M-system PRF 1060 Installation and operating instructions

PRF 1060
MAXI OVEN
FORNUIS
Gebruiks-en
Installatievoorschriften
MAXI BACKOFEN
HERDE
Gebrauchsanweisung
Installationsanleitung
COCINA
MAXI HORNO
Instrucciones de uso
Consejos para la instalación
MAXI OVEN
COOKER
Instruction for the use
Installation advice
NL
ES

2
Instruction for the use - Installation advice
English Page 111
Gebrauchsanweisung Installationsanleitung
Deutsch Seite 39
Instrucciones de uso - Consejos para la instalación
Español Página 75
Gebruiks-en installatievoorschriften
Nederlands Bladzijde 3

3
Lees de aanwijzingen met de grootste aandacht voordat u het apparaat installeert of
gebruikt.
LET OP: Dit apparaat moet in overeenstemming met de geldende voorschriften geïnstal-
leerd worden in een continu geventileerd vertrek.
Mevrouw, Juffrouw, Mijnheer,
U heeft onlangs een van onze fornuizen aangekocht en wij danken u
voor uw vertrouwen. Uw fornuis werd met de grootste zorg ontwor-
pen, vervaardigd en getest met het oog op uw volkomen tevredenheid.
Opdat u het optimaal zou kunnen gebruiken en de gewenste resultaten
zou bereiken, bevelen wij aan deze GEBRUIKSHANDLEIDING aan-
dachtig te lezen.
De instructies en wenken in deze handleiding zullen een doel-
treffende hulp zijn om alle kwaliteiten van uw nieuwe toestel te ont-
dekken.
Dit fornuis mag enkel worden gebruikt voor het doel waartoe het
werd ontworpen, met name de bereiding van eetwaren.
Alle ander gebruik dient als onjuist en gevaarlijk te worden
beschouwd.
Wij wijzen elke aansprakelijkhid van de hand in geval van schade
wegens onjuist, verkeerd of irrationnel gebruik van het toestel.
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE RAADGEVINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN
ELEKTRISCHE APPARATEN
Bij het gebruik van een elektrisch apparaat dient u enkele levensbelangrijke voorzorgs-
maatregelen in acht te nemen.
In het bijzonder:
– raak het toestel nooit aan als uw handen of voeten vochtig zijn.
– gebruik het toestel nooit als u blootsvoets bent.
– vermijd dat kinderen of onbekwamen het toestel gebruiken zonder toezicht.
De fabrikant wijst alle aansprakelijkheid af bij schade veroorzaakt door onjuist, verkeerd
of irrationeel gebruik.
Gebrauchsanweisung Installationsanleitung
Nederlands

4
BELANGRIJKE RAADGEVINGEN
●Controleer na het uitpakken of het
toestel volledig en onbeschadigd is.
Gebruik het niet bij twijfel, maar wend
u tot een doorverkoper of roep er een
vakkundig technicus bij.
●De verpakkingsonderdelen (plastic
zakken, polystyreen, spijkers, sluits-
trips, enz.) moeten buiten het bereik
van kinderen worden gehouden, want
zij vormen een potentiele bron van
gevaar.
●Probeer mooit de technische kenmer-
ken van het toestel te veranderen
want dat kan gevaar inhouden.
●Ga nooit over tot onderhoud of reini-
ging van het toestel zonder dat u het
vooraf van het stroomnet heeft afge-
koppeld.
●Als u beslist het toestel niet meer te
gebruiken of als u uw oude toestel wil
opruimen, is het aanbevolen het eerst
onbruikbaar te maken op de manier
die is bepaald door de geldende nor-
men inzake gezondheids-en milieu-
bescherming. Onderdelen die een
gevaar voor kinderen kunnen beteke-
nen, moeten onschadelijk worden
gemaakt.
●Vermijd dat kinderen of onbekwamen
het toestel gebruiken zonder toezicht.
●Controleer nadat u het komfoor heeft
gebruikt of alle gasknoppen in de
gesloten stand staan en draai de
kraan van de toevoerleiding of gas-
fles dicht.
●Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat, vooral wanneer dit gebruikt
wordt.
●Tijdens en na het gebruik van de
oven bereiken enkele elementen en
delen van het fornuis zeer hoge tem-
peraturen (bijvoorbeeld het glas van
de ovendeur). Raak deze oververhitte
de!en niet aan.
●
Verwijder de eventueel aanwezige
beschermfolie van het komfoor voor-
dat u met het installeren begint.
●
Zet geen ontvlambare materialen in
de oven of in het accessoirevak, want
die zouden vlam kunnen vatten tij-
dens de werking van het apparaat.
●
Controleer of de kabels van andere
huishoudelijke apparaten in de buurt
van het fornuis niet in aanlaking
komen met de warme kookplaat of
vast blijven zitten tussen de oven-
deur.
●
Bekleed de ovenwanden in geen
geval met aluminiumfolie. Zet geen
bakblikken of ovenschalen op de
bodem van de oven.
●
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor schade die te
wijten is aan het oneigenlijke, foute of
onverstandige gebruik van het toe-
stel.
●
De componenten van het fornuis kun-
nen gerecycleerd en dus opnieuw
gebruikt worden. Voor verwerking
ervan als afval gelden de normen die
in het land waarin het apparaat
gebruikt wordt, van kracht zijn. In
geval van definitieve buitenbedrijfstel-
ling moet de voedingskabel worden
afgesneden.
EERSTE INGEBRUIKNEMING VAN
DE OVEN
Het is aanbevolen de volgende
instructies te volgen:
– Monteer de laterale roosters in de
oven zoals beschreven in het hoofd-
stuk “MONTEREN EN DEMONTE-
REN VAN DE ZIJPLATEN”.
– Plaats de roosters en de druippan.
– Verwarm de lege oven op maximaal
vermogen om alle vetsporen op de
verwarmingselementen te verwijde-
ren, zoals beschreven in het desbe-
treffende hoofdstuk.
– Reinig de binnenzijde van de oven
met een doek die u nat heeft
gemaakt met water en een neutraal
detergent. Droog grondig af.

5
1 - KOOKTAFEL
Afb. 1.1
ALGEMENE KARAKTERISTIEKEN:
1. Superbrander met driedubbele krans (TC)3,50 kW
2. Halfsnelle brander (SR) 1,75 kW
3. Snelle brander (R) 3,00 kW
4. Snelkookplaat (A) 1,00 kW
5. Halfsnelle brander (SR) 1,75 kW
6. Snelkookplaat (A) 1,00 kW
25
16
3
4

6
2 - KNOPPENBORD
KNOPPENBORD
Beschrijving van de bedieningsknoppen
1. Elektronische programmeereenheid
2. Keuzeknop voor de bediening van de oven
3.Thermostaatknop
4. Bedieningsknop brander links voor
5. Bedieningsknop brander links achter
6. Bedieningsknop brander middenvoor
7. Bedieningsknop brander middenachter
8.Bedieningsknop brander rechts achter
9. Bedieningsknop brander rechts voor
Controlelampje:
10. Controlelampje oven
Afb. 2.1
A
U
T
O
123456789
10

7
3 - KOOKTAFEL BEDIENINGSVOOR-SCHRIFT
GEBRUIK VAN DE BRANDERS
De gastoevoer naar de brander wordt
bediend door een knop (Afb. 3.1).
Door het merkteken op de knop rechto-
ver de verschillende symbolen op het
bedieningsbord te plaatsen bekomt
men:
- merkpunt ●: gesloten kraan
(uitgedoofde brander)
- merkpunt : vol debiet
(brander op maximum)
- merkpunt : vertraagd debiet
(brander op minimum)
Afb. 3.1
Afb. 3.2
ELEKTRISCHE ONTSTEKING
Om de branders aan te steken:
1 –
Om een brander te ontsteken moet u
de bijbehorende bedieningsknop
indrukken en naar de hoogste stand
(grote vlam ) draaien; houd de
bedieningsknop ingedrukt totdat de
brander aan is.
(Als de stroom is uitgevallen kunt u de
brander ontsteken door er een vlam
bij te houden).
2 – Regel de gaskraan op de gewenste
stand.
Als de branders met moeite ontbranden
vanwege de eigenschappen van het gas
dat het plaatselijke gasbedrijf levert, pro-
beer het dan met de knop op de laagste
stand.
Gebruik de hoogste stand om vloeistof
snel aan de kook te brengen en de laag-
ste stand voor het voorzichtig opwarmen
van voedsel en om vloeistof aan de kook
te houden.
Zet de bedieningsknop altijd op een stand
tussen de hoogste en de laagste stand,
en nooit tussen de hoogste en de geslo-
ten stand.
Controleer na het koken altijd of u
de bedieningsknop naar de geslo-
ten stand heeft teruggedraaid.
Wanneer u het komfoor niet
gebruikt is het verstandig om de
kraan op de gastoevoer dicht te
draaien.

8
KEUZE VAN BRANDERS
De positie van de branders staat aange-
duid op het bedieningsbord. Het sym-
bool met verschillende kleur of grafisme
duidt de brander aan die bediend wordt
door de kraan die zich er net onder
bevindt.
De brander dient gekozen te worden in
funktie van de diameter en de inhoud
van de gebruikte kookpan.
Ter inlichting: de branders en kookpan-
nen moeten volgens de hiernavolgende
aanduidingen gebruikt te worden:
Het is belangrijk dat de diameter van de
kookpan aangepast is aan het vermo-
gen van de brander teneinde het hoog
rendement van de branders zo goed
mogelijk te gebruiken en het onnodig
gasverbruik te vermijden. Een kleine
kookpan op een grote brander plaatsen
teneinde het gerecht vlugger aan de
kook te brengen, dient tot niets want de
warmteabsorptie blijft steeds dezelfde
tegenover het volume en de oppervlakte
van de braadpan.
Afb. 3.3
LUCHTSTRAAL
(koelventilator) LUCHTSTRAAL
(koelventilator) LUCHTSTRAAL
(koelventilator)
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE SNELLE BRANDER
Afb. 3.4
BRANDERS DIAMETER KOOKPANNEN
Hulpbrander 12 - 14 cm
Half-snelle 16 - 24 cm
Snelle 24 - 24 cm
Driedubbele kroon
26 - 28 cm
Gebruik geen pannen met een holle
of bolle bodem

9
GEBRUIKSAANWIJZINGEN VOOR DE DRIEVOUDIGE BRANDER (Afb. 3.5a - 3.5b)
Plaats een pan met een platte bodem rechtstreeks op de pannendrager.
Wanneer u een WOK pan gebruikt, moet u de meegeleverde standaard op de brander
plaatsen om een slechte werking van de drievoudige brander te voorkomen (Afb. 3.5a -
3.5b).
Afb. 3.5a
FOUT
Afb. 3.5b
GOED

10
4 - ELEKTRISCHE MULTIFUNKTIE OVEN
Opgelet :
Tijdens de werking van de oven is de
ovendeur warm.
Houdt de jonge kinderen op afstand.
ALGEMENE KENMERKEN
Zoals zijn naam het zegt, gaat het hier
om een oven die specifieke funktionele
kenmerken bezit Het is inderdaad moge-
lijk 7 verschillende funkties te gebruiken
om aan elke kookvereiste te voldoen.
Deze 7 funkties, met thermostatische
controle, worden verwezenlijkt door 4
verwarmingselementen:
– onderweerstand 1725 W
– bovenweerstand 1725 W
– grillweerstand 2500 W
– ringvormige weerstand 2500 W
– Ventilatiemotor 25 W
– Ovenlamp 15 W
OPMERING:
Voor het eerste gebruik is het raadzaam
om de lege oven 30 minuten op stand
te laten werken en vervolgens nogmaals 30
minuten op de maximumtemperatuur (ther-
mostaatknop op 225°C) in de standen
en , om alle sporen van vet van de ver-
warmingselementen te verwijderen.
Maak de oven en zijn accessoires schoon
met warm water en vloeibaar afwasmiddel.
WAARSCHUWING:
De deur is heet. Gebruik het handvat.
WERKINGSPRINCIPE
Het opwarmen en koken met de MULTI-
FUNKTIE oven gebeurt als volgt:
a. door natuurlijke convectie
De warmte wordt produceerd door de
boven- en onderweerstand.
b. door gedwongen convectie
Een turbine zuigt de lucht in de moffel
van de oven aan, stuwt deze door de
witgloeiende schroefgangen van een
elektrische weerstand en stuwt deze
weer in de moffel. De warme lucht -
alvorens weer aangezogen te worden
om dezelfde cyc/us te hernemen -
omhult de gerechten in de oven waar-
door deze vlug en volledig gaarge-
kookt worden.
Bovendien kan men verschillende
gerechten tegelijkertijd koken.
c. door semi-gedwongen convectie
De door de boven- en onderweerstand
geproduceerde warmte wordt door de
turbine in de oven verdeeld.
d. door straling
De warmte wordt door de infra-roods-
tralen van de grillweerstand uitge-
straald.
e. door straling en ventilatie
De door de infra-roodgrillweerstand
uitgestraalde warmte wordt door de
turbine in de oven verdeeld.
f. ventilatie
Het voedsel wordt zonder verwarming
door de ventilator ontdooid.

11
50
75
100
125
150
175
200
225
Afb. 4.1 Afb. 4.2
VERLICHTING
Bij het instellen van de knop in deze positie, licht het ovenlampje (15 W) op.
De oven blijft verlicht als de schakelaar op één van de funkties is ingesteld.
THERMOSTAAT (Afb. 4.2)
De verwarmingselementen van de oven
worden ingeschakeld door de knop op de
gewenste funktie te plaatsen en door de
thermostaatknop op de gewenste tempe-
ratuur in te stellen.
De controle van de werking (ON-OFF)
van de verwarmingselementen wordt uit-
gevoerd door de thermostaat; zijn wer-
king wordt aangegeven door het lampje
op het knoppenbord.
TRADITIONEEL KOKEN-CONVECTIE
Werking van de onder- en bovenweerstand.
De warmte wordt door natuurlijke convectie verspreid en de temperatuur moet geregeld
worden van 50° tot 225 °C met de thermostaatknop. De oven dient voorverwarmd te wor-
den alvorens de gerechten in de oven te plaatsen.
Aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die volledig gaargekookt moeten worden.
Vb: gebraad, varkensribben, schuimgebak (meringue).
BAKSTANDENSCHAKELAAR (Afb. 4.1)
Draai de knop met de klok mee om één
van de bakstanden in te stellen.

12
ROOSTEREN MET DE GRILL
Werking van de elektrische weerstand met infra-roodstraling.
Met de ovendeur dicht gebruiken en met de thermostaatknop op een stand tussen 50° en
225°C voor ten hoogste 15 minuten en vervolgens op 175°C.
De grill niet langer dan 30 min. gebruiken.
Opgelet : tijdens de werking van de oven is de ovendeur warm. Houdt de jonge kinde-
ren op afstand.
Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “Gebruik van de grill”
Aangeraden Gebruik:
Traditioneel roosteren met de grill, braden, bruinen, gratineren, roosteren, enz.
KOKEN MET WARME LUCHT
Werking van de ringvormige weerstand en van de turbine.
De warmte wordt door gedwongen convectie verspreid en de temperatuur dient geregeld
te worden van 50° tot 225 °C d.m.v. de thermostaatknop. De oven moet niet voorver-
warmd worden.
Aangeraden Gebruik:
Voor gerechten die een goedgebakken korstje moeten hebben en binnen zacht of roze
dienen te zijn.
Vb.: lasagne, lamsvlees, rosbif, gehele vissen, enz.
ONTVRIEZEN VAN INGEVRO REN VOEDINGSMIDDELEN
Enkel werking van de ovenventilator.
Te gebruiken met de thermostaatknop op stand
“●”
daar elke andere stand geen enkele
uitwerking heeft.
Het ontvriezen gebeurt door de ventilatie, zonder verwarming.
Aangeraden Gebruik:
Om snel de ingevroren gerechten te ontvriezen.
Ongeveer één uur per kilo.
De duur variëert in funktie van de kwaliteit en het soort te ontvriezen voedingsmiddelen.

13
WARMHOUDEN VAN GEKOOKTE GERECHTEN OF ZACHTJES OPWARMEN VAN GERECHTEM
Werking van de bovenweerstand, van de ringvormige weerstand en de turbine.
De warmte wordt verspreid door gedwongen convectie, met meer intensiteit op het
niveau van de bovenweerstand.
De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 140°C met de thermostaatknop.
Aangeraden Gebruik:
Om vooraf gekookte gerechten warm te houden. Om zachtjes de reeds gekookte gerech-
ten op te warmen.
KOKEN MET GEVENTILEERDE GRILL
Werking van de infra-roodgrillweerstand en de turbine.
De warmte wordt hoofdzakelijk verspreid door straling en de ventilator verdeelt de warm-
te over de ganse oven.
De temperatuur moet d.m.v. de thermostaatknop worden geregeld
op een stand tussen 50° en 175° (voor maximaal 30 minuten).
De oven moet voorverwarmd worden gedurende 5 minuten.
Attentie: Voor gebruik moet de deut-van de oven gesloten zijn.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
Voor een correct gebruik verwijzen wij naar het hoofdstuk “ROOSTEREN EN GRATINEREN” .
Aangeraden Gebruik:
Voor het roosteren van gerechten waarvan de buitenkant gebruind moet worden om het
vleessap binnenin te behouden. Vb: kalfsbiefstuk, entre-côte, hamburger, enz.
KOKEN MET GEDWONGEN CONVECTIE
Werking van de onder- en bovenweerstand en van de turbine.
De boven-en onderwarmte wordt in de oven verdeeld door semi gedwongen convectie.
De temperatuur dient geregeld te worden van 50° tot 225 ° C met de thermostaatknop.
Aangeraden Gebruik:
Voor grote hoeveelheden en grotere volumes die gelijkmatig moeten gebakken of gebra-
den worden.
Vb.: roulades, kalkoen, lamsbout, taart, enz.

14
KOOKWENKEN
STERILISEREN
Het steriliseren van levensmiddelen in
bokalen gebeurt als volgt (volle bokalen,
hermetisch gesloten):
a. de schakelaar op stand plaatsen;
b. de thermostaatknop op stand 185 °C
plaatsen en de oven voorverwarmen;
c. de druipplaat met warm water vullen;
d. de bokalen op de druipplaat zetten en
erop letten dat ze elkaar niet raken;
de deksels bevochtigen met water; de
ovendeur sluiten en de thermostaat-
knop op stand 135 °C plaatsen.
Wanneer het steriliseren begint, t.w.
wanneer er luchtbellen in de bokalen
gevormd wor den, de oven uitschakelen
en laten afkoelen.
VERBETEREN
De schakelaar op stand plaatsen en
de thermostaatknop op stand 150 °C.
Brood wordt weer knappend vers als
men het ongeveer 10 minuten in de oven
plaatst nadat het lichtjes bevochtigd
werd.
BRADEN
Om op de klassieke manier te braden
(gaar gebakken) volstaat het volgende
punten in acht te nemen:
– de oventemperatuurinstellen tussen
180° en 200 ° C .
– de hoeveelheid en de kwaliteit van het
vlees.
SIMULTAAN KOKEN
De standen
en
de MULTIFUNK-
TIE oven laten toe verschillende hete-
rogene bereidingen simultaan te koken.
Aldus kan men tezelfdertijd verschillen-
de gerechten koken zoals vb. vis, taart
en vlees zonder dat de aroma’s en sma-
ken zich vermengen.
Dit is mogelijk omdat de dampen en vet-
ten geoxydeerd worden door de elektri-
sche weerstand en zich dus niet kunnen
afzetten op de gerechten.
De enige te nemen voorzorgen zijn:
– de kooktemperaturen moeten zo dicht
mogelijk bij elkaar liggen met een ver-
schil van maximum 20° tot 25 °C tus-
sen de extreem vereiste temperaturen
voor de verschillende gerechten;
– de gerechten zullen op verschillende
tijdstippen in de oven geplaast wor-
den, rekening houdend met de ver-
schillende kookduur.
Het resultaat van deze kookwijze is een
evidente energie en tijdbesparing.

15
Ter informatie geven we in volgende
tabel enkele gerechten met hun berei-
dingstemperauren in °C.
Tijd en temperatuur schommelen afhan-
kelijk van de hoeveelheid en de grootte
van de stukken.
GERECHTEN TEMPERATUUR
Savoiegebakjes 150°
Chocoladecake 150°
Rijst in de oven 150°
Konijnepastei 175°
Kaassoufflé 175°
Rundsvlees met uitjes 175°
Macaronikrans 175°
Vier-vierde gebak 175°
Karamelvla 175°
Gevulde tomaten 200°
Pizza 200°
Zeebrasem met uitjes 200°
Forel met amandelen 200°
Wijting in de oven 200°
Eend 200°
Aardappelen in de oven 200°
Appeltaart 200°
Soezendeeg 200°
Geroosterde paprika’s 200°
Kalfskotelet 200°
Varkenskotelet 200°
Lamskotelet 225°
Kalfsgebraad 225°
Kippegebraad 225°
Appelen in de oven 225°
Eieren in vuurvaste schoteltjes 225°
Omelet 225°
Rundsgebraad 225°
Lamsbout 225°
Lamsschouder 225°
Gegratineerde macaroni 225°
ROOSTEREN EN GRATINEREN
Met de schakelaar op stand kan het
roosteren zonder braadspit gbeuren,
daar delucht volledig rond de gerechten
verspreid wordt. De thermostaatknop op
stand 175°C plaatsen en na voorverwar-
ming van de oven de gerechten op het
rooster plaatsen, de ovendeur sluiten en
de oven laten verder verwarmen tot het
roosteren voleindigd is.
Voor het eind van de kooktijd enkele
boterkrulletjes toevoegen om het mooie
gravneffekt te bekomen.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
KOKEN MET DE GRILL
De oven moet voorverwarmd worden
gedurende 5 minuten.
Voor gebruik moet de deur van de oven
gesloten zijn.
Het gerecht op het ovenroosterplaatsen
dat zo hoog mogelijk in de oven wordt
geschoven.
Breng de ovenschaal onder de grill aan,
om het vet en de sappen op te vangen.
Attentie: Voor gebruik moet de deur
van de oven gesloten zijn.
De grill niet langer dan 30 min.
gebruiken.
Attentie: tijdens het gebruik wordt de
ovendeur zeer heet.
Houd kinderen weg van de oven.
KOKEN MET DE OVEN
De oven voorverwarmen op de gewens-
te temperatuur.
Wanneer de oven de gewenste tempe-
ratuur bereikt heeft, het gerecht in de
oven plaatsen en de kooktijd nakijken.
De oven 5 min. voor het eind van de
kooktijd uitschakelen om de in de oven
opgestapelde warmte te benutten.

16
5 - ELEKTRONISCHE DIGITALE PROGRAMMERING
De elektronische programmering is een
mechanisme met de volgende functies:
– 24-uurs klok met lichtgevend display
– Kookwekker (in te stellen tot aan 23
uur en 59 minuten)
– Programma voor automatisch bakken
in de oven.
– Programma voor half-automatisch
bakken in de oven.
Beschrijving van de drukknoppen:
Kookwekker
Baktijd
Einde baktijd
Handmatige bediening en
ongedaan maken van de
ingeschakelde programma’s.
Vooruit zetten van de cijfers van
alle functies
Achteruit zetten van de cijfers van
alle functies en instellen van het
geluidssignaal.
Beschrijving van de oplichtende
tekens:
AUTO - knipperend - Programmering
op automatische bediening maar nog
niet geprogrammeerd (men kan de oven
niet aan zetten).
AUTO - Brandt, maar knippert niet -
Programmering op automatische of hal-
fautomatische bediening met inge-
schakeld programma.
Programmering op handmatige
bediening of automatisch bakken in
werking.
Kookwekker in werking
en AUTO - knipperend en met
geluidssignaal - Verkeerde pro-
grammering (de baktijdinstelling is
langer dan de instelling van einde
baktijd).
Opmerking: Het programmeren (met
één hand) gebeurt door het indrukken
van de knop die overeenkomt met de
gewenste functie.
Nadat men deze weer heeft losgelaten
dient men binnen 5 seconden de tijd in te
stellen met de toetsen of edere
keer dat de stroom uitvalt wordt de pro-
grammering op nul gezet.
A
U
T
O
Afb. 5.1 Afb. 5.2

17
DIGITAALKLOK (afb. 5.2)
De programmeer-eenheid is voorzien van
een elektronische klok met lichtgevende cij-
fers die de uren en de minuten aangeven.
Bij de eerste aansluiting van de oven op het
elektriciteitsnet of na een stroomstoring zijn
er drie knipperende nullen zichtbaar op het
display van de programmeer-eenheid.
Om de tijd in te stellen dient U het knopje
en vervolgens het knopje of
ingedrukt houden totdat de klok op de juiste
tijd staat (afb. 5.2).
Er bestaat ook een ander systeem: druk de
knopje egelijk in en druk tegelijker-
tijd op de knopjes of .
Opmerking: Bij het instellen van de tijd
worden eventuele in werking zijnde of inge-
stelde programma’s op nul gezet.
HANDMATIGE BEDIENING VAN DE
OVEN ZONDER PROGRAMMERING
(afb. 5.3)
Om de oven handmatig te bedienen, zon-
der gebruik van de programmering, moet
het knipperende opschrift AUTO worden
uitgezet door op de knop te drukken
(het opschrift AUTO zal uitgaan, terwijl het
symbool gaat branden).
Let op: Als het opschrift AUTO niet knip-
pert (hetgeen betekent dat er al een bak-
programma is ingesteld) zorgt het
indrukken van de knop voor het wissen
van het programma en voor het omschake-
len naar de handmatige bediening.
Indien de oven aanstaat dient men
hem handmatig uit te zetten.
ELEKTRONISCHE KOOKWEKKER (afb. 5.4)
De kookwekkerfunctie bestaat slechts uit
een geluidssignaal dat ingesteld kan
worden voor een tijdsbestek van maxi-
maal 23 uur en 59 minuten.
Om de tijd in te stellen moet U op het
knopje drukken en vervolgens op
het knopje of totdat het display
de gewenste tijd aangeeft (afb. 5.4).
Als de kookwekker is ingesteld verschijnt
de tijd van de klok weer op het display
en gaat het symbool branden.
Het terugtellen begint onmiddellijk.
Dit is op elk gewenst moment te zien op
het display wanneer U het knopje
indrukt.
Als de ingestelde tijd verstreken is gaat
het symbool uit en hoort U een repe-
terend geluidssignaal dat uitgezet kan
worden door op een willekeurige knop te
drukken.
INSTELLING VAN DE TOON VAN HET
GELUIDSSIGNAAL
Door op de knop te drukken hoort U
na elkaar drie verschillende klanken.
Het als laatste gehoorde geluidssignaal
blijft ingesteld.
Afb. 5.3
A
U
T
O
Afb. 5.4

18
3. Stel de temperatuur en de bakfunctie
in met behulp van de schakelaar en de
thermostaat van de oven (zie de betref-
fende hoofdstukken).
De oven is nu geprogrammeerd en alle
zal automatisch functioneren: de oven
zal op het juiste moment worden inge-
schakeld en vervolgens, na het ver-
strijken van de baktijd op het gepro-
grammeerde tijdstip weer uit te gaan.
Tijdens het bakken blijft het symbool ,
branden en door op de knop te
drukken kan men op het display aflezen
hoe lang het nog duurt tot het einde van
de baktijd.
Het bakprogramma kan op ieder gewen-
st ogenblik worden uitgeschakeld door
op de knop te drukken.
Na het verstrijken van de ingestelde
baktijd wordt de oven automatisch uitge-
schakeld. Het symbool gaat uit, het
opschrift AUTO knippert en men hoort
een geluidssignaal dat kan worden afge-
zet door op een willekeurige knop te
drukken. Zet de schakelaar en de ther-
mostaat van de oven op de nulstand, en
zet vervolgens de programmeer-eenheid
op de “handmatige” bediening door op
de knop te drukken.
Let op: Als de stroom uitvalt springt de
klok op nul en worden alle ingestelde
programma’s gewist. De stroomuitval
wordt gesignaleerd door het de knippe-
rende cijfers op het display.
AUTOMATISCH BAKKEN (afb. 5.5 - 5.6)
Voor het automatisch bakken in de oven
moet U:
1. De baktijd instellen
2. Einde baktijd instellen
3. Temperatuur en functie van de oven
instellen.
Hiervoor gaat U als volgt te werk:
1. Stel de baktijd in door op de knop
te drukken en vervolgens op de knop
(vooruit) of (achteruit, als men over
de gewenste tijd heen is gegaan).
Het opschrift AUTO en het symbool
gaan branden.
2. Druk op de knop ; de baktijd, reeds
opgeteld bij het tijdstip van de klok ver-
schijnt op het display.
Stel het tijdstip van einde baktijd in door
op de knop ; te drukken; indien men
over het gewenste tijdstip heen gaat kan
men achteruit gaan door op de knop ,
te drukken.
Na deze instelling zal het symbool ,
doven. Indien na deze instelling het opsch-
rift AUTO op het display knippert en men
een geluidssignaal hoort, betekent dat dat
er een fout is gemaakt bij het programme-
ren, dat wil zeggen, dat de baktijd over de
tijd van de klok heen is ingesteld. in dit
geval dient men het tijdstip einde baktijd of
de baktijd te wijzigen op de hierboven aan-
gegeven wijze.
A
U
T
O
A
U
T
O
Afb. 5.6Afb. 5.5

19
HALFAUTOMATISCH BAKKEN
Met deze instelling gaat de oven auto-
matisch uit na de gewenste baktijd. Er
zijn twee manieren om half-automatisch
te bakken:
1e MANIER: Programmering van de baktijd
(afb. 5.7)
–
Stel de baktijd in door op de knop
te drukken en vervolgens op de knop
(vooruit) of de knop (achte-
ruit, wanneer men over de gewenste
tijd heen is gegaan).
Het opschrift AUTO en het symbool
gaan branden.
2e MANIER: Programmering van einde bak-
tijd (afb. 5.8)
– Stel het tijdstip van einde baktijd in
door op de knop te drukken en
vervolgens op de knop (vooruit)
of de knop (achteruit, wanneer
men over de gewenste tijd heen is
gegaan).
Het opschrift AUTO en het symbool
gaan branden.
Wanneer men één van deze program-
meringen heeft uitgevoerd dient men de
temperatuur en de bakfunctie van de
oven in te stellen met behulp van de
schakelaar en de thermostaat (zie de
betreffende hoofdstukken).
De oven zal onmiddellijk worden inge-
schakeld en na het verstrijken van de
ingestelde tijd of bij het bereiken van het
als einde baktijd ingestelde tijdstip zal hij
automatisch weer worden uitge-
schakeld.
Tijdens het bakken blijft het symbool
branden en door op de knop e
drukken kan men van het display afle-
zen hoe lang het nog duurt voordat de
baktijd afgelopen is.
Het bakprogramma kan op ieder gewen-
st moment ongedaan worden gemaakt
door op de knop te drukken.
Als de baktijd verstreken is wordt de
oven uitgeschakeld en dooft het symbool
, het opschrift AUTO knippert en men
hoort een geluidssignaal dat uitgezet kan
worden door op een willekeurige knop te
drukken.
Zet de schakelaar en de thermostaat op
de nulstand en zet de programmering op
de handmatige bediening door op de
knop te drukken.
A
U
T
O
A
U
T
O
Afb. 5.7
Afb. 5.8

20
6 - ONDERHOUD
ALGEMENE RAADGEVINGEN
– Wanneer het toestel niet gebruikt
wordt is het raadzaam de gastoevoer-
kraan te sluiten.
– De staat van de aansluitingsbuis van
de fles of de gasleiding regelmatig
controleren. Deze moet in perfekte
staat zijn en moet onmiddellijk vervan-
gen worden in geval er anomaliën
vastgesteld worden.
– Het smeren van de kranen mag enkel
uitgevoerd worden door een vakman.
Wanneer een kraan stram wordt, deze
niet forceren.
–Sluit het komfoor af van het elektri-
citeitsnet en wacht totdat het is
afgekoeld voordat u begint met het
schoonmaken.
Let op
Het apparaat kan zeer heet worden,
vooral rondom de kookzones.
Daarom is het belangrijk dat kinde-
ren niet alleen in de keuken worden
gelaten wanneer het apparaat in
werking is.
Geen machine met stoomstralen
gebruiken want het vocht zou in het
apparaat kunnen binnendringen en
het gebruik ervan gevaarlijk maken.
Let op: Het oppervlak van het komf-
oor wordt tijdens het koken zeer
heet. Houd kinderen uit de buurt
van het komfoor.
EMAIL
De geëmailleerde delen mogen enkel
schoongemaakt worden met een spons
en zeep of andere niet schurende mid-
delen. Bij voorkeur met een zeemvel
droogwrijven.
Alkalische of zure vlekken (citroensap,
azijn, enz...) moeten onmiddellijk verwij-
derd worden.
Ook het gebruik van chloor- of zuurhou-
dende producten dient vermeden te wor-
den.
ROESTVRIJSTALEN DELEN
mod. PRF 1060 IX
Schoonmaken met een speciaal - in de
handel verkrijgbaar - middel.
Afdrogen met een zachte doek, liefst
met een zeem.
Opmerking: Bij een ononderbroken
gebruik kan de voortdurend hoge
temperatuur verkleuringen om de
branders veroorzaken.
ONDERDELEN VAN ROESTVRIJ
STAAL, ALUMINIUM EN OPPERV-
LAKKEN MET EEN PRINT
Reinig deze onderdelen en oppervlakken
met een hiervoor geschikt reinigingsmid-
del. Droog ze daarna zeer zorgvuldig af.
BELANGRIJK: deze onderdelen dienen
altijd zeer zorgvuldig gereinigd te worden
om beschadigingen te voorkomen. U wordt
geadviseerd een zachte doek en een neu-
traal reinigingsmiddel te gebruiken
.
LET OP: Gebruik nooit schurende of
bijtende reinigingsmiddelen aange-
zien deze het beschermende opper-
vlak onherstelbaar beschadigen.
Table of contents
Languages:
Other M-system Oven manuals