Pelgrim IDK5104 User manual

700003565000
Handleiding
inductiekookplaat
Notice d’utilisation
plaque de cuisson à induction
Anleitung
Induktionskochfeld
Manual
induction hob
IDK5104
Plak hier het toestel-identificatieplaatje.
Placez ici la plaque d’identification de l’appareil.
Kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein.
Stick the appliance identification card here.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department,
have the complete type number to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Het toestel-identificatieplaatje bevindt zich aan de onderkant van het toestel.
La plaque d’identification de l’appareil se trouve sur le dessus de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befindet sich an der Unterseite des Gerätes.
The appliance identification card is located on the bottom of the appliance.

NL
Handleiding NL 3 - NL 30
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 30
DE
Anleitung DE 3 - DE 30
GB
Manual GB 3 - GB 30
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip

NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 5
Veiligheid
Waar u op moet letten 6
Aansluiten en reparatie 6
Tijdens gebruik 6
Temperatuurbeveiliging 8
Kookduurbegrenzing 8
Gebruik
Werking van de aanraaktoetsen 9
Inductiekoken 9
Werking inductie 10
Pannen 10
Bediening
Inschakelen en vermogen instellen 12
Pan detectie 12
Uitschakelen 12
Restwarmte-indicatie 13
Kinderslot 13
Uitschakeltimer 14
Aankookautomaat 16
Koken
Gezond koken 17
Kookstanden 17
Onderhoud
Reinigen 19
Storingen
Algemeen 20
Storingstabel 20
Installatie
Waar u op moet letten 22
Elektrische aansluiting 24
Inbouwen 27
Technische gegevens 28
Milieu aspecten
Afvoeren toestel en verpakking 29

NL 4
Inleiding
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber.
Koken op een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is
comfortabel, omdat de kookplaat snel reageert en ook op een zeer
laag vermogen is in te stellen. Dankzij het hoge vermogen gaat het aan
de kook brengen zeer snel. De ruime afstanden tussen de kookzones
maken het koken ook comfortabel.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel
toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om
warmte op te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige
pan kunt gebruiken. Het hoofdstuk pannen geeft u hierover meer
informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een restwarmte signalering die aangeeft
welke kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de inductie-
kookplaat zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de
bediening treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst kan zijn
bij het gebruik van dit product.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor
bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje
bevat alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op
uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 5
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Beschrijving
Bedieningspaneel
1
5
234
12a2d34
52b 2c
1. Kookzone links Ø200 - 2,3 kW
2. Kookzone midden links Ø160 - 1,4 kW
3. Kookzone midden rechts Ø160 - 1,4 kW
4. Kookzone rechts Ø200 - 2,3 kW
5. Bedieningspaneel
1. Timertoets
2a. + toets voor kookzone links
2b. + toets voor kookzone midden links
2c. + toets voor kookzone midden rechts
2d. + toets voor kookzone rechts
3. - toets
4. Aan-/uittoets
5. Timer display

NL 6
Waar u op moet letten
• Inductiekoken is uiterst veilig. De kookplaat is uitgerust met diverse
beveiligingen zoals restwarmte-signalering en kookduurbegrenzing.
Toch is er net als bij elk toestel een aantal zaken waar u op moet
letten.
Aansluiten en reparatie
• Alleen een erkend installateur mag dit toestel aansluiten.
• Open nooit de behuizing van het toestel. Alleen een service-
technicus mag het toestel openen.
• Maak het toestel spanningsloos voordat met de reparatie wordt
gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te nemen,
de (automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in
de meterkast op nul te zetten bij een vaste aansluiting.
Tijdens gebruik
• Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.
• Dit kooktoestel is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Gebruik
het alleen voor het bereiden van gerechten.
• Als de kookplaat voor de eerste keer gebruikt wordt, zult u een
‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Door te ventileren
verdwijnt de geur vanzelf.
• Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere
standen. Blijf er altijd bij staan als u een kookzone op een hoge
stand heeft ingesteld.
• Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik. Houd natuurlijke
ventilatieopeningen open.
• Let op dat pannen niet droog koken. De kookplaat zelf is beveiligd
tegen oververhitting, de pan wordt echter zeer heet en kan
beschadigd raken. Schade door droogkoken valt buiten de garantie.
• Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
• Zorg voor enkele centimeters afstand tussen de onderkant van de
kookplaat en de inhoud van een lade.
• Leg geen brandbare voorwerpen in een lade onder de kookplaat.
• Zorg ervoor dat snoeren van elektrische apparaten, zoals van een
mixer, niet in aanraking komen met de hete kookzone.
VEILIGHEID

NL 7
• De kookzones worden warm tijdens gebruik en blijven na gebruik
ook een tijd warm. Laat geen kleine kinderen in de buurt tijdens en
vlak na het koken.
• Vet en olie zijn bij oververhitting ontvlambaar. Ga niet te dicht bij de
pan staan. Wanneer olie vlam vat, het vuur nooit doven met water.
Leg onmiddellijk een deksel op de pan en schakel de kookzone uit.
• Flambeer nooit onder de afzuigkap. Door de hoge vlammen kan
brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde afzuigkap.
• De glaskeramische plaat is zeer sterk, maar niet onbreekbaar.
Wanneer er bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig voorwerp
op valt, kan er een breuk ontstaan.
• Gebruik een toestel dat een breuk of scheurtjes vertoont niet meer.
Schakel het toestel onmiddellijk uit, maak het spanningsloos om
elektrische schokken te voorkomen en bel de servicedienst.
• Leg geen metalen voorwerpen, zoals bakvormen, koektrommels,
deksels van pannen of bestek, op de kookzone. Deze kunnen zeer
snel heet worden en brandwonden veroorzaken.
• Houd tijdens het gebruik magnetiseerbare voorwerpen (creditcards,
bankpasjes e.d.) uit de buurt van het toestel. Wij adviseren
pacemaker-dragers om eerst de hartspecialist te raadplegen.
• Gebruik nooit een hogedrukreiniger of stoomreiniger voor het
reinigen van de kookplaat.
• Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door hulpbehoevenden,
kleine kinderen en/of personen met gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij zij goede begeleiding krijgen of geïnstrueerd zijn in het veilig
gebruiken van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
• Zodra u de kookpan van de kookplaat verwijdert, stopt automatisch
de kookactiviteit. Wen uzelf er echter aan altijd de kookplaat of
zone na gebruik uit te schakelen om onbedoeld inschakelen te
voorkomen.
• Een klein voorwerp, zoals een te kleine kookpan (kleiner dan
12 cm), een vork of een lepel, wordt door de kookplaat niet als
een kookpan gedetecteerd. De display van de zone toont het
pandetectiesymbool en de kookplaat wordt niet ingeschakeld.
• Het apparaat is niet bedoeld om te worden bediend door middel
van een externe timer of een apart afstandsbedieningssysteem.
VEILIGHEID

NL 8
Temperatuurbeveiliging
• Elke kookzone is voorzien van een sensor. Deze sensor controleert
ononderbroken de temperatuur van de bodem van de kookpan en
van de onderdelen van de kookplaat om elk risico op oververhitting,
bij bijvoorbeeld een drooggekookte pan, te vermijden. Bij een te hoge
temperatuur wordt het vermogen van de kookzone/kookplaat auto-
matisch verlaagd of schakelt de kookzone/kookplaat helemaal uit.
Kookduurbegrenzing
• Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd aan is,
wordt deze automatisch uitgeschakeld.
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als
volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch
uitgeschakeld na:
1 6 uur
2 6 uur
3 5 uur
4 5 uur
5 4 uur
6 1,5 uur
7 1,5 uur
8 1,5 uur
9 1,5 uur
Als bovengenoemde tijd verstreken is schakelt de kookzone
automatisch uit.
VEILIGHEID

NL 9
GEBRUIK
Werking van de aanraaktoetsen
Het bedienen van de kookplaat door middel van de aanraaktoetsen
is even wennen als u andere bediening gewend bent. Leg uw vinger-
toppen plat op de toetsen voor het beste effect. U hoeft niet hard te
drukken.
De aanraaksensoren zijn zodanig ingesteld dat deze alleen reageren
op de druk en het formaat van vingertoppen. De kookplaat is niet te
bedienen met andere voorwerpen en zal bijvoorbeeld niet inschakelen
als uw huisdier over de kookplaat loopt.
Inductiekoken
Inductiekoken is snel
• In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel.
Vooral het op een hogere stand aan de kook brengen gaat zeer
snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen, kunt u er het
beste altijd bij blijven.
Het vermogen past zich aan
• Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de
pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan
zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter van de pan. Het
vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat het
gerecht in de pan aan de kook is.
Let op
• Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te
verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst.
• Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te
voorkomen.
Geen warmteverlies en de
handgrepen blijven koud bij
inductiekoken.

NL 10
GEBRUIK
Werking inductie
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt. Door een pan
met een ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen ontstaat in de
panbodem een inductiestroom. Deze inductiestroom wekt warmte
op in de panbodem.
Comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen.
Op de laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan
smelten of ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain marie
verwarmt.
Snel
Door het hoge vermogen van de inductiekookplaat gaat het aan de
kook brengen erg snel. Het doorkoken kost evenveel tijd als koken
op een andere kookplaat.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzones niet heter
worden dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet
warmer dan de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan
die van bijvoorbeeld een keramische kookplaat of een gasbrander.
Na het wegnemen van een pan is de kookzone snel afgekoeld.
Pannen
Pannen voor inductiekoken
Inductiekoken stelt eisen aan de kwaliteit van de pannen.
Let op
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn
niet meer geschikt voor inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en
inductiekoken met:
▷een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷een vlakke bodem.
• Het beste zijn pannen met het ‘Class Induction’ keurmerk.
De spoel (1) in de kookplaat
(2) wekt een magnetisch
veld (3) op. Door een pan
met een ijzeren bodem (4)
op de spoel te plaatsen
ontstaat in de panbodem
een inductiestroom.

NL 11
Tip
Met een magneet kunt u zelf controleren of uw pannen geschikt zijn.
Wanneer de magneet wordt aangetrokken, is de pan geschikt.
Geschikt Ongeschikt
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrijstaal
Solide geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper
Kunststof
Aluminium
Let op
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
• op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te
droog is;
• door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk
kromtrekken.
Let op
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle
bodem kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren.
Het toestel kan dan te warm worden waardoor de glasplaat kan barsten
en de panbodem kan smelten. Schade, ontstaan door het gebruik van
ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de garantie.
Minimale pandiameter
De minimale pandiameter bedraagt 9 cm (bij een kookzone van Ø160)
en 12 cm (bij een kookzone van Ø200). Het beste resultaat bereikt u
door een pan te nemen met dezelfde diameter als de kookzone. Bij te
kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel
op druk komt. Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces
direct.
GEBRUIK

NL 12
Inschakelen en vermogen instellen
Het vermogen is in te stellen in 9 standen.
• Zet een pan op een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Alle displays geven ‘0.’ weer.
Wanneer u geen verdere actie onderneemt, schakelt de kookplaat
na 10 seconden vanzelf uit.
• Druk op de + toets van de desbetreffende kookzone om de zone te
aktiveren.
De knipperende punt van deze zone stopt met knipperen, de andere
punten verdwijnen.
• Stel met de + of - toets de gewenste stand in. De kookplaat start auto-
matisch in de ingestelde stand (als er een pan gedetecteerd wordt).
De ingestelde stand van de active zone verschijnt in de display.
Voor zones die niet actief zijn staat er ‘0’ in de display.
▷Drukt u de eerste keer op de + toets, dan verschijnt stand ‘1.’.
▷Drukt u de eerste keer op de - toets, dan verschijnt stand ‘9.’.
Tip
U kunt de - of + toets ingedrukt houden om sneller het gewenste
vermogen in te stellen.
Pandetectie
Indien de kookplaat na het instellen van een kookvermogen geen
(ijzerhoudende) pan detecteert, zal in het display het pandetectie-
symbool om en om met de gekozen vermogensstand blijven
knipperen en de kookzone blijft koud. Indien er binnen 1 minuut
geen (ijzerhoudende) pan geplaatst wordt, schakelt de kookzone
automatisch uit (zie ook pagina 10 en 11; ‘Pannen’).
Uitschakelen
Één kookone uitschakelen
De kookzone staat aan en in de display van deze zone staat een stand
tussen 1 en 9.
• Druk op de + toets van de desbetreffende kookzone om de zone te
aktiveren.
De punt achter de stand verschijnt om aan te geven dat de zone
actief is.
BEDIENING

NL 13
• Houdt tegelijkertijd de + toets van de kookzone en de - toets
ingedrukt, of gebruik alleen de - toets om de stand op ‘0’ te zetten.
De kookzone schakelt uit, in de display staat ‘0.’.
Alle kookzones tegelijk uitschakelen
• Druk op de aan-/uittoets om alle active kookzones in één keer uit te
schakelen.
Er klinkt een enkel geluidssignaal en de kookzones schakelen uit. In
de display staat een ‘H’ voor de zones die nog heet zijn.
Tip
U kunt de kookplaat ook uitschakelen als het kinderslot ingeschakeld is.
Restwarmteindicatie
Na intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog
enkele minuten warm blijven. Zolang de kookzone heet is, blijft er een
‘H’ in de display staan.
Kinderslot
Uw kookplaat beschikt over een kinderslot waarmee u de kookplaat
kunt vergrendelen. De aan-/uittoets werkt nog wel, maar u kunt geen
standen instellen voor de kookzones.
Kinderslot inschakelen
• Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Alle displays geven ‘0.’ weer.
• Druk gelijktijdig op + toets van de rechter kookzone en de - toets.
Druk vervolgens (binnen 10 seconden) nogmaals op de + toets van
de rechter kookzone.
In de display verschijnt een ‘L’ voor ieder kookzone als teken dat het
kinderslot is ingeschakeld.
BEDIENING

NL 14
BEDIENING
Deblokkering van de toetsen om te koken
• Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Alle displays geven ‘L’ weer.
• Druk gelijktijdig op + toets van de rechter kookzone en de - toets.
In de display voor elke kookzone verdwijnt ‘L’ en verschijnt ‘0.’ met
een knipperende punt. Indien een kookzone nog heet is, verschijnt
afwisselend een ‘0.’ en een ‘H’.
• U kunt nu voor elke kookzone het vermogen instellen.
▷Als u de kookplaat uitschakelt, is het kinderslot actief als u de
kookplaat de volgende keer weer gaat gebruiken.
Kinderslot uitschakelen
• Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Alle displays geven ‘L’ weer.
• Druk gelijktijdig op + toets van de rechter kookzone en de - toets.
Druk vervolgens (binnen 10 seconden) nogmaals op de - toets.
In de display voor elke kookzone verschijnt ‘0.’ en vervolgens
verdwijnt ‘0.’ weer. Het kinderslot is uitgeschakeld.
Tip
Activeer het kinderslot voordat u de kookplaat gaat reinigen om te
voorkomen dat deze per ongeluk inschakelt.
Uitschakeltimer
Met de uitschakeltimer kunt u de kookzones automatisch uitschakelen.
U kunt 4 timers tegelijkertijd gebruiken.
De uitschakeltimer gebruiken
• Zet een pan op een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Alle displays geven ‘0.’ weer.
Wanneer u geen verdere actie onderneemt, schakelt de kookplaat
na 10 seconden vanzelf uit.
• Druk op de + toets van de kookzone (die u automatisch wilt
uitschakelen) om de zone te aktiveren.
De knipperende punt van deze zone stopt met knipperen, de andere
punten verdwijnen.
• Stel met de + of - toets de gewenste stand in.

NL 15
• Druk op de timertoets om de timer van de betreffende kookzone te
selecteren.
Een lampje geeft de kookzone weer, waaraan de timer gekoppeld
gaat of kan worden.
• Druk nogmaals op de timertoets om de tijd te gaan instellen (van
0 tot 99 min.).
▷Druk op de - toets om meteen naar 60 minuten te gaan.
▷U kunt de timertoets of - toets ingedrukt houden om sneller de
gewenste tijd in te stellen.
▷U kunt de kookduur op elk moment tijdens de bereiding wijzigen
d.m.v. de timertoets en - toets als u de kookzone eerst activeert
met de + toets (statische punt) en vervolgens voor deze zone
met de timertoets de uitschakeltimer activeert.
• Nadat de door u ingestelde tijd is verstreken, wordt de zone
uitgeschakeld en hoort u een pieptoon. U kunt deze pieptoon
uitschakelen door op de timertoets te drukken.
▷Na 2 minuten stopt het knipperen en het piepen van de timer
automatisch.
De uitschakeltimer als kookwekker gebruiken
• Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Alle displays geven ‘0.’ weer.
• Druk op de timertoets om de timer te selecteren.
• Druk nogmaals op de timertoets om de tijd te gaan instellen (van
0 tot 99 min.).
▷Druk op de - toets om meteen naar 60 minuten te gaan.
▷U kunt de timertoets of - toets ingedrukt houden om sneller de
gewenste tijd in te stellen.
▷U kunt de tijd op elk moment wijzigen d.m.v. de timertoets en
- toets als u de timer eerst activeert met de timertoets.
• Nadat de door u ingestelde tijd is verstreken hoort u een pieptoon.
U kunt deze pieptoon uitschakelen door op de timertoets te drukken.
▷Na 2 minuten stopt het knipperen en het piepen van de timer
automatisch.
De uitschakeltimer uitschakelen
• Druk op de timertoets om de timer te selecteren.
• Druk gelijktijdig op de timertoets en de - toets.
‘00.’ verschijnt in de display en de uitschakeltimer is uit.
BEDIENING

NL 16
BEDIENING
Aankookautomaat
Met deze functie wordt een kookzone op maximaal vermogen
voorverwarmd, zodat snel een hoge temperatuur bereikt wordt.
Na een tijdje wordt het vermogen automatisch verlaagd naar de
doorkookstand. Deze functie vereenvoudigt het koken, omdat het niet
noodzakelijk is om permanent aanwezig te zijn tijdens het koken.
• Zet een pan op een kookzone.
• Druk op de aan-/uittoets.
Er klinkt een enkel geluidssignaal. Alle displays geven ‘0.’ weer.
• Druk op de + toets van de desbetreffende kookzone om de zone te
aktiveren.
De knipperende punt van deze zone stopt met knipperen, de andere
punten verdwijnen.
• Druk eenmaal op de - toets om meteen stand 9 in te stellen en druk
vervolgens eenmaal op de + toets om stand ‘A.’ te kiezen.
• Stel nu binnen 5 seconden met de - toets een gewenste
doorkookstand in (1 t/m 8).
Zodra de doorkookstand ingesteld is, knippert in het display
afwisselend een ‘A.’ en de ingestelde doorkookstand. Wanneer
de aankooktijd verstreken is, stopt het knipperen en wordt de
doorkookstand permanent in de display getoond.
In onderstaande tabel kunt u zien hoe lang het aankoken duurt bij de te
kiezen doorkookstanden.
Doorkookstand Aankooktijd in minuten
1 0,8
2 2,4
3 3,8
4 5,2
5 6,8
6 2,0
7 2,8
8 3,6
9 0,2

NL 17
Gezond koken
Rookpunt van verschillende oliesoorten
Om gezond te bakken, adviseert Pelgrim om de oliesoort af te stemmen
op de baktemperatuur. Elke oliesoort heeft een ander rookpunt waarbij
giftige gassen vrijkomen. In onderstaande tabel ziet u de rookpunten
van verschillende oliesoorten.
Olie Rookpunt °C
Extra vierge olijfolie 160 °C
Boter 177 °C
Kokosolie 177 °C
Raapzaadolie 204 °C
Vierge olijfolie 216 °C
Zonnebloemolie 227 °C
Maisolie 232 °C
Arachideolie 232 °C
Rijstolie 255 °C
Olijfolie 242 °C
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat
de instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van
het gerecht en de pan.
Gebruik stand 9 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
KOKEN

NL 18
KOKEN
Gebruik stand 7 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 6 en 5 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 4 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.

NL 19
Reinigen
Tip
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
Dagelijkse reiniging
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het
aanbeveling de kookplaat direct na gebruik schoon te maken.
• Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel,
bijvoorbeeld afwasmiddel, te verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig
te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper.
Ook gesmolten kunststof en suiker kunt u verwijderen met een
glasschraper.
Nooit gebruiken
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin
zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
ONDERHOUD

NL 20
Algemeen
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat ziet,
schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, neem direct de stekker
van de kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische)
zekering(en) in de meterkast of zet de schakelaar in de meterkast op
nul bij een vaste aansluiting. Neem vervolgens contact op met de
servicedienst.
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel betekent
dit niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de
volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer informatie
op de website ‘www.pelgrimservice.nl’.
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het in werking stellen
verschijnen er tekens (_.) in
de displays.
Dit is de standaard
opstartroutine.
Normale werking.
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat. Normale werking.
De kookplaat geeft bij de
eerste kookbeurten een lichte
geur af.
Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na
enkele keren koken. Ventileer
de keuken.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie
van de kookplaat naar de
kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde pannen.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld toont de display
het pandetectiesymbool.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie of heeft een te kleine
diameter.
Gebruik een goede pan (zie
pagina 10 en 11).
Een kookzone stopt
plotseling met de werking en
er klinkt een signaal.
De ingestelde timertijd is
voorbij.
Schakel het signaal uit door
op een willekeurige toets te
drukken.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets in de display.
Geen stroomtoevoer door
defecte voeding of foutieve
aansluiting.
Controleer de zekering of de
elektrische schakelaar (bij een
toestel zonder stekker).
STORINGEN
Table of contents
Languages:
Other Pelgrim Hob manuals

Pelgrim
Pelgrim IDK664 User manual

Pelgrim
Pelgrim EKV 500 User manual

Pelgrim
Pelgrim CK1064KR User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK484 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK694 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK754 User manual

Pelgrim
Pelgrim GK466 User manual

Pelgrim
Pelgrim IK4062R User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK893ONY User manual

Pelgrim
Pelgrim GK364W User manual

Pelgrim
Pelgrim CKB User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK 620 User manual

Pelgrim
Pelgrim PK354 User manual

Pelgrim
Pelgrim Novecento NF1100 User manual

Pelgrim
Pelgrim PK460 User manual

Pelgrim
Pelgrim IK1264/P01 User manual

Pelgrim
Pelgrim GKB410 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK640 User manual

Pelgrim
Pelgrim PK654 Series User manual

Pelgrim
Pelgrim CKT774 User manual