AEG BSK772281B User manual

Welkom bij AEG! Hartelijk dank dat je voor onze apparatuur hebt
gekozen.
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en
reparatie-informatie op aeg.com/support
Download de My AEG Kitchen-app voor meer recepten, hints en probleemoplossing.
Wijzigingen voorbehouden.
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................2
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................4
3. MONTAGE ..................................................................................................... 8
4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................ 10
5. BEDIENINGSPANEEL.................................................................................. 10
6. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK......................................... 11
7. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................. 12
8. EXTRA FUNCTIES....................................................................................... 16
9. KLOKFUNCTIES...........................................................................................17
10. DE ACCESSOIRES GEBRUIKEN.............................................................. 18
11. AANWIJZINGEN EN TIPS.......................................................................... 20
12. ONDERHOUD EN REINIGING................................................................... 22
13. PROBLEEMOPLOSSING........................................................................... 26
14. ENERGIEZUINIGHEID............................................................................... 27
15. MILIEUBESCHERMING..............................................................................28
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie
en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor verwondingen of schade die voortvloeit
uit de onjuiste installatie of het onjuiste gebruik. Bewaar de
instructies altijd op een veilige, toegankelijke plek voor
toekomstig gebruik.
1.1 De veiligheid van kinderen en kwetsbare
personen
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder en door mensen met een beperkt lichamelijk,
2 NEDERLANDS

zintuiglijk of verstandelijk vermogen of een gebrek aan
ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of
instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van
het apparaat en indien zij de gevaren begrijpen. Kinderen
jonger dan 8 jaar en personen met zware en complexe
beperkingen dienen altijd uit de buurt van het apparaat te
worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht
staan.
• Houd toezicht op kinderen om te voorkomen dat zij met het
apparaat gaan spelen..
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het
op passende wijze weg.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Houd
kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat tijdens
het gebruik en bij het afkoelen.
• Als het apparaat is voorzien van een kinderslot, dient dit te
worden geactiveerd.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
1.2 Algemene veiligheid
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken.
• Dit apparaat is bedoeld voor binnenshuis huishoudelijk
gebruik.
• Dit apparaat kan worden gebruikt in kantoren, hotelkamers,
bed & breakfast-kamers, boerderijgasthuizen en andere
soortgelijke accommodaties waar dergelijk gebruik de
(gemiddelde) huishoudelijke gebruiksniveaus niet
overschrijdt.
• Alleen een erkende installatietechnicus mag dit apparaat
installeren en de kabel vervangen.
• Gebruik het apparaat niet voordat u het in de ingebouwde
constructie installeert.
• Trek de stekker van het apparaat uit het stopcontact
voordat u welke soort onderhoud dan ook gaat uitvoeren.
NEDERLANDS 3

• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkend servicecentrum of een gekwalificeerde persoon
deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties met
elektriciteit te voorkomen.
• WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het apparaat is
uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische
schokken te voorkomen.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens het gebruik. Zorg
ervoor dat je de verwarmingselementen of het oppervlak
van de apparaatruimte niet aanraakt.
• Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
ovenschalen te verwijderen of erin te plaatsen.
• Gebruik alleen de voedselsensor (kerntemperatuursensor)
die voor dit apparaat wordt aangeraden.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trek eerst de voorkant
van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden.
Plaats de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te
maken.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
• Haal, vóór pyrolytische reiniging, alle accessoires en
overmatige afzettingen/morsingen uit de ovenruimte van het
apparaat.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Installeren
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus
mag dit apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep
van zijn plaats.
4 NEDERLANDS

• Installeer het apparaat op een veilige en
geschikte plaats die aan alle installatie-
eisen voldoet.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Controleer, voordat je het apparaat
monteert, of de ovendeur onbelemmerd
opent.
• Het apparaat is uitgerust met een
elektrisch koelsysteem. Het moet worden
gebruikt met de elektrische voeding.
Minimumhoogte kast (Mini‐
mumhoogte kast onder
werkblad)
590 (600) mm
Kastbreedte 560 mm
Kastdiepte 550 (550) mm
Hoogte van de voorkant
van het apparaat
594 mm
Hoogte van de achterkant
van het apparaat
576 mm
Breedte van de voorkant
van het apparaat
595 mm
Breedte van de achterkant
van het apparaat
559 mm
Diepte van het apparaat 569 mm
Ingebouwde diepte van het
apparaat
548 mm
Diepte met open deur 1022 mm
Minimumgrootte ventilatie‐
opening. Opening geplaatst
aan de onderkant van de
achterzijde
560x20 mm
Lengte netvoedingskabel.
Kabel wordt in de rechter‐
hoek van de achterzijde ge‐
plaatst
1500 mm
Bevestigingsschroeven 4x25 mm
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur worden
gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op
een geaard stopcontact.
• Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Zorg dat u de netstekker en het netsnoer
niet beschadigt. Indien de voedingskabel
moet worden vervangen, dan moet dit
gebeuren door onze Klantenservice.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat of de
niche onder het apparaat, met name niet
als deze werkt of als de deur heet is.
• De schokbescherming van delen onder
stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n
manier worden bevestigd dat het niet
zonder gereedschap kan worden
verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact
als de installatie is voltooid. Zorg ervoor
dat het netsnoer na installatie bereikbaar
is.
• Als het stopcontact los zit, mag u de
stekker niet in het stopcontact steken.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Gebruik enkel correcte
isolatievoorzieningen:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars
en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3
mm.
• Sluit de deur van het apparaat volledig
voordat u de stekker in het stopcontact
steekt.
• Dit apparaat wordt geleverd met een
stekker en een netsnoer.
NEDERLANDS 5

Kabeltypes die van toepassing zijn op de
installatie of vervanging voor Europa:
H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RRF, H05 VV-F, H05
V2V2-F (T90), H05 BB-F
Raadpleeg voor het gedeelte van de kabel
het totale vermogen op het typeplaatje. U
kunt ook de tabel raadplegen:
Totaal vermogen (W) Sectie van de kabel
(mm²)
maximaal 1380 3x0.75
maximaal 2300 3x1
maximaal 3680 3x1.5
De aardedraad (groen/gele draad) moet 2 cm
langer zijn dan de bruine fase- en blauwe
neutrale draden.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brandwonden,
elektrische schokken of een explosie.
• De specificatie van dit apparaat niet
wijzigen.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen
niet geblokkeerd worden.
• Laat het apparaat tijdens de werking niet
onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van de
deur van het apparaat wanneer het
apparaat in werking is. Er kan hete lucht
vrijkomen.
• Gebruik het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Oefen geen druk uit op de open deur.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad of
als opslagoppervlak.
• Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Het gebruik van ingrediënten
met alcohol kan een mengsel van alcohol
en lucht veroorzaken.
• Laat geen vonken of open vlammen in
contact met het apparaat komen wanneer
u de deur opent.
• Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
– plaats ovenschalen of andere
voorwerpen niet rechtstreeks op de
bodem van het apparaat.
– leg geen aluminiumfolie op de bodem
van de ruimte in het apparaat.
– plaats geen water direct in het hete
apparaat.
– bewaar geen vochtige gerechten en
voedsel in het apparaat nadat u klaar
bent met koken.
– wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
• Verkleuring van het email of roestvrij staal
is niet van invloed op de werking van het
apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Vruchtensappen veroorzaken
vlekken die permanent kunnen zijn.
• Kook altijd met de deur van het apparaat
gesloten.
• Als het apparaat achter een meubelpaneel
gemonteerd is (bijv. een deur), zorg er dan
voor dat de deur nooit gesloten is als het
apparaat in werking is. Warmte en vocht
kunnen achter een gesloten meubelpaneel
ophopen en schade aan het apparaat, de
behuizing of de vloer veroorzaken. Sluit
het meubelpaneel niet tot het apparaat
compleet is afgekoeld na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, vuur of schade aan
het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat je
onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld.
Er bestaat een risico dat de glasplaten
kunnen breken.
6 NEDERLANDS

• Vervang direct de glazen deurpanelen als
deze beschadigd zijn. Neem contact op
met een erkend servicecentrum.
• Wees voorzichtig als u de deur van het
apparaat verwijdert. De deur is zwaar!
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
• Volg als u een ovenspray gebruikt de
aanwijzingen op de verpakking.
2.5 Pyrolytische reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op letsel / Brand / Chemische
uitstoot (dampen) in pyrolitische modus.
• Voor het uitvoeren van de pyrolytische
reiniging en de eerste voorverwarming
dient u het volgende uit de ovenruimte te
verwijderen:
– overtollig voedselresten, olie- of
vetresten/afzettingen.
– alle verwijderbare voorwerpen
(inclusief planken, zijrails, enz., die bij
het apparaat zijn geleverd), met name
alle antiaanbakpotten, pannen,
dienbladen, keukengerei, enz.
• Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
• Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging in
werking is. Het apparaat wordt zeer heet
en er komt hete lucht vrij uit de voorste
koelopeningen.
• Pyrolytische reiniging gebeurt op hoge
temperaturen waarbij dampen kunnen
vrijkomen van kookresten en
constructiematerialen. Om die reden
adviseren wij consumenten:
– zorg voor goede ventilatie tijdens en
na de pyrolytische reiniging.
– zorg voor goede ventilatie tijdens en
na de eerste voorverwarming.
• Tijdens en na de pyrolytische reiniging
mag u geen water op de ovendeur morsen
of aanbrengen om beschadiging van de
glasplaten te voorkomen.
• Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens / kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief kinderen of personen
met medische aandoeningen.
• Houd huisdieren uit de buurt van het
apparaat tijdens en na de pyrolytische
reiniging en de initiële voorverwarming.
Kleine huisdieren (vooral vogels en
reptielen) kunnen zeer gevoelig zijn voor
temperatuurveranderingen en uitgestoten
dampen.
• Antiaanbaklagen in potten, pannen,
bakplaten, bakgerei, enz. kunnen worden
beschadigd door de hoge temperatuur van
de pyrolytische reiniging van alle
pyrolytische ovens. Ook kunnen ze een
bron zijn voor schadelijke dampen op laag
niveau.
2.6 Bereiding met stoom
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden en schade
aan het apparaat.
• Vrijgekomen stoom kan brandwonden
veroorzaken:
– De deur van het apparaat niet openen
tijdens de bereiding met stoom.
– De deur van het apparaat voorzichtig
openen na de bereiding met stoom.
2.7 Binnenverlichting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken.
• Met betrekking tot de lamp(en) in dit
product en reservelampen die afzonderlijk
worden verkocht: Deze lampen zijn
bedoeld om bestand te zijn tegen extreme
fysieke omstandigheden in huishoudelijke
apparaten, zoals temperatuur, trillingen,
vochtigheid, of zijn bedoeld om informatie
te geven over de operationele status van
het apparaat. Ze zijn niet bedoeld voor
gebruik in andere toepassingen en zijn
niet geschikt voor verlichting in
huishoudelijke ruimten.
• Dit product bevat een lichtbron van
energie-efficiëntieklasse G.
NEDERLANDS 7

• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.8 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
2.9 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Neem contact op met uw plaatselijke
overheid voor informatie over het afvoeren
van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af
en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in het apparaat vast komen te
zitten.
3. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
3.1 Inbouwen
www.youtube.com/electrolux
www.youtube.com/aeg
How to install your AEG/Electrolux
Oven - Column installation
18
594
589
114
21548
595+-1
min. 550
20
600
min. 560
3
5
60
20
80
520
60
198
523
(*mm)
8 NEDERLANDS

min. 550
20
595+-1
18
590
min. 560
594
589
114
21548
3
5
70
60 520
60
20
198
523
(*mm)
3.2 Bevestiging van de oven aan de
kast
NEDERLANDS 9

4. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
4.1 Algemeen overzicht
6
13
11
10
5
4
12
9
5
4
1
2
3
3
2 3
7
8
1
1Bedieningspaneel
2Elektronische tijdschakelklok
3Waterreservoir
4Opening voor de voedselsensor
5Verwarmingselement
6Lamp
7Ventilator
8Uitholling reliëf
9Inschuifrails, verwijderbaar
10 Afvoerpijp
11 Waterafvoerklep
12 Inzetniveaus
13 Stoomtoevoer
4.2 Accessoires
•Bakrooster
Voor taartblikken, overschalen,
geroosterde gerechten, kookgerei/
gerechten.
•Easy2Clean. Anti-aanbakbakplaat
Voor bakken zonder bakpapier.
•Grill-/braadpan
Om te bakken en braden of als pan om vet
in op te vangen.
•Voedselsensor
Om de temperatuur binnenin het voedsel
te meten.
5. BEDIENINGSPANEEL
5.1 Overzicht bedieningspaneel
1 2 3 4 5 6
1Aan/Uit Houd ingedrukt om het apparaat
in en uit te schakelen.
2Menu Vermeldt de functies van het ap‐
paraat.
3Favorie‐
ten
Geeft een overzicht van de favor‐
iete instellingen.
4Display Geeft de huidige instellingen van
het apparaat weer.
10 NEDERLANDS

5Lamp‐
schake‐
laar
Om de verlichting in en uit te
schakelen.
6Snel
Opwar‐
men
Om de functie in en uit te schake‐
len: Snel Opwarmen
5.2 Display
Display met ingestelde toetsfuncties.
150°C
12:30
15min START
85°C
F E CD B
A
A. Dagtijd
B. BEGIN / STOP
C. Temperatuur
D. Verwarmingsfuncties
E. Timer
F. Voedselsensor (alleen geselecteerde
modellen)
Indicatielampjes op de display
Om de selectie/instelling te bevestigen.
Om één niveau terug te gaan in het menu.
Om de laatste handeling ongedaan te ma‐
ken.
Om de opties in en uit te schakelen.
De geluidsalarmfunctie is geactiveerd.
Het geluidsalarm en de stopkookfunctie wor‐
den geactiveerd.
Alleen pop-upbericht is geactiveerd.
De functie Uitgestelde start is geactiveerd.
Om de instelling te annuleren.
6. VOORAFGAAND AAN HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 Eerste reiniging
1. Haal alle accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit het apparaat.
2. Reinig het apparaat en de accessoires
uitsluitend met een microvezeldoek,
warm water en een mild reinigingsmiddel.
3. Plaats de accessoires en de
verwijderbare inschuifrails terug in hun
oorspronkelijke positie.
6.2 Eerste verbinding
Het display toont een welkomstbericht na de
eerste verbinding.
Je moet het volgende instellen: Taal,
Helderheid Display , Toetstonen ,
Geluidsvolume , Dagtijd .
6.3 Eerste voorverwarming
Warm het lege apparaat voor het eerste
gebruik voor.
1. Haal alle accessoires en verwijderbare
inschuifrails uit het apparaat.
2. Stel de functie in. Stel de
maximumtemperatuur in.
Laat het apparaat 1 u werken.
3. Stel de functie in. Stel de
maximumtemperatuur in.
Laat het apparaat 15 min werken.
4. Stel de functie in. Stel de
maximumtemperatuur in.
Laat het apparaat 15 min werken.
Schakel het apparaat uit en wacht tot het is
afgekoeld. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Zorg ervoor dat de
luchtstroom in de kamer voldoende is.
NEDERLANDS 11

7. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 Verwarmingsfuncties
STANDAARD
Grillen
Om dunne stukken voedsel te grillen en
brood te roosteren.
Circulatiegrill
Voor het braden van grote stukken vlees
of gevogelte met bot op één niveau. Voor
gratineren en bruinen.
Hetelucht
Bakken op maximaal drie rekstanden tege‐
lijkertijd en voedsel drogen. Stel de tempe‐
ratuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven
+ onderwarmte.
Bevroren gerechten
Perfect voor kant-en-klare maaltijden (bijv.
patat, aardappelkroketjes of loempia’s).
Boven + onderwarmte
Voor het bakken en roosteren op één
ovenniveau.
Onderwarmte
Kies deze functie na een kookproces om
het voedsel zo nodig meer aan de onder‐
kant te bruinen. Gebruik het laagste rekni‐
veau.
Deeg Laten Rijzen
Om het deeg te laten rijzen voor het bak‐
ken.
SPECIAAL
Inmaken
Om groenten en fruit in te maken, plaatst u
de potten in een bakplaat gevuld met wa‐
ter, met behulp van potten met bajonet of
schroefdoppen van dezelfde grootte. Ge‐
bruik de eerste rekstand.
Drogen
Om in plakjes gesneden fruit, groenten en
champignons te drogen. Om de met vocht
verzadigde lucht te laten ontsnappen en
het fruit beter te laten drogen, is het raad‐
zaam om de ovendeur tijdens het droog‐
proces af en toe te openen.
Borden Warmen
Om borden voor het serveren op te war‐
men.
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien (groenten en
fruit). De ontdooitijd is afhankelijk van de
hoeveelheid ingevroren voedsel en de
grootte daarvan.
Gratineren
Voor gerechten zoals lasagne of aardap‐
pelgratin. Voor gratineren en bruinen.
Lage Temperatuur Garen
Bereidingsproces bij lage temperatuur. Het
is ideaal om delicate gerechten te berei‐
den (bijv. rundvlees, kalfsvlees of lams‐
vlees).
Warm houden
Om voedsel warm te houden. Houd er re‐
kening mee dat sommige gerechten kun‐
nen blijven koken en drogen terwijl ze
warm worden gehouden. Bedek de scha‐
len indien nodig.
Warmelucht (vochtig)
Deze functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen. Bij het ge‐
bruik van deze functie kan de temperatuur
in het apparaat verschillen van de ingestel‐
de temperatuur. De restwarmte wordt ge‐
bruikt. Het verwarmingsvermogen kan
worden verminderd. Raadpleeg voor meer
informatie het hoofdstuk "Dagelijks ge‐
bruik", opmerkingen op: Warmelucht
(vochtig).
12 NEDERLANDS

STOOM
Regenereren
Het opwarmen van voedsel met stoom
voorkomt dat het oppervlak uitdroogt. De
warmte wordt behoedzaam en gelijkmatig
verdeeld en geeft het voedsel de smaak en
het aroma alsof het net is bereid. Deze
functie kan worden gebruikt om eten direct
op een bord te verwarmen. U kunt meer
dan één bord tegelijkertijd opwarmen met
verschillende inzetniveaus.
Brood bakken
Gebruik deze functie voor brood en brood‐
jes met een bijna professioneel resultaat
qua krokantheid, kleur en bruine korst.
Lage vochtigheid
De functie is geschikt voor vlees, gevogel‐
te, ovengerechten en stoofschotels. Dank‐
zij de combinatie van stoom en warmte
wordt het vlees mals en sappig met een
krokant korstje.
Pizza-functie
Het beste voor het bakken van pizza's en
andere gerechten die meer warmte van
onderaf nodig hebben.
7.2 Toelichting van: Warmelucht
(vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te voldoen
aan de energie-efficiëntieklasse en
ecodesign-vereisten (volgens EU 65/2014 en
EU 66/2014). Testen in overeenstemming
met: IEC/EN 60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding
gesloten te zijn zodat de functie niet wordt
onderbroken en de oven werkt op de hoogst
mogelijke energie-efficiëntie.
Bij gebruik van deze functie gaat de
verlichting na 30 seconden automatisch uit.
Zie het hoofdstuk 'Hints and tips’, Warmelucht
(vochtig) voor bereidingsinstructies. Zie voor
algemene aanbevelingen voor
energiebesparing het hoofdstuk ‘Energie-
efficiëntie’, Energiebesparing.
7.3 Instelling: Verwarmingsfuncties
1. Het apparaat inschakelen. Op het display
verschijnt de standaard
verwarmingsfunctie en de temperatuur.
2. Druk op het symbool van de
verwarmingsfunctie om het submenu
te openen.
3. Selecteer de verwarmingsfunctie en druk
op . Het display toont de temperatuur.
4. Stel de temperatuur in. Druk op .
5. Druk op .
Voedselsensor - u kunt de sensor op elk
gewenst moment voor of tijdens het koken
aansluiten. Raadpleeg het hoofdstuk "De
accessoires gebruiken, voedselsensor".
6. - druk hierop om de
verwarmingsfunctie uit te schakelen.
7. Schakel het apparaat uit.
7.4 Instelling:
Stoomverwarmingsfunctie
1. Het apparaat inschakelen. Selecteer het
symbool van de verwarmingsfunctie en
druk erop om het submenu te openen.
2. Stel de stoomverwarmingsfunctie in.
3. Druk op .Het display toont de
temperatuurinstellingen.
4. Stel de temperatuur in.
5. Druk op .
6. Druk op de afdekking van het
waterreservoir om dit te openen.
7. Vul het waterreservoir tot het maximale
niveau (ongeveer 900 ml water) met koud
water tot het geluidssignaal klinkt of het
display het bericht toont. Vul de waterlade
niet verder dan zijn maximum capaciteit.
Er is een risico op waterlekkage,
overstroming en beschadiging van
meubels.
WAARSCHUWING!
Gebruik alleen koud kraanwater.
Gebruik geen gefilterd
(gedemineraliseerd) of gedestilleerd
water. Gebruik geen andere
vloeistoffen. Giet geen ontvlambare
of alcoholische vloeistoffen in het
waterreservoir.
8. Druk het waterreservoir in de
oorspronkelijke stand.
9. Druk op .
Als de ingestelde temperatuur is bereikt,
klinkt er een geluidssignaal.
NEDERLANDS 13

10. Wanneer het waterreservoir zonder water
komt te zitten, klinkt het signaal. Vul het
waterreservoir bij.
11. Schakel het apparaat uit.
Leeg de waterlade wanneer je klaar bent met
koken.
WAARSCHUWING!
Het apparaat staat aan. Er bestaat
gevaar voor brandwonden. Wees
voorzichtig als je het waterreservoir
ledigt.
Restwater kan condenseren in de holte.
Open na het koken voorzichtig de ovendeur.
Wanneer het apparaat koud is, droog je de
ovenruimte met een zachte doek. Wacht na
elk gebruik ten minste 60 min om te
voorkomen dat er heet water uit de
waterafvoerklep komt.
7.5 Watertank legen
Indicatielampje waterreservoir
Het reservoir is vol.
Het reservoir is halfvol.
Het reservoir is leeg. Vul het reservoir
bij.
Indien u te veel water in het reservoir
schenkt, leidt de veiligheidsafvoer het
overtollige water naar de bodem van de
ovenruimte.
1. Schakel het apparaat uit, laat het met de
deur open staan en wacht tot het
apparaat koud is.
2. Sluit de afvoerpijp aan op de outlet
valve via de connector .
B
C
A
3. Houd het uiteinde van de leiding onder
het niveau van en druk herhaaldelijk
om het resterende water op te vangen.
4. Maak het apparaat los en droog het
met een zachte spons.
7.6 Menu
Druk op om het menu te openen.
Menu-item Toepassing
Kook- En Bakassistent Toont overzicht van de
automatische program‐
ma's.
Reinigen Toont overzicht van de
schoonmaakprogram‐
ma's.
Favorieten Geeft een overzicht van
de favoriete instellingen.
Opties Om de apparaatconfigu‐
ratie in te stellen.
Instellingen Instelling Om de apparaatconfigu‐
ratie in te stellen.
Service Toont de softwareversie
en -configuratie.
Submenu voor: Reinigen
Submenu Toepassing
Pyrolytische reiniging, kort Duur: 1 h.
Pyrolytische reiniging, nor‐
maal
Duur: 1 h 30 min.
Pyrolytische reiniging, inten‐
sief
Duur: 2 h 30 min.
14 NEDERLANDS

Submenu voor: Opties
Submenu Toepassing
Binnenverlichting Schakelt de lamp in en uit.
Kinderslot Voorkomt dat het apparaat per ongeluk wordt geactiveerd. Wanneer de optie is
ingeschakeld, verschijnt de tekst Kinderslot op het display als u het apparaat in‐
schakelt. Om het apparaat in te kunnen schakelen de codeletters in alfabetische
volgorde selecteren. Als de optie is ingeschakeld en het apparaat is uitgescha‐
keld, is de deur van het apparaat vergrendeld. Toegang tot de timer, de afstand‐
bediening en het lampje zijn beschikbaar met de optie ingeschakeld.
Snel Opwarmen Verkort de opwarmtijd. Alleen beschikbaar voor sommige functies van het appa‐
raat.
Reinigingsherinnering Schakelt de herinnering in en uit.
Tijdisindicatie Schakelt de klok in en uit.
Digitale klokstijl Wijzigt de indeling van de weergegeven tijdsaanduiding.
Submenu voor: Instelling
Submenu Omschrijving
Taal Stelt de taal van het apparaat in.
Helderheid Display Stelt de helderheid van de display in.
Toetstonen Schakelt het geluid van de aanraakvelden in en uit. Het is niet mogelijk om de
toon te dempen voor: .
Geluidsvolume Stelt het volume van de belangrijkste geluiden en signalen in.
Dagtijd Stelt de huidige tijd en datum in.
Submenu voor: Service
Submenu Omschrijving
Demofunctie Activerings-/deactiveringscode: 2468
Softwareversie Informatie over softwareversie.
Terug naar fabrieksinstellin‐
gen
Herstelt fabrieksinstellingen.
7.7 Instelling: Kook- En
Bakassistent
Het submenu Kook- En Bakassistent bestaat
uit een reeks extra functies en programma's
die zijn ontworpen voor speciale gerechten.
Elk gerecht in dit submenu is voorzien van
een geschikte instelling. Je kunt de tijd en de
temperatuur tijdens het koken aanpassen.
Voor sommige gerechten kunt u ook koken
met Voedselsensor. Tot hoeverre een
gerecht wordt gekookt:
• Rauw
• Medium
• Gaar
Voor sommige gerechten kunt u ook koken
met Per gewicht .
1. Het apparaat inschakelen.
NEDERLANDS 15

2. Druk op .
3. Druk op . Kook- En Bakassistent.
4. Kies een gerecht of een voedseltype.
5. Plaats het voedsel in het apparaat en
druk op .
Als de functie is afgelopen, controleert u of
het voedsel klaar is. Verleng de bereidingstijd
indien nodig.
8. EXTRA FUNCTIES
8.1 Favorieten
U kunt uw favoriete instellingen opslaan,
zoals de verwarmingsfunctie, de
bereidingstijd, de temperatuur of de
reinigingsfunctie. U kunt 3 favoriete
instellingen opslaan.
1. Het apparaat inschakelen.
2. Selecteer de gewenste instelling.
3. Druk op .
4. Selecteer: Favorieten / Huidige
instellingen opslaan.
5. Druk op + om de instelling toe te voegen
aan de lijst met: Favorieten.
6. Druk op .
- druk hierop om de instelling te resetten.
- druk hierop om de instelling te
annuleren.
8.2 Toetsenblokkering
Deze functie voorkomt dat de functie van het
apparaat per ongeluk wordt gewijzigd.
1. Het apparaat inschakelen.
2. Stel een verwarmingsfunctie in.
3. , - druk hier tegelijkertijd op om de
functie in te schakelen.
, - druk hier tegelijkertijd op om de
functie in te schakelen.
8.3 Kinderslot
Deze functie voorkomt dat het apparaat per
ongeluk wordt geactiveerd.
1. Het apparaat inschakelen.
2. Druk op .
3. Selecteer Opties / Kinderslot.
4. Druk op de codeletters in alfabetische
volgorde.
Kinderslot is geactiveerd.
Wanneer deze functie is geactiveerd, krijgt u
toegang tot: Timer en lamp is beschikbaar.
Druk op de codeletters in alfabetische
volgorde om het apparaat in te kunnen
schakelen.
De deur wordt vergrendeld als deze functie
wordt geactiveerd en het apparaat wordt
uitgeschakeld.
8.4 Automatische uitschakeling
Als de verwarmingsfunctie actief is en er
geen instellingen worden gewijzigd, wordt het
apparaat om veiligheidsredenen na een
bepaalde periode automatisch uitgeschakeld.
(°C) (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
250 - maximaal 3
De automatische uitschakeling werkt niet met
de functies: Binnenverlichting,
Voedselsensor, Eindtijd, Lage Temperatuur
Garen .
8.5 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld om
de oppervlakken van het apparaat koel te
houden. Als je het apparaat uitschakelt, kan
de koelventilator blijven werken totdat het
apparaat is afgekoeld.
16 NEDERLANDS

9. KLOKFUNCTIES
9.1 Omschrijving klokfuncties
Functie Omschrijving
Timer De duur van het koken instellen. Maxi‐
mum is 23 u 59 min.
U kunt instellen wat er gebeurt als de
tijd om is door de voorkeur in te stellen:
Actie beëindigen.
Actie beëin‐
digen
Geluidsalarm - wanneer de tijd om is,
klinkt er een signaal. U kunt deze func‐
tie op elk gewenst moment instellen,
ook als de oven uitstaat.
Geluidsalarm en stop met koken - als
de tijd is verstreken, klinkt er een ge‐
luidssignaal en wordt de verwarmings‐
functie uitgeschakeld.
Alleen pop-up bericht - wanneer de tijd
is verstreken, verschijnt het bericht op
het display. U kunt deze functie op elk
gewenst moment instellen, ook als de
oven uitstaat.
Uitgestelde
start
Om het begin en/of het einde van het
koken uit te stellen.
Tijd verlen‐
ging
Om de bereidingstijd te verlengen.
Uptimer Om aan te geven hoe lang het apparaat
in werking is. Maximum is 23 u 59 min.
U kunt de functie in- en uitschakelen:
Deze functie heeft geen invloed op de
werking van het apparaat.
9.2 Instelling: Dagtijd
1. Het apparaat inschakelen.
2. Druk op: Dagtijd.
3. Stel de tijd in.
4. Druk op .
9.3 Instelling: Timer
1. Kies de verwarmingsfunctie en stel de
temperatuur in.
2. Druk op .
3. Stel de tijd in.
U kunt de gewenste actie Einde selecteren
door op te drukken.
4. Druk op . Herhaal de actie totdat het
hoofdscherm op het display verschijnt.
Wanneer 10% van de bereidingstijd overblijft
en het voedsel niet klaar lijkt te zijn, kun je de
bereidingstijd verlengen. Je kunt ook de
verwarmingsfunctie wijzigen. Druk op +1min
om de bereidingstijd te verlengen.
9.4 Instelling: Uitgestelde start
1. Stel de verwarmingsfunctie en de
temperatuur in.
2. Druk op .
3. Stel de bereidingstijd in.
4. Druk op .
5. Druk op: Uitgestelde start.
6. Kies de gewenste starttijd.
7. Druk op . Herhaal de actie totdat het
hoofdscherm op het display verschijnt.
9.5 Instelling: Uptimer
1. Stel de verwarmingsfunctie en de
temperatuur in.
2. Druk op .
3. Druk op .
4. Druk op: Uptimer.
5. Schuif of druk op om de baktijd op het
hoofdscherm te zien.
6. Druk op . Herhaal de actie totdat het
hoofdscherm op het display verschijnt.
9.6 Timerinstellingen wijzigen
Je kunt de ingestelde tijd tijdens het koken op
elk gewenst moment wijzigen.
1. Druk op .
2. Stel de timerwaarde in.
3. Druk op .
NEDERLANDS 17

10. DE ACCESSOIRES GEBRUIKEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
10.1 Accessoires plaatsen
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de
veiligheid. De inkepingen zijn ook anti-
kantelmechanismen. De hoge rand rond het
rooster voorkomt dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
Bakrooster
Plaats het rooster tussen de geleidestangen
van de roostersteun en zorg ervoor dat de
pootjes omlaag staan.
Diepe schaal
Schuif de plaat tussen de geleidestangen van
de inschuifrail.
10.2 Voedselsensor
Het meet de temperatuur binnenin het
voedsel. Je kunt het bij elke
verwarmingsfunctie gebruiken.
Er moeten twee temperaturen worden
ingesteld:
• - de temperatuur in het apparaat:
minimaal 120 °C.
• - de kerntemperatuur van het voedsel.
Voor de beste kookresultaten:
• Ingrediënten moeten op
kamertemperatuur zijn.
• Niet gebruiken voor vloeibare gerechten.
• Tijdens het koken moet de naald van de
voedselsensor volledig in het gerecht
worden gestoken.
Het apparaat berekent een geschatte
bereidingseindtijd. Dit hangt af van de
voedselkwaliteit, de verwarmingsfunctie en
de temperatuur.
Koken met: Voedselsensor
WAARSCHUWING!
Er bestaat een risico op brandwonden als
de voedselsensor en de inschuifrails heet
worden. Raak de handgreep van de
voedselsensor niet met blote handen
aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen.
1. Het apparaat inschakelen.
2. Selecteer de verwarmfunctie en, indien
nodig, de oventemperatuur.
3. Plaats voedselsensor in de schaal:
Vlees, gevogelte en vis
Steek de hele naald van de
voedselsensor in het midden van het
vlees of de vis op het dikste gedeelte.
Stoofschotel
Plaats de punt van de voedselsensor
precies in het midden van de
ovenschotel. De voedselsensor moet
18 NEDERLANDS

tijdens het bakken op één plaats worden
gestabiliseerd. Gebruik een solide
ingrediënt om dit voor elkaar te krijgen.
Gebruik de rand van de bakplaat om het
siliconen handvat van de voedselsensor
te ondersteunen. De punt van de
voedselsensor mag de bodem van de
bakplaat niet raken.
4. Steek de voedselsensor in het
stopcontact in het apparaat. Zie
'Beschrijving van het product'.
Het display toont de huidige temperatuur van
de voedselsensor.
5. - druk om de kerntemperatuur van de
sensor in te stellen.
6. - druk om de voorkeursoptie in te
stellen:
• Geluidsalarm - wanneer voedsel de
kerntemperatuur bereikt, klinkt het
signaal.
• Geluidsalarm en stop met koken -
wanneer voedsel de kerntemperatuur
bereikt, klinkt het signaal en stopt de
oven.
7. Selecteer de optie en druk herhaaldelijk
op om naar het hoofdscherm te gaan.
8. Druk op .
Als het voedsel de ingestelde temperatuur
bereikt, klinkt er een geluidssignaal.
Controleer of het voedsel klaar is. Verleng de
bereidingstijd indien nodig.
9. Haal de stekker van de voedselsensor uit
het stopcontact en haal het gerecht uit
het apparaat.
10.3 Dieetbakschaal voor
stoomkoken
De dieetbakplaat wordt niet bij het
apparaat geleverd. Neem voor meer
informatie contact op met uw plaatselijke
leverancier.
Dieetovenschotel bestaat uit:
A. Injector - voor direct stoomkoken,
B. Injectorbuis - voor stoomkoken,
C. Deksel,
D. stalen grill,
E. glazen kom.
A
B
C
D
E
Niet doen:
• de hete bakplaat op koude/natte
oppervlakken leggen.
• koude vloeistoffen op de bakplaat gieten
als deze heet is.
• de bakplaat op een heet kookoppervlak
gebruiken.
• de bakschaal schoonmaken met
schuurmiddelen, schuurmiddelen en
poeders.
NEDERLANDS 19

10.4 Stoomkoken in een
dieetbakschaal
1. Plaats het voedsel op de stalen grill in de
bakplaat en dek het af met het deksel.
2. Plaats de injectorslang in het gat in het
deksel.
3. Plaats de bakplaat vanaf de onderkant op
de tweede rekpositie.
4. Sluit de injectorslang aan op de
stoomtoevoer. Zie het hoofdstuk
'Beschrijving van het product'.
5. Stel het apparaat in voor de
stoomkookfunctie.
10.5 Direct stoomkoken
Plaats het voedsel op de stalen grill in de
bakplaat. Voeg wat water toe. Gebruik het
deksel niet.
Wanneer u grote porties vlees kookt, plaatst
u de injector in het gerecht.
WAARSCHUWING!
De injector kan heet zijn als het apparaat
in werking is. Gebruik altijd
ovenhandschoenen. Verwijder de
spuitmond uit het apparaat als je geen
stoomfunctie gebruikt.
1. Plaats de injector in de injectorslang. Sluit
het andere uiteinde aan op de
stoomtoevoer. Zie het hoofdstuk
'Beschrijving van het product'.
2. Plaats de bakplaat vanaf de bodem op de
eerste of tweede rekstand.
Zorg ervoor dat de injectorslang niet
vastzit. Houd de injector uit de buurt van
het verwarmingselement.
3. Stel het apparaat in voor de
stoomkookfunctie.
11. AANWIJZINGEN EN TIPS
11.1 Kookadviezen
De temperatuur en kooktijden in de tabellen
zijn slechts als richtlijn bedoeld. Ze zijn
afhankelijk van het recept, de kwaliteit en de
kwantiteit van de gebruikte ingrediënten.
Je apparaat kan anders bakken of roosteren
dan het apparaat dat je tot nu toe gebruikt
hebt. De onderstaande hints tonen
aanbevolen instellingen voor temperatuur,
kooktijd en rekstand voor specifieke soorten
voedsel.
Als u voor een speciaal recept de instelling
niet kunt vinden, zoek dan naar een
soortgelijk recept.
Symbolen gebruikt in de tabellen:
Soort voedsel
Verwarmingsfunctie
Temperatuur
Accessoire
Inzetniveau
Kooktijd (min)
11.2 Warmelucht (vochtig) –
aanbevolen accessoires
Gebruik donkere en niet-reflecterende bakjes
en schalen. Ze nemen de warmte beter op
dan licht en reflecterend servies.
•Pizzapan - donker, niet-reflecterend,
diameter 28cm
•Bakschaal - donker, niet-reflecterend,
diameter 26cm
•Ramekins - keramiek, diameter 8cm,
hoogte 5 cm
•Flanbasistin - donker, niet-reflecterend,
diameter 28cm
11.3 Warmelucht (vochtig)
Volg voor de beste resultaten de volgende
aanwijzingen op die hieronder in de tabel
staan.
20 NEDERLANDS
Table of contents
Languages:
Other AEG Oven manuals

AEG
AEG BSK892230B User manual

AEG
AEG BES355010M User manual

AEG
AEG COMPETENCE B8920 User manual

AEG
AEG BCK55636XM User manual

AEG
AEG COMPETENCE 5311 B User manual

AEG
AEG BPE748380M User manual

AEG
AEG BEE435060B User manual

AEG
AEG PROCOMBI PLUS BS7304001 User manual

AEG
AEG BPK435090B User manual

AEG
AEG BCS552020M User manual

AEG
AEG KR5840310B User manual

AEG
AEG BSK97733PT User manual

AEG
AEG COMPETENCE 54081 B User manual

AEG
AEG COMPETENCE B 4140 User manual

AEG
AEG BSK999330M User manual

AEG
AEG DUK731110M User manual

AEG
AEG BSE576321M User manual

AEG
AEG U03070 User manual

AEG
AEG BPK742L81M User manual

AEG
AEG 6000 Series User manual