaan door nalatigheid of ondeskundige gebruik.
Schade opgelopen tijdens laden, lossen of transport.
Schade door bevriezing.
Schade die te laat wordt aangemeld.
Kosten van reparatie door derden.
• Garantie vervalt:
Bij verandering van eigenaar.
Bij reparaties niet uitgevoerd door een erkend DiBO technieker/dealer of bij
wijziging zonder voorafgaande toestemming.
• Aansprakelijkheid:
DiBO B.V. kan als fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden voor
persoonlijk letsel, schade aan eigendommen van derden, bedrijfsschade,
productieverlies, kapitaalverlies, verlies van goederen en dergelijke,
die ontstaan zijn door gebrekkige of te late levering van een verkocht
artikel, ongeacht de oorzaak hiervan. DiBO B.V. kan ook niet aansprakelijk
gesteld worden voor eventuele schadelijke gevolgen van chemische
reinigingsmiddelen die worden toegevoegd.

GARANTIE NL
DiBO 7
De machine is zodanig ontworpen en gebouwd dat ze veilig gebruikt en
onderhouden kan worden. Dit geldt voor de toepassing, de omstandigheden
en de voorschriften zoals in deze documentatie beschreven. Het lezen van
deze documentatie en het opvolgen van de instructies zijn dus noodzakelijk
voor iedereen die met of aan deze machine werkt. Bij professioneel gebruik
is het de verantwoordelijkheid van de werkgever dat deze instructies
bekend zijn en nageleefd worden. Er kunnen extra veiligheidsmaatregelen
voorgeschreven zijn door het bedrijf of het land waar de machine in gebruik
is. Dit betreft met name de arbeidsomstandigheden.

NL MARKERING DOOR AANDACHTSSYMBOLEN
DiBO 8
Markering door
aandachtssymbolen
In deze bedieningshandleiding en op de machine kunnen enkele zones met
aandachtssymbolen worden benadrukt. Deze aandachtssymbolen wijzen op
een mogelijk gevaar of aandachtspunt. Het negeren van zulke aanwijzingen
kan leiden tot lichamelijke verwondingen, machine- of bedrijfsschade.
-Bedieningshandleiding:
Voor u de hogedrukreiniger in bedrijf neemt dient u deze
bedieningshandleiding aandachtig door te nemen en hem steeds binnen
handbereik te bewaren.
Let op:
Het niet (of niet precies) opvolgen van deze werk- en/of bedieningsinstructies
kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel, dodelijk ongeval, zware machine- of
bedrijfsschade.
-Elektrische spanning:
Deze instructies wijzen op het correct omgaan met elektrische onderdelen van
de machine. De met dit symbool gemarkeerde zones op de machine bevatten
elektrische onderdelen en mogen nooit door onbevoegde worden geopend of
aangepast.
-Giftige stoen:
Wanneer de machine is uitgerust om met chemische additieven te werken, kan
het negeren van deze aandachtspunten leiden tot irritaties, verwondingen tot
zelfs dodelijke afloop. Volg de productinstructies steeds nauwgezet op.
-Brandgevaar:
Deze instructies duiden op handelingen welke brand kunnen veroorzaken,
welke kunnen leiden tot ernstige schade en persoonlijk verwondingen.
-Hittegevaar:
Deze instructies duiden op gevaren voor hitte en hete oppervlakken, welke
persoonlijke verwondingen kunnen veroorzaken. Gemarkeerde zones op de
machine mogen NOOIT worden aangeraakt of benaderd wanneer de machine
in bedrijf is en zelfs bij een uitgeschakelde machine blijft aandacht noodzakelijk.
Aanwijzing:
Deze instructies bevatten informatie of adviezen welke het werk
vergemakkelijken en voor een veilig gebruik zorgen.
-Hand/arm trillingen:
Deze instructie duidt op informatie en gevaren van hand/arm trillingen, welke
kunnen leiden tot ernstige schade en persoonlijk verwondingen. Volg de
instructies steeds nauwgezet op.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
--
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
--
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-

VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN NL
DiBO 9
Veiligheid–algemene
waarschuwingen
Algemeen:
De DiBO hogedrukreiniger is een reiniger, die een waterstraal onder hoge
druk voortbrengt. De reiniger mag uitsluitend worden gebruikt door getrainde
en gekwalificeerde personen die in de bediening ervan zijn geïnstrueerd en
uitdrukkelijk met de bediening ervan belast zijn. Een volledige kennis van
deze handleiding is daarom noodzakelijk. De machine is niet geschikt voor
gebruik door kinderen of jongeren (t.e.m. 16 jaar). Niet geïnstrueerd personeel
of personen met beperkte psychische, fysische of motorische vaardigheden
mogen het apparaat niet gebruiken. Als de machine door andere personen
gebruikt wordt dient u als eigenaar de gebruiker op de hoogte te stellen van de
veiligheidsvoorschriften. Naast de gebruiksaanwijzing en de in het land waar
de machine wordt gebruikt geldende, bindende regelingen inzake ongevallen
preventie, dienen ook de erkende vaktechnische regels voor veilig en
oordeelkundig werk in acht te worden genomen. Elke werkwijze die gevaarlijk
kan zijn voor de veiligheid, dient te worden nagelaten.
Hogedrukslangen:
Hogedrukslangen, fittingen en verbindingsstukken zijn belangrijk voor de
veiligheid van de machine. Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde
hogedrukonderdelen! Gebruik de hogedrukslang niet als trekkabel. Maximaal
toegelaten werkdruk en temperatuur staan op de hogedrukslang gedrukt.
Slangen na het gebruik met heet water laten aoelen of apparaat kort met
koud water gebruiken. Let op voor struikelgevaar wanneer de hogedrukslang
van de haspel wordt afgerold.
Spuiten met hogedrukstraal:
De hogedrukstraal kan gevaarlijk zijn als zij misbruikt wordt. De straal mag niet
op uzelf, personen, dieren, onder elektrische spanning staande installaties of op
het toestel zelf worden gericht.
-Elektrische apparaten nooit met water afspuiten:
gevaar voor personen, kortsluitingsgevaar.
Gevoelige delen niet met de puntstraal reinigen. Bij het reinigen op voldoende
afstand tussen de hogedruksproeier en het oppervlak letten om een
beschadiging van het te reinigen oppervlak te vermijden.
Tijdens het bedrijf alle afdekkingen en deuren van de machine gesloten
houden.
Baken de spuitplaats duidelijk af en voorzie hierbij een afgebakende afstand
van minimum 6 m rond de spuitplaats.
Verwijder alle losliggende elementen binnen de spuitplaats, welke zouden
kunnen opvliegen.
Spuit nooit vanaf een onstabiele standplaats (ladder, bootje, steiger, ...).
Tijdens het werken met de machine treden aan de spuitlans terugslagkrachten
op.
Indien de spuitlans schuin staat, treedt er bovendien een draaimoment op.
Houd daarom de spuitlans met beide handen vast.
Veiligheidskleding, veiligheidsbril en gehoorbescherming dragen!
• Spuitlans:
Schakel de machine uit als de spuitlans vervangen wordt.
Let op de aanwezigheid van de beschermkap rond de spuitkop.
Draai de lanskoppeling op het pistool stevig vast. De hendel van het pistool
mag bij gebruik niet worden vastgeklemd.
Voor de spuitwerkzaamheden: houd de spuitlans steeds naar beneden
gericht!
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-

NL VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN
DiBO 10
Machine:
Neem de machine nooit zonder water in gebruik. Zelfs een kortstondig gebrek
aan water kan tot ernstige beschadigingen leiden! Wanneer de machine op
een drinkwaterleidingnet wordt aangesloten, dienen de daarover bestaande
voorschriften (EN 1717) te worden nageleefd. De machine dient op een stabiele
horizontale ondergrond te staan met de rem op!
Werken bij kunstlicht: indien daglicht niet voldoende zichtbaarheid
biedt tijdens het bedrijf, strekt het gebruik van aangepaste waterdichte
verlichtingsarmaturen tot aanbeveling. In ruimten voorzien van standaard
verlichting moet deze op ruime afstand van de waterstraal blijven. Werk nooit
tijdens ongunstige weersomstandigheden (bijv: onweer, regenweer,...) in de
open lucht. De machine aan tankstations of in andere gevarenzones wegens
het explosiegevaar, dat van de branderketel kan uitgaan, slechts buiten de
vastgelegde gevarenzone inzetten. Vaste instellingen van de machine mogen
in geen geval zelf gewijzigd worden.De hogedrukreiniger is door DiBO
bedrijfsklaar gemaakt en getest volgens de geldende veiligheidsnormen.
Nooit oplosmiddelhoudende vloeistoen zoals benzine, olie of verdunning
aanzuigen, de ontstane sproeinevel kan uiterst ontvlambaar en/of giftig
zijn. Wanneer de machine in bedrijf is mag deze nooit onbeheerd worden
achtergelaten. Let op voldoende ventilatie. Machine niet afdekken of in ruimten
gebruiken met onvoldoende ventilatie! Voertuigbanden/bandventielen mogen
uitsluitend gereinigd worden van op een minimum spuitafstand van 30 cm.
Anders kan de voertuigband/het bandventiel beschadigd worden door de
hogedrukstraal.
Het eerste teken van een beschadiging is de verkleuring van de band.
Beschadigde voertuigbanden zijn een bron van gevaar. Asbesthoudende en
andere materialen die gevaarlijke stoen bevatten, mogen niet afgespoten
worden.
Waterafvoer:
Zorg voor een degelijke en vlotte waterafvoer van het afvalwater. Als er met
schadelijke chemicaliën gereinigd wordt of wanneer het te reinigen object sterk
vervuild is, moet het afvalwater worden gezuiverd alvorens dit in de riool te
lozen.
-Diverse (reinigings/onthardings/ontkalkings)
middelen (indien van toepassing):
Vermijd het toevoegen van chemicaliën of reinigingsmiddelen aan het
waterreservoir! Lees altijd eerst de voorschriften op de verpakking van het
gebruikte product . Reinig nooit met ontvlambare producten. Zorg voor
aparte opvang/reinigingvan afvoerwater. Zorg voor de nodige persoonlijke
beschermingsmiddelen ( handschoen, kleding, bril, ... ).
Vermijd morsen van het gebruikte product! Volg de instructies van het product
nauwgezet op.
Zet de ‘product’ tank direct naast de machine. Verwijder de vuldop en hang de
aanvoerslang in de tank.
Zorg steeds voor een ontluchtingsgat aan de vuldop!
Zorg er dus steeds voor dat de gebruikte tank voldoende beschermd is tegen
het gebruikte medium.
Ontharder:
Speciale vloeistof voor ontharden van hard en zeer hard water. Toepassing
van dit product verminderd aanzienlijk het vasthechten van zwevende
kalk- en ijzerchloridedeeltjes op leidingen, sproeikoppen e.d. van
verwarmingsapparatuur, hogedruk- en stoomcleaners, enz...
Een continue gebruik zal de levensduur van de machine aanzienlijk verlengen
en gelijktijdig het rendement sterk verbeteren. Gebruik de DiBO ontharder
(1.837.001/3.8550.650) , contacteer DiBO voor meer info. Een goede ontharder
is:
• Biologisch areekbaar
• PH tussen 6-9
• NIET ontvlambaar
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-

VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN NL
DiBO 11
Verkeer:
Bescherm leidingen en kabels die over een rijweg lopen met rijplaten.
Persoonlijke veiligheidsmaatregelen:
De machine niet verplaatsen tijdens bedrijf. Vermijd een slechte
lichaamshouding.
Raadpleeg bij huidpenetratie onmiddellijk een arts en meld zeker het soort
gebruikte product.
-Bijzondere aanwijzingen voor heetwaterapparaten
(indien van toepassing):
Als brandstof mag uitsluitend de voorgeschreven brandstof gebruikt worden.
Ongeschikte brandstoen mogen niet worden gebruikt daar ze een gevaar
kunnen vormen. Tank nooit als de machine in bedrijf is.
De branderketel niet aanraken en de gasafvoeropening niet afdekken.
Blessure- en brandgevaar. Tank nooit in de nabijheid van een warmtebron
of een open vlam. Niet roken! Brandstof is een vluchtig giftige stof, adem de
dampen niet onnodig in.
-Inbouwen van machines en rookgasafvoer in
een werkruimte (indien van toepassing):
Bij het inbouwen van machines met verbrandingsmotor in een lokaal
dient men te zorgen voor voldoende luchtaanvoer en voor voldoende
rookgas–luchtafvoer. De branderuitlaat moet een vrije doorlaat hebben.
Verbrandingsgassen niet in een afgesloten ruimte laten vrijkomen,
schouw/afzuiging gebruiken.Gebruik een trekonderbreker bij een te lange
schouw/afzuiging, dit om mogelijke tegendruk te voorkomen waardoor de
verbrandingsketel te heet kan worden! Voor verdere technische info omtrent
het inbouwen van de machines gelieve contact op te nemen met de DiBO
verdeler. Let op voor beschadigingen door de binnendringende koude lucht bij
vriestemperaturen, via de luchtafvoer.
-Trillingen (hand/arm):
De trillingen (hand/arm) hebben geen nefaste invloed bij gebruik van de
reiniger met gewone nozzle. De actiewaarde van 2,5 m/s en grenswaarde van
5,0 m/s (= de risico indicatie) worden hierbij niet bereikt bij intensief gebruik
op wekelijkse basis! Een lange gebruiksduur van een reiniger met roterende
kop kan door de vibraties aan lans en spuitpistool, leiden tot lichamelijke
kwalen zoals bijv.: doorbloedingsstoornissen (zie technische gegevens).
Zorg daarom steeds voor je persoonlijke beschermingsmaatregelen zoals
bijv.: handschoenen. Bij regelmatig, langdurig gebruik van de reiniger en bij
herhaaldelijk optreden van de symptomen (bv: kriebelen van vingers, koude
vingers, pijn in gewrichten van hand/arm, zenuwstoornis) raden wij aan een
medisch onderzoek te ondergaan! Ononderbroken werken gedurende een
lange periode is dus afgeraden bij gebruik van de lans met roterende kop, werk
daarom met pauzes om de blootstellingstijd te verkorten, gebruik wisselend de
gewone nozzle gedurende een periode of verander regelmatig van bediener.
Aanwijzing betreende mogelijke inademing van aërosolen:
Tijdens het gebruik van de reiniger kunnen aërosolen ontstaan. Deze aërosolen
zijn schadelijk voor de gezondheid.
Neem de nodige voorzorgsmaatregelen om mogelijke inademing van
aërosolen te voorkomen (bijv. : stofmaskers ter bescherming, klasse FFP 2
of hoger). De DiBO lans is uitgerust met een beschermdop vooraan die een
minimale bescherming biedt tegen het vrijkomen van aërosolen.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-

NL VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN
DiBO 12
Aanhanger (indien van toepassing):
Klim niet op de aanhanger als deze niet aangekoppeld is, gebruik de
aanhanger niet als hefinrichting van zowel personen of dieren! Eventuele
veiligheidsvoorzieningen mogen niet verwijderd of buiten werking gesteld
worden. Let op voor mogelijke beknelling, overschrijd de maximale belasting/
maximaal toegelaten kogeldruk niet (zie typeplaatje). Voor het rijden met de
aanhanger is tevens een relevant rijbewijs noodzakelijk. Uw aanhanger dient
ALTIJD voorzien te zijn van een goede leesbare, ociële kentekenplaat volgens
de in uw land geldende voorschriften. Plaats de plaat aan de achterzijde van de
trailer en zorg ervoor dat deze goed belicht wordt door de kentekenverlichting!
Let tevens op uw bandenspanning!
Let op voor mogelijk slip- of slingergevaar, pas uw snelheid aan de toestand van
het wegdek en de belading!
Dat geldt in het bijzonder voor bochten, merk op dat uw wagen anders reageert
met de aanhanger gekoppeld!
Bij afdalingen met een geremde, beladen aanhanger, is het belangrijk dat
u de snelheid te beperkt voor het weggedrag en beheersbaarheid van uw
combinatie. Hanteer deze snelheidsbeperking niet als streven maar als
absolute maxima!
• Parkeerrem (geremde versie):
Let op voor gevaar voor ongelukken door mogelijke defecte parkeerrem.
Als de aanhanger van het trekkende voertuig wordt losgekoppeld, steeds
de parkeerrem aantrekken en met 2 extra wielblokkeringen borgen.Bij het
parkeren of wegzetten van de gehele combinatie tevens de parkeerrem
aantrekken!
Gevaar voor verwondingen: tot de volle remkracht in werking treedt kan de
aanhanger terugrollen.
Bij het parkeren van de aanhanger opletten dat er voldoende afstand is.
• Hulpkoppeling:
De hulpkoppeling altijd door het oog van de geleiding halen (zie foto 1
hieronder)! Hulpkoppeling niet om het steunwiel wikkelen! Breng deze zo aan
dat het rijden van bochten probleemloos mogelijk wordt.
Respecteer de landspecifieke voorschriften voor het aanbrengen van de
hulpkoppeling.
Let op voor losraken van de aanhanger.
• Steunwiel/steunpoot:
Opletten dat het steunwiel steeds goed vastzit en de verwijderbare steunpoot
is ingeklapt, alvorens te rijden op de openbare weg!
Werken met stoom (indien van toepassing):
Er bestaat een kans op brandwonden bij werktemperaturen boven 98°C!
Stoomstraal nooit aanraken! Let op, sommige materialen kunnen spanningen
veroorzaken wanneer U deze oppervlakken reinigt met stoom (bv: kans
op glasbreuk bij reinigen van glasoppervlak), daarom altijd het te reinigen
oppervlak eerst zachtjes instomen! Zorg altijd voor voldoende persoonlijk
beschermingsmiddelen wanneer U reinigt met stoom! Gebruik het geschikte
spuitgereedschap!
Afdekzeil (optie - indien van toepassing):
Het afdekzeil (tarpaulin) enkel gebruiken tijdens transport of wanneer men de
reiniger NIET gebruikt.
Tijdens spuitwerkzaamheden: het afdekzeil verwijderen en los maken (dit
o.w.v. voldoende ventilatie (luchtkanaal) en toegang/zichtbaarheid van het
bedieningspaneel)!

VEILIGHEIDALGEMENE WAARSCHUWINGEN NL
DiBO 13
Levensduur van de reiniger:
De levensduur van uw reiniger wordt bepaald/is aankelijk van de zorg en
de onderhoudsinterventies die U besteedt aan de reiniger. De instructies,
informatie en suggesties in deze handleiding (en alle meegeleverde
documentatie) zijn hiervoor een leidraad op garantie tot een optimale
levensduur. Het vermijden van risico’s, reparaties, uitvallen van de reiniger
verbetert de betrouwbaarheid van de machine. Het regelmatig uitvoeren van
een onderhoudsprocedure verlengt bovendien de levensduur.
Risicoanalyse:
Op de machine is een risicoanalyse uitgevoerd. De risicoanalyse richt zich
op het in kaart brengen van de belangrijkste risico’s die tijdens gebruik en/of
onderhoud kunnen optreden en de maatregelen die zijn getroen om het risico
uit te sluiten of tot een minimum te beperken. Om deze risico’s te beperken zijn
de veiligheidsregels te volgen.
Let wel; de machine is zodanig opgebouwd om gevaarlijke situaties zoveel
mogelijk te vermijden, maar een totaal risicovrije machine is niet mogelijk. Er zijn
altijd restrisico’s aanwezig.
Lees daarom alle (veiligheid)instructies in dit hoofdstuk zorgvuldig door en
informeer U als er onduidelijkheden zijn.
Onderhoud:
Elektromechanisch, pneumatisch en hydraulisch werk moet steeds worden
uitgevoerd door personen met vakbekwaamheid rond deze specifieke
werkzaamheden. Informeer steeds de verschillende operatoren alvorens
te starten met speciale- en/of onderhoudswerkzaamheden. Volg steeds de
onderhouds- en/of inspectiewerkzaamheden op zoals beschreven in deze
handleiding. Ook de periodieke controles en het vervangen van onderdelen
moeten opgevolgd worden zoals beschreven.
Wij adviseren dat nieuwe mensen worden geïnstrueerd over de mogelijke
gevaren, alsmede het voorkomen van de verschillende gevaren.

NL VOOR HET IN GEBRUIK NEMEN
DiBO 14
Voor het in gebruik nemen
Vóór elke inbedrijfsstelling moeten alle wezenlijke delen van de
hogedrukreiniger gecontroleerd worden zoals bv: zit de lanskoppeling
stevig vast, hogedrukslangen en elektrische bedrading controleren op
beschadigingen. Controleer, alvorens stekker in stopcontact te steken of de
elektrische indicaties op het naamplaatje overeenstemmen met de waarden
op het voedingsnet (bv: elektrische spanning,...) (als van toepassing). Machine
in bedrijf zetten. Spoel de slangen, pistool en lans minimaal 1 minuut met zuiver
water (Pistool in de vrije ruimte richten). Controleer of van het te reinigen object
gevaarlijke stoen zoals bv. asbest en olie kunnen losraken en het milieu
kunnen vervuilen. Overtuig uzelf van de veiligheidsvoorschriften uit voorgaand
hoofdstuk. Laat de hoofdschakelaar/sleutelschakelaar op stand 0- OFF (=UIT).
Alvorens de reiniger in gebruik te nemen: beschermingskap sluiten (als van
toepassing) & bij de optie afdekzeil (als van toepassing), deze demonteren.
WATER AAN EN AFVOEREN TOT STAND BRENGEN
1 Wateraanvoer tot stand brengen
De wateraanvoerleiding kan (naar omstandigheden) worden aangesloten op
een eigen watervoorziening (onder druk, ...) of op een drinkwaterleidingnet
met waterbak. Wanneer de machine op een drinkwaterleidingnet wordt
aangesloten, dienen de daarover bestaande voorschriften (EN 1717) te worden
nageleefd. Indien nodig in de wateraanvoerleiding een filter plaatsen.
• Wateraanvoer onder druk :
Maximum slang lengte 50 m (160 ft), minimum slang diameter (inwendig) 12.7
mm (1/2”). Controleer de waterdruk met behulp van een watermeter.
• Water aanvoer bij units met HT- pompen:
Wanneer de unit een HT pomp heeft dient men een voordrukpomp te
plaatsen.
2 Water afvoeren
Controleer dat alle waterafvoeren correct op de riolering zijn aangesloten.
Neem de nodige maatregelen opdat het afvalwater zuiver genoeg is om te
lozen.
3 Anti-legionellabacterie maatregel
Als de machine enige tijd heeft stil gestaan, moet het water in de machine
boven een afvoer afgelaten worden.
Stilstaand water dat tussen de 20-55 °C warm is kan de legionellabacterie
veroorzaken.
• Reinig daarom jaarlijks de leidingen en vaten.
• Spoel periodiek na.
• Verwijder mogelijk bezinksel

VOOR HET IN GEBRUIK NEMEN NL
DiBO 15
BRANDSTOFTANK VULLEN
De reiniger wordt geleverd met een lege brandstoftank, vul de tank voor
de eerste inbedrijfsstelling met brandstof! Vermijd morsen van brandstof,
zeker op warme machine delen. Wanneer de brandstoftank leeg is loopt de
brandstofpomp droog en raakt deze defect. Respecteer de vulhoeveelheid van
de brandstoftank. De tank voor de benzineunit vullen met benzine (schone,
verse loodvrije benzine, octaangehalte: 87 (R+M)/2 of hoger - RON: min. 90
(benzine tot 10% ethyl alcohol, 90 % loodvrij is aanvaardbaar).
Let op: gebruik geen benzine ouder dan 30 dagen, er kan
water in de brandstoftank ontstaan en componenten van
de motor aantasten (bv : carburator)! Voeg geen olie toe
aan benzine! Gebruik geen ongeschikte brandstoen! Zie
(technische) gegevens voor tankinhoud en soort brandstof.
U kunt de levensduur van brandstof in stalling verlengen (bij lange stockage)
door een benzinestabilisator toe te voegen die speciaal daarvoor is
samengesteld, of u voorkomt problemen met brandstowaliteit door de
brandstof van brandstoftank en carburateur af te tappen (via een benzine
opvangbak & trechter). Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de
brandstoftank dan met nieuwe benzine. Als u de tank alleen gedeeltelijk vult,
zal de lucht in de tank tijdens stalling de achteruitgang versnellen. Als u een
benzinevat gebruikt om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe
benzine bevat. Werkwijze:
1. Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant
2.Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien
minuten in de buitenlucht draaien, zodat voor alle onbehandelde benzine
behandelde benzine in de plaats is gekomen
3. Zet de motor af
Schakel de motor uit en laat de motor ten minste gedurende 2
minuten aoelen voordat u de benzinedop verwijdert tijdens
hervullen !!! Houd de brandstof uit de buurt van vonken, open
vlammen, waakvlammen, hitte en andere ontstekingsbronnen
-> Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst ontvlambaar
en explosief! Indien brandstof wordt gemorst, dient u te
wachten tot deze verdampt is voordat u de motor start.

NL COMPONENTEN
DiBO 16
Componenten
ALGEMEEN
Ongeacht het type hogedrukreiniger bestaat de reiniger uit een reeks
kenmerkende machineonderdelen welke hieronder beschreven worden.
Zo heeft elke reiniger zijn eigen maximum druk en maximaal debiet. Deze kunt
u terug vinden in de technische gegevens van de machine.
VISUELE VOORSTELLING
1drukregelventiel
2brandstoftank motor
3motor
4hogedrukpomp
5manometer
6hogedrukuitgang
7lagedrukwateringang
4
1
2
3
5
6
7

BEDIENING NL
DiBO 17
COMPONENTEN OVERZICHT
1MOTOR
Het type motor hangt af van het type van machine (zie technische gegevens).
Voor onderhoud en bediening van de motor raad DiBO u aan om de
bijgevoegde handleiding van de motor te lezen. Alle bediening en onderhoud
staat in de bijgevoegde bijlage van de motor beschreven.
2 MANOMETER
Op de manometer kan men de druk aflezen.
3 HOGEDRUKPOMP
Het type hogedrukpomp hangt af van het type machine (zie “Technische data”
op pagina 27 ).
4 BRANDSTOFTANK
De brandstoftank kan gevuld worden door de brandstofdop te verwijderen
(linksom los). Er kan getankt worden bij een benzinestation of met een jerrycan.
Tank de juiste en zuivere brandstof. Let hier vooral op bij het gebruik van
jerrycans! Er mag uitsluitend de voorgeschreven brandstof worden gebruikt.
Controleer de jerrycan op vervuiling.
Bediening
STARTEN MET BENZINEMOTOR
1 HET CHOKEHENDEL
De chokehendel bevindt zich onder de beschermkap van de motor en heeft
twee standen:
• niet choken (bedrijfsstand, hendel tegen rechteraanslag)
• choken (hendel naar links)
Warme start / warme omgeving:
Niet choken. Chokehendel blijft tegen rechteraanslag of ingedrukt.
Koude start:
Choke naar behoefte. Motor laten opwarmen. Verschuif de chokehendel naar
rechts naarmate de motor warmer wordt.
2 BRANDSTOFKRAAN
De brandstoraan bevindt zich onder de beschermkap van de luchtfilter.
De brandstoraan heeft 2 standen:
• OFF of horizontaal = geen brandstof (kraan naar links) bij benzinemotor
buiten gebruik.
• ON of verticaal = brandstof (kraan naar rechts) bij benzinemotor in bedrijf.
2
3
4
1
1gashendel
2chokehendel
3brandstoraan
4trekkoord

NL BEDIENING
DiBO 18
3 GASHENDEL FIG 1 & 2
De gashendel bevindt zich onder de beschermkap van de motor.
De gashendel mag slechts toegepast worden in 2 standen:
• 0 = stationair toerental (opwarmen, koelen of korte onderbreking)
• 1 = vol gas tijdens reinigingswerken
Opmerking: Gebruik de gashendel NOOIT om de spuitdruk te regelen.
Starten en warmdraaien:
Schuif de gashendel een klein stukje open naar links. Zet de bedrijfsschakelaar
in positie 1 en zet de brandstoraan op ON. Start de motor, elektrisch of met
het trekkoord, aankelijk van het model. Laat de hendel even in die stand,
zodat de motor onbelast bij lage toeren warm kan lopen.
Motor is op bedrijfstemperatuur:
Schuif de gashendel naar links (tegen de aanslag = de maximale stand), tot het
gewenste toerental van de motor is ingesteld.
Motor afzetten:
Schuif de gashendel helemaal naar rechts, stand MIN, tot tegen de aanslag.
Laat de motor zo even op stationaire toeren draaien om te koelen.
Zet de bedrijfsschakelaar op positie 0(=uit) en draai de brandstoraan op OFF.
BEDRIJFSSCHAKELAAR: MET HANDGESTARTE MOTOR
De bedrijfsschakelaar bevindt zich voorlangs de beschermkap, onder de
benzinetank van de motor. Deze bedrijfsschakelaar heeft twee standen:
• 0 : OFF = uit
• 1 : ON = in bedrijfsstand
BEDRIJFSSCHAKELAAR: MET ELEKTRISCH GESTARTE MOTOR
De bedrijfsschakelaar bevindt zich voorlangs de beschermkap onder de
benzinetank van de motor en is uitgevoerd met sleutelcontact.
Het sleutelcontact heeft drie standen:
• 0 : OFF = uit
• 1 : ON = in bedrijfsstand
• START = motor starten
De motorschakelaar dient op stand START gedraaid te worden, men dient
deze daar vast te houden (niet langer dan 5 sec) tot de motor aanslaat. Indien
de motor niet aanslaat, 10 seconden wachten, alvorens terug opnieuw
te proberen. Nadien terug naar stand 1:ON zetten. Een circuitbeveiliging
beschermt het elektrisch acculaadcircuit, bij een storing (geen olie) of defect.
Een uitgeschakeld circuit (groene indicator uit) kan na verhelpen van de storing
opnieuw worden geactiveerd door deze knop in te drukken.
TREKKOORD
Zet de bedrijfsschakelaar van de motor in de ON positie. De trekkoord is
uitgerust met een handgreep, welke rustig moet uitgetrokken worden tot er
weerstand gevoeld wordt. De vrijloopkoppeling is nu ingekomen. Vervolgens
moet het koord in een krachtige beweging worden uitgetrokken om de motor
te starten. Laat na elke start (-poging) het uitgetrokken koord rustig terugveren.
Na een langere periode van niet gebruik of bij eerste start van de motor, deze
eerst gedurende 20 sec. met een laag toerental en zonder belasting laten
lopen!
Let op: de motor nooit zonder luchtfilter laten draaien,
dit kan leiden tot versnelde slijtage van de motor.
DRUKREGELAAR
De drukregelaar bevindt zich links van de machine. Op de drukregelaar zit een
draaiknop, waarmee de spuitdruk traploos kan worden ingesteld. De knop
rechtsom draaien is een hogere druk. De knop linksom draaien is een lagere
druk. De druk kan alleen worden afgesteld als het spuitpistool wordt bediend.
De spuitdruk wordt door de manometer aangegeven.

BEDIENING NL
DiBO 19
SPUITGEREEDSCHAP
Het hogedrukspuitpistool is uitgevoerd met een grijze handgreep.
• Niet spuiten: hendel in de handgreep loslaten.
• Spuiten: Hendel in de handgreep indrukken.
• Spuitbeveiliging: klap de blokkeerpal in de hendel uit.
• De machine is standaard voorzien van twee enkele spuitlansen.
De lans vastdraaien aan het hogedrukpistool d.m.v. de koppeling (zie foto).
Bij gebruik van haspels (optie): de slang dient men volledig af te rollen om een
optimale werking te garanderen.
Controleer tijdens het spuiten regelmatig of de lanskoppeling nog
stevig handvast op het pistool zit.
IN BEDRIJF ZETTEN
Zet de machine zoveel mogelijk horizontaal. Sluit het spuitpistool met
hoge druk slang (zonder spuitlans) aan op de hogedrukreiniger. Zet de
bedrijfsschakelaar op positie ON (=AAN). Start de motor met sleutel (elektrisch)
of met het trekkoord (handmatig) tot de motor aanslaat. Richt het spuitpistool
in de vrije ruimte en bedien het pistool tot de waterstraal geheel ontlucht is
(circa 30 seconden). Zet de bedrijfsschakelaar op positie OFF (=uit). Bevestig de
spuitlans aan het spuitpistool.
HT POMPEN
Er dient een voordruk(pomp) aanwezig te zijn bij de HT pompen (pompen met
hoge temperatuur). De voordruk(pomp) dient om voldoende debiet van water
te voorzien om de hogedrukpomp te voeden en om cavitatie te voorkomen.
Cavitatie is het verschijnsel dat in een bewegende vloeistof de plaatselijke druk
lager wordt dan de dampdruk van de vloeistof. Hierdoor zullen dampbellen
ontstaan die met kracht kunnen imploderen in de pomp en beschadigingen
kunnen veroorzaken. Voor al deze toepassingen bij hoge temperatuur, is het
ABSOLUUT ESSENTIEEL om de pomp met positieve druk te voeden (minstens
3 bar) en met een voldoende hoeveelheid water.
TOEPASSINGSGEBIED
Een eciënte hogedrukreiniging wordt bereikt door het naleven van enkele
richtlijnen gecombineerd met uw eigen ervaringen. Elke reinigingstaak is
verschillend en specifiek, contacteer daarom DiBO voor de beste oplossing in
uw toepassingsgebied.
• Gebruik van reinigingsmiddelen (indien van toepassing): het te reinigen
oppervlak dient besproeid te worden zodat het product gedurende enige tijd
kan inwerken (niet laten drogen!) alvorens te reinigen met de hogedrukstraal.
Reinigingsmiddelen kunnen het reinigingseect verhogen als ze correct
worden gebruikt! Neem steeds de veiligheidsinstructies van het gebruikte
product in acht!
• Koud water (hogedruk) reinigen: verwijderen van (lichte) verontreinigingen en
schoonspoelen.
• Warm water (hogedruk) reinigen (indien van toepassing): het reinigingseect
wordt dermate verbetert bij verhoging van de temperatuur (temperatuur
proefondervindelijk instellen volgens toepassingsgebied).
• Reinigen via spuitlans met roterende kop (indien van toepassing):
reinigingsmethode om sterke lagen vuil te verwijderen.
• Reinigen via een stoomlans (indien van toepassing): deze stoomfunctie (door
water te oververhitten) wordt gebruikt in ‘gevoelige’ reinigingstoepassingen
(bv: schadegevoelige oppervlakken) waar er door middel van stoom
hardnekkig vuil (bv: ontvetter) wordt verwijderd.

NL BUITEN WERKING STELLEN
DiBO 20
Let op: dit toepassingsgebied heeft hoge reinigingstemperaturen
en vergt verscheidene veiligheidsmaatregelen!
Beoogd gebruik: deze hogedrukreiniger werd ontwikkeld om te gebruiken
in diverse professionele toepassingen (zoals bijvoorbeeld: bouwtechniek,
reinigingstechniek, nijverheid, transportsector, ... ).
Buiten werking stellen
LANS EN PISTOOL
Ontkoppel de lans en berg deze op. Zet de bedrijfsschakelaar op OFF. Draai de
wateraanvoer dicht. Hoge- en lagedrukslangen oprollen.
MACHINE
Reinig indien nodig de waterfilter. De handleiding binnen handbereik opbergen.
WATER AFVOEREN
Reinig naar behoefte de watervoorziening.
MACHINE OPBERGEN
Zorg dat de machine vorstvrij staat. Wielspie’s onder de wielen klemmen.
GEBRUIKTE VLOEISTOFFEN MILIEUVRIENDELIJK AFVOEREN
Er mogen geen vloeistoen (antikalk, olie, ...) willekeurig geloosd worden
omwille van het milieu! Zorg daarom als gebruiker, steeds voor een
milieuvriendelijke afvoer van deze vloeistoen (zonder bodemverontreiniging)
volgens de lokaal, geldende richtlijnen.
TRANSPORT
Let bij transport op het volgende:
Houdt de machine tijdens transport zoveel mogelijk horizontaal, hiermee
voorkomt men dat er olie uit de pomp lekt. Laad de machines met behulp van
een heftruck, hydraulische laadvloer of een takel. Sjor de machines (indien
nodig) degelijk op de laadvloer vast.
OPSLAG BIJ VORSTTEMPERATUREN
Vervang de wateraanvoerslang door een kort stukje slang en hang dit met zijn
uiteinde in de antivries, zodat de machine de antivries kan opzuigen. Haal de
lans van het pistool en zet de machine in werking. Spuit tot er antivries uit het
pistool komt. De machine is nu met antivries gevuld, stop de machine.
Tip: Door het uitstromende antivrieswater op te
vangen, kan dit later worden hergebruikt.
Other manuals for PTL-S
1
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages: