ETNA VWT349WIT User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
VAATWASSER
DISHWASHER
VWT349WIT

NL Gebruiksaanwijzing NL 3 - NL 27
EN Instructions for use EN 3 - EN 27
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip

NL 3
Uw vaatwasser
Inleiding 4
Bedieningspaneel 5
Beschrijving 6
Veiligheid
Waar u op moet letten 7
Bediening
Ingebruikname 7
Overstroombeveiliging 7
Inschakelen 7
Stopzetten of aanpassen van een wasprogramma 8
Na afloop van het wasprogramma 9
Programmakeuzetabel 9
Zout bijvullen 10
Zoutverbruik instellen 10
Glansspoelmiddel 11
Vaatwasmiddelen 12
De korf beladen 14
Beschadiging van glaswerk en servies 16
Onderhoud
Filtersysteem 17
Reiniging van het filtersysteem 17
Reinigen sproeiarm 18
Reinigen deur 18
Hoe houdt u de vaatwasser in goede conditie 18
Storingen
Wat moet ik doen als... 20
Storingstabel 20
Foutcodes 22
Installatie
Elektrische aansluiting 23
Koudwateraansluiting 23
Plaatsen van het toestel 23
Aansluiten van de afvoerslang 24
Afmetingen 25
Technische specificaties 26
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 27
INHOUDSOPGAVE

NL 4
Inleiding
U heeft gekozen voor een vaatwasser van Etna. Optimaal gebruiks-
comfort en een eenvoudige bediening stonden voorop bij de
ontwikkeling van dit product.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de vaatwasser
zo optimaal mogelijk kunt benutten. U vindt informatie over de
bediening en achtergrondinformatie over de werking van het toestel.
Tevens treft u onderhoudstips aan.
De veiligheidsvoorschriften die van belang zijn tijdens de installatie
zijn opgenomen in het installatievoorschrift, dat bestemd is voor de
installateur.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
Lees voor gebruik eerst de separate
veiligheidsinstructies!
UW VAATWASSER

NL 5
Bedieningspaneel
UW VAATWASSER
1. Aan-/uittoets. Druk op de toets om het toestel in of uit te schakelen.
2. Aan/uit controlelampje. Het lampje brandt wanneer het toestel is ingeschakeld.
3. Waarschuwingslampje voor zout. Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer het
onthardingszout moet worden bijgevuld.
4. Waarschuwingslampje voor glansspoelmiddel. Het waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het glansspoelmiddel moeten worden bijgevuld.
5. Controlelampjes voor geselecteerd programma.
6. Handgreep. Trek aan de handgreep om de deur te openen.
7. Programmaselectietoets. Druk herhaaldelijk op de toets om het gewenste wasprogramma te
selecteren.
8. Start-/resettoets. Druk op de toets om het ingestelde programma te starten, pauzeren of
resetten.
1 6 78
2 53 4

NL 6
Beschrijving
1. Waterontharder
2. Wasmiddelreservoir
3. Bestekmand
4. Filtersysteem
5. Glansspoelmiddelreservoir
6. Sproeiarm
7. Kopjesrek
8. Korf
9. Aansluiting afvoerpijp
10. Aansluiting waterinlaatpijp
UW VAATWASSER
10
78
1
2
3
4
5
6
9

NL 7
BEDIENING
Ingebruikname
Let op:
• Vul altijd eerst het zoutreservoir en stel de waterhardheid in voordat
u de vaatwasser in gebruik neemt.
• Vul tevens het glansspoelmiddelreservoir en het afwasmiddelbakje.
Overstroombeveiliging
Uw vaatwasser is uitgerust met een beveiliging die ervoor zorgt dat
er niet te veel water in het toestel kan lopen. De beveiliging sluit het
inlaatventiel en zorgt ervoor dat de vaatwasser het teveel wegpompt.
Wanneer er water in de machine zit (doordat er eerder teveel water in
werd gelaten of door een lek) moet dit eerst worden verwijderd voordat
u de vaatwasser opnieuw inschakelt.
Inschakelen
1. Open de deur van de vaatwasser.
2. Controleer of de stekker van het aansluitsnoer in het stopcontact zit.
3. Controleer of de waterkraan open staat.
4. Laad de vaatwasser (zie ‘De korf beladen’).
5. Doe afwasmiddel in het zeepbakje.
6. Druk op de Aan-/uittoets om het toestel in te schakelen.
Het aan/uit controlelampje brandt wanneer het toestel is
ingeschakeld.
7. Kies het gewenste programma.
▷Druk herhaaldelijk op de programmaselectietoets om het gewenste
programma te selecteren. Wanneer u een vaatwasprogramma kiest,
gaat het bijbehorende lampje branden.
8. Sluit de deur van de vaatwasser.
9. Druk op de starttoets. Het wasprogramma start onmiddellijk.

NL 8
Stopzetten of aanpassen van een wasprogramma
1. Open de deur.
2. Druk minimaal drie seconden op de start-/resettoets.
3. Pas het wasprogramma aan.
4. Sluit de deur.
5. Druk op de starttoets om het toestel weer in te schakelen.
Let op!
Een programma dat al is gestart kan alleen in het beginstadium
worden aangepast. Na langere tijd is het vaatwasmiddel al over het
vaatwerk verspreid of de machine heeft het waswater al weggepompt.
In dat geval moet u het zeepbakje opnieuw vullen (zie hoofdstuk
Vaatwasmiddel).
Waarschuwing!
Het is gevaarlijk om gedurende het wasprogramma de deur geheel te
openen. U kunt in aanraking komen met heet water dat uit de machine spat.
Na afloop van het wasprogramma
Nadat het wasprogramma is afgelopen, klinkt er gedurende acht
seconden een geluidssignaal.
1. Schakel het toestel uit met de aan-/uittoets.
2. Open de deur van de vaatwasmachine.
3. Wacht enkele minuten voordat u de wasmachine uitlaadt. Direct na
afloop van het programma zijn vaatwerk en bestek nog erg heet.
De kans bestaat dat er door de hitte vaatwerk kan breken. Door het
vaatwerk enkele minuten te laten staan droogt het bovendien beter.
BEDIENING

NL 9
Programmakeuzetabel
Programma Informatie Programmaverloop Tijd in min.
Intensief Zeer vuile vaat, zoals schalen, pannen,
braadpannen, borden, borden met
ingedroogde voedselresten.
Voorspoelen
Hoofdwas (70 °C)
Spoelen
Spoelen
Spoelen (70 °C)
Drogen
140
Normaal Normale vuile vaat, zoals schalen,
borden, glazen, niet erg vuile pannen.
Voorspoelen
Hoofdwas (60 °C)
Spoelen
Spoelen (70 °C)
Drogen
120
Eco
(EN50242)
Standaard dagelijks programma voor
normaal vuile vaat, zoals schalen,
borden, glazen, niet erg vuile pannen.
Voorspoelen
Hoofdwas (50 °C)
Spoelen
Spoelen (70 °C)
Drogen
180
90 min. Niet erg vuile vaat, zoals glazen, kristal,
en teer porselein.
Hoofdwas (65 °C)
Spoelen (70 °C)
Drogen
90
1 uur Voor niet erg vuile vaat die niet uitvoerig
gedroogd hoeft te worden.
Hoofdwas (65 °C)
Spoelen (50 °C)
Drogen
60
Snel Kort wasprogramma voor niet erg vuile
vaat die niet gedroogd hoeft te worden.
Hoofdwas (40 °C)
Spoelen
Spoelen (40 °C)
30
BEDIENING

NL 10
Zout bijvullen
Deze machine is uitgerust met een waterontharder. Vul hiervoor de
vaatwasmachine met zout.
1. Draai, na eerst de korf te hebben verwijderd, de dop van het
reservoir los.
2. Voordat u het reservoir de eerste keer vult giet u er één liter water in.
3. Plaats de trechter in de reservoiropening. Giet er ongeveer 0,5 kg
zout in. Het is normaal dat er hierbij een beetje water uit de opening
stroomt.
4. Draai de dop zorgvuldig vast.
Let op!
• Gemorst zout verwijderen en direct hierna altijd een volledig
programma draaien teneinde schade aan de bodem te voorkomen.
• Vul altijd eerst het zoutreservoir en stel de waterhardheid in voordat
u de vaatwasser in gebruik neemt. Vul het zoutreservoir bij wanneer
het waarschuwingslampje van het zoutreservoir gaat branden. Het
kan voorkomen dat, hoewel het zoutreservoir is gevuld, het lampje
enige tijd blijft branden. Het dooft wanneer er voldoende zout in het
water is opgelost.
• Vul het zoutreservoir nooit met vaatwasmiddel. Dit zal de
waterontharder onherstelbaar beschadigen.
Zoutverbruik instellen
U kunt het zoutverbruik instellen op de lokale hardheid van het
leidingwater. Ga hierbij als volgt te werk:
1. Binnen 60 seconden na inschakelen van de vaatwasser: Houdt de
start/reset toets 5 seconden ingedrukt. De waarschuwingslampjes
voor glansspoelmiddel en zout knipperen afwisselend.
2. Kies de gewenste instelling door herhaaldelijk op de
programmaselectietoets te drukken. Ieder programma komt
overeen met een bepaalde instelling, zie onderstaand schema.
Waterhardheid Instelling
waterontharder
Aantal licht- en geluidssignalen
ºdH mmol/l
0 - 5 0 - 0,9 1 H1: SNEL
6 - 11 1,0 - 2,0 2 H2: 1 UUR
BEDIENING

NL 11
Waterhardheid Instelling
waterontharder
Aantal licht- en geluidssignalen
ºdH mmol/l
12 - 17 2,1 - 3,0 3* H3: 1 UUR + SNEL
18 - 22 3,1 - 4,0 4 H4: 90 MIN.
23 - 34 4,1 - 6,1 5 H5: 90 MIN. + SNEL
35 - 45 6,2 - 8,0 6 H6: 90 MIN. + 1 UUR
* Fabrieksinstelling
Informeer bij het waterleidingbedrijf naar de hardheid van het
leidingwater om een en ander volgens de tabel in te stellen.
Glansspoelmiddel
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt glansspoelmiddel toegevoegd.
Glansspoelmiddel voorkomt dat er sporen van druppels achterblijven
op de schone vaat. Het zorgt er bovendien voor dat de vaat sneller
droogt doordat het water er gemakkelijk afglijdt.
De vaatwasser is ontworpen voor gebruik van vloeibaar
glansspoelmiddel. Het glansspoelmiddelreservoir bevindt zich op de
binnenzijde van de deur, naast het vaatwasmiddelbakje.
Let op
Vul het glansspoelmiddelreservoir bij wanneer het controlelampje van
het glasspoelmiddel gaat branden.
• Giet het glansspoelmiddelreservoir niet te vol. In dit geval zal het
glansspoelmiddel overstromen.
• Gemorst glansspoelmiddel moet verwijderd worden. Er kan
anders lekkage ontstaan door extreme schuimvorming.
•
1. Draai de dop van het glansspoelmiddelreservoir open (naar links,
naar de pijl met ‘open’).
2. Giet het glansspoelmiddel in het reservoir. Let er hierbij op dat u er
niet teveel in giet.
3. Plaats de dop terug. Zorg ervoor dat hij in lijn ligt met de ‘open’ pijl
en draai hem naar de ‘gesloten’ pijl.
BEDIENING

NL 12
De hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt een vastgestelde hoeveelheid
glansspoelmiddel toegevoegd. Net zoals bij vaatwasmiddel is de
hoeveelheid glansspoelmiddel afhankelijk van de waterhardheid bij
u in de buurt. Teveel glansspoelmiddel kan leiden tot strepen op het
vaatwerk.
Het glansspoelmiddelreservoir heeft 6 standen. Stel het reservoir in
eerste instantie in op stand 2. Indien er in dat geval vlekken op het
vaatwerk blijven ontstaan en de vaat niet goed droogt vergroot u de
hoeveelheid glansspoelmiddel door de keuzeknop van het reservoir op
stand 3 te draaien. Als dat geen verbetering geeft stelt u de keuzeknop
in op een hogere stand. Herhaal deze handeling totdat de vaat
streeploos droog uit de machine komt.
Vaatwasmiddelen
De chemische stoffen in vaatwasmiddelen verwijderen het vuil, breken
het af en zorgen ervoor dat het vuil uit de vaatwasser afgevoerd wordt.
De meeste in de winkel verkrijgbare vaatwasmiddelen zijn geschikt voor
dit doel.
Waarschuwing!
Vaatwasmiddel voor vaatwassers is een bijtend product. Houd het
daarom buiten het bereik van kinderen. Bij inslikken direct een arts
raadplegen en de verpakking meenemen.
Geconcenteerd vaatwasmiddel
Gebaseerd op hun chemische samenstellingen zijn er 2 verschillende
soorten geconcenteerd vaatwasmiddel:
• Conventionele alkalische vaatwasmiddelen met bijtende
ingrediënten.
• Laag alkalische geconcentreerde vaatwasmiddelen met natuurlijke
enzymen.
Vaatwastabletten
Vaatwastabletten van verschillende fabrikanten lossen met
verschillende snelheid op. Hierdoor lossen sommige soorten
vaatwastabletten niet volledig op tijdens korte wasprogramma’s,
waardoor hun reinigende werking minder wordt.
BEDIENING

NL 13
Gebruik daarom vaatwastabletten vooral in combinatie met lange
wasprogramma’s, zodat de vaatwastabletten de kans krijgen om
volledig op te lossen.
Vaatwasmiddelbakje
Uw vaatwasmachine gebruikt minder vaatwasmiddel en
glansspoelmiddel dan conventionele vaatwasmachines. In het
algemeen is slechts één maatschepje afwaspoeder nodig voor een
normale afwasbeurt. Gebruik meer vaatwasmiddel bij sterker vervuild
vaatwerk. Vul het zeepbakje vlak voor de start van het programma.
Het vaatwasmiddel kan anders vochtig worden en daardoor niet
volledig oplossen.
Vullen
1. Druk op de ontgrendeling als de deksel gesloten is. De deksel
springt open.
2. Vul het vaatwasmiddelbakje vlak voor de start van een
wasprogramma. Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal
geschikt is voor vaatwasmachines.
De markering in het vaatwasmiddelbakje geeft de dosering aan.
• Bakje voor hoofdwasmiddel (1), ‘MIN’ betekent ongeveer 20 gram
vaatwasmiddel.
• Bakje voor voorwasmiddel (2), bevat ongeveer 5 gram
vaatwasmiddel.
• Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal geschikt is voor
vaatwasmachines.
• Bewaar het vaatwasmiddel op een koele en droge plek.
• Doe pas vaatwasmiddel in het vaatwasmiddelbakje als u direct
daarna een wasprogramma draait.
BEDIENING

NL 14
De korf beladen
Gebruik van de korf
• Potten, serveerschalen etc. moeten altijd ondersteboven in de korf
geplaatst worden.
• Diepe kommen moeten schuin, met de opening naar beneden
geplaatst worden, zodat het water eruit kan lopen.
• Door de rekjes naar beneden te klappen kan de korf zodanig
worden aangepast dat er ook grotere, of meer, potten en pannen in
passen.
Plaats het vaatwerk zoals aangegeven in de figuur hieronder. Het
verdient voorkeur om ovenschalen en pandeksels aan de zijkant van de
korf te plaatsen. Op die manier kunnen ze de sproeiarm niet hinderen
als deze ronddraait.
1
6
3
11
7
8
49
5
2
IN
10
Bestekmandje (beladingsvoorbeeld)
Bestek moet in het bestekmandje worden geplaatst, met de heften
naar beneden. Wanneer het bestekmandje is voorzien van zijvakken
moet het bestek stuk voor stuk in de vakken worden geplaatst. Lang
keukengerei, zoals pollepels, moeten in een liggende (horizontale)
positie, voorin de korf worden geplaatst.
1. Kopjes
2. Grote kom
3. Glazen
4. Schotels
5. Diepe schotel
6. Ovale schaal
7. Borden
8. Soepborden
9. Dessertborden
10. Bestekmandje
11. Opscheplepel
BEDIENING

NL 15
Waarschuwing!
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen door de bodem van het
bestekmandje kunnen steken. Hierdoor blokkeert de sproeiarm.
Ongeschikt bestek/servies voor in de vaatwasser
• Bestek met een houten, porseleinen of parelmoeren heft
• Plastic voorwerpen die niet hittebestendig zijn
• Bestek met gelijmde onderdelen die niet hittebestendig zijn
• Gelijmd bestek of servies
• Tinnen of koperen voorwerpen
• Loodkristallen glaswerk
• Stalen voorwerpen die gevoeilig zijn voor roest
• Houten schotels
• Voorwerpen gemaakt van synthetische vezels
Beperkt geschikt bestek/servies voor in de vaatwasser
• Sommige glassoorten kunnen dof worden na een groot aantal
wasbeurten
• Zilver en aluminium kunnen verkleuren na gebruik in de vaatwasser
• Geglazuurde motieven kunnen vervagen na regelmatig wassen
Let op!
• Plaats geen voorwerpen in de vaatwasser die bevuild zijn met
sigarettenas, kaarsvet, lak of verf. Als u nieuw keukengerei koopt,
let er dan op dat dit geschikt is voor de vaatwasser.
• Plaats geen zilverhoudend bestek tegen andersoortig bestek.
Dit kan het bestek onherstelbaar beschadigen.
• Laad de vaatwasser niet te vol. Plaats geen keukengerei dat niet
geschikt is voor een vaatwasser. Dit is belangrijk voor goede
wasresultaten en een gunstig energieverbruik.
1. Vorken
2. Soeplepels
3. Dessertlepels
4. Theelepeltjes
5. Messen
6. Opscheplepels
7. Juslepel
8. Serveervork
BEDIENING
IN

NL 16
Plaatsen van bestek en servies
Voordat u de vaat in de vaatwasser plaatst moet u:
• Grove voedselresten verwijderen.
• Aangekoekte en aangebrande voedselresten even laten weken.
Let er bij het plaatsen op dat:
• de sproeiarm niet geblokkeerd worden door de vaat;
• holle voorwerpen met de opening naar beneden worden geplaatst,
zodat er geen water in kan blijven staan.
Borden en bestek mogen elkaar niet afdekken
• Het glaswerk mag elkaar niet raken, om beschadigingen te
voorkomen.
Waarschuwing!
• Lange messen die rechtop staan in het bestekmandje kunnen letsel
veroorzaken!
• Plaats lang en/of scherp bestek zoals vleesmessen in een liggende
positie in de korf.
Beschadiging van glaswerk en ander servies
Mogelijke oorzaken:
• Type glas of fabrikageproces. Chemische samenstelling van het
vaatwasmiddel.
• Watertemperatuur en tijdsduur van het wasprogramma.
Voorgestelde oplossing:
• Gebruik glaswerk en porseleinen servies waarvan de fabrikant
aangeeft dat het geschikt is voor de vaatwasser.
• Gebruik een milder/minder bijtend vaatwasmiddel. Vraag
indien noodzakelijk meer informatie aan bij fabrikanten van
vaatwasmiddelen.
• Selecteer een wasprogramma met een lagere temperatuur.
• Haal glaswerk en bestek zo snel mogelijk na afloop van het
programma uit de vaatwasser, om beschadigingen te voorkomen.
BEDIENING

NL 17
ONDERHOUD
Filtersysteem
Het filtersysteem haalt op efficiente wijze voedselresten uit het water
en zorgt ervoor dat het waswater gedurende het wasprogramma kan
blijven circuleren. Het filtersysteem bestaat uit drie componenten: de
grote zeef, de grove zeef en de fijne zeef.
1. Grove zeef; Grotere delen, zoals botresten of stukjes glas die de
afvoer zouden kunnen verstoppen, worden opgevangen in de grove
zeef. Om de vervuiling uit de zeef te verwijderen moet u de lipjes
bovenop de zeef licht samenknijpen en de zeef naar boven toe
verwijderen.
2. Grote zeef; Etensresten en vuil die op deze zeef terecht komen
worden door een speciale straal op de onderste sproeiarm naar de
grove zeef gespoeld.
3. Fijne zeef; Deze zeef houdt vuil en etensresten tegen in de buurt
van de afvoerpomp en zorgt ervoor dat deze resten niet weer over
het vaatwerk wordt verspreid tijdens het programma.
Reiniging van het filtersysteem
Voor een optimale werking van de vaatwasser moet regelmatig het
gehele filtersysteem worden gereinigd. Het is dan ook een goed idee
om na iedere wasbeurt de grotere voedselresten uit het filtersysteem te
verwijderen door de halfronde zeef en filterhuis onder stromend water
te reinigen.
• Draai de grove zeef tegen de klok in en verwijder deze. Verwijder de
fijne zeef en daarna de grote zeef.
• Gebruik een afwasborstel om de grove zeef en de fijne zeef schoon
te maken.
• Alle onderdelen van de filtergroep moeten minstens een keer per
maand gereinigd worden.
• Zet de filtergroep in omgekeerde volgorde weer in elkaar.
C
B
A

NL 18
Waarschuwing!
Gebruik de vaatwasser nooit zonder de filtergroep. Incorrect
terugplaatsen van de filtergroep heeft tot gevolg dat de vaatwasser
niet meer optimaal presteert. Een ander gevolg kan zijn dat er
beschadigingen optreden aan bestek en vaatwerk.
Reinigen sproeiarm
Het is noodzakelijk dat u de sproeiarm regelmatig reinigt. Vervuiling
verstopt op den duur de sproeikoppen en de lagers van de sproeiarm.
Reinig de sproeiarm als volgt:
• Verwijder de sproeiarm naar boven toe
• Reinig de sproeiarm in een warm sopje en maak de sproeikoppen
met een zachte borstel schoon.
• Spoel de sproeiarm grondig af en plaats hem terug.
Reinigen deur
Reinig de rand van de deur inclusief het afdichtingsrubber met een
zachte, vochtige doek. Zorg ervoor dat er geen water in het deurslot en
de elektrische componenten kan binnendringen.
Waarschuwing!
Gebruik voor het onderhoud van de deur nooit een schoonmaakmiddel
in een spuitbus. Hierdoor kunnen beschadigingen ontstaan aan het
deurslot en de elektrische componenten. Gebruik nooit agressieve
of vluchtige schoonmaakmiddelen of bepaalde soorten papieren
handdoeken omdat ze krassen of vlekken veroorzaken op het
roestvaststalen oppervlak.
Hoe houdt u de vaatwasser in goede conditie
Na iedere wasbeurt
Sluit na iedere wasbeurt de watertoevoer af. Laat de deur op een kier
staan zodat nare luchtjes kunnen ontsnappen.
Haal de stekker uit het stopcontact
Verwijder, voordat u met onderhouds- of schoonmaakwerkzaamheden
begint, de stekker uit het stopcontact. Neem geen risico’s.
ONDERHOUD

NL 19
Geen oplosmiddelen of agressieve schoonmaakmiddelen
Gebruik geen oplosmiddelen of agressieve schoonmaakmiddelen voor
het onderhoud van de deur en de rubber delen van de vaatwasser.
Gebruik in plaats daarvan een zachte doek en een warm sopje.
Wanneer u op vakantie gaat
Draai, voordat u met vakantie gaat, een wasprogramma terwijl de
vaatwasser leeg is. Trek hierna de stekker uit het stopcontact, sluit de
watertoevoer af en laat de deur op een kier openstaan. De deurrubbers
hebben hierdoor een langere levensduur en u voorkomt het ontstaan
van nare luchtjes.
Het toestel verplaatsen
Houd het toestel verticaal wanneer u het gaat vervoeren. Als het
absoluut noodzakelijk is kan de vaatwasser eventueel op de achterzijde
gelegd worden.
Deurrubbers
Een van de oorzaken van nare luchtjes zijn etensresten die zich afzetten
in de deurrubbers. U voorkomt dit door de deurrubbers regelmatig met
een vochtige spons af te nemen.
ONDERHOUD

NL 20
STORINGEN
Wat moet ik doen als...
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het
defect is. Probeer het euvel eerst zelf te verhelpen. Bel de servicedienst
wanneer onderstaande adviezen niet helpen.
Let op
Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie wordt gestart.
Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen.
Storingstabel
Symptoom Mogelijke oorzaak Oplossing
De vaatwasser functioneert
niet.
Zekering defect of de
aardlekschakelaar is
geactiveerd.
Vervang de zekering of
reset de werkschakelaar.
Verwijder andere apparaten
die op dezelfde groep zijn
aangesloten.
De elektriciteitsvoorziening is
niet ingeschakeld.
Overtuig u ervan dat de
vaatwasser is ingeschakeld
en de deur gesloten. Overtuig
u ervan dat de stekker in het
stopcontact zit.
De waterdruk is laag. Controleer of de vaatwasser
correct op de waterleiding is
aangesloten en de tapkraan
is opengedraaid.
De afvoerpomp stopt niet. Het water loopt over. Teveel
water in de machine of
lekkage.
Het systeem is zodanig
ontworpen dat het zelf
overlopend water detecteert.
Indien dit het geval is sluit
het toestel de circulatiepomp
af en schakelt het de
afvoerpomp in.
Geluid. Sommige geluiden zijn
normaal.
Geluid van omwalspomp/
spoelgeluiden; openen van
het vaatwasmiddelenbakje.
Bestek staat niet rammelvast
in de bestekmand of er is iets
kleins uit korf gevallen.
Zorg ervoor dat alles stevig in
de vaatwasser staat.
De motor maakt een
brommend geluid.
De pomp is geblokkeerd,
raadpleeg een installateur.
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other ETNA Dishwasher manuals