Rodia 130-H User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
OPERATING MANUAL
MODE D’EMPLOI
DIAMOND CORE
DRILLING SYSTEMS
130-H •130-P •164 •300

Compact
Large
Rodia 130-P
Rodia 130-H
Rodia 300
Rodia 164
II
Rodia 130/
Rodia 164
8 - 66 mm
50 -131 mm
50 -131 mm
120 -270 mm
Rodia 300
NL INhoud
Algemene veiligheidswaarschuwingen
voor elektrische gereedschappen .6
Speciale veiligheidsvoorschriften....8
Voor uw veiligheid .............8
Technische gegevens ............9
Bestanddelen machine......... 10
Verklaring van de symbolen ..... 10
Gebruik volgens bestemming .... 10
Voor de ingebruikneming ....... 11
Ingebruikneming ............. 11
–Uit de hand boren.......... 12
–Uit de hand nat boren ...... 12
Uit de hand droog boren ....... 12
Boren met de boorstandaard .... 12
Boorstandaard bevestigen ...... 13
–Bevestiging met montageset ... 13
–Bevestiging met vacuümpomp . 13
Boven het hoofd boren ........ 14
–Waterverzamelring monteren . 14
Transport en opslag........... 14
Onderhoud en verzorging ...... 15
Oplossen van problemen ....... 15
Reserveonderdelen ........... 16
Garantie .................. 16
Milieubescherming ........... 16
Informatie over geluid en vibratie . 17
Conformiteitsverklaring ........ 17
GB CoNteNts
General Power Tool Safety
Warnings................ 18
Special tools safety warnings .... 19
For your safety .............. 20
Tool Specifications............ 21
Operating Controls ........... 21
Safety guidelines............. 22
Intended Use ............... 22
Before Use ................. 22
Initial Operation ............. 22
Hand held drilling ............ 23
–Hand held wet drilling ....... 23
–Hand held dry drilling ....... 23
Drilling with a drill stand ....... 24
Drill stand fixation ............ 25
–Secure using assembly ...... 25
–Vacuum pump fixation ...... 25
Over head drilling............ 25
–Mounting the water collecting
ring .................. 26
Transport and Storage ......... 26
Maintenance and Cleaning ..... 26
Troubleshooting ............. 26
Replacement parts............ 27
Guarantee ................. 27
Environmental Protection ....... 28
Noise/Vibration Information..... 28
Declaration of Conformity ...... 28
FR CoNteNu
Avertissements de sécurité généraux
pour l’outil ............... 29
Consignes de sécurité Speciales .. 30
Pour votre sécurité............ 31
Données techniques de l’appareil . 32
Les éléments de
l’appareil ...... 32
Symboles de ce mode d’emploi .. 33
Utilisation conforme aux dispositions33
Avant la mise en service ....... 33
Mis en service .............. 33
Réaliser le forage à la main ..... 34
–Forage à l’eau manuel....... 34
–Forage à sec manuel ........ 35
Forage guidé par la colonne .... 35
Fixer la colonne de forage ...... 36
–Fixation avec kit de montage .. 36
–Fixation avec pompe à vide ... 36
Réaliser le forage au-dessus de la
tête de l’opérateur.......... 37
–Monter la bague de recueil d’eau37
Transport et stockage.......... 38
Maintenance / entretien ....... 38
Assistance en cas de panne ..... 38
Pièces de rechange ........... 39
Garantie .................. 39
Informations pour la protection de
l’environnement ........... 39
Renseignements sur le bruit /
les vibrations ............. 40
Déclaration de conformité ...... 40

Rodia 130-H
Rodia 130-P
1
2
3
4
11
10
9
8
7
6
5
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
Compact
Compact
24
25
26
27
28
29
III

Rodia 164 12
4
14
13
3
16
15
17
20
21
22
1
2
9
19
8
7
6
23
31
6
32
33
34
32
33
34
Rodia 130/164
Rodia 300
Compact
IV

Rodia 300 12
4
36
35
14
13
3
15
17
30
20
21
22
1
2
9
19
8
7
6
23
38
39
40
41
42
43
44
45
46
Large
24
25
26
27
28
37
29
Large
V
Vacuum
pump

RODIA®130/164/300NL
6
ALGemeNe veILIGheIds-
wAARsChuwINGeN vooR
eLektRIsChe GeReed-
sChAppeN
WAARSCHUWING: Lees alle veilig-
heidswaarschuwingen en alle voor-
schriften. Als de waarschuwingen en
voorschriften niet worden opge-
volgd, kan dit een elektrische schok,
brand of ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en
voorschriften voor toekomstig
gebruik.
Het in de waarschuwingen gebruikte begrip
“elektrisch gereedschap” heeft betrekking op
elektrische gereedschappen voor gebruik op
het stroomnet (met netsnoer) en op elektrische
gereedschappen voor gebruik met een accu
(zonder netsnoer).
1) Veiligheid van de werkomgeving
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed
verlicht. Een rommelige of onverlichte werk-
omgeving kan tot ongevallen leiden.
b) Werk met het elektrische gereedschap niet
in een omgeving met explosiegevaar zich
brandbare vloeistoffen, brandbare gassen
of brandbaar stof bevinden. Elektrische
gereedschappen vonken die het stof of de
dampen tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens
het gebruik van het elektrische gereed-
schap uit de buurt. Wanneer u wordt
afgeleid, kunt u de controle over het
gereedschap verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische
gereedschap moet in het stopcontact pas-
sen. De stekker mag in geen geval worden
veranderd. Gebruik geen adapterstekkers
in combinatie met geaarde elektrische
gereedschappen. Onveranderde stekkers
en passende stopcontacten beperken het
risico van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met
geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld
van buizen, verwarmingen, fornuizen en
koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico
door een elektrische schok wanneer uw
lichaam geaard is.
c) Houd het gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van
water in het elektrische gereedschap ver-
groot het risico van een elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd
doel, om het elektrische gereedschap te
dragen of op te hangen of om de stekker
uit het stopcontact te trekken. Houd de
kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe
randen en bewegende gereedschapdelen.
Beschadigde of in de war geraakte kabels
vergroten het risico van een elektrische
schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch
gereedschap werkt, dient u alleen ver-
lengkabels te gebruiken die voor gebruik
buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik
van een voor gebruik buitenshuis geschikte
verlengkabel beperkt het risico van een
elektrische schok.
f) Als het gebruik van het elektrische gereed-
schap in een vochtige omgeving onvermij-
delijk is, dient u een aardlekschakelaar te
gebruiken. Het gebruik van een aardlek-
schakelaar vermindert het risico van een
elektrische schok.
g) Zorg dat u een juiste aansluiting van het
elektrische gereedschap op het stopcontact
heeft.
3) Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en
ga met verstand te werk bij het gebruik
van het elektrische gereedschap. Gebruik
geen elektrisch gereedschap wanneer u
moe bent of onder invloed staat van drugs,
alcohol of medicijnen. Een moment van
onoplettendheid bij het gebruik van het
elektrische gereedschap kan tot ernstige
verwondingen leiden.

RODIA®130/164/300 NL
7
b) Draag persoonlijke beschermende uitrus-
ting. Draag altijd een veiligheidsbril. Het
dragen van persoonlijke beschermende
uitrusting zoals een stofmasker, slipvaste
werkschoenen, een veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk van de
aard en het gebruik van het elektrische
gereedschap, vermindert het risico van ver-
wondingen.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Con-
troleer dat het elektrische gereedschap
uitgeschakeld is voordat u de stekker in
het stopcontact steekt of de accu aansluit
en voordat u het gereedschap oppakt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het
elektrische gereedschap uw vinger aan de
schakelaar hebt of wanneer u het gereed-
schap ingeschakeld op de stroomvoorzie-
ning aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroef-
sleutels voordat u het elektrische gereed-
schap inschakelt. Een instelgereedschap
of sleutel in een draaiend deel van het
gereedschap kan tot verwondingen leiden.
e) Voorkom een onevenwichtige lichaams-
houding. Zorg ervoor dat u stevig staat en
steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt
u het elektrische gereedschap in onver-
wachte situaties beter onder controle hou-
den.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
loshangende kleding of sieraden. Houd
haren, kleding en handschoenen uit de
buurt van bewegende delen. Loshangende
kleding, lange haren en sieraden kunnen
door bewegende delen worden meegeno-
men.
g) Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoor-
zieningen kunnen worden gemonteerd,
dient u zich ervan te verzekeren dat deze
zijn aangesloten en juist worden gebruikt.
Het gebruik van een stofafzuiging beperkt
het gevaar door stof.
4) Zorgvuldige omgang met en
zorgvuldig gebruik van elektri-
sche gereedschappen
a) Overbelast het gereedschap niet. Gebruik
voor uw werkzaamheden het daarvoor
bestemde elektrische gereedschap. Met het
passende elektrische gereedschap werkt u
beter en veiliger binnen het aangegeven
capaciteitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap
waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden
in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact of neem
de accu uit het elektrische gereedschap
voordat u het gereedschap instelt, toebe-
horen wisselt of het gereedschap weglegt.
Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbe-
doeld starten van het elektrische gereed-
schap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereed-
schappen buiten bereik van kinderen.
Laat het gereedschap niet gebruiken door
personen die er niet mee vertrouwd zijn en
deze aanwijzingen niet hebben gelezen.
Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk
wanneer deze door onervaren personen
worden gebruikt.
e) Verzorg het elektrische gereedschap zorg-
vuldig. Controleer of bewegende delen
van het gereedschap correct functioneren
en niet vastklemmen en of onderdelen
zodanig gebroken of beschadigd zijn dat
de werking van het elektrische gereed-
schap nadelig wordt beïnvloed. Laat deze
beschadigde onderdelen voor het gebruik
repareren. Veel ongevallen hebben hun
oorzaak in slecht onderhouden elektrische
gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen
scherp en schoon. Zorgvuldig onderhou-
den snijdende inzetgereedschappen met
scherpe snijkanten klemmen minder snel
vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebeho-
ren, inzetgereedschappen en dergelijke
volgens deze aanwijzingen. Let daarbij
op de arbeidsomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden. Het gebruik van
elektrische gereedschappen voor andere
dan de voorziene toepassingen kan tot

RODIA®130/164/300NL
8
gevaarlijke situaties leiden.
5) Service
a) Laat het elektrische gereedschap alleen
repareren door gekwalificeerd en vak-
kundig personeel en alleen met originele
vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het
gereedschap in stand blijft.
b) Voor elektrisch gereedschap met type X
aansluiting, waarvoor een speciaal pre-
pareerde kabel nodig is om de kabel te
vervangen: als de voedingskabel van het
elektrische gereedschap is beschadigd,
moet hij worden vervangen door een
speciaal geprepareerde kabel die beschik-
baar is bij een erkend servicecentrum.
speCIALe veILIGheIds-
vooRsChRIFteN
Draag een veiligheidsbril en
gehoorbescherming bij
hamerboren.
Blootstelling aan lawaai kan leiden
tot gehoorverlies.
LET OP: De bovenstaande waarschuwing
geldt alleen voor hamerboren en mag overge-
slagen worden voor boormachines anders dan
hamerboren.
Gebruik extra handgreep(en), indien
geleverd met de machine.
Verlies van de controle kan leiden tot
lichamelijk letsel.
Houd elektrische gereedschap vast
aan de geïsoleerde handgrepen bij
het uitvoeren van werkzaamheden
waarbij de boor verborgen elektri-
sche leidingen kan raken of het
eigen snoer.
Wanneer de boor een elektrische leiding
raakt, kunnen de boor en metalen delen van
het gereedschap onder stroom komen en kan
de gebruiker een elektrische schok krijgen.
vooR uw veILIGheId
Met de machine kan uitsluitend veilig
worden gewerkt, wanneer u de
gebruiksaanwijzing en de veilig-
heidsvoorschriften volledig leest en u
zich strikt aan de gegeven aanwij-
zingen houdt. Laat u voor het eerste
gebruik praktisch instrueren.
Trek altijd voor werkzaamheden aan
de machine de stekker uit het stop-
contact.
•Let op verborgen elektrische leidingen,
water- en gasleidingen. Controleer de
werkplek en omgeving eventueel met een
metaaldetector.
•Raadpleeg altijd voor het begin van de
werkzaamheden de verantwoordelijke
bouwkundige, architect of bouwopzichter
over voorgenomen boringen, speciaal bij
het doorboren van betonwapening.
•De machine niet gebruiken zonder de
meegeleverde PRCD schakelaar.
•Test de PRCD schakelaar altijd voor
gebruik, tenzij de PRCD een zelftestend
type is.
•De machine mag alleen worden gebruikt
met een stroomnet met een veiligheidsaar-
ding volgens de voorschriften.
•Vervanging van de voedingskabel of stek-
ker dient te worden uitgevoerd door de
fabrikant of door een erkend servicecen-
trum.
•Houd delen van de machine en personen
op de werkplek zo veel mogelijk droog.
•De machine mag niet worden bediend
door personen die jonger dan 16 jaar
zijn.
•De boorstandaard moet altijd vast zijn
opgesteld en mag tijdens het boren niet
verschuiven.
•Bevestig de boorstandaard alleen op een
vlak, stabiel en glad oppervlak met de
vacuümpomp.
•Bij nat boren boven het hoofd moet altijd
een waterverzamelring en een waterzuiger
worden gebruikt. Deze moeten in onbe-

RODIA®130/164/300 NL
9
schadigde toestand verkeren.
•Bevestig bij boorwerkzaamheden boven
het hoofd de boorstandaard altijd met de
montageset.
•Zorg ervoor dat de boorkern niet kan val-
len.
Vacuümpomp
•Voorkom vernauwingen van de aansluit-
slang door bijvoorbeeld vervuiling, afknel-
len, knikken of trekken.
•Controleer de aansluitslang voor elk
gebruik. Vervang lekkende of beschadigde
onderdelen.
•Houd de ventilatieopeningen van de
pomp vrij en schoon.
•De ondergrond onder de boorstandaard
moet schoon, stevig, glad, droog en zon-
der gaten zijn. Overige veiligheidsvoor-
schriften vindt u in de gebruiksaanwijzing
van de boorstandaard.
•Voorzichtig: de machine wordt onmiddel-
lijk ingeschakeld wanneer de stekker in het
stopcontact wordt gestoken en wordt bij
langdurig gebruik heet.
•Boormachine en vacuümpomp altijd op
dezelfde elektrische voedingsbron aanslui-
ten.
•De machine niet veranderen of ombou-
wen.
•Bij een functiestoring van de machine blijft
het vacuüm nog gedurende korte tijd in
stand. De vasthoudkracht is afhankelijk van
de ondergrond en de pakkingen. Onder-
breek de werkzaamheden onmiddellijk en
verwijder de boorstandaard volledig.
Gebruik uitsluitend origineel Rodia
toebehoren.
teChNIsChe GeGeveNs
Kernboormachine Rodia 130-H Rodia 130-P Rodia 164 Rodia 300
Opgenomen vermogen (Watt) 2000 W 2000 W 2000 W 2400 W
Toerental onbelast 1-2-3 min-1 900-2180-4290 900-2180-4290 620-1400-3.500 450-900-1600
Boorcapaciteit
Nat/Droog 1. Stand Ø mm 55-130/55-164 55-130/55-164 101-164/- 120-300/-
Nat/Droog 2. Stand Ø mm 25-60/25-60 25-60/25-60 41-101/- 60-150/-
Nat/Droog 3. Stand Ø mm 8-35/8-35 8-35/8-35 10-41/- 25-80/-
Afmetingen LxB xH cm 44,5x 28 x11,5 44,5 x30 x11,5 59x 20x 22 60x 27 x22
Gewicht
Motor 7,5 kg* 7,5 kg* 12,9 kg** 12 kg
Glijstuk 4,1 kg 4,1 kg - 3,9 kg
Boorstatief Compact 10,3 kg 10,3 kg 10,3 kg -
Boorstatief Large 13,9 kg 13,9 kg 13,9 kg 13,9 kg
Beschermingskl. (EN-IEC 61029) / I / I / I / I
* Totaalgewicht van handboormachine. ** Incl. glijstuk.
Vacuümpomp
Netspanning 220/240 Volt Maximaal vacuum -800 mbar
Opgenomen vemogen 500 Watt Gewicht 11,2 kg

RODIA®130/164/300NL
10
BestANddeLeN mAChINe
1LED motorbelasting
2Aan/uit-schakelaar
3Waterstroom indicator
4PRCD-veiligheidsschakelaar
5Handgreep
6Gereedschapopname
7Waterkraan
8Snelhedenschakelaar
9Ventilatieopeningen
10 Droogboorset* (optie)
11 2e Handgreep* (optie)
12 Borgschroef
13 Duwhendel
14 Greep
15 Stang met schaalverdeling voor boorhoek-
verstelling
16 Vastzetschroef
17 Vastzethendel voor 15
18 Glijstuk voor Rodia 130
19 Glijstuk aanslagplaat
20 Voetplaat
21 Stelschroeven
22 Borgbout
23 Centreerplaat
24 Spilmoer
25 Montageset
26 Bevestigingsschroef vacuümset
27 Aansluiting voor vacuümpomp
28 Beluchtingskraan
29 Vacuüm afdichtring
30 Wielenset
31 Boorkroon
32 Beschermkap waterverzamelring
33 Bevestigingsschroef waterverzamelring
34 Waterverzamelring
35 Vastzethendel glijstuk Rodia 300
36 Borgbout glijstuk Rodia 300
37 Manometer vacuümset
38 Ontluchtingsaansluiting
39 Filterdeksel
40 Vacuümmeter
41 Slangklem
42 Aanzuigslang
43 Snelkoppeling
44 Vloeistofopvangreservoir met vlotterkogel
45 Netstekker
46 Frame
*In de gebruiksaanwijzing afgebeeld en beschreven toe-
behoren wordt niet altijd standaard meegeleverd.
veRkLARING vAN de
symBoLeN
De onderstaande definities beschrijven het
veiligheidsniveau voor iedere waarschuwing.
Lees de bedieningshandleiding zorgvuldig
door en let op deze symbolen.
GEVAAR: Wijst op een dreigende
gevaarlijke situatie die, als deze niet
wordt vermeden, zal leiden tot een
ongeval met dodelijke afloop of ern-
stige verwondingen.
WAARSCHUWING: Wijst op een
mogelijk gevaarlijke situatie die, als
deze niet wordt vermeden, zou kun-
nen leiden tot een ongeval met
dodelijke afloop of ernstige verwon-
dingen.
VOORZICHTIG: Wijst op een moge-
lijk gevaarlijke situatie die, als deze
niet wordt vermeden, zou kunnen
leiden tot lichte tot ernstiger verwon-
dingen.
OPMERKING: Geeft een handeling
aan waarbij geen sprake zal zijn
van persoonlijk letsel maar die, als
deze niet wordt vermeden, kan lei-
den tot materiële schade.
GeBRuIk voLGeNs
BestemmING
Het Rodia Diamant Kernboorsysteem is in
combinatie met diamantboorkronen voor nat
boren en een geschikte watertoevoer bestemd
voor het boren in beton en staalbeton. In com-

RODIA®130/164/300 NL
11
binatie met de droogboorset en kan de Rodia
130 ook voor droogboren in lichtere bouwma-
terialen worden gebruikt.
De vacuümpomp is bestemd voor het beves-
tigen van de boorstandaard Compact en
Large. De pomp is alleen ontworpen voor het
aanzuigen van lucht en niet van andere gas-
sen of vloeistoffen.
De gebruiker is aansprakelijk voor defecten bij
gebruik dat niet volgens de bestemming is.
vooR de INGeBRuIk-
NemING
Controleer bij boorgaten waarbij
wanden of vloeren worden door-
boord altijd de naburige ruimten op
obstakels en sluit de werkomgeving
af. Zorg ervoor dat de boorkern niet
kan vallen.
Let op de netspanning: De spanning
van het stopkontakt moet met die op het type-
plaatje van de machine overeenkomen.
INGeBRuIkNemING
Functietest PRCD-veiligheidsschake-
laar 4
WAARSCHUWING: Ter voorkoming
van onbedoeld inschakelen van de
machine moet voor het uitvoeren van
de functietest van de PRCD-veilig-
heidsschakelaar 4 de aan/uit-scha-
kelaar 2 uitgeschakeld zijn.
Controleer voor het begin van de werkzaam-
heden de juiste werking van de PRCD veilig-
heidsschakelaar:
•Druk op de knop «ON» van de PRCD-
veiligheidsschakelaar. Het rode controle-
lampje geeft aan dat de veiligheidsschake-
laar standby is.
•Druk op de knop «TEST». Het controle-
lampje moet uit gaan.
Toerentalbereik instellen
VOORZICHTIG: Bedien de toerental-
schakelaar alleen wanneer de
machine stilstaat.
Met de toerentalschakelaar kunt u drie toeren-
talbereiken vooraf instellen.
Stand •: laag toerental
Stand ••: gemiddeld toerental
Stand •••: hoog toerental
In- en uitschakelen
Inschakelen: druk de aan/uit-schakelaar 2
(stand 1) in.
Uitschakelen: druk de aan/uit-schakelaar
2(stand 0) in.
WAARSCHUWING: Gebruik de
Rodia 130-H/-P alleen in combina-
tie met een boorstandaard als er in
Stand 1 (laag toerental) wordt
geboord.
Beveiliging tegen overbelasting
De LED 1geeft de motorbelasting aan. Daar-
bij worden de volgende toestanden onder-
scheiden:
Blauw: onbelast lopen
Groen: normale boorbelasting
Rood: overbelasting
Bij te sterke overbelasting wordt ter waarschu-
wing het toerental van de motor elektronisch 6
keer verlaagd. De machine wordt automatisch
uitgeschakeld maar kan daarna direct weer
ingeschakeld worden.
Water aansluiten
•Sluit de waterkraan 7.
•Sluit de watertoevoerslang aan op de
waterkraan of op het waterdrukreservoir.
•Wanneer het waterdrukreservoir wordt
gebruikt, dient erop te worden gelet dat
met voldoende druk wordt gewerkt.
•Waterstroom indicator 3controleren.

RODIA®130/164/300NL
12
Boorkroon 31 monteren
•Maak de schroefdraad van de boorkroon
31 en de gereedschapopname 6schoon
en smeer deze in met vet.
•Schroef de boorkroon 31 op de gereed-
schapopname 6en draai deze vast.
Boorkern verwijderen
•Breek de boorkern af en verwijder deze.
uIt de hANd BoReN
WAARSCHUWING: Uit de hand nat
en droog boren geldt alleen voor
Rodia 130-H/-P. Maximale boorbe-
reiken:
•Nat boren in beton, gewapend
beton: Ø 40 mm.
•Droog boren in baksteen, metsel-
werk, etc.: Ø 164 mm.
Uit de hand nat boren
•Voor nat boren: open de waterkraan 7en
schakel de boormachine in 2.
•Hou de boormachine stevig vast.
•Gebruik altijd de handgreep 5aan de
voorkant van de boormachine.
•Plaats de diamantboor enigszins scheef op
het te boren oppervlak.
•Zodra de boor zich heeft gecentreerd in
het materiaal positioneer de boormachine
tot haaks op het oppervlak.
Uit de hand droog boren
Droogboorset 10 montage
A
B
•Draai de extra handgreep 5van de boor-
machine los.
•Deel A van de droogboorset op de
gereedschapopname 6schroeven.
•De huls (B) van de droogboorset over deel
A schuiven en in de gewenste stand voor
de stofzuiger draaien.
•De extra handgreep 5weer aandraaien.
•De slang van een industriële stofzuiger aan
de huls (B) aansluiten.
•De diamantboor 31 bevestigen.
Droogboorset 10 gebruik
•Droog boren alleen in droge baksteen,
droog metselwerk etc. Gebruik stofafzui-
ging met groot vermogen. Reinig regel-
matig de filters van de stofafzuiger en
voorkom verstopping.
•Hou de boormachine stevig vast.
•Gebruik altijd de handgreep 5aan de
voorkant van de boormachine.
•Plaats de diamantboor enigszins scheef op
het te boren oppervlak.
•Zodra de boor zich heeft gecentreerd in
het materiaal positioneer de boormachine
tot haaks op het oppervlak.
WAARSCHUWING: De machine
heeft vooral in Stand 1 een hoog
draaimoment. U dient uiterst voor-
zichtig te zijn met het boren in de
eerste versnelling en met diameters
vanaf 60 mm. Bij het plotseling blok-
keren van de boor kan de machine,
zelfs met de veiligheidskoppeling, uit
handen worden getrokken en u ver-
wonden.
BoReN met de BooR-
stANdAARd
Afstelling van glijstukken
AB
Zorg bij gebruik van een boorstandaard voor

RODIA®130/164/300 NL
13
een juiste afstelling van het glijstuk. De glijstuk-
ken van de Rodia boormachines zijn voorzien
van glijstrippen voor een precieze afstelling.
•Draai de borgmoeren (A) los met bijgele-
verde sleutel 13.
•De stelbouten (B) afstellen voor een soepel
glijden van het glijstuk aan de boorstan-
daard.
•De borgmoeren (A) weer vastzetten.
Glijstuk Rodia 300 gebruik
De kernboormachine Rodia 300 kan eenvou-
dig van glijstuk Rodia 300 en daarmee van
de boorstandaard worden afgenomen.
•Draai de borgbout 36 van het glijstuk met
behulp van de duwhendel 13 los.
•De machineborging lostrekken.
•Schuif de machine voorzichtig van het
glijstuk.
•Bij terugplaatsen van de machine de
omgekeerde volgorde hanteren.
Boorstandaard afstellen
•Plaats de boorstandaard op de plaats
waar moet worden geboord.
•Trek aan de borgbout 22 en draai de cen-
treerplaat 23 naar voren tot deze vastklikt.
•Stel de boorstandaard zo af dat de punt
van de centreerplaat voor de gebruikte
machine precies boven de gewenste boor-
plaats ligt.
•Bevestig de boorstandaard.
Boorhoek instellen
•Draai de vastzethendel 17 los.
•Duw de stang 15 zo ver naar binnen
of trek deze zo ver naar buiten tot de
schaalverdeling de gewenste boorhoek
aangeeft.
•Draai de vastzethendel 17 vast.
Boren
•Zorg altijd voor een goede verankering
van de boorstandaard in de ondergrond.
•Open de waterkraan 7.
•Bedien de aan/uit-schakelaar 2.
•Boor met gelijkmatige aandrukkracht.
Overbelast de machine niet.
•Het bij het boren wegspoelende water
moet melkkleurig en niet helder zijn.
•Draai bij het boren altijd de vastzetschroef
16 (Rodia 130/164) of vastzethendel
35 (Rodia 300) los.
•Schakel na het boren de machine uit en
sluit de waterkraan.
BooRstANdAARd
BevestIGeN
VOORZICHTIG: De boorstandaard
moet altijd vast zijn opgesteld en
mag tijdens het boren niet verschui-
ven.
Bevestiging met montageset
•Boor een pluggat Ø 15/16 mm (zie aan-
wijzing slagplug).
•Zet een slagplug SD M12 in het gat.
•Schroef de montageset 25 vast
•Stel de boorstandaard af.
•Bevestig de boorstandaard met de spil-
moer 24.
Bevestiging met vacuümpomp
Vacuümpomp opstellen
•Stel de machine horizontaal op. Kantel-
hoek maximaal 10°.
•De aanzuigslang 42 bevestigen, vastste-

RODIA®130/164/300NL
14
ken en bevestig deze met de slangklem
41.
WAARSCHUWING: Boordiameter
maximaal 100 mm.
Bevestig de boorstandaard alleen op
een vlak, stabiel en glad oppervlak
met de vacuümpomp (nooit boven
het hoofd). Sluit de kernboormachine
en de vacuümpomp altijd aan op
hetzelfde stopcontact. Vacuümpomp
tijdens werkzaamheden nooit uit-
schakelen.
•Bevestig de vacuümset.
•Draai de stelschroeven 21 slechts zo ver
naar binnen dat de afdichtring 29 niet
wordt samengeperst.
•Stel de boorstandaard af.
•Bevestig de aanzuigslang aan de aanslui-
ting voor de vacuümpomp 27.
•Sluit de beluchtingskraan 28.
•De snelkoppeling 43 aan het vacuümset
van de de boorstandaard aansluiten.
•De machine heeft geen aan/uit-schake-
laar, de ingebruikneming vindt plaats door
de stekker 45 in het stopcontact te steken.
•De aanwezige onderdruk kan worden
afgelezen op de vacuümmeter 40.
•De vacuümmeter 40 moet een onderdruk
onder -0,65 bar aangeven. Als dat niet
het geval is op lekkage controleren.
•Begin pas na het bereiken van de beno-
digde onderdruk met de werkzaamheden.
•Let tijdens de werkzaamheden op de
vacuümmeter 40. Als de onderdruk stijgt
tot boven -0,65 bar, moet u de werkzaam-
heden onmiddellijk onderbreken en de
boorstandaard volledig verwijderen.
Vloeistofreservoir 44 leegmaken
•Wanneer tijdens het gebruik vloeistof
wordt aangezogen, wordt het vacuüm niet
meer in stand gehouden. Trek onmiddellijk
de stekker uit het stopcontact.
•Schroef het vloeistofreservoir 44 los.
•Verwijder de vlotterkogel en maak het
reservoir leeg.
•Plaats de vlotterkogel in het reservoir en
schroef het reservoir weer vast.
VOORZICHTIG: De machine wordt
bij langdurig gebruik heet. Raak de
machine niet meteen na gebruik
aan.
BoveN het hooFd BoReN
GEVAAR: Bevestig bij boorwerk-
zaamheden boven het hoofd de
boorstandaard altijd met de monta-
geset.
GEVAAR: Gebruik bij boorwerk-
zaamheden boven het hoofd altijd
een waterverzamelring en een
industriële waterzuiger.
Waterverzamelring 34
monteren
•Maak de bevestigingsschroef 33 van de
waterverzamelring 34 los.
•Steek de waterverzamelring 34 op de
boorstandaard en druk deze stevig op het
te boren materiaal.
•Draai de bevestigingsschroef 33 vast.
•Industriële waterzuiger aansluiten.
•Wanneer u een waterverzamelring
gebruikt, dient u de beschermkap 32
hierop te plaatsen en deze te doorboren.
Het doorboorde deel van de kap uit de
boorkroon verwijderen.
tRANspoRt eN opsLAG
VOORZICHTIG: Verwondings- en
beschadigingsgevaar! Houd bij het
transport rekening met het gewicht
van het apparaat.
•Machine reinigen en boorgruis verwijde-
ren.

RODIA®130/164/300 NL
15
•Machine en boorkroon bij transport apart
vervoeren.
•Bij vorst de machine, slangen en aanslui-
tingen droogblazen.
•Dit apparaat mag alleen binnen opgesla-
gen worden.
oNdeRhoud eN
veRzoRGING
Reinig de machine na gebruik met water en
borstel en smeer de bewegende delen en de
tandstang met een silikonen spray.
Machine en ventilatierooster altijd schoon hou-
den. Bewaar de machine op een droge en
vorstvrije plaats.
Vacuümpomp filter reinigen
De toestand van het filter moet regelmatig wor-
den gecontroleerd.
•Draai de vier inbusbouten aan de onder-
kant van het frame 46 los.
•Schroef het filterdeksel 39 los.
•Vervang de filteronderdelen indien nodig.
•Schroef het filterdeksel 39 weer vast. De
pijlen op het deksel moeten daarbij in de
stroomrichting van de aangezogen lucht
wijzen.
•Monteer de pomp weer in het frame 46.
opLosseN vAN
pRoBLemeN
Vraag voor storingen die niet worden
genoemd in dit hoofdstuk, wanneer u twijfelt
of wanneer dat expliciet wordt aangeduid,
assistentie bij een erkend servicecentrum.
Probleem Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De motor werkt niet. Motor defekt.
Netsnoer of stekker is defect.
Schakelaar defect.
Neem contact op met de
klantenservice.
Repareer nooit zelf de motor.
Gevaar!
PRCD-schakelaar is niet ingescha-
keld, testen! Of door een elek-
trotechnicus laten controleren en
eventueel vervangen.
Laten nakijken door de
klantenservice.
Motor maakt te veel
lawaai. Beschadigde windingen.
De koolborstels van de machine
zijn versleten.
Laat de motor nakijken door de
klantenservice.
Motor wordt te
warm. De motor wordt overbelast.
Motor wordt niet voldoende
gekoeld.
Voorkom overbelasting van de
motor.
Verwijder stof van de motor zodat
de koellucht kan stromen.
Motor loopt. De boor-
kroon draait niet. Aandrijving defekt. Laat de motor nakijken door de
klantenservice.

RODIA®130/164/300NL
16
Boorsnelheid neemt
af. Boorkroon is gepolijst.
Waterdruk-/toevoer te hoog.
Boorkern zit in de boorkroon vast.
Maximale boordiepte is bereikt.
De boorkroon is defekt.
Aandrijving defekt.
Slipkoppeling laat te vroeg los of
draait door.
Boorkroon slijpen op de slijpplaat,
daarbij water laten lopen.
Waterhoeveelheid m.b.v. de
waterkraan verminderen (zorg voor
min. vereiste waterhoeveelheid
van 0,5 l/min.).
Boorkern verwijderen.
Boorkern verwijderen en verlen-
ging gebruiken.
Boorkroon controleren op bescha-
diging en eventueel vervangen.
Laat de motor nakijken door de
klantenservice.
Laat de motor nakijken door de
klantenservice.
Motor schakelt uit. Boorkroon te lang geblokkeerd.
Stroomonderbreking.
Electronica defekt.
Blokkering opheffen, motor uitscha-
kelen en weer inschakelen.
Stekker, kabels, PRCD-schakelaar
en netzekering controleren.
Laat de motor nakijken door de
klantenservice.
Er stroomt water uit
de spoelkop of het
carter.
Asafdichtring defekt.
Waterdruk te hoog.
Laat de motor nakijken door de
klantenservice.
Waterdruk verminderen.
ReseRveoNdeRdeLeN
Als – ondanks uiterst nauwkeurige fabricage-
en testprocessen – het apparaat niet meer
functioneert, laat het dan nakijken door een
door Rodia erkend servicecentrum voor elek-
trisch gereedschap.
GARANtIe
Voor dit Rodia apparaat, bieden wij een
garantie in overeenstemming met de wettelijke
/ landspecifieke bepalingen vanaf de datum
van aankoop (factuur of vrachtbrief dient als
bewijs).
In geval van schade wordt de garantie ver-
vuld door middel van vervangende levering
of reparatie. Voor schade die te wijten is aan
verkeerd gebruik, kan geen aanspraak wor-
den gemaakt op garantie.
Garantie wordt alleen aanvaard als het appa-
raat niet in losse onderdelen aan een Rodia
vestiging, Rodia vertegenwoordiger of erkend
Rodia servicecentrum wordt overhandigd.
mILIeuBesCheRmING
Gooi het apparaat nooit weg met
het normale huisvuil. Verwijder het
apparaat via een erkend afvalver-
werkingsbedrijf of uw communale
afvalverwerkingsinstantie. Neem de
actueel geldende voorschriften in acht. Neem
in geval van twijfel contact op met uw afval-
verwerkingsinstantie. Gooi alle verpakkings-
materialen weg op een milieuverantwoorde
manier.

RODIA®130/164/300 NL
17
INFoRmAtIe oveR GeLuId
eN vIBRAtIe
Het A-gewaardeerde geluidsdrukniveau van
de machines bedraagt kenmerkend:
Geluidsdruk-
niveau
EN-ISO
11204
Geluidsver-
mogenniveau
EN-ISO
3744
130-H/-P 93 dB (A) 103 dB (A)
164 89 dB (A) 98 dB (A)
300 90 dB (A) 101 dB (A)
Vac. pomp 70 dB (A) 75 dB (A)
Kenmerkend is dat de hand-arm vibratie min-
der is dan 2,5 m/s2(EN-ISO 5349).
Draag oorbeschermers!
CoNFoRmIteItsveRkLA-
RING
Hiermede verklaren wij, dat het apparaat in
de door ons op de markt gebrachte uitvoe-
ring voldoet aan de van toepassing zijnde
veiligheids- en gezondheidseisen met betrek-
king op ontwerp en constructie betreffende
EG-richtlijnen. Ingeval van veranderingen die
zonder overleg met ons zijn aangebracht aan
het apparaat verliest deze verklaring haar
geldigheid.
Rodia 130-H/-P: EN-55014-1,
EN-55014-2, EN-IEC 61000-3-2, EN-IEC
61000-6-2, EN-ISO 5349-1, EN-IEC 62841-
1, EN-ISO 11204, EN 12348, EN-ISO
3744, EN-ISO 12100-1, EN-IEC 60204-1
Rodia 164: EN-55014-1, EN-55014-2,
EN-IEC 61000-3-2, EN-IEC 61000-6-2, EN-
ISO 5349-1, EN-IEC 62841-1, EN-ISO
11204, EN 12348, EN-ISO 3744, EN-ISO
12100-1, EN-IEC 60204-1
Rodia 300: EN-55014-1, EN-55014-2,
EN-IEC 61000-3-2, EN-IEC 61000-6-2, EN-
ISO 5349-1, EN-IEC 62841-1, EN-ISO
11204, EN 12348, EN-ISO 3744, EN-ISO
12100-1, EN-IEC 60204-1
Vacuümpomp: EN-55014-1, EN-55014-
2, EN-IEC 61000-3-2, EN-IEC 61000-6-2,
EN-ISO 11204, EN-1012-2, EN-ISO 3744
Volgens de bepalingen van de richtlijnen
2006/42/EG, 2014/35/EU, 2014/30/
EU.
Wijzigingen voorbehouden.
Zevenbergen, april 2016
R.G.W. van den Boogaart
General Manager
Rodiam bv
Munterij 8
4762 AH Zevenbergen
P.O. Box 58
4760 AB Zevenbergen
The Netherlands

RODIA®130/164/300GB
18
GeNeRAL poweR tooL
sAFety wARNINGs
WARNING: Read all safety warn-
ings and all instructions. Failure to
follow the warnings and instructions
may result in electric shock, fire
and/or serious injury.
Save all warnings and instructions
for future reference.
The term “power tool” in the warnings refers
to your mains-operated (corded) power tool or
battery-operated (cordless) power tool.
1) Work area safety
a) Keep work area clean and well lit. Clut-
tered or dark areas invite accidents.
b) Do not operate power tools in explosive
atmospheres, such as in the presence of
flammable liquids, gases or dust. Power
tools create sparks which may ignite the
dust or fumes.
c) Keep children and bystanders away while
operating a power tool. Distractions can
cause you to lose control.
2) Electrical safety
a) Power tool plugs must match the outlet.
Never modify the plug in any way. Do
not use any adapter plugs with earthed
(grounded) power tools. Unmodified plugs
and matching outlets will reduce risk of
electric shock.
b) Avoid body contact with earthed or
grounded surfaces, such as pipes, radia-
tors, ranges and refrigerators. There is
an increased risk of electric shock if your
body is earthed or grounded.
c) Do not expose power tools to rain or wet
conditions. Water entering a power tool
will increase the risk of electric shock.
d) Do not abuse the cord. Never use the cord
for carrying, pulling or unplugging the
power tool. Keep cord away from heat,
oil, sharp edges and moving parts. Dam-
aged or entangled cords increase the
risk of electric shock.
e) When operating a power tool outdoors,
use an extension cord suitable for out-
door use. Use of a cord suitable for
outdoor use reduces the risk of electric
shock.
f) If operating a power tool in a damp
location is unavoidable, use a residual
current device (RCD) protected supply.
Use of an RCD reduces the risk of elec-
tric shock.
g) Make sure you have a proper connec-
tion of the tool at a socket outlet.
3) Personal safety
a) Stay alert, watch what you are doing
and use common sense when operating
a power tool. Do not use a power tool
while you are tired or under the influence
of medication. A moment of inattention
while operating power tools may result
in serious personal injury.
b) Use personal protective equipment.
Always wear eye protection. Protective
equipment such as dust mask, non-skid
safety shoes, hard hat, or hearing protec-
tion used for appropriate conditions will
reduce personal injuries.
c) Prevent unintentional starting. Ensure the
switch is in the off-position before con-
necting to power source and/or battery
pack, picking up or carrying the tool.
Carrying power tools with your finger on
the switch or energising power tools that
have the switch on invites accidents.
d) Remove any adjusting key or wrench
before turning the power tool on. A
wrench or a key left attached to a rotat-
ing part of the power tool may result in
personal injury.
e) Do not overreach. Keep proper footing
and balance at all times. This enables
better control of the power tool in unex-
pected situations.
f) Dress properly. Do not wear loose cloth-
ing or jewellery. Keep your hair, cloth-

RODIA®130/164/300 GB
19
hazardous situation.
5) Service
a) Have your power tool serviced by a
qualified repair person using only identical
replacement parts. This will ensure that the
safety of the power tool is maintained.
b) For power tools with type X attachment,
where a specially preparde cord is
needed to replace the cord: if the supply
cord of this power tool is damaged, it must
be replaced by a specially preparded
cord available through a qualified service
facilty.
speCIAL tooLs sAFety
wARNINGs
Wear safety glasses and ear
protectors when impact drill-
ing.
Exposure to noise can cause hearing
loss.
NOTE: The above warning applies only to
impact drills and may be omitted for drills
other than impact drills.
Use auxiliary handle(s), if supplied
with the tool.
Loss of control can cause personal
injury.
Hold power tool by insulated grip-
ping surfaces, when performing an
operation where the cutting accesso-
ry may contact hidden wiring or its
own cord.
Cutting accessory contacting a “live” wire may
make exposed metal parts of the power tool
“live” and could give the operator an electric
shock.
ing and gloves away from moving parts.
Loose clothes, jewellery or long hair can
be caught in moving parts.
g) If devices are provided for the connection
of dust extraction and collection facilities,
ensure these are connected and properly
used. Use of dust collection can reduce
dust-related hazards.
4) Power tool use and care
a) Do not force the power tool. Use the cor-
rect power tool for your application. The
correct power tool will do the job better
and safer at the rate for which it was
designed.
b) Do not use the power tool if the switch
does not turn it on and off. Any power tool
that cannot be controlled with the switch is
dangerous and must be repaired.
c) Disconnect the plug from the power source
and/or the battery pack from the power
tool before making any adjustments,
changing accessories, or storing power
tools. Such preventive safety measures
reduce the risk of starting the power tool
accidentally.
d) Store idle power tools out of the reach of
children and do not allow persons unfamil-
iar with the power tool or these instructions
to operate the power tool. Power tools are
dangerous in the hands of untrained users.
e) Maintain power tools. Check for misalign-
ment or binding of moving parts, break-
age of parts and any other condition that
may affect the power tool’s operation. If
damaged, have the power tool repaired
before use. Many accidents are caused by
poorly maintained power tools.
f) Keep cutting tools sharp and clean. Prop-
erly maintained cutting tools with sharp cut-
ting edges are less likely to bind and are
easier to control.
g) Use the power tool, accessories and tool
bits etc. in accordance with these instruc-
tions, taking into account the working
conditions and the work to be performed.
Use of the power tool for operations dif-
ferent from those intended could result in a

RODIA®130/164/300GB
20
FoR youR sAFety
Working safely with this machine is
possible only when the operating
and safety information are read
completely and the instructions con-
tained therein are strictly followed.
Before using for the first time, ask for
a practical demonstration.
Before working on the machine itself,
pull the mains plug.
•Be careful of hidden electrical lines or gas
and water pipes. Check the working area,
e. g., with a metal detector.
•Before commencing work consult the
responsible structural engineers, architects
or site supervision about any planned
borings, especially when cutting through
reinforcing steel.
•Never use the machine without the PRCD
(GFCI) provided with the machine.
•Always test the PRCD (GFCI) before start-
ing work, unless the PRCD (GFCI) is a
selftesting type.
•The machine may only be operated using
a power supply with protection earthing
according to the regulations.
•Never use the tool without the separating
transformer delivered with the tool or of the
type as specified in these instructions.
•Replacement of the power cord or plug
should always be carried out by the manu-
facturer or a qualified service facility.
•Keep liquid clear of parts of the tool and
away from persons in the working area.
•The machine may not be operated by per-
sons under the age of 16 years.
•The drill stand must always be mounted
firmly and must not be able to move during
drilling.
•Only mount the drill stand on an even,
firm and smooth surface using the vacuum
pump.
•When carrying out “over” head wet cut
core drilling, a water collecting ring and
water suction are always to be used.
These must be in perfect condition.
•When drilling “over” head always
secure the drill stand with the assembly.
•Prevent the drilling core from falling.
Vacuum pump
•Avoid any constrictions in the suction hose,
e.g. due to dirt accumulation, squeezing,
bending or stretching.
•Check the suction hose each time before
use. Renew any leaking or damaged
parts.
•Keep the cooling air vents on the pump
free and clean.
•The underlying surface of the drill stand
must be clean, firm, smooth, dry and
without any holes. For further safety regula-
tions, see the operating instructions for the
drill stand.
•Caution: The machine automatically
switches on immediately after inserting the
plug in the mains and becomes hot after a
long period of use.
•Always connect the core drill and the
vacuum pump to the same power outlet.
•Do not carry out any changes or modifica-
tions to the machine.
•Should the machine have an operational
fault, the vacuum function will remain for a
short time. The cohesion is depe dent upon
the underlying surface and seal retention.
Stop working immediately and remove the
drill stand completely.
Use only original Rodia parts and
accessories.
This manual suits for next models
3
Table of contents
Languages:
Other Rodia Drill manuals
Popular Drill manuals by other brands

RIDGID
RIDGID R86008 Operator's manual

Makita
Makita HP2070 instruction manual

HOLZMANN MASCHINEN
HOLZMANN MASCHINEN DBM 21N user manual

Chicago Pneumatic
Chicago Pneumatic CP8335 Series Operator's manual

Erbauer
Erbauer ERB575DRH Original instructions

Chicago Electric
Chicago Electric 45338 Assembly and operating instructions