7
NL
INLEIDING
Van harte gefeliciteerd met de aanschaf van dit
B&W kwaliteits produkt.
Echter, hoe goed de luidspreker op zich ook is,
hij moet ook goed werken in de luisterruimte.
Daarom zal de tijd die u spendeert om een zo
goed mogelijke plaats te vinden, uiteindelijk
resulteren in vele uren luisterplezier. Lees daarom
deze gebruiksaanwijzing helemaal door, de
informatie helpt u de weergavekwaliteit van uw
audiosysteem te optimaliseren.
B&W luidsprekers worden verkocht in meer dan
50 landen over de hele wereld. B&W heeft een
internationaal netwerk van zorgvuldig uitgezochte
importeurs die u de beste service zullen geven.
Als u op een bepaald moment problemen heeft
die uw leverancier niet kan oplossen, dan zal de
importeur u altijd verder helpen.
UITPAKKEN
(figuur 1)
• Het eenvoudigste is om eerst de doosflappen
geheel terug te vouwen en dan de doos
om te keren.
•Daarna trekt u alleen de doos voorzichtig
omhoog. De luidspreker blijft dan op zijn
plaats staan.
• Verwijder het verpakkingsmateriaal van
de luidspreker.
We adviseren u om het verpakkingsmateriaal te
bewaren. Wanneer u eventueel in de toekomst
de luidspreker(s) moet vervoeren, komt de
originele verpakking uitstekend van pas.
In de doos vindt u behalve deze
gebruiksaanwijzing:
• 2 schuimplastic pluggen.
PLAATSING
(figuur 2a)
Plaats de luidsprekers op stevige
luidsprekerstatieven en zorg daarbij dat de
hoogeenheden ongeveer op oorhoogte staan.
De luidsprekers kunnen op een (boeken)plank
worden geplaatst, maar dit beperkt u wel in de
mogelijkheden bij het zoeken van de optimale
weergavepositie. De gebruikte plank of het
gebruikte statief kan ook van invloed zijn op de
weergavekwaliteit van de luidspreker. Uw dealer
kan u adviseren over de beste oplossing voor uw
situatie.
Om te beginnen moet u op de volgende
zaken letten:
• De luidsprekers en de luisterpositie moeten
ongeveer de hoekpunten vormen van een
gelijkzijdige driehoek.
• De luidsprekers moeten wel op tenminste
1,5 m afstand van elkaar staan, anders is
geen echte stereoweergave mogelijk.
• Als de luidsprekers te dicht bij een muur staan,
wordt het laag meer versterkt dan de
middenfrequenties: dat veroorzaakt een
‘boemend’ geluid. De luidsprekers moeten
daarom rondom vrij staan en op tenminste
0,5 m van de muur.
Vervormen van TV-beelden
LET OP: De luidspreker heeft een statisch
magnetisch veld dat ook buiten de behuizing
aanwezig is. Daarom moet de luidspreker op
tenminste 0,5 m afstand staan van alle
apparatuur die beïnvloed kan worden door zo’n
veld, zoals bijvoorbeeld het beeldschermvan TV
en computer, floppy disks, videobanden, credit
cards, etc.
AANSLUITEN
(figuur 3)
Voordat u ook maar iets gaat aansluiten,
moet u alle apparatuur UIT schakelen!
Er zijn twee paar vergulde aansluitklemmen
op het achterpaneel: één paar voor de
laag/middeneenheid en één paar voor het
hoog. De luidspreker kan hierdoor volgens
de Bi-Wiring of Bi-Amping methode worden
aangesloten. Af fabriek zijn de twee paar
doorverbonden met een verbindingsplaatje van
verguld koper zodat de luidspreker met een
normale 2-aderige kabel kan worden gebruikt.
De beste verbinding krijgt u door de gestripte
‘kale’ kabeluiteinden onder de aansluitklemmen
te bevestigen.
De positieve (+/rode) klem van de versterker
moet u aansluiten op de positieve (+/rode) klem
van de luidspreker en de negatieve (-/zwart) op
de andere luidsprekerklem. Het is belangrijk om
de juiste polariteit te handhaven bij het
aansluiten van een luidsprekerpaar. Een foutje
veroorzaakt een vaag stereobeeld en vreemde
fase-effekten.
Als u de luidspreker volgens de Bi-Wiring
methode wilt aansluiten, draai dan eerst alle
klemschroeven los en verwijder het koperen
verbindingsplaatje. Verbind één
luidsprekeruitgang van de versterker nu met
twee aparte 2-aderige kabels met de
klemschroeven van een luidspreker: één kabel
voor het hoog en één voor het laag. Hierbij is
de juiste polariteit dubbel zo belangrijk: zowel
voor de frequentieweergave van elke
luidsprekereenheid op zich als de juiste balans
tussen de linker en rechter luidspreker. Door de
aparte kabels verbetert de weergave van
geluidsdetails vooral bij lagere geluidsvolumes.
De onderlinge beïnvloeding tussen de
verschillende wisselfiltersekties wordt namelijk
verminderd en bovendien kan voor elk
frequentiegebied de meest optimale kabel
worden gekozen.
Gebruik tussen versterker en luidsprekers kabels
met een zo laag mogelijke serieweerstand (het
liefst minder dan 0,2 ohm heen en terug). De
kabel naar de hoogeenheid moet bovendien ook
een lage inductie hebben anders wordt het hoog
verzwakt. Uw B&W-leverancier kan u hierbij
adviseren: de beste kabel hangt namelijk af van
de te gebruiken lengte.
AFREGELEN
Voordat u de installatie gaat afregelen moet u
nogmaals de polariteit en stevigheid van de
aansluitingen kontroleren.
Plaats de luidsprekers in eerste instantie op de
meest redelijke plaats en beluister ze dan enkele
dagen. Als het geluid nog niet helemaal bevalt,
verschuift u de luidsprekers telkens een klein
stukje tot het meest optimale resultaat is
bereikt.Als het laag te sterk is, kunt u de
luidsprekers verder van de muur plaatsen.
Omgekeerd, als het laag te zwak is, zet u de
luidsprekers dichter bij de muur. Meer ruimte
achter de luidsprekers geeft trouwens ook een
betere ‘dieptewerking’ vooral bij zeer goed
opgenomen muziek.
Wilt u het laag verminderen zonder de
luidsprekers verder van de muur te verschuiven:
plaats dan de schuimplastic pluggen in de
poortopeningen (figuur 4).
Een onevenwichtige laagweergave wordt
meestal veroorzaakt door sterke resonanties in
de luisterruimte. Zelfs een kleine verschuiving van
de luidsprekers heeft dan een hoorbaar effekt op
de weergavekwaliteit omdat zodoende andere
resonanties worden geaktiveerd. Het laag zal in
het algemeen gelijkmatiger zijn wanneer de
afstanden tot de twee dichtstbijzijnde muren
ongelijk zijn. Een afstandsverhouding van 1:3
voor die twee muren kan uitstekende resultaten
geven. Probeer de luidsprekers ook eens voor
een andere muur te plaatsen. Zelfs het
verschuiven van enkele grotere meubels kan
invloed hebben.
Als het stereobeeld te vaag is, zet de
luidsprekers dan minder ver uit elkaar of richt ze
meer naar binnen: precies op of net vóór de
luisterpositie (figuur 2b).
ls het geluid te ‘scherp’ is, kunt u meer zachte
materialen in de luisterruimte aanbrengen (zoals
bijvoorbeeld dikkere gordijnen). Is het geluid
echter te dof, dan moet u juist zachte materialen
verwijderen.
Kontroleer of er flutterecho’s voorkomen: deze
verminderen de weergavedefinitie aanzienlijk.
Klap daarvoor één keer kort in uw handen en
luister of u snel opeenvolgende echo’s hoort.
U voorkomt deze met behulp van onregelmatig
gevormde oppervlakken zoals bijvoorbeeld
boekenkasten of grote meubelstukken.
Kontroleer of de luidsprekerstatieven stevig op
de vloer staan. Gebruik bij een tapijt zoveel
mogelijk de ‘spikes’. Deze prikken door het tapijt
en rusten op de vloer eronder: u kunt ze in
hoogte verstellen om eventuele oneffenheden in
de vloer op te heffen.