JUNO JKSI300R8 User manual

JKSI300R8
Gebruik‐
saanwijzing
Kookplaat
User Manual
Hob
Notice d'utili‐
sation
Table de
cuisson
Benutzerin‐
formation
Kochfeld

INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsinformatie 2
Veiligheidsvoorschriften 4
Beschrijving van het product 6
Dagelijks gebruik 8
Aanwijzingen en tips 11
Onderhoud en reiniging 13
Probleemoplossing 13
Montage 16
Technische gegevens 19
Energiezuinigheid 19
Wijzigingen voorbehouden.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een
verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor
toekomstig gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
•Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen.
•Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
•Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
•Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat
als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
•Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
•Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
•Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de werking
van dit apparaat altijd uit te buurt worden gehouden.
2

Algemene veiligheid
•WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op
te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt.
Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
•Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
•WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
•Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel
in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv.
met een deksel of blusdeken.
•LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder
constant toezicht staan.
•WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
•Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
•Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
•Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
•Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische
schokken te voorkomen.
•Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
•WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers
die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen
of door de fabrikant van het apparaat in de
3

gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of
kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn
geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Installatie
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus
mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
• Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
• Als het apparaat geïnstalleerd is boven
lades zorg er dan voor dat de ruimte
tussen de onderkant van het apparaat
en de bovenste lade voldoende is voor
luchtcirculatie.
• De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
• Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte
van 2 mm vrij is tussen het werkblad en
de voorkant van de onderste unit. De
garantie dekt geen schade veroorzaakt
door het gebrek aan een adequate
ventilatieruimte.
Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING! Gevaar
voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
• Gebruik de juiste stroomkabel.
• Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
• Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt geïnstalleerd.
• Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
• Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
4

• Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met onze service-
afdeling of een elektromonteur om een
beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op
zo'n manier worden bevestigd dat het
niet zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen moeten
uit de houder worden verwijderd),
aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Gebruik
WAARSCHUWING! Gevaar op
letsel, brandwonden of
elektrische schokken.
• Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
• Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
• Vertrouw niet alleen op de pandetector.
• Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de inductiekookzones
als het apparaat in werking is.
• Als u eten in de hete olie doet, kan het
spatten.
WAARSCHUWING! Risico op
brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen uit
de buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Leg geen hete deksel op het glazen
oppervlak van de kookplaat.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
5

• Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
• Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glas / glaskeramiek.
Til deze voorwerpen altijd op als u ze
moet verplaatsen op de kookplaat.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om
mee te koken. Het mag niet worden
gebruikt voor andere doeleinden, zoals
het verwarmen van een kamer.
Onderhoud en reiniging
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
• Trek voor onderhoudswerkzaamheden
de stekker uit het stopcontact.
• Gebruik geen waterstralen of stoom om
het apparaat te reinigen.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Verwijdering
WAARSCHUWING! Gevaar
voor letsel of verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correcte
afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat
af en gooi het weg.
Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Indeling kookplaat
180 mm
180 mm
1
1
2
1Inductiekookzone
2Bedieningspaneel
6

Bedieningspaneel lay-out
1 2 3 4 5 6
79 810
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip‐
toets
Functie Opmerking
1AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2Toetsblokkering / Het kin‐
derslot
Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgren‐
delen.
3STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
4- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
6- Timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
7- Om de kookzone te selecteren.
8 / - De tijd verlengen of verkorten.
9 / - Het instellen van de kookstand.
10 Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
Kookstanddisplays
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
7

Display Beschrijving
- De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO-functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
+ cijfer Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
Toetsblokkering / Het kinderslot functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de
kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen-functie is in werking.
Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING! Er
bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
De inductiekookzones creëren de voor het
kookproces benodigde warmte direct in de
bodem van de pan. Het glaskeramiek
wordt verwarmd door de warmte van de
pannen.
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
In- of uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
• alle kookzones zijn uitgeschakeld.
• u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Verwijder het voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
• u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
• u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd gaat
branden en wordt de kookplaat
uitgeschakeld.
De verhouding tussen kookstand en de
tijd waarna de kookplaat uitschakelt:
Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha‐
keld na
, 1 - 2 6 uur
3 - 4 5 uur
8

Kookstand De kookplaat
wordt uitgescha‐
keld na
5 4 uur
6 - 9 1,5 uur
De kookstand
aanraken om te verhogen.
aanraken om te verlagen. Raak en
tegelijkertijd aan om de kookzone uit te
schakelen.
Powerfunctie
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan slechts een beperkte tijd
voor de inductiekookzone worden
ingeschakeld. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste
kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: raak
of aan.
Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de warmtestand voor de
kookzone in en dan de functie.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de gewenste
kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen of de tijd
te wijzigen: raak of van de timer
aan om de tijd in te stellen (00 - 99
minuten). Als het lampje van de kookzone
langzaam gaat knipperen, wordt de tijd
afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer de
kookzone met . Het indicatielampje van
de kookzone gaat sneller knipperen. Op
het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
De functie uitschakelen: stel de
kookzone in met en raak aan. De
resterende tijd telt af naar 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat uit.
Als de tijd verstreken is, klinkt
er een geluidssignaal en
knippert 00. De kookzone
wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken. De warmtestand op het display
toont .
De functie inschakelen: raak aan.
Raak of van de timer aan om de tijd
in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt
er een geluidssignaal en knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: raak
aan.
De functie heeft geen invloed
op de werking van de
kookzones.
STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones die in
werking zijn in op de laagste kookstand.
Als de functie in gebruik is, kunt u de
kookstand niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
9

Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen
terwijl de kookzones in werking zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat de
kookstand per ongeluk wordt veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet, stopt
u deze functie ook.
Het kinderslot
Deze functie voorkomt dat de kookplaat
onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit met
.
Om de functie uit te schakelen: schakel
de kookplaat in met . Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Schakel de kookplaat uit met
.
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met ,
treedt de functie weer in werking.
OffSound Control (In- en
uitschakelen van de geluiden)
De geluidssignalen zijn
ingeschakeld.
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan van de zone
linksvoor om één van het volgende te
kiezen:
• - de signalen zijn uit
• - de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op staat, kunt u de
geluiden alleen horen als:
• u aanraakt
• Kookwekker naar beneden komt
• Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
• u iets op het bedieningspaneel plaatst.
Als het apparaat uitschakelt bij
een stroomstoring, wordt de
vorige instelling niet bewaard.
Vermogensbeheer-functie
• Alle kookzones zijn aangesloten op één
fase. Zie afbeelding.
• De fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
• De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones.
• De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones de 3700 W overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen naar
de andere kookzones.
• Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
10

AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Kookgerei
Bij een inductiekookzone zorgt
een sterk elektromagnetisch
veld ervoor dat het kookgerei
erg snel heet wordt.
Gebruik de inductiekookzones
met geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
•correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt voor
inductie door de fabrikant).
•niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• een beetje water kookt snel op een
zone die ingesteld is op de hoogste
instelling.
• een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk
zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de grootte
van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
• krakend geluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
• fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand en
als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
• zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
• klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
• sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
11

Voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van
de kookstand en de kookzone is niet
lineair. Wanneer u de kookstand verhoogt,
is dit niet proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat de kookzone met de medium
kookstand minder dan de helft van het
vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Kookstand Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1 Bereide gerechten warmhou‐
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: bo‐
ter, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten, ge‐
bakken eieren.
10 -
40
Met deksel bereiden.
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk‐
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 -
50
Voeg minstens tweemaal zo‐
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het be‐
reiden tussendoor roeren.
3 - 4 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 -
45
Een paar eetlepels vocht toe‐
voegen.
4 - 5 Aardappelen stomen. 20 -
60
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
4 - 5 Bereiden van grotere hoeveel‐
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 -
150
Tot 3 l vloeistof plus ingrediën‐
ten.
6 - 7 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko‐
teletten, rissoles, worstjes, le‐
ver, roux, eieren, pannenkoe‐
ken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
7 - 8 Door-en-door gebraden, opge‐
bakken aardappelen, lenden‐
biefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou‐
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is geacti‐
veerd.
12

ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Algemene informatie
• Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
• Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op de
werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het oppervlak
van de kookplaat.
• Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat.
De kookplaat schoonmaken
•Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders kan
het vuil de kookplaat beschadigen. Doe
voorzichtig om brandwonden te
voorkomen. Plaats de speciale
schraper schuin op de glazen plaat en
verwijder resten door het blad over het
oppervlak te schuiven.
•Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende verkleuringen.
Reinig de kookplaat met een vochtige
doek en een beetje niet-schurend
reinigingsmiddel. Droog de kookplaat
na reiniging af met een zachte doek.
•Verkleuring glanzende metalen
verwijderen: reinig het glazen
oppervlak met een doek en een
oplossing van water met azijn.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de kookplaat niet in‐
schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aange‐
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan‐
sluitdiagram.
De zekering is doorgesla‐
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is.
Als de zekeringen keer op
keer doorslaan, neemt u
contact op met een erkende
installateur.
13

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Schakel de kookplaat op‐
nieuw in en stel de kook‐
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt twee of meer tiptoet‐
sen tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te‐
gelijk aan.
STOP+GO-functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
Er ligt water of vetspatten op
het bedieningspaneel.
Reinig het bedieningspa‐
neel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uitge‐
schakeld.
Er weerklinkt een geluidssig‐
naal als de kookplaat wordt
uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoet‐
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
De restwarmte-indicator
gaat niet aan.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is be‐
diend.
Als de kookzone lang ge‐
noeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten‐
service.
De kookstand schakelt tus‐
sen twee kookstanden.
De Powerfunctie is in werk‐
ing.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
De sensorvelden worden
warm.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie‐
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones in‐
dien nodig.
Er klinkt geen signaal wan‐
neer u de sensorvelden van
het bedieningspaneel aan‐
raakt.
De signalen zijn uitgescha‐
keld.
Schakel de signalen in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden. De automatische uitschake‐
ling is in werking getreden.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden. De kinderbeveiliging of
toetsblokkering is actief.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden. Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
14

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Techni‐
sche informatie'.
en een getal gaat bran‐
den.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
Ontkoppel de kookplaat eni‐
ge tijd van de stroomtoe‐
voer. Ontkoppel de zekering
uit het elektrische systeem
van het huis. Sluit het appa‐
raat opnieuw aan. Als
weer gaat branden, neem
dan contact op met de klan‐
tenservice.
gaat branden. Er is een storing opgetreden
in de kookplaat, omdat er
kookgerei is drooggekookt.
Automatische uitschakeling
en de oververhittingsbe‐
scherming voor de zones
zijn in werking getreden.
Schakel de kookplaat uit.
Verwijder het hete kookge‐
rei. Schakel na ongeveer 30
seconden de kookzone op‐
nieuw in. Als het probleem
lag bij het kookgerei, ver‐
dwijnt het foutbericht. De
restwarmte-indicator kan
blijven branden. Laat het
kookgerei voldoende afkoe‐
len. Controleer of uw kook‐
gerei geschikt is voor de
kookplaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
Als u het probleem niet kunt
oplossen...
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling. Zie voor
deze gegevens het typeplaatje. Geef ook
de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek
van het glazen oppervlak) en de
foutmelding die wordt weergegeven.
Verzeker u ervan dat u de kookplaat
correct gebruikt heeft. Bij onjuist gebruik
van het apparaat wordt het bezoek van de
onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
15

Labels meegeleverd in de zak
met accessoires
Bevestig de stickers zoals hieronder
weergegeven:
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO
DATA
MOD.
PROD.NO.
SER.NO.
03 IT
MADE IN ITALY
TYPE
IP20
0049
A B C
A. Plak het op de garantiekaart en
verstuur dit deel (indien van
toepassing).
B. Plak het op de garantiekaart en
bewaar dit deel (indien van
toepassing).
C. Plak het op het instructieboekje.
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient u
de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Model .......................................
Productnummer
(PNC) ........................................
Serienummer ...........................
Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
Aansluitkabel
• De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
• Vervang de beschadigde
voedingskabel door het volgende
netsnoer (of hoger): H05V2V2-F T min.
90°C. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
16

De afdichting bevestigen
1. Reinig het werkblad rond de plek waar
het gat moet worden uitgezaagd.
2. Bevestig de meegeleverde afdichtstrip
tegen de onderrand van de kookplaat
langs de buitenrand van de
keramische plaat. Rek het afdichtband
daarbij niet uit. Zorg dat de uiteinden
van de afdichtstrip zich in het midden
van een van de zijden van de
kookplaat bevinden.
3. Tel een paar mm bij de af te knippen
lengte van de afdichtstrip.
4. Duw de twee uiteinden van de
afdichtstrip samen.
Montage
min.
50mm
min.
500mm
min.
2mm
min. 2 mm
AB
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min
30 mm
min. 500 mm
< 20 mm
> 20 mm
min. 2 mm
AB
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min. 500 mm
17

270+1mm
R 5mm
min.
55mm
490+1mm
min.
38 mm
min.
2 mm
min.
12 mm
min.
2 mm
De montage van meer dan één
kookplaat
40-50 mm
55 mm
30 mm
min. 650 mm 490 mm
270 mm
Als er meerdere kookplaten van 30 cm
naast elkaar in dezelfde opening
gemonteerd worden is hiervoor een
montageset verkrijgbaar - bestaande uit
een draagbeugel aan de zijkant en
aanvullende afdichtingen - bij onze
Klantenservice. De bijbehorende
installatie-instructies zitten in de
verpakking van deze set.
18

TECHNISCHE GEGEVENS
Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal ver‐
mogen (max
warmte-in‐
stelling) [W]
Powerfunctie
[W]
Powerfunctie
maximale
duur [min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Middenvoor 1800 2500 10 145 - 180
Middenachter 1800 2500 10 145 - 180
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in de
tabel. Het verandert met het materiaal en
de afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten
alleen kookgerei met een diameter niet
groter dan vermeld in de tabel.
ENERGIEZUINIGHEID
Productinformatie volgens EU 66/2014
Modelidentificatie JKSI300R8
Type kooktoestel Ingebouwde
kookplaat
Aantal kookzones 2
Verwarmingstechnologie Inductie
Diameter ronde kookzones
(Ø)
Middenvoor
Middenachter
18,0 cm
18,0 cm
Energieverbruik per kook‐
zone (EC electric cooking)
Middenvoor
Middenachter
180,5 Wh / kg
180,5 Wh / kg
Energieverbruik van de
kookplaat (EC electric hob)
180,5 Wh / kg
EN 60350-2 - Huishoudelijke elektrische
kookapparaten - deel 2: Kookplaten -
Methodes voor het meten van de prestatie
Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
• Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel op
de pan.
• Zet uw kookgerei op de kookzone
voordat u deze activeert.
• Zet kleiner kookgerei op kleinere
kookzones.
• Plaats het kookgerei precies in het
midden van de kookzone.
• Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
19

MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de volksgezondheid
te beschermen en recycle het afval van
elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk
afval. Breng het product naar het
milieustation bij u in de buurt of neem
contact op met de gemeente.
20
Table of contents
Languages:
Other JUNO Hob manuals

JUNO
JUNO JKSN606F5 User manual

JUNO
JUNO JKSN606F5 User manual

JUNO
JUNO JKSI808F9 User manual

JUNO
JUNO JKSI604F9 User manual

JUNO
JUNO JKSN604F5 User manual

JUNO
JUNO JKSI300R1 User manual

JUNO
JUNO JKSI605R1 User manual

JUNO
JUNO JKSI804F5 User manual

JUNO
JUNO JKSI808F5 User manual

JUNO
JUNO JKSI605F5 User manual

JUNO
JUNO JKSI808F9 User manual

JUNO
JUNO JKSN301R1 User manual

JUNO
JUNO JKSI808R5 User manual

JUNO
JUNO JKFN604F5 User manual

JUNO
JUNO JKSI603F9 User manual

JUNO
JUNO JKFN604F5 User manual

JUNO
JUNO JKSN604F5 User manual

JUNO
JUNO JEC7760B Operator's manual

JUNO
JUNO JKSI808R9 User manual

JUNO
JUNO JKSN807F5 User manual