AEG NIK85M00AZ User manual

Welkom bij AEG! Hartelijk dank dat je voor onze apparatuur hebt
gekozen.
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, service- en reparatie-
informatie:
www.aeg.com/support
Wijzigingen voorbehouden.
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................5
3. INSTALLATIE..................................................................................................7
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT.......................................................... 9
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK......................................... 11
6. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................. 11
7. EXTRA FUNCTIES....................................................................................... 14
8. AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................................ 17
9. ONDERHOUD EN REINIGING..................................................................... 19
10. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................... 20
11. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................22
12. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................... 22
13. MILIEUBESCHERMING..............................................................................23
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare personen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen
jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe
2 NEDERLANDS

beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te
worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht
staan.
• Houd toezicht op kinderen, om te voorkomen dat zij gaan
spelen met het apparaat.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Houd
kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat tijdens
het gebruik en bij het afkoelen.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk
gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere
soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de
(gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet
overschrijdt.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. U dient
te voorkomen de verwarmingselementen aan te raken.
• WAARSCHUWING: Onbewaakt koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en tot brand leiden.
• Rook is een indicatie van oververhitting. Gebruik nooit
water om het kookvuur te blussen. Schakel het apparaat uit
en bedek de vlammen met bijv. een branddeken of deksel.
• WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van stroom
worden voorzien door een extern schakelapparaat, zoals
een tijdklok, of aangesloten worden op een circuit dat door
NEDERLANDS 3

het elektriciteitsbedrijf regelmatig aan en uit wordt
geschakeld.
• OPGELET: Tijdens het kookproces moet u in de buurt
blijven Een kort kookproces moet voortdurend bewaakt
worden.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookoppervlakken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op het oppervlak van de kookplaat
worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
constructie installeert.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
• Schakel het kookplaatelement na elk gebruik uit met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
• Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit en trek de stekker uit het
stopcontact. In het geval het apparaat rechtstreeks op de
stroom is aangesloten met een aansluitdoos, verwijdert u
de zekering om het apparaat van de stroom te halen. Neem
altijd contact op met de erkende servicedienst.
• Indien het netsnoer beschadigd is, moet het worden
vervangen door de fabrikant, een erkende service of
vergelijkbaar gekwalificeerde personen om gevaar te
voorkomen.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen
of door de fabrikant van het apparaat in de
gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of
kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn
geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
4 NEDERLANDS

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installeren
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus
mag dit apparaat installeren.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade aan het
apparaat.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een deur
of onder een raam. Dit voorkomt dat heet
kookgerei van het apparaat valt als de
deur of het raam wordt geopend.
• Elk apparaat heeft koelventilatoren op de
bodem.
• Als het apparaat gemonteerd wordt boven
een lade:
– Leg geen kleine dingen of papier
dewelke kunnen binnengezogen
worden, omdat ze de koelventilatoren
kunnen beschadigen of het
koelsysteem kunnen belemmeren.
– Houd een minimumafstand van 2 cm
tussen de bodem van het apparaat en
de voorwerpen die u in de lade
opbergt.
• Verwijder de afscheidingspanelen die in
de kast onder het apparaat zijn
geïnstalleerd.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektricien.
• , moet het apparaat geaard worden.
• Verzeker jezelf ervan dat de stekker uit
het stopcontact is getrokken, voordat je
welke werkzaamheden dan ook uitvoert.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Controleer of het apparaat correct
geïnstalleerd is. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ertoe leiden dat de
contactklem te heet wordt.
• Gebruik het juiste netsnoer.
• Zorg dat de stroomkabel niet verstrikt
raakt.
• Controleer of er een aardlekschakelaar is
geïnstalleerd.
• Gebruik de trekontlastingsklem op de
kabel.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker
(indien van toepassing) het hete apparaat
of heet kookgerei niet aanraakt als je het
apparaat op een nabijgelegen contactdoos
aansluit.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Zorg ervoor dat je de stekker (indien van
toepassing) of het netsnoer niet
beschadigt. Neem contact op met ons
erkende servicecentrum of een elektricien
om een beschadigde stroomkabel te
vervangen.
• De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n
manier worden bevestigd dat het niet
zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
NEDERLANDS 5

• Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars
en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3
mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Verwijder voor het eerste gebruik alle
verpakkingsmaterialen, etiketten en
beschermfolie (indien van toepassing).
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd worden.
• Laat het apparaat tijdens de werking niet
onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na ieder gebruik.
• Plaats geen bestek of deksels van
steelpannen op de kookzones. Ze kunnen
heet worden.
• Gebruik het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of
als opslagoppervlak.
• Als het oppervlak van het apparaat
gebarsten is, koppel het apparaat dan
onmiddellijk los van de stroomtoevoer. Dit
dient om een elektrische schok te
voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker moeten
een afstand van minimaal 30 cm
aanhouden tot de inductiekookzones als
het apparaat in werking is.
• Als u voedsel in hete olie plaatst, kan het
spatten.
• Gebruik geen aluminiumfolie of andere
materialen tussen het kookoppervlak en
het kookgerei, tenzij anders aangegeven
door de fabrikant van dit apparaat.
• Gebruik alleen accessoires die door de
fabrikant voor dit apparaat worden
aanbevolen.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie.
• Wanneer ze verwarmd worden, kunnen
vetten en oliën ontvlambare dampen
afgeven. Houd open vuur of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vetten en
oliën wanneer u ermee kookt.
• De dampen die boven erg hete olie
ontstaan kunnen spontaan ontbranden.
• Gebruikte olie, die voedselresten kan
bevatten, kan ontbranden bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Laat geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel staan.
• Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Zorg ervoor dat je geen voorwerpen of
kookgerei op het apparaat laat vallen. Het
oppervlak kan beschadigd raken.
• Schakel de kookzones niet terwijl er leeg
kookgerei of geen kookgerei op geplaatst
is.
• Kookgerei gemaakt van gietijzer of met
een beschadigde bodem kan krassen op
het glas/glaskeramiek veroorzaken. Til
deze voorwerpen altijd op als je ze op de
kookplaat moet verplaatsen.
2.4 Onderhoud en reiniging
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
6 NEDERLANDS

• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Gebruik geen waterstralen en stoom om
het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schurende producten, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen,
tenzij anders aangegeven.
2.5 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
2.6 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke
overheid voor informatie over het afvoeren
van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
3. INSTALLATIE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
3.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u de
onderstaande informatie van het typeplaatje
te noteren. Het typeplaatje bevindt zich
onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
3.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte
inbouwunits of werkbladen die aan de
normen voldoen.
3.3 Aansluitsnoer
• De kookplaat wordt geleverd met een
aansluitkabel
• Gebruik als vervanging van het
beschadigde netsnoer het volgende
snoertype: H05V2V2-F die bestand is
tegen een temperatuur van 90 °C of
hoger. Een enkele draad moet een
minimale doorsnede hebben volgens de
onderstaande tabel. Neem contact op met
onze serviceafdeling. Het vervangen van
de verbindingskabel mag alleen worden
gedaan door een gekwalificeerde
elektricien.
WAARSCHUWING!
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gekwalificeerde elektricien
worden aangelegd.
LET OP!
Aansluitingen via contactpluggen zijn
verboden.
LET OP!
Boor of soldeer de draaduiteinden niet.
Het is verboden.
LET OP!
Sluit de kabel niet aan zonder de huls
voor het kabeluiteinde.
Eenfasige aansluiting
1. Verwijder de huls voor het kabeluiteinde
van de zwarte, bruine en blauwe draden.
2. Verwijder een deel van de isolatie van de
bruine, zwarte en blauwe kabeluiteinden.
NEDERLANDS 7

3. Sluit de uiteinden van zwarte en bruine
kabels aan.
4. Breng een nieuwe draadeindhuls aan op
het uiteinde van de gedeelde draad
(speciaal gereedschap vereist).
5. Sluit de uiteinden van twee blauwe kabels
aan.
6. Breng een nieuwe draadeindhuls aan op
het uiteinde van de gedeelde draad
(speciaal gereedschap vereist).
Tweefasige aansluiting
1. Verwijder de kabeleindhuls van de
blauwe draden.
2. Verwijder een deel van de isolatie van de
blauwe kabeluiteinden.
3. Sluit de uiteinden van twee blauwe kabels
aan.
4. Breng een nieuwe kabeleindhuls aan op
het gemeenschappelijke kabeluiteinde
(speciaal gereedschap vereist).
N
L1
N
L
220-240 V~220-240 V~ 400V2N~
L2
N
N
L1
L2
220 - 240 V~ Tweefasige aansluiting: 400 V2N~ Eenfasige aansluiting: 220 -
240 V~
5x1,5 mm² 5x1,5 mm² of 4x2,5 mm² 5x1,5 mm² of 3x4 mm²
Groen - geel Groen - geel Groen - geel
N Blauw en blauw N Blauw en blauw N Blauw en blauw
L1 Zwart L1 Zwart L Zwart en bruin
L2 Bruin L2 Bruin
3.4 Montage
Als je de kookplaat onder een kap installeert,
raadpleeg je de installatie-instructies van de
afzuigkap voor de minimumafstand tussen de
apparaten.
min.
50mm
min.
500mm
Als het apparaat boven een lade wordt
geïnstalleerd, kan de ventilatie van de
8 NEDERLANDS

kookplaat de artikelen die zich in de lade
bevinden tijdens het bereidingsproces
opwarmen.
Zoek de videotutorial "Hoe installeert u uw
AEG inductiekookplaat - installatie op het
aanrecht" door de volledige naam die in de
onderstaande afbeelding staat in te typen.
www.youtube.com/electrolux
www.youtube.com/aeg
How to install your AEG
Induction Hob - Worktop installation
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Indeling van het kookoppervlak
1
2
1
1
1
1
1Inductie kookzone
2Bedieningspaneel
NEDERLANDS 9

4.2 Indeling bedieningspaneel
1
3 2
4
5
910
76 8
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden
tonen welke functies worden gebruikt.
Het antikrasglasoppervlak heeft een unieke afwerkingstextuur die de manier waarop symbolen
en elementen van het bedieningspaneel verschijnen in verschillende lichtomstandigheden kan
veranderen.
Tip‐
toets
Functie Omschrijving
1Aan / Uit Het apparaat in- en uitschakelen.
2Timer De functie instellen.
3 / - De tijd verlengen of verkorten.
4- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
5Bridge De functie in- en uitschakelen.
6Pauze De functie in- en uitschakelen.
7Blokkering / Kinderbeveiligingsin‐
richting
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen.
8Hob²Hood De handmatige modus van functie in- en uitschakelen.
9PowerBoost Het inschakelen van de functie.
10 - Bedieningsbalk Het instellen van de kookstand.
10 NEDERLANDS

4.3 Indicatielampjes op de display
Indicatielampje Omschrijving
+ cijfer Er is een storing.
/ / OptiHeat Control (3 stappen Restwarmte-indicator): doorgaan met koken/warm hou‐
den/restwarmte.
5. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
5.1 Energiebeperking
Energiebeperking bepaalt hoeveel stroom de
kookplaat in totaal gebruikt, binnen de
grenzen van de zekeringscapacitiet van de
huisinstallatie.
De kookplaat is standaard op het hoogst
mogelijke vermogensniveau ingesteld.
Om het vermogensniveau te verlagen of
verhogen:
1. Open het menu: houd 3 seconden
ingedrukt. Houd vervolgens ingedrukt.
2. Druk op de timer aan de voorzijde tot
verschijnt.
3. Druk op / op de timer aan de
voorkant om het vermogensniveau in te
stellen.
4. Druk op om af te sluiten.
Vermogensniveaus
Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'.
LET OP!
Zorg ervoor dat het gekozen vermogen
aansluit op de zekeringenkast in huis.
• P72 — 7200 W
• P15 — 1500 W
• P20 — 2000 W
• P25 — 2500 W
• P30 — 3000 W
• P35 — 3500 W
• P40 — 4000 W
• P45 — 4500 W
• P50 — 5000 W
• P60 — 6000 W
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 In- en uitschakelen
Houd ingedrukt om de kookplaat in of uit
te schakelen.
6.2 Pandetectie
Deze functie geeft de aanwezigheid van
kookgerei op de kookplaat aan en schakelt
de kookzones uit als er tijdens een
kooksessie geen kookgerei wordt
gedetecteerd.
Als je kookgerei op een kookzone plaatst
voordat je een kookstand selecteert,
verschijnt het indicatielampje boven 0 op de
regelbalk.
Als je kookgerei uit een geactiveerde
kookzone verwijdert en deze tijdelijk opzij zet,
gaan de indicatielampjes boven de
bijbehorende regelbalk knipperen. Als je het
kookgerei niet binnen 120 seconden
NEDERLANDS 11

terugplaatst op de geactiveerde kookzone,
wordt de kookzone automatisch
uitgeschakeld.
Plaats het kookgerei weer op de kookzones
binnen de aangegeven time-out om het
koken te hervatten.
6.3 De kookzones gebruiken
Plaats het kookgerei in het midden van de
gekozen kookzone. Inductiekookzones
passen zich tot op zekere hoogte
automatisch aan de afmetingen van pannen
aan.
Het antikrasglasoppervlak heeft een
unieke afwerkingstextuur die zorgt voor
maximale krasbestendigheid. De wrijving
tussen het kookgerei en het glazen
oppervlak kan geluiden veroorzaken.
U kunt met de functie Bridge groot kookgerei
op twee kookzones tegelijkertijd koken. Het
kookgerei dient het midden van beide zones
te bedekken, maar niet voorbij de
gebiedsmarkering komen. Als het kookgerei
tussen beide middenzones wordt geplaatst,
wordt de functie Bridge niet geactiveerd.
6.4 Warmte-instelling
1. Druk op de gewenste warmte-instelling
op de regelbalk.
De indicatielampjes boven de regelbalk
verschijnen tot het geselecteerde
warmteniveau.
2. Druk op 0 om een kookzone uit te
schakelen.
6.5 PowerBoost
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones. De
functie kan voor een beperkte tijdsduur voor
uitsluitend de inductiekookzone worden
geactiveerd. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'.
Om de functie voor een kookzone in te
schakelen: raak aan.
De functie uitschakelen: wijzig de
kookstand.
6.6 OptiHeat Control (3-staps
restwarmte-indicator)
WAARSCHUWING!
/ / Zolang het indicatielampje
zichtbaar is, bestaat er een risico op
brandwonden door restwarmte.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte rechtstreeks
in de bodem van het kookgerei. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van het kookgerei.
De indicatielampjes verschijnen als een
kookzone heet is. De aanduidingen tonen het
niveau van de restwarmte voor de kookzones
die je momenteel gebruikt:
12 NEDERLANDS

- doorgaan met koken,
- warm houden,
- restwarmte.
Het indicatielampje kan ook verschijnen:
• voor de aangrenzende kookzones, zelfs
als je ze niet gebruikt,
• als er heet kookgerei op de koude
kookzone wordt geplaatst,
• als de kookplaat is uitgeschakeld, maar de
kookzone nog heet is.
Het indicatielampje verdwijnt als de kookzone
is afgekoeld.
6.7 Timer opties
Timer met aftelfunctie
Gebruik deze functie om aan te geven
hoelang een kookzone moet werken tijdens
een enkele kooksessie.
Stel eerst de wartme-instelling voor de
geselecteerde kookzone in en stel daarna de
functie in.
1. Druk op . 00 verschijnt op het
timerdisplay.
2. Druk op of op om de tijd in te
stellen (00-99 minuten).
3. Druk op om de timer te starten of
wacht 3 seconden. De timer begint af te
tellen.
Om de tijd te wijzigen: selecteer de
kookzone met en druk op of .
Om de functie uit te schakelen: selecteer
de kookzone met en druk op . De
resterende tijd telt terug tot 00.
De timer is klaar met aftellen, er klinkt een
signaal en 00 knippert. Schakelt de kookzone
uit. Druk op een willekeurig symbool om het
signaal en te knipperen te stoppen.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld maar de kookzones niet
werken. De kookstand toont 00.
1. Druk op .
2. Druk op of om de tijd in te stellen.
De timer is klaar met aftellen, er klinkt een
signaal en 00 knippert. Druk op een
willekeurig symbool om het signaal en te
knipperen te stoppen.
Om de functie uit te schakelen: tik op en
druk op . De resterende tijd telt terug tot
00.
6.8 Stroommanagement
Als er meerdere zones actief zijn en het
verbruikte vermogen de limiet van de
stroomtoevoer overschrijdt, verdeelt deze
functie het beschikbare vermogen tussen alle
kookzones (verbonden met dezelfde fase).
De kookplaat regelt de warmte-instellingen
om de zekeringen van de installatie in het
huis te beschermen.
• Kookzones zijn gegroepeerd volgens de
locatie en het aantal fasen van de
kookplaat. Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading. Als de kookplaat de
limiet van het maximaal beschikbare
vermogen bereikt binnen een fase, wordt
het vermogen van de kookzones
automatisch verlaagd.
• De warmte-instelling van de als eerste
gekozen kookzone heeft altijd prioriteit.
Het resterende vermogen zal tussen de
overige kookzones worden verdeeld, in
omgekeerde volgorde van selectie.
• Voor kookzones met verminderd
vermogen knippert het bedieningspaneel
tweemaal en toont het de maximaal
mogelijke warmte-instellingen.
• Wacht totdat het display stopt met
knipperen of verlaag de opwarmstand van
de geselecteerde kookzone als laatste. De
kookzones blijven werken met de
verlaagde warmte-instelling. Wijzig indien
nodig handmatig de warmte-instellingen
van de kookzones.
Zie de afbeelding voor mogelijke combinaties
waarin vermogen over de kookzones kan
worden verdeeld.
NEDERLANDS 13

6.9 Menustructuur
De tabel toont de basismenustructuur.
Gebruikersinstellingen
Sym‐
bool
Instellingen Mogelijke opties
bGeluid Aan / Uit (--)
PEnergiebeperking 15 - 72
HAfzuigkapmodus 0 - 6
EAlarm / foutge‐
schiedenis
De lijst met recente
alarmen / fouten.
Om gebruikersinstellingen in te voeren: 3
seconden ingedrukt houden . Houd
vervolgens ingedrukt. De instellingen
verschijnen op de timer van de linker
kookzones.
Navigeren door het menu: het menu
bestaat uit het instellingssymbool en een
waarde. Het symbool verschijnt op de timer
aan de achterkant en de waarde verschijnt op
de timer aan de voorkant. Om tussen de
instellingen te navigeren, druk je op op de
timer aan de voorzijde. Druk op of op
de timer aan de voorzijde om de
instellingswaarde te wijzigen.
Om het menu te verlaten: druk op .
OffSound Control
Je kunt de geluiden in / uitschakelen in Menu
> Gebruikersinstellingen.
Zie "Menustructuur".
Wanneer de geluiden uit zijn, kun je het
geluid nog steeds horen als:
• u aanraakt,
• de timer gaat uit,
• druk je op een inactief symbool.
7. EXTRA FUNCTIES
7.1 Automatische uitschakeling
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld,
• je na het inschakelen van de kookplaat
geen kookstand of ventilatorsnelheid
instelt,
• je iets hebt gemorst of langer dan 10
seconden iets op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek). Er klinkt een
signaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het object of
reinig het bedieningspaneel.
• het apparaat te heet wordt (bijv. als een
steelpan droogkookt). Laat de kookzone
afkoelen voordat je de kookplaat weer
gebruikt.
• je een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand wijzigt. Na enige tijd wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De relatie tussen de kookstand en de tijd
waarna het apparaat wordt uitgeschakeld:
Warmte-instelling De kookplaat wordt
uitgeschakeld na
1 - 2 6 uur
3 - 4 5 uur
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur
14 NEDERLANDS

7.2 Pauze
Deze functie stelt alle kookzones in die op de
laagste warmte-instelling werken.
Als de functie in werking is kunnen en
worden gebruikt. Alle andere symbolen op
het bedieningspaneel zijn vergrendeld.
De functie stopt de timerfuncties niet.
1. Om de functie in te schakelen: druk op
.
De warmte-instelling wordt verlaagd naar 1.
2. Om de functie uit te schakelen, druk op
.
De vorige kookstand verschijnt.
7.3 Blokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookplaat in werking is. Dit
voorkomt een onbedoelde wijziging van de
kookstand
Stel eerst de kookstand.
Om de functie in te schakelen: druk op .
Om de functie uit te schakelen: druk
nogmaals op .
De functie wordt uitgeschakeld, als je de
kookplaat uitschakelt.
7.4 Kinderbeveiligingsinrichting
Deze functie voorkomt onbedoeld gebruik
van de kookplaat .
Om de functie te activeren: druk op . Stel
geenin. Houd 3 seconden ingedrukt tot het
indicatielampje boven het symbool verschijnt.
Schakel de kookplaat uit met .
Als je de kookplaat uitschakelt, is de
functie nog steeds actief. Het
indicatielampje hierboven brandt.
Om de functie uit te schakelen: druk op .
Stel geen kookstandin. Houd 3 seconden
ingedrukt totdat het indicatielampje boven het
symbool verdwijnt. Schakel de kookplaat uit
met .
Koken met de functie ingeschakeld: druk
op en druk vervolgens 3 seconden op
tot het indicatielampje boven het symbool
verdwijnt. Je kunt de kookplaat bedienen. Als
je de kookplaat uitschakelt met de -
functie, werkt weer.
7.5 Bridge
De functie werkt als de pan de
middelpunten van beide zones bedekt.
Raadpleeg "De kookzones gebruiken"
voor meer informatie over de juiste
plaatsing van kookgerei.
De functie verbindt twee kookzones en ze
werken als één kookzone.
Stel eerst de kookstand in voor één van de
kookzones.
Om de functie voor linker-/
rechterkookzones te activeren: raak /
aan. Om de warmte-instelling in te stellen of
te wijzigen, raakt u een van de linker/rechter
regelsensoren aan.
Om de functie uit te schakelen: raak /
aan. De kookzones werken onafhankelijk van
elkaar.
7.6 Hob²Hood
Het is een geavanceerde automatische
functie die de kookplaat op een speciale kap
aansluit. Zowel de kookplaat als de afzuigkap
hebben een infraroodontvanger. Snelheid van
de ventilator wordt automatisch bepaald op
basis van modusinstelling en temperatuur
van de heetste pan op de kookplaat. Je kunt
de ventilator ook handmatig van de kookplaat
bedienen.
NEDERLANDS 15

Bij de meeste afzuigkappen is het
afstandsbedieningssysteem in eerste
instantie uitgeschakeld. Activeer het
voordat je de functie gebruikt. Zie voor
meer informatie de gebruikershandleiding
van de afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Om de functie te bedienen, stelt u de
automatische modus automatisch in op H1 –
H6. De kookplaat is oorspronkelijk ingesteld
op H5. De afzuigkap reageert wanneer u de
kookplaat bedient. De kookplaat herkent de
temperatuur van de pannen automatisch en
stelt de snelheid van de ventilator erop af.
Automatische modi
Automa‐
tisch
lampje
Koken1) Bakken2)
H0 Uit Uit Uit
H1 Aan Uit Uit
H2 3) Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 1
H3 Aan Uit Ventilator‐
snelheid 1
H4 Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 1
H5 Aan Ventilator‐
snelheid 1
Ventilator‐
snelheid 2
H6 Aan Ventilator‐
snelheid 2
Ventilator‐
snelheid 3
1) De kookplaat detecteert het kookproces en activeert
de ventilatorsnelheid overeenkomstig de automatische
modus.
2) De kookplaat detecteert het bakproces en activeert
de ventilatorsnelheid overeenkomstig de automatische
modus.
3) Deze modus activeert de ventilator en de verlichting
en reageert niet op de temperatuur.
De automatische modus wijzigen
1. De kookplaat uitschakelen.
2. Druk 3 seconden op . Het display gaat
aan en weer uit.
3. Druk 3 seconden op .
4. Druk een paar keer in tot H gaat
branden.
5. Druk op van de timer om een
automatische modus te selecteren.
Schakel de automatische modus van de
functie uit om de afzuigkap rechtstreeks
op het afzuigkappaneel te bedienen.
Als je klaar bent met koken en de
kookplaat uitschakelt, werkt de ventilator
mogelijk nog even. Daarna schakelt het
systeem de ventilator automatisch uit en
wordt voorkomen dat je de ventilator per
ongeluk in de komende 30 seconden
activeert.
De ventilatorsnelheid handmatig bedienen
Je kunt de functie ook handmatig bedienen.
Druk hiervoor op als de kookplaat actief is.
Hierdoor wordt de automatische werking van
de functie uitgeschakeld en kun je de
ventilatorsnelheid handmatig wijzigen. Als je
op drukt, wordt de ventilatorsnelheid met
één verhoogd. Als je een intensief niveau
bereikt en weer op drukt, stel je de
ventilatorsnelheid in op 0 waardoor de
afzuigkapventilator uitschakelt. Om de
ventilator weer te starten met
ventilatorsnelheid 1, druk op .
Schakel de kookplaat uit en weer aan om
automatische bediening van de functie te
activeren.
Het lampje inschakelen
Je kunt de kookplaat instellen om het licht
automatisch te activeren wanneer je de
kookplaat activeert. Zet daarvoor de
automatische modus op H1 – H6.
Het lampje op de afzuigkap gaat 2
minuten na het uitschakelen van de
kookplaat uit.
16 NEDERLANDS

8. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
8.1 Pannen
Voor inductiekookzones creëert een sterk
elektromagnetisch veld de hitte in de
pannen zeer snel.
Gebruik de inductiekookzones met geschikte
pannen.
• Om oververhitting te voorkomen en de
prestaties van de zones te verbeteren,
moet het kookgerei zo dik en vlak mogelijk
zijn.
• Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat het kookgerei op de kookplaat
worden gezet.
• Let er altijd op dat u het kookgerei niet
schuift of wrijft op de randen en hoeken
van het glas of de zijrand, omdat dit het
glasoppervlak kan beschadigen.
Panmaterialen
•goed: gietijzer, staal, geëmailleerd staal,
roestvrij staal, meerlaagse bodem
(aangemerkt als geschikt door de
fabrikant).
•niet goed: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand binnen
korte tijd wordt verwarmd,
• een magneet op de onderkant van het
kookgerei plakt.
Afmetingen van pannen
• Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmetingen van pannen aan.
• De efficiëntie van de kookzone hangt
samen met de diameter van de pan.
Pannen met een diameter kleiner dan het
minimum ontvangen slechts een deel van
het vermogen dat door de kookzone wordt
gegenereerd.
• Gebruik zowel om veiligheidsredenen als
voor optimale kookresultaten geen pannen
groter dan aangegeven in de
kookzonespecificaties. Zorg ervoor dat
pannen tijdens het koken niet dicht bij het
bedieningspaneel blijven. Dit kan invloed
hebben op de werking van het
bedieningspaneel of onbedoeld de
kookplaatfuncties activeren.
Raadpleeg de technische gegevens.
8.2 Geluiden tijdens bedrijf
Als u het volgende kunt horen:
• kraakgeluid: kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van een
kookzone met een hoge kookstand en als
het kookgerei is gemaakt van
verschillende materialen (een sandwich-
constructie).
• bromgeluid: als u een hoge kookstand
gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect te maken.
8.3 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone eerder
uit dan het signaal van de timer met
aftelfunctie klinkt. Het verschil in werkingstijd
hangt af van het niveau van de kookstand en
de tijd dat u kookt.
8.4 Vereenvoudigde kookgids
De correlatie tussen de kookstand en het
stroomverbruik van de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt, is
dit niet proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat een kookzone op de medium
kookstand minder dan de helft van het
vermogen gebruikt.
NEDERLANDS 17

De gegevens in de tabel dienen alleen
als richtlijn.
Warmte-instel‐
ling
Gebruik om het volgende te
doen:
Tijd
(min)
Tips
1 Houd gekookt voedsel warm. indien no‐
dig
Doe een deksel op het kookgerei.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: boter, cho‐
colade, gelatine.
5 - 25 Roer af en toe.
2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
eieren.
10 - 40 Kook met een deksel erop.
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
en gerechten op basis van melk, reeds
bereide gerechten opwarmen.
25 - 50 Voeg minimaal twee keer zo veel
vocht toe als rijst en roer gerechten op
melkbasis halverwege de procedure
door.
3 - 4 Stoofgroenten, vis, vlees. 20 - 45 Voeg een paar eetlepels water toe.
Controleer de hoeveelheid water tij‐
dens het proces.
4 - 5 Stoom aardappelen en andere groen‐
ten.
20 - 60 Bedek de bodem van de pan met 1-2
cm water. Controleer het waterpeil tij‐
dens het proces. Houd het deksel op
de pan.
4 - 5 Kook grotere hoeveelheden voedsel,
stoofschotels en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten.
6 - 7 Zacht bakken: escalope, kalfscordon
bleu, koteletten, rissoles, worstjes, le‐
ver, roux, eieren, pannenkoeken, do‐
nuts.
indien no‐
dig
Draai om wanneer nodig.
7 - 8 Flink bakken, hash browns, lendenbief‐
stuk, steaks.
5 - 15 Draai om wanneer nodig.
9 Kook water, kook pasta, schroei vlees (goulash, braadpan), frituur frietjes.
Kook grote hoeveelheden water. PowerBoost is ingeschakeld.
8.5 Praktische tips voor Hob²Hood
Wanneer je de kookplaat gebruikt met de
functie:
• Bescherm het paneel van de kap tegen
direct zonlicht.
• Schijn geen halogeenlicht op het paneel
van de kap.
• Dek het bedieningspaneel van de
afzuigkap niet af.
• Onderbreek het signaal tussen de
kookplaat en de afzuigkap niet
(bijvoorbeeld met een hand, een
handgreep van een pan of een grote pan).
Zie de afbeelding.
De kap hieronder is alleen bedoeld ter
illustratie.
18 NEDERLANDS

Andere op afstand bediende apparaten
kunnen het signaal hinderen. Gebruik
dergelijke apparaten niet in de buurt van
de kookplaat terwijl Hob²Hood
ingeschakeld is.
Afzuigkappen met de Hob²Hood-functie
Voor het volledige assortiment afzuigkappen
dat met deze functie werkt, raadpleeg je onze
website van de consument. De AEG-
afzuigkappen die met deze functie werken,
moeten het symbool hebben.
9. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
9.1 Algemene informatie
• Reinig de kookplaat na elk gebruik.
• Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
• Gebruik voor zowel de dagelijkse reiniging
van het glasoppervlak als de reiniging na
installatie en het verwijderen van
eventuele achtergebleven lijm alleen een
mild schurende reinigingsmelk en een fijne
antikras-spons. Afhankelijk van de mate
van vervuiling reinigt u het glasoppervlak
met kleine cirkelvormige bewegingen en
matige druk. Veeg tot slot het glazen
oppervlak droog met een microvezeldoek.
WAARSCHUWING!
Gebruik de klassieke gele en groene
spons niet, omdat de
aluminiumdeeltjes op de harde laag
het glas kunnen beschadigen en
verkleuren.
Het gebruik van andere
reinigingsinstrumenten dan de
aanbevolen is niet effectief en kan het
glasoppervlak beschadigen of
verkleuren.
• Gebruik altijd een schraper die wordt
aanbevolen voor kookplaten met een
glazen oppervlak. Gebruik de schraper
alleen als extra hulpmiddel voor het
reinigen van het glas na de standaard
reinigingsprocedure.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen messen of ander
scherp, metalen gereedschap om het
glasoppervlak te reinigen.
• Gebruik voor de metalen zijrand alleen
een afwasmiddel met warm water.
Gebruik een doek om de rand te reinigen
en af te vegen.
WAARSCHUWING!
Gebruik geen mild schurende
reinigingsmelk, polijstmiddelen,
schrapers of de harde laag van een
spons om de zijrand te reinigen.
• In de ruimte tussen het glasoppervlak en
de zijrand kunnen vuil en kleine
voedseldeeltjes zich ophopen. Gebruik
een houten tandenstoker om de opening
tussen het glasoppervlak en de zijrand te
reinigen.
NEDERLANDS 19

WAARSCHUWING!
Gebruik geen scherpe metalen
gereedschappen om de opening te
reinigen, omdat deze de opening
kunnen verbreden en de zijrand of het
glazen oppervlak kunnen
beschadigen.
9.2 Het glazen oppervlak van de
kookplaat reinigen
•Verwijder onmiddellijk: gesmolten
kunststof, plastic folie, zout, suiker en
suikerhoudend voedsel, anders kan dit
schade aan de kookplaat veroorzaken.
Doe voorzichtig om brandwonden te
voorkomen. Gebruik de speciale schraper
op de glazen plaat en verwijder resten
door het blad over het oppervlak te
schuiven.
•Verwijder dit als de kookplaat
voldoende afgekoeld is: kalkringen,
waterringen, vetvlekken, glanzende
metaalverkleuring. Reinig de kookplaat
met een mild schurende reinigingsmelk en
een antikras, fijne spons (zie Algemene
informatie). Veeg de kookplaat na het
reinigen droog met een microvezeldoek.
•Blijvende vlekken en vlekken: oefen
matige druk uit en schrob het oppervlak
met een antikras, delicate spons (zie
Algemene informatie) en een licht
schurende reinigingsmelk totdat de
vlekken niet langer zichtbaar zijn.
10. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
10.1 Wat moet je doen als ...
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Je kunt de kookplaat niet inscha‐
kelen of bedienen.
De kookplaat is niet aangesloten op
een stopcontact of niet goed geïn‐
stalleerd.
Controleer of de kookplaat goed aan‐
gesloten is op het lichtnet.
De zekering is doorgeslagen. Verzeker je ervan dat de zekering de
oorzaak van de storing is. Als de zeke‐
ringen keer op keer doorslaan, neem
je contact op met een erkende installa‐
teur.
Je stelde gedurende 60 seconden
geen kookstand in.
Schakel de kookplaat opnieuw in en
stel de kookstand binnen 60 seconden
in.
Je hebt 2 of meer sensorvelden te‐
gelijkertijd aangeraakt.
Raak slechts één sensorveld aan.
Pauze is in werking. Zie "Pause".
Water of vetvlekken op het bedie‐
ningspaneel.
Reinig het bedieningspaneel.
Je kunt een constant piepgeluid
horen.
De elektrische aansluiting is ver‐
keerd.
Trek de stekker van de kookplaat uit
het stopcontact. Laat de installatie
controleren door een erkende elektri‐
cien.
20 NEDERLANDS
Table of contents
Languages:
Other AEG Hob manuals