Buienradar BR700 User manual

BR700
Gebruiksaanwijzing
Weerstation met draadloze buitensensor

Wetterstation mit kabellosem Außensensor
Weather station with wireless outdoor sensor
Mode d’emploi
Bedienungsanleitung
Users manual

2
INHOUDSOPGAVE
1 INTRODUCTIE............................................................................................ 4
1.1 Algemeen............................................................................................. 4
1.2 Display-unit .......................................................................................... 4
1.3 Weerstation.......................................................................................... 5
1.4 Draadloze buitensensor ....................................................................... 6
2 INSTALLATIE .............................................................................................. 6
2.1 Algemeen............................................................................................. 6
2.2 Datum en tijd instellen.......................................................................... 7
2.3 Alarmfunctie (2 alarmtijden) ................................................................. 7
2.3.1 Alarm controleren........................................................................ 7
2.3.2 Alarmfunctie activeren................................................................. 7
2.3.3 Alarmtijden instellen .................................................................... 8
2.3.4 Alarmtoon en sluimer (snooze) functie........................................ 8
2.4 Weerstation en draadloze buitensensor koppelen............................... 8
2.4.1 Automatisch apparaten koppelen................................................ 8
2.4.2 Handmatige signaalontvangst..................................................... 9
2.4.3 Kanaalselectie/scanmodus ......................................................... 9
2.5 Temperatuur......................................................................................... 9
2.5.1 Celsius/Fahrenheit ..................................................................... 9
2.5.2 Instellen temperatuur- en luchtvochtigheidsalarm ...................... 9
2.5.3 Temperatuur- en luchtvochtigheidstrend................................... 10
2.5.4 Max/Min weergave temperatuur en luchtvochtigheid.................11
3 WEERSVERWACHTING
3.1 Verklaring weersverwachting ..............................................................11
3.2 Symbolen weersverwachting ..............................................................11
4 MAANSTAND.............................................................................................11
5 LUCHTDRUK ............................................................................................ 12
5.1 Trendweergave van de luchtdruk....................................................... 12
5.2 Luchtdrukhistorie controleren............................................................. 12
6 DISPLAYVERLICHTING ........................................................................... 12
7 SPECIFICATIES........................................................................................ 12
8 PROBLEMEN............................................................................................ 14
9 ONDERHOUD........................................................................................... 16
10 HET TOESTEL AFVOEREN (MILIEU)...................................................... 16

3
11 VERKLARING VAN CONFORMITEIT....................................................... 16
12 GARANTIEVOORWAARDEN ................................................................... 16

4
1 INTRODUCTIE
1.1 ALGEMEEN
Lees de gebruiksaanwijzing van dit draadloos weerstation BR700 zorgvuldig door. Deze
informatie zal u helpen om vertrouwd te raken met uw nieuwe weerstation, alle functies
te leren kennen en informatie te verkrijgen in geval van problemen. Het opvolgen van
deze instructies kan schade aan uw toestel voorkomen. Wij zijn niet aansprakelijk voor
schade die ontstaat als gevolg van het niet opvolgen van deze instructies. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing voor toekomstig gebruik.
AANDACHTSPUNTEN:
 
 
 
 
 
 
gebruik of reparatie door een niet door de fabriek erkende technicus.
  
temperaturen zoals een radiator, elektrische kachel, enz.
 
elektriciteit, vocht en condensatie.
 
buiten bereik van kinderen jonger dan 8 jaar.
 
aggressieve oplosmiddelen of schuurmiddelen.
1.2 DISPLAY-UNIT
A1: Weersverwachting
A2: Luchtdruk
A3: Tijd
A4: Binnentemperatuur en -luchtvochtigheid
A5: Buitentemperatuur en -luchtvochtigheid
A6: Maanstand
A7: Datum
A8: Alarm temperatuur
A9: Alarm luchtvochtigheid
A10: Alarmfunctie

5
B3: alarmtijd-1 en alarmtijd-2
B4: instellen temperatuur-
en luchtvochtigheidsalarm
B5: aanmelden buitensensor
B6: batterijcompartiment (2x alkaline 1,5V AA)
B7: uitklapbare standaard
B8: aansluiting 5V DC adapter
B9: gat voor muurbevestiging
1.3 WEERSTATION
kanaalkeuze/scanmodus
keuze Celsius/Fahrenheit
max. en min. waarden
omhoog/omlaag bij instellen
weergave luchtdrukgeschiedenis
alarm instellen
(ruim 2 seconde indrukken)
tijd instellen
(ruim 2 seconde indrukken)
B2: bedieningstoetsen voorzijde
B1: sluimerfunctie/achtergrondverlichting
++

6
1.4 DRAADLOZE BUITENSENSOR
C1: weergave temperatuur
C2: weergave luchtvochtigheid
C3: signaallampje voor zendsignaal. Dit licht op als de buitensensor gegevens naar
het weerstation zendt.
C4: ºC/ºF-toets
C5: TX-toets: zendtoets om een signaal naar het weerstation te sturen om de units
(opnieuw) aan elkaar aan te melden
C6: kanaalkeuze 1,2,3
C7: batterijcompartiment
C8: ophanggat voor wandmontage
2 INSTALLATIE
2.1 ALGEMEEN
Open het batterijklepje van het weerstation en plaats 2 alkaline 1,5V AA batterijen. Let op
de juiste polariteit van de batterijen [ “+” en “-” ]. Sluit de 5V DC stroomadapter aan om het
weerstation van stroom te voorzien. Het scherm zal nu oplichten.
Open het batterijklepje van de draadloze buitensensor en plaats bij voorkeur 2 lithium 1,5V
AA batterijen. Let op de juiste polariteit van de batterijen [ “+” en “-” ].
Kies zowel voor het weerstation als voor de buitensensor hetzelfde kanaal. Alleen dan kan
het weerstation verbinding maken met de buitensensor. Binnen 3 minuten wordt een
verbinding gemaakt met de buitenunit. Gedurende deze koppeling is er een knipperend
RF-symbool zichtbaar De gemeten luchtvochtigheid en temperatuur zullen op het scherm
verschijnen.

“weerstation en draadloze buitensensor koppelen”.

7
2.2 DATUM EN TIJD INSTELLEN
Als volgt stelt u de datum, tijd en andere functies in.
Houd de toets ruim twee seconden ingedrukt.
  
jaar in te stellen. Druk op om uw instelling te bevestigen.
 
in te stellen. Druk op om uw instelling te bevestigen.
 
stellen. Druk op om uw instelling te bevestigen.

of datum/maand. Druk op om uw instelling te bevestigen.
 
toetsen om een taal in te stellen. Er zijn 7 talen voor de weekdag beschikbaar.
Druk op om uw instelling te bevestigen.
(EN (Engels), FR (Frans), IT(Italiaans), ES (Spaans), NE (Nederlands), DA (Deens), GE (Duits)).
 
of 24 uur te kiezen. Druk op om uw instelling te bevestigen.
 
stellen. Druk op om de instelling te bevestigen.
 
in te stellen. Druk op om uw instelling te bevestigen.
 
passen. Stel het weericoon in overeenkomstig met de lokale weersomstandigheden.
Druk op om uw instelling te bevestigen en de instelling te voltooien.
Opmerking:
Als er tijdens het instellen binnen 20 seconden geen bediening van de knoppen plaatsvindt,
zal het weerstation de huidige instelling opslaan en automatisch terugkeren naar de normale
weergave vanuit de handmatige instelmodus.
2.3 ALARMFUNCTIE (2 ALARMTIJDEN)
2.3.1 Alarm controleren:
Druk op de toets
Druk 1x: weergave tijd van alarm 1
Druk 2x: weergave tijd van alarm 2
Druk 3x: weergave huidige tijd
2.3.2 Alarmfunctie activeren:
Wanneer de schakelaar van alarm 1 of alarm 2 op de achterkant van het weerstation in de
stand “ON” wordt gezet, verschijnt het symbool of op het scherm. De alarmfunctie is
geactiveerd. Wanneer de schakelaar van alarm 1 of alarm 2 op de achterkant van het
weerstation in de stand “OFF” wordt gezet, verdwijnt het symbool of op het scherm. De
alarmfunctie is gedeactiveerd.

8
2.3.3 Alarmtijden instellen:
  toets twee seconden lang ingedrukt, het uur van alarm 1 begint te
 
Druk op om uw instelling te bevestigen.
 
de gewenste minuten in te stellen. Druk op om uw instelling te bevestigen.
 
gewenste uur in te stellen. Druk op om uw instelling te bevestigen.
 
de gewenste minuten in te stellen. Druk op om uw instelling te bevestigen.
2.3.4 Alarmtoon en sluimer (snooze) functie:
Het alarm zal gedurende 2 minuten klinken. Door op een willekeurige knop te drukken
behalve “SNOOZE/LIGHT” zal het alarm stoppen. Het alarm zal de volgende dag op dezelf-
de tijd herhaald worden.
 
activeren. Wanneer de sluimerfunctie geactiveerd is, zal of blijven knipperen
op het scherm. Het alarm zal opnieuw afgaan na 5 minuten.
 
“SNOOZE/LIGHT” om de sluimerfunctie te verlaten.
Opmerking:
Indien tijdens het instellen van de alarmen binnen 20 seconden geen bediening van de
toetsen plaatsvindt, zal het weerstation de huidige instelling opslaan en automatisch
terugkeren naar de normale weergave.
2.4 WEERSTATION EN DRAADLOZE SENSOR KOPPELEN
2.4.1 Automatisch apparaten koppelen:
 
 
op de toets om de kanalen 1, 2 of 3 te selecteren.
 Selecteer hetzelfde kanaal voor de draadloze buitensensor: open het batterij-
compartiment van de buitensensor om het gewenste kanaal (1, 2 of 3) te kiezen.
Het signaal lampje op de buitensensor licht éénmaal op om aan te geven
dat deze signalen uitzendt.
 Er verschijnt het RF-signaalicoon op het display van de binnenunit. Dit zal 3
minuten knipperen en geeft aan dat het weerstation in de ontvangstmodus is en
wacht tot de draadloze buitensensor verbinding maakt.
 Als het RF-signaalicoon na 3 minuten niet meer knippert, drukt u ruim 2
seconden op de “SENSOR” toets op de achterkant van het weerstation om de
ontvangstmodus van het weerstation te heractiveren. Het RF-signaalicoon zal
weer knipperen.

9
 Het is mogelijk om 3 buitensensoren aan te melden. Indien meerdere
sensoren tegelijkertijd worden gebruikt, herhaal dan bovenstaande handelingen
om deze aan te sluiten. Zorg ervoor dat deze sensoren op verschillende kanalen
zijn ingesteld.
 Druk op de -toets van het weerstation om de uitlezingen van elk kanaal te
bekijken.
2.4.2 Handmatige signaalontvangst:
Wanneer er geen buitentemperatuur op het weerstation verschijnt of wanneer er gedurende
lange tijd geen verandering in temperatuur en luchtvochtigheid optreedt, duidt dit erop dat
het weerstation er niet in slaagt de signalen van de draadloze buitensensor te ontvangen, ga
dan als volgt te werk:
 Zorg ervoor dat de kanalen van het weerstation en de buitensensor hetzelfde zijn.
 Houd de “SENSOR” toets op de achterkant van het weerstation enkele seconden
ingedrukt om de ontvangstmodus opnieuw te activeren. Een knipperend RF antenne
symbool zal naast het kanaal verschijnen.
 Druk op de “TX” toets op de draadloze buitensensor om handmatig signalen uit te
zenden. Dit wordt aangegeven door het kort oplichten van het rode lampje aan de
voorzijde.
Opmerking:
Wanneer u slechts één buitensensor gebruikt en het kanaal van het weerstation is niet
hetzelfde als het kanaal van de buitensensor, verschijnt er geen informatie op het display.
Plaats de buitensensor niet in de buurt van direct zonlicht en regen. Mogelijke
montageplaats: onder een dakrand of een veranda.
2.4.3 Kanaalselectie/scanmodus:
Deze modus is van toepassing in het geval dat meerdere draadloze sensoren tegelijkertijd
worden gebruikt.
  “ op het display verschijnt. In deze
modus worden de buitenmetingen van kanaal 1 tot kanaal 3 automatisch elke 5
seconden op het scherm weergegeven.
 
op de -toets tot symbool verdwijnt.
2.5 TEMPERATUUR
2.5.1 Celsius/Fahrenheit:
Druk op de toets “°C/°F” van de binnenunit om de eenheid voor de temperatuurweergave
te kiezen. Bij de draadloze buitensensor opent u het klepje van het batterijcompartiment en
drukt u op de knop “°C/°F” om te wisselen tussen Celsius en Fahrenheit.
2.5.2 Instellen temperatuur- en luchtvochtigheidsalarm:
Druk op “ALERT” op de achterkant van het weerstation om het temperatuur- en
luchtvochtigheidsalarm in of uit te schakelen. Het icoon zal op het scherm verschijnen of
verdwijnen. Kies het kanaal waarop u het temperatuur- en vochtigheidsalarm wilt instellen:

10
Druk ruim 2 seconden op de “ALERT” toets tot en de buitentemperatuur knipperen.
 
Druk op “ ALERT” om uw instelling te bevestigen.
Als 
minimale buitentemperatuur in te stellen. Druk op “ALERT” om uw instelling
te bevestigen.
 
gewenste maximale luchtvochtigheid buiten in te stellen. Druk op “ALERT”
om uw instelling te bevestigen.
 
gewenste minimale luchtvochtigheid buiten in te stellen. Druk op “ ALERT”om
uw instelling te bevestigen.
 
gewenste maximale binnentemperatuur in te stellen. Druk op “ALERT” om uw
instelling te bevestigen.
Wanneer 
gewenste minimale binnentemperatuur in te stellen. Druk op “ALERT” om uw
instelling te bevestigen.
Wanneer 
gewenste maximale luchtvochtigheid binnen in te stellen. Druk op “ALERT”
om uw instelling te bevestigen.
Wanneer 
gewenste minimale luchtvochtigheid binnen in te stellen. Druk op “ALERT” om uw
instelling te bevestigen.
Als u de waarschuwingswaarden van de andere 2 kanalen wilt instellen, druk dan op om
het kanaal te veranderen en herhaal de bovenstaande stappen.
Als de temperatuur of de luchtvochtigheid de ingestelde alarmwaarde bereikt, zal
󰀨
luchtvochtigheidsweergave zal blijven knipperen. Dit alarmsignaal zal elke minuut worden
herhaald. Indien men kortstondig een willekeurige toets indrukt op de voorzijde van
de binnenunit zal het alarmsignaal niet meer klinken. Bij het bereiken van een nieuwe
alarmsituatie zal het alarm wederom klinken. Het temperatuur- of luchtvochtigheidsalarm
kan worden in- of uitgeschakeld door kortstondig de “ALERT” toets in te drukken op de
achterzijde van de binnenunit. Een te hoge of te lage waarde wordt aangegeven d.m.v.
knipperende pijlsymbolen.
Opmerking:
De temperatuur- en luchtvochtigheidsalarmen van 3 kanalen kunnen afzonderlijk worden
ingesteld. Als een kanaal de ingestelde waarde van het alarm bereikt, zal een geluidssignaal
geven.
2.5.3 Temperatuur -en luchvochtigheidstrend:
Het weerstation controleert de huidige temperatuur en luchtvochtigheidsgraad.
 
 
 