Tecnolux JC16CA20B User manual

Met R290 koelmiddel –Avec réfrigérant R290 –With R290 refrigerant
OPGEPAST: Gelieve voor installatie of gebruik van uw toestel, het
serienummer hieronder te noteren. Dit nummer zal u gevraagd worden bij
herstellingsaanvraag.
ATTENTION: Avant toute installation ou utilisation de votre appareil,
veuillez inscrire ci-dessous le numéro de série de votre appareil. Celui-ci
vous sera demandé en cas de dépannage.
NOTICE: Before installing or using your new device, please register, here
below, the serial number of your appliance. This will be required for
troubleshooting.
…………………………………………………………..…………………………
GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI
INSTRUCTION MANUAL
NL
<<
FR
GB
JC16CA20B

FIG.1
FIG.3
FIG.2
FIG.4

FIG.5
FIG.6
FIG.7
FIG.8
FIG.9

FIG.10
FIG.11

FIG.12
FIG.13
FIG.14

INHOUDSTAFEL
1. Technische kenmerken
2. Veiligheidsvoorschriften
3. Productbeschrijving
4. Montage/Installatie
5. Gebruiksinstructies
6. Onderhoud en reiniging
7. Opslag
8. Probleemoplossing
9. Recyclage van het toestel
1. Technische kenmerken
Spanning / Frequentie (V / Hz)
220-240 / 50
Vermogen koeling (kW)
4.70
Vermogen warmte (kW)
---
Koelmiddel / vulling (gr)
R290/290
Nominale ingangsvermogen/-stroom koeling (W / a)
1800 / 7.8A
Nominale ingangsvermogen/-stroom warmte (W / a)
---
Max werkdruk aanvoer/afvoer (MPa)
0.60 / 1.80
Max toelaatbare druk (MPa)
3.00
Luchtverplaatsing (m³/u)
500
Geluidsniveau (dB(A))
65

2. Veiligheidsvoorschriften
Uw veiligheid is het belangrijkste wat ons bezighoudt!
2.1. Symbolen
Dit apparaat gebruikt een ontvlambaar koelmiddel.
Als koelmiddel lekt en in contact komt met een brand-
of verwarmingsonderdeel, veroorzaakt dit schadelijk
gas en bestaat er risico op brand.
Lees de GEBRUIKSAANWIJZING zorgvuldig door
voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Nadere informatie is beschikbaar in de
GEBRUIKERSHANDLEIDING, SERVICE
HANDBOEK, en dergelijke
Servicepersoneel moet de
GEBRUIKERSHANDLEIDING en de
SERVICEHANDLEIDING aandachtig lezen voordat
deze in gebruik wordt genomen.
2.2. Alvorens u begint
•Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door deskundige of getrainde
gebruikers in winkels, in de lichte industrie en op boerderijen of voor
commercieel gebruik door leken.
•Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder
en personen met beperkte fysieke, sensorische of mentale
capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis als zij op een veilige
manier toezicht of instructie hebben gekregen over het gebruik van
het apparaat begrijp de gevaren. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mag niet door
kinderen worden gedaan zonder toezicht.
•De unit is uitsluitend ontworpen voor gebruik met R-290 (propaan)
gas als het aangewezen koelmiddel.
•De koelmiddel lus is verzegeld. Alleen een gekwalificeerde technicus
mag proberen te repareren!
•Laat het koelmiddel niet in de atmosfeer lopen.
•R-290 (propaan) is brandbaar en zwaarder dan lucht.
•Het verzamelt zich eerst in lage gebieden, maar kan door de fans
worden verspreid.

•Indien propaangas aanwezig is of zelfs vermoed wordt, sta
ongetraind personeel dan niet toe om de oorzaak te vinden.
•Het propaangas dat in het apparaat wordt gebruikt, heeft geen geur.
•Het gebrek aan geur wijst niet op een gebrek aan ontsnapt gas.
•Indien een lek wordt gedetecteerd, onmiddellijk alle personen uit de
kamer evacueren, de kamer ventileren en contact opnemen met de
lokale brandweer om hen te informeren dat er een propaanlek is
opgetreden.
•Laat geen personen de kamer in voordat de gekwalificeerde
onderhoudstechnicus is gearriveerd en die technicus adviseert dat
het veilig is om naar de kamer terug te keren.
•Geen open vuur, sigaretten of andere mogelijke ontstekingsbronnen
moeten in of in de buurt van de apparaten worden gebruikt.
•De onderdelen zijn ontworpen voor propaan en niet-stimulerend en
niet-vonkend. Onderdelen worden alleen vervangen door identieke
reparatieonderdelen.
NIET-NALEVING VAN DEZE WAARSCHUWING KAN
RESULTEREN IN ONTPLOFFING, DE DOOD, LETSEL EN
SCHADE AAN EIGENDOMMEN.
2.3. Operationele voorzorgsmaatregelen.
WAARSCHUWING
Lees deze handleiding aandachtig en
volledig door voordat u uw toestel gaat
gebruiken.
WAARSCHUWING- om het risico op brand, elektrische
schokken of letsel aan personen of eigendommen te
verminderen:
•Als het netsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door de
fabrikant, zijn onderhoudsvertegenwoordiger of personen met
vergelijkbare kwalificaties om gevaar te voorkomen.
•Het A-gewogen geluidsdrukniveau is lager dan 51 dB (A).
•Het apparaat moet worden losgekoppeld van zijn stroombron tijdens
onderhoud.
•Gebruik de eenheid altijd vanaf een stroombron van gelijke
spanning, frequentie en vermogen zoals aangegeven op het
identificatieplaatje van het product.
•Gebruik altijd een stopcontact dat geaard is.
•Haal het netsnoer uit het stopcontact tijdens het schoonmaken of
wanneer u het niet gebruikt.

•Werk niet met natte handen. Voorkom dat water op het apparaat
terechtkomt.
•Dompel het apparaat niet onder en stel het niet bloot aan regen,
vocht of andere vloeistoffen.
•Laat het apparaat niet onbeheerd achter. Kantel of draai het
apparaat niet om.
•Do niet loskoppelen terwijl het apparaat werkt.
•Niet ontkoppelen door aan het netsnoer te trekken.
•Gebruik geen verlengsnoer of adapterstekker.
•Plaats geen voorwerpen op het apparaat.
•Klim of zit niet op het apparaat.
•Steek geen vingers of andere voorwerpen in de luchtuitlaat.
•Raak de luchtinlaat of de aluminium ribben van het apparaat niet
aan.
•Gebruik het apparaat niet als het valt, beschadigd is of tekenen
vertoont van een productdefect.
•Reinig het apparaat niet met chemicaliën.
•Zorg ervoor dat de unit ver weg is van brand, ontvlambare of
explosieve voorwerpen.
•De eenheid moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de
nationale bedradingsvoorschriften.
•Gebruik geen middelen om het ontdooiproces of het schoonmaken
te versnellen, anders dan die aanbevolen door de fabrikant.
•Het apparaat wordt opgeslagen in een ruimte zonder continu
werkende bronnen (bijvoorbeeld open vuur, een werkend gastoestel
of een werkende elektrische verwarming).
•Het apparaat moet zodanig worden opgeslagen dat mechanische
schade wordt voorkomen.
•Schrijf of brand niet, zelfs niet na gebruik.
•Wees ervan bewust dat koelmiddelen geen geur mogen bevatten.
•Pipe-werk moet worden beschermd tegen fysieke schade en mag
niet worden geïnstalleerd in een niet geventileerde ruimte, als die
ruimte kleiner is dan 13m².
•Houd u aan de nationale gasvoorschriften.
•Houd alle vereiste ventilatieopeningen vrij van obstructies.
•Het apparaat moet worden opgeslagen in een goed geventileerde
ruimte waar de grootte van de ruimte overeenkomt met de ruimte die
is gespecificeerd voor gebruik.

WAARSCHUWING
Iedereen die betrokken is bij het werken aan
of inbreken in een koudemiddelcircuit, moet
in het bezit zijn van een geldig certificaat van
een door de bedrijfstak geaccrediteerde
beoordelingsautoriteit, die toestemming
geeft voor de veilige omgang met
koelmiddelen in overeenstemming met een
erkende branchespecificatie.
WAARSCHUWING
Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd
zoals aanbevolen door de fabrikant van de
apparatuur. Onderhoud en reparaties
waarvoor de assistentie van ander bekwaam
personeel vereist is, worden uitgevoerd
onder toezicht van de persoon die bevoegd
is voor het gebruik van ontvlambare
koelmiddelen
Als u iets niet begrijpt of hulp nodig hebt, neem dan contact op
met de dealer
2.4. Veiligheidsmaatregelen bij onderhoud
Volg deze waarschuwingen wanneer u het volgende moet doen bij
het onderhoud van een apparaat met R290.
2.4.1. Controles naar het gebied.
Voorafgaand aan het begin van werkzaamheden aan systemen
die ontvlambare koelmiddelen bevatten, zijn veiligheidscontroles
noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het risico van ontsteking tot
een minimum wordt beperkt. Voor reparatie aan het koelsysteem
moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden
genomen alvorens werkzaamheden aan het systeem uit te
voeren.
2.4.2. Werkprocedure
Werken geschiedt onder een gecontroleerde procedure om het
risico te minimaliseren dat een ontvlambaar gas of damp
aanwezig is terwijl het werk wordt uitgevoerd.
2.4.3. Algemeen werkgebied
Alle onderhoudspersoneel en anderen die in de omgeving
werkzaam zijn, worden geïnstrueerd over de aard van de
uitgevoerde werkzaamheden. Werk in besloten ruimten moet

worden vermeden. Het gebied rond de werkruimte wordt
afgebroken. Zorg ervoor dat de omstandigheden in het gebied
veilig zijn gemaakt door de aansturing van ontvlambaar materiaal.
2.4.4. Controleren op aanwezigheid van koelmiddel
Het gebied moet vóór en tijdens het werk worden gecontroleerd
met een geschikte koelmiddeldetector, om ervoor te zorgen dat
de technicus op de hoogte is van potentieel ontvlambare
omgevingen. Zorg ervoor dat de lekdetectieapparatuur die wordt
gebruikt geschikt is voor gebruik met ontvlambare koelmiddelen,
d.w.z. geen vonken, adequaat afgedicht of intrinsiek veilig.
2.4.5. Aanwezigheid van brandblusser
Indien er warm werk moet worden verricht aan de koelapparatuur
of daaraan verbonden onderdelen, dient geschikte
brandblusapparatuur beschikbaar te zijn. Heb een droog poeder
of CO2 brandblusser naast het laadgebied.
2.4.6. Geen ontstekingsbronnen
Geen persoon die werkzaamheden uitvoert met betrekking tot
een koelsysteem waarbij alle pijpwerkzaamheden worden
uitgevoerd die brandbaar koelmiddel bevatten of bevatten, moet
alle ontstekingsbronnen op zodanige wijze gebruiken dat dit kan
leiden tot het risico van brand of ontploffing. Alle mogelijke
ontstekingsbronnen, inclusief het roken van sigaretten, moeten
voldoende verwijderd worden gehouden van de plaats van
installatie, reparatie, verwijdering en verwijdering, gedurende
welke ontvlambaar koelmiddel mogelijk naar de omringende
ruimte kan worden vrijgegeven. Voorafgaand aan de
werkzaamheden moet het gebied rond de apparatuur worden
gecontroleerd om er zeker van te zijn dat er geen ontvlambare of
ontstekingsrisico's zijn. "No Smoking" -borden worden
weergegeven.
2.4.7. Geventileerde ruimte
Zorg ervoor dat het gebied vrij is of dat het voldoende wordt
geventileerd voordat het in het systeem wordt ingebracht of
wanneer het warm wordt uitgevoerd. Gedurende de periode dat
de werkzaamheden worden uitgevoerd, blijft er sprake van
ventilatie. De ventilatie moet veilig elk vrijgekomen koelmiddel
verspreiden en bij voorkeur het uitwendig in de atmosfeer
verdrijven.

2.4.8. Controles naar de koelapparatuur
Wanneer elektrische componenten worden gewijzigd, moeten ze
geschikt zijn voor het doel en de juiste specificatie. Te allen tijde
moeten de onderhouds- en servicerichtlijnen van de fabrikant
worden gevolgd. Raadpleeg bij twijfel de technische dienst van de
fabrikant voor assistentie. De volgende controles worden
toegepast op installaties die gebruik maken van ontvlambare
koelmiddelen:
•De laadcapaciteit is in overeenstemming met de grootte van de
ruimte waarin de koelmiddel bevattende onderdelen zijn
geïnstalleerd;
•De ventilatieapparatuur en -uitlaten werken adequaat en worden
niet belemmerd;
•Indien een indirect koelcircuit wordt gebruikt, moet het secundaire
circuit worden gecontroleerd op de aanwezigheid van koelmiddel;
•Markering op de apparatuur blijft zichtbaar en leesbaar.
Markeringen en tekens die onleesbaar zijn, moeten worden
gecorrigeerd;
•Koelleidingen of -componenten zijn geïnstalleerd in een positie
waar het onwaarschijnlijk is dat ze worden blootgesteld aan een
stof die koelmiddel bevattende componenten kan aantasten,
tenzij de componenten zijn vervaardigd van materialen die
inherent bestand zijn tegen corrosie of die op geschikte wijze
worden beschermd tegen het zo worden aangetast.
2.4.9. Controles op elektrische apparaten
Reparatie en onderhoud van elektrische componenten omvatten
initiële veiligheidscontroles en inspectie-procedures voor
onderdelen. Als er een storing is die de veiligheid in gevaar zou
kunnen brengen, mag er geen elektrische voeding op het circuit
worden aangesloten voordat het naar tevredenheid is
afgehandeld. Als de fout niet onmiddellijk kan worden
gecorrigeerd, maar moet worden voortgezet, moet een passende
tijdelijke oplossing worden gebruikt. Dit zal worden gerapporteerd
aan de eigenaar van de apparatuur, zodat alle partijen worden
geadviseerd. De eerste veiligheidscontroles omvatten:
•Die condensatoren zijn ontladen: dit moet op een veilige manier
gebeuren om de mogelijkheid van vonkvorming te voorkomen;
•Dat er tijdens het opladen geen levende elektrische componenten
en bedrading worden blootgesteld, waarbij het systeem wordt
hersteld of gespoeld;
•Dat er continuïteit is van aardeverbinding.

WAARSCHUWING!
Installeer het apparaat in ruimtes van meer dan
13 m².
Installeer het apparaat niet op een plaats waar
ontvlambaar gas kan lekken.
NOTITIE!
De vervaardiging kan een ander geschikt
voorbeeld verschaffen of kan aanvullende
informatie over de geur van koelmiddel
verschaffen.
3. Productbeschrijving
FIG.1.1: Bedieningspaneel
FIG.1.2: Bovenste paneel
FIG.1.3: Frontpaneel
FIG.1.4: Wieltjes
FIG.1.5: Uitgang lucht koud/warm
FIG.1.6: Achterste paneel
FIG.2.1: Rooster EVA filter
FIG.2.2: Achterste paneel
FIG.2.3: Luchtafvoer
FIG.2.4: Afvoergaatje
FIG.2.5: Netsnoer
FIG.2.6: Handvat
FIG.2.7: Continue afvoergaatje
FIG.2.8: Rooster CON filter
FIG.3: Venster kit
FIG.4: Luchtafvoerbuis
Opmerking: afbeeldingen ter illustratie, deze kunnen afwijken van uw
product naar aanleiding van updates.
4. Montage/Installatie
4.1. Installatie
Waarschuwing: Zorg ervoor dat het toestel minstens 48u in
rechtstaande positie staat alvorens het toestel te gebruiken. De
airconditioner kan eenvoudig in de kamer worden verplaatst dankzij
de wieltjes. Verplaats het toestel steeds in rechtopstaande positie en
plaats deze steeds op een vlakker, stabiele ondergrond.
Installeer/gebruik het toestel niet in de badkamer of andere vochtige
ruimtes.

4.2. Bevestiging van de afvoerbuis, zie Fig.7
•Verbind het ronde aansluitstuk op de afvoerbuis.
•Verbind het nu het aansluitstuk voor de raamkit aan de andere zijde
van de afvoerbuis.
•Sluit nu het ronde aansluitstuk aan op het toestel.
4.3. Raamkit plaatsen
•Open het raam en plaats de raamkit, zie Fig.8 & 9.
•Pas de lengte van de raamkit aan.
•Sluit het raam zo ver mogelijk om de raamkit vast te zetten.
Tip ! Voor een optimaal rendement raden wij u aan om
een dunne isolatieplaat te kopen (in een doe-het-zelf
zaak) en deze op maat te snijden van uw raamopening.
Zorg ervoor dat deze goed blijft zitten. Plaats nadien de
ovale kant van aansluitstuk (4) op de plaat en teken deze
af. Snij de vorm nu uit met een breekmesje. Dankzij de isolatieplaat
zorgt u voor een optimale afsluiting en houdt u tegelijkertijd de
warmte buiten.
4.4. Toestel plaatsen
•Plaats het toestel met aangesloten afvoerbuis voor het raam.
Behoud een afstand van minstens 50cm tussen het toestel en
aangrenzende voorwerpen/muren, zie Fig.10.
•Pas de lengte van de afvoerbuis aan en klik het uiteinde vast in de
raamkit, zie Fig.11.
Opmerking: vermijd zoveel mogelijk hoeken en geen hoek groter
dan 45°C.
Belangrijk: De lengte van de afvoerbuis moet tussen 280 en 1500
mm zijn. Deze lengte is gebaseerd op de specificaties van de
airconditioner. Gebruik geen verlengbuis, dit kan leiden tot
onherstelbare schade.

5. Gebruiksinstructies
5.1. Bedieningspaneel, zie Fig.5
FIG5.1: SWING
Om de zwaaifunctie in- en uit te
schakelen
FIG5.2: TIMER
Stelt een tijd in voor het automatisch
starten of stoppen van het toestel.
FIG5.3: SPEED
Bij elke druk schakelt u tussen de 3
mogelijke snelheden
FIG5.4: UP
Verhoogt de waarde
FIG5.5: DISPLAY
Geeft de temperatuur weer
FIG5.6: DOWN
Verlaagt de waarde
FIG5.7: MODE
Om te schakelen tussen koelen,
ontvochtigen, ventileren en verwarmen
(optie –indien beschikbaar op u model)
FIG5.8: SLEEP
Om de slaapmodus in- en uit te
schakelen
FIG5.9: POWER
Om het toestel in of uit te schakelen
5.2. Afstandsbediening, zie Fig.6
FIG6.1: POWER
Om het toestel in of uit te schakelen
FIG6.2: TIMER
Stelt een tijd in voor het automatisch
starten of stoppen van het toestel.
FIG6.3: DOWN
Verlaagt de waarde
FIG6.4: MODE
Om te schakelen tussen koelen,
ontvochtigen, ventileren en verwarmen
(optie –indien beschikbaar op uw
model)
FIG6.5: UP
Verhoogt de waarde
FIG6.6: SPEED
Bij elke druk schakelt u tussen de 3
mogelijke snelheden
FIG6.7: SLEEP
Om de slaapmodus in- en uit te
schakelen
FIG6.8: SWING
Om de zwaaifunctie in- en uit te
schakelen
FIG6.9: °C & °F
Om te kiezen tussen Celsius of
Fahrenheit

5.3. Toestel in- en uitschakelen
•Druk op POWER (Fig.5.1) om het toestel in te schakelen.
•Druk nogmaals op POWER (Fig.5.1) om het toestel uit te schakelen.
5.4. Juiste modus kiezen
5.4.1. Koelen
•Druk herhaaldelijk op MODE (Fig.5.7)tot “COOL”oplicht.
•Druk op UP/DOWN (Fig.5.4 & 5.6) om de gewenste temperatuur
in te stellen tussen 16°C en 32°C. Nadien geeft de display
opnieuw de huidige kamertemperatuur weer.
•Druk herhaaldelijk op SPEED (Fig.5.3) tot de LED voor de
gewenste snelheid oplicht.
Opmerking: als de gewenste temperatuur wordt bereikt, stopt het
toestel automatisch en zal opnieuw in werking treden als de
kamertemperatuur stijgt.
5.4.2. Verwarmen (optie –indien beschikbaar op uw model)
•Druk herhaaldelijk op MODE (Fig.5.7) tot “HEAT” oplicht.
•Druk op UP/DOWN (Fig.5.4 & 5.6) om de gewenste temperatuur
in te stellen tussen 16°C en 32°C. Nadien geeft de display
opnieuw de huidige kamertemperatuur weer.
•Druk herhaaldelijk op SPEED (Fig.5.3) tot de LED voor de
gewenste snelheid oplicht.
Opmerking: als de gewenste temperatuur wordt bereikt, stopt het
toestel automatisch en zal opnieuw in werking treden als de
kamertemperatuur daalt.
5.4.3. Ventileren
•Druk herhaaldelijk op MODE (Fig.5.7) tot “FAN” oplicht.
•Druk herhaaldelijk op SPEED (Fig.5.3) tot de LED voor de
gewenste snelheid oplicht.
5.4.4. Ontvochtigen
•Druk herhaaldelijk op MODE (Fig.5.7) tot “DRY” oplicht.
•In deze modus kunt u de afvoerslang voor continue afvoer
aansluiten op het waterafvoergaatje (Fig.13).
•In deze modus kunt u de snelheid niet aanpassen.

5.4.5. Slaapmodus
Druk op SLEEP (Fig.5.8) als het toestel aan staat en in koeling of
warmte (optie) modus staat. In sleep-modus wordt de
blaassnelheid aangepast naar laag en is deze niet aanpasbaar. U
kunt de modus uitschakelen door opnieuw op de knop te drukken.
5.4.6. Timer (1u –24u)
U kunt de timer gebruiken om het toestel in- of uit te schakelen.
•Uitschakelen: Druk op TIMER (Fig.5.2) wanneer het toestel in
werking is, het symbool zal knipperen; Druk nu op UP/DOWN
(Fig.5.4 & 5.6) om de tijd in te stellen.
•Inschakelen: Druk op TIMER (Fig.5.2) wanneer het toestel uit
staat, het symbool zal knipperen; Druk nu op UP/DOWN (Fig.5.4
& 5.6) om de tijd in te stellen.
5.4.7. Swing
Druk op SWING (Fig.5.1) om de zwaaifunctie in- of uit te
schakelen.
5.4.8. Beveiliging
•Automatisch ontdooien: Bij een lage kamertemperatuur, kan er
zich ijs vormen op de verdamper wanneer het toestel in bedrijf is.
Het toestel zal automatisch in ontdooiing gaan en de aan/uit LED
zal knipperen. De ontdooiing gebeurt als volgt:
Wanneer het toestel in koeling- of ontvochtiging modus werkt,
meet de kamertemperatuursensor de temperatuur van de
verdamper. Als deze onder -1°C zakt, zal de compressor
gedurende 10 minuten stoppen waarna deze opnieuw start (of
wanner de verdamper opnieuw een temperatuur van 7°C bereikt).
•Overbelasting: In het geval van een vermogensverlies duurt het
3 minuten voordat de compressor opnieuw is gestart om de
compressor te beschermen.
5.4.9. Waterafvoer
Uw toestel beschikt over een zelfverdampingssysteem.
Dit systeem gebruikt het verzamelde water om de
condensorbatterijen af te koelen voor betere prestaties. Het is niet
nodig om de afvoertank te ledigen in de koel/verwarm modus,
enkel in de ontvochtiging modus of bij een hoge luchtvochtigheid,
zie Fig.12. Het condenswater verdampt bij de condensator en
wordt afgevoerd via de afvoerbuis.

Voor continu gebruik tijdens de ontvochtiging modus moet u de
afvoerslang aansluiten op het waterafvoergaatje. Zo kan het
water automatisch worden afgevoerd, zie Fig.13
6. Onderhoud en reiniging
Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact
alvorens het toestel te reinigen!
6.1. Luchtfilter reinigen, zie Fig.14 (om de twee weken)
Stof verzamelt zich op de filters en beperkt de luchtstroom. Een
beperkte luchtstroom vermindert de efficiëntie en kan schade aan
het toestel berokkenen. De luchtfilter is afneembaar voor een
eenvoudige reiniging. Gebruik het apparaat niet zonder de luchtfilter
•Verwijder de filterframe en filters.
•Gebruik een stofzuiger om het meeste stof op te zuigen.
•Reinig de filterframe in een zacht sopje.
•Spoel de filters onder stromend water, laat het water door de filter
stromen tegen de richting van de luchtinvoer in.
•Laat de filters goed drogen alvorens deze terug te plaatsen.
•WAARSCHUWING! Raak het oppervlak van de verdamper niet met
blote handen aan want dit kan letsels aan uw vingers veroorzaken.
6.2. Reinig de buitenkant van het toestel met een zachte doek en
neutrale zeep. Gebruik geen bijtende- of schurende middelen.
7. Opslag
Opslag op lange termijn –Als u het apparaat langere tijd niet zult
gebruiken, kunt u het apparaat best eerst schoonmaken en volledig
uitdrogen. Ga als volgt tewerk:
•Draai de afvoerdop los, verwijder de waterstop en kantel het apparaat
om alle water uit het waterreservoir af te voeren.
•Schakel het apparaat in, stel het in op de lage windmodus en houd het
apparaat ingeschakeld totdat de afvoerbuis droog is. De binnenkant
van het apparaat wordt gedroogd om schimmelvorming te vermijden.
•Schakel het apparaat uit, haal de stekker uit het stopcontact en wikkel
het snoer rond de snoerhouder. Breng de waterstop en de afvoerdop
opnieuw aan.
•Reinig het toestel en de filters. Laat deze goed drogen.
•Dek de airconditioner af met een plastic tas. Berg de airconditioner op
in een droge ruimte en houd het buiten het bereik van kinderen en stof.
•Haal de batterijen uit de afstandsbediening en bewaar ze op een
veilige plaats.

8. Probleemoplossing
Problemen
Oorzaken
Oplossingen
De
airconditioner
werkt niet.
Er is geen elektriciteit.
Steek de stekker in
een gepast
stopcontact en
schakel de
airconditioner in.
De
overstromingsindicator
geeft "FL” weer.
Voer het water in het
waterreservoir af.
De
omgevingstemperatuur
is te laag of te hoog.
Het is aanbevolen
om het apparaat bij
een temperatuur
tussen 7-35 °C (44-
95°F) te gebruiken.
In de koelmodus is de
kamertemperatuur lager
dan de ingestelde
temperatuur; In de
verwarmingsmodus is de
kamertemperatuur hoger
dan de ingestelde
temperatuur.
Wijzig de ingestelde
temperatuur.
In de
ontvochtigingsmodus is
de
omgevingstemperatuur
te laag.
Het apparaat bevindt
zich in een kamer
met een
omgevingstemperatu
ur hoger dan 17 °C
(62 °F).
De
koelprestaties
Zijn
onvoldoende.
Er is direct zonlicht
Doe de gordijnen
dicht.
Deuren of ramen zijn
open, er zijn veel
mensen in de kamer. Of
in de koelmodus zijn er
andere warmtebronnen
in de ruimte aanwezig.
Sluit de deuren en
ramen en voeg een
andere airconditioner
toe.
Het filterscherm is vuil.
Reinig of vervang
het filterscherm.

De luchtinlaat of -uitlaat
is verstopt.
Verwijder de
obstakels.
Veel lawaai
De airconditioner is niet
op een vlakke
ondergrond geplaatst.
Plaats de
airconditioner op een
vlakke en harde
ondergrond (om het
lawaai te beperken).
De
compressor
werkt niet.
Beveiliging tegen
oververhitting werd
geactiveerd.
Wacht 3 minuten
totdat de
temperatuur is
afgenomen en
schakel het apparaat
opnieuw in.
De
afstandsbedie
ning werkt
niet.
De afstand tussen het
apparaat en de
afstandsbediening is te
groot.
Breng de
afstandsbediening
dichter bij de
afstandsbediening
en zorg dat de
afstandsbediening
direct naar de
ontvanger op de
airconditioner is
gericht.
De afstandsbediening
bevindt zich niet op één
lijn met de ontvanger op
de airconditioner.
Batterijen zijn leeg.
Vervang de
batterijen.
'E1’ wordt
weergegeven.
De buis-
temperatuursensor werkt
niet zoals het hoort.
Controleer de buis-
temperatuursensor
en de verbonden
schakelingen
'E2’ wordt
weergegeven
De kamer-
temperatuursensor geeft
een storing aan.
Controleer de
kamer-
temperatuursensor
en de verbonden
schakelingen
Opmerking: Als het probleem niet in de tabel is vermeld of de
aanbevolen oplossingen werken niet, neem dan contact op met een
erkend servicecentrum.
Table of contents
Languages:
Popular Air Conditioner manuals by other brands

Frigidaire
Frigidaire LRA257ST21 Use & care guide

Arbonia
Arbonia SABIANA OCEAN Series Installation and maintenance manual

Samsung
Samsung AQV12J Series user manual

Carrier
Carrier RAV180 installation instructions

Daikin
Daikin RX15RMVJU installation instructions

Sharp
Sharp CVP12PX - Ha Sh 11500 Btu Portable Air... Installation and operation manual

Mitsubishi Electric
Mitsubishi Electric City Multi Series Technical & service manual

Frigidaire
Frigidaire GHWQ103WC1 use & care

Trane
Trane 4TCA4024A1000A Installer's guide

GE
GE AEZ10AVL1 Owner's manual and installation instructions

Vogue
Vogue 373008 Installation instructions & user guide

Panasonic
Panasonic CS-KS18NB4UW & CZ-18BT1U + CU-KS18NKU manual