ETNA CM450ZT User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
COMBI-MAGNETRON
COMBI MICROWAVE OVEN
CM450ZT

NL 2
NL Gebruiksaanwijzing NL 3 - NL 28
EN Instructions for use EN 3 - EN 28
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip

NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw combimagnetron
Inleiding 4
Bedieningspaneel 5
Beschrijving 6
Voordat u het apparaat gebruikt
Voordat u begint 7
De klok instellen 7
Magnetrongebruik 8
Installatie van haken en railbeugels 10
Installeer de railbeugels 11
Instructies voor de ovenfunctieknop en keuzeknop 12
Bediening
Algemeen 13
Magnetronfuncties 15
Ovenfuncties 16
Functies combimagnetron 17
Automatische kookprogramma’s 18
Voorverwarmen 20
Kinderslot 21
Pauze 21
Bereidingstips 22
Onderhoud
Uw apparaat in goede staat houden 25
Verlichting 25
Storingen
Wat moet ik doen indien... 26
Installatie-instructies
Productspecificaties 27
Uw oven en het milieu
Apparaat en verpakking afdanken 28

NL 4
Inleiding
Eten bereiden met uw nieuwe magnetronoven is veilig en comfortabel.
Binnen korte tijd zet u de heerlijkste gerechten op tafel. Het apparaat is
extreem gebruiksvriendelijk, mede vanwege de automatische kook- en
ontdooiprogramma’s.
In deze gebruiksaanwijzing vindt u informatie over de installatie, de
veiligheid, de bediening en het onderhoud van uw apparaat.
Lees de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat in gebruik
neemt, en berg de handleiding daarna veilig op voor toekomstig
gebruik.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
UW COMBIMAGNETRON

NL 5
UW COMBIMAGNETRON
Bedieningspaneel
1 2 53 6 84 7 9 10 11 12
1. Ovenfunctieknop Draai aan deze knop om de verwarmingsstand in te
stellen.
2. UIT-toets Hiermee schakelt u de oven uit.
3. Kookwekker/kinderslot-
toets
Hiermee stelt u de timerfunctie in of activeert u het
kinderslot (3 seconden ingedrukt houden).
4. Magnetrontoets Hiermee stelt u de magnetron in.
5. Toets voor einde
bereidingstijd Hiermee stelt u een einde van de bereidingstijd in.
6. Toets voor snel
voorverwarmen Hiermee wordt de oven snel voorverwarmd.
7. Toets voor automatisch
menu Hiermee stelt u het automatische menu in.
8. Klok/temperatuur-toets Hiermee stelt u de temperatuur/tijd in.
9. Gewichtstoets Hiermee stelt u het gewicht in.
10. AAN/UIT-toets
ovenverlichting Hiermee schakelt u de ovenverlichting in of uit.
11. Start/pauzetoets Hiermee start of pauzeert u de bereiding.
12. Keuzeknop Hiermee past u de waarden aan die op het display
worden weergegeven.

NL 6
UW COMBIMAGNETRON
Beschrijving
1. Bedieningspaneel
2. Verlichting
3. Grillelement
4. Roosterniveaus
5. Scharnier
6. Deurglas
De volgende accessoires worden bij uw oven geleverd:
• Ovenrooster
Voornamelijk voor de grillfunctie. Op het ovenrooster kan ook een
stoomschaal of een pan met voedsel worden geplaatst.
Gebruik het ovenrooster niet voor magnetronfuncties!
• Glazen bakplaat
Voor magnetron- en ovengebruik.
• Geëmailleerde bakplaat
Te gebruiken voor het roosteren van vlees en het bakken van
vochtig gebak. Deze plaat kan ook worden gebruikt als druipschaal.
Plaats de bakplaat op het eerste niveau om de plaat te gebruiken
als druipschaal tijdens het grillen.
Gebruik de geëmailleerde bakplaat niet voor magnetronfuncties!
Opmerking
De accessoires kunnen vervormd raken als deze heet worden. Dit heeft
geen nadelige invloed op hun functie. Accessoires krijgen hun originele
vorm terug zodra deze weer zijn afgekoeld.
4
Niveau 1
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 5
1
2
3
6
5

NL 7
Voordat u begint
• Open de deur en verwijder het verpakkingsmateriaal.
• Gebruik de magnetronoven niet indien deze beschadigd is, maar neem in dat geval contact
op met uw leverancier.
• Verwijder de beschermende folie vanaf de buitenzijde van de magnetronoven.
• Maak met een vochtige doek de binnenkant van de oven en accessoires schoon. Gebruik
geen schuurmiddelen of sterk ruikende reinigingsmiddelen.
De klok instellen
Als de oven is aangesloten op de netspanning, verschijnt ‘00:00’ op het
display. De klok zal werken zolang de magnetronoven aangesloten is op
de netspanning.
1. Houd de klok/temperatuur-toets ingedrukt.
2. Stel de tijd in met de keuzeknop (tussen 00:00 en 23:59).
De tijd stopt met knipperen nadat u de juiste tijd hebt ingesteld.
De klok is nu ingesteld.
Opmerkingen
• Als u de tijd op een later tijdstip wilt wijzigen, houd de klok/
temperatuur-toets dan ingedrukt. De actuele tijd zal knipperen op
het display.
• Stel de tijd in met de keuzeknop en druk opnieuw op de
klok/temperatuur-toets om uw keuze te bevestigen.
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT

NL 8
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Magnetrongebruik
Microgolven zijn hoogfrequente elektromagnetische golven. De energie maakt het mogelijk om
voedsel te garen of op te warmen zonder de vorm of kleur aan te tasten.
De magnetron wordt gebruikt met de:
• Magnetronstand
• Combi-functie
Bereidingsprincipe
1. De microgolven die door de magnetron worden gegenereerd, worden gelijkmatig verspreid.
Het voedsel wordt zo gelijkmatig gegaard.
2. De microgolven worden tot een diepte van ongeveer 2,5 cm door het voedsel geabsorbeerd.
Het garen gaat dan door, omdat de warmte in het voedsel wordt verspreid.
3. De bereidingstijden variëren en hangen af van de schaal die u gebruikt en de eigenschappen
van het voedsel:
▷Hoeveelheid en dichtheid
▷Watergehalte
▷Begintemperatuur (wel of niet gekoeld)
Belangrijk
Het voedsel wordt van binnen gegaard door middel van warmteverspreiding. Het garen
gaat door, zelfs als u het voedsel uit de oven hebt gehaald. Rusttijden in recepten en in
dit boekje moeten daarom worden aangehouden om te zorgen voor:
• Gelijkmatige verwarming tot binnen in het voedsel.
• Een gelijke temperatuur in alle delen van het voedsel.
Richtlijnen voor kookgerei voor de magnetron
Kookgerei dat u voor de magnetronstand gebruikt, mag de microgolven niet blokkeren. Metalen
zoals roestvrij staal, aluminium en koper weerkaatsen microgolven. Daarom mag u geen gebruik
maken van kookgerei dat is gemaakt van metaal. Kookgerei waarop staat aangegeven dat het
magnetronbestendig is, kan altijd veilig worden gebruikt. Raadpleeg de volgende richtlijnen voor
meer informatie over geschikt kookgerei en gebruik altijd de glazen bakplaat op niveau 1 als u de
magnetronstand gebruikt.

NL 9
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Kookgerei Magnetron-
bestendig Opmerkingen
Aluminiumfolie 37 Kan in kleine hoeveelheden worden gebruikt
om te voorkomen dat bepaalde delen van
het voedsel te gaar worden. Er kan zich
vonkontlading voordoen indien de folie zich te
dicht bij de ovenwand bevindt of als er te veel
folie wordt gebruikt.
Porselein en aardewerk 3Porselein, aardewerk, geglazuurd aardewerk en
ivoorporselein zijn doorgaans geschikt, tenzij ze
zijn voorzien van een metalen randje.
Wegwerpservies
van polyester of karton
3Soms worden diepvriesmaaltijden verpakt in
wegwerpservies.
Fastfoodverpakkingen
• Polystyreenbekers
• Papieren zakken
of krantenpapier
• Gerecycled papier
of metalen randjes
3
7
7
Kan worden gebruikt voor het opwarmen van
voedsel. Bij oververhitting kan het polystyreen
smelten.
Kan vlam vatten.
Kan vonkontlading veroorzaken.
Glaswerk
• Ovenschalen
• Fijn glaswerk
• Glazen potten
3 Kan worden gebruikt, tenzij voorzien van een
metalen randje.
Kan worden gebruikt voor het opwarmen van
voedsel of vloeistoffen. Dun glas kan breken of
barsten bij plotselinge verhitting.
Het deksel moet worden verwijderd. Alleen
geschikt voor opwarmen.
Metaal 7Kan vonkontlading of brand veroorzaken.
Papier
• Borden, bekers,
keukenpapier
• Gerecycled papier
3
7
Voor korte bereidingstijden en opwarmen. Ook
voor het absorberen van overtollig vocht.
Kan vonkontlading veroorzaken.
Kunststof 3Met name indien hittebestendig thermoplastisch
materiaal. Andere soorten plastic kunnen
kromtrekken of verkleuren bij hoge temperaturen.
Gebruik geen melamineplastic.
Kan worden gebruikt om vocht vast te houden.
Mag niet in contact komen met het voedsel.
Wees voorzichtig wanneer u de folie verwijdert;
er kan hete stoom ontsnappen. Alleen indien
kook- of ovenbestendig. Mag niet luchtdicht zijn.
Indien nodig inprikken met een vork.
3: Aanbevolen
37 : Voorzichtigheid betrachten
7: Onveilig

NL 10
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Installatie van haken en railbeugels
Installeer 4 haken
1. Plaats de haak in opening (a).
2. Duw de haak in opening (b).
3. Duw de haak omlaag naar de juiste positie.
Plaats haak ‘R’ aan de achterzijde en haak ‘F’ aan de voorzijde.
Kijk eerst welke railbeugel voor de linkerzijde en welke voor de
rechterzijde is bestemd
• De railbeugel voor de linkerzijde
• De railbeugel voor de rechterzijde
1
a
b2
3

NL 11
Installeer de railbeugels
1. Plaats de beugel tegen de groef van de haak.
2. Duw de railbeugel naar achteren.
3. Duw de railbeugel omlaag tot in de onderzijde van de groef.
4. Klaar.
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT

NL 12
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Instructies voor de ovenfunctieknop en keuzeknop
Deze knoppen kunnen alleen voor gebruik worden gedraaid wanneer
de knop uit het bedieningspaneel naar buiten steekt.
• Druk op de knop om deze uit het bedieningspaneel naar buiten uit te
laten steken.
De knop kan alleen weer in het bedieningspaneel worden geduwd
wanneer de balk op de knop verticaal is.
• Druk de knop terug in het frontpaneel.
Juist
Onjuist
3
7

NL 13
BEDIENING
Algemeen
Vermogensniveaus magnetron
In de tabel hieronder ziet u de vijf vermogensniveaus waaruit u kunt kiezen en voor welk voedsel
de vermogensniveaus geschikt zijn. Tijdens gebruik is het mogelijk om het vermogen te wijzigen
door op de magnetrontoets te drukken.
Vermogensniveau Voedsel
900 W - Water koken, opwarmen
- Kip, vis, groenten bereiden
700 W - Opwarmen
- Paddenstoelen, schaaldieren bereiden
- Voedsel bereiden dat eieren en kaas bevat
500 W - Rijst, soep koken
300 W - Ontdooien
- Chocola en boter smelten
100 W - Gevoelig/delicaat voedsel ontdooien
- Onregelmatig gevormd voedsel ontdooien
- IJs zacht maken
- Deeg laten rijzen
De temperatuur wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk om de temperatuur te wijzigen. De temperatuurstatus kunt u
bekijken in de LED-statusbalk. De ingestelde temperatuur is bereikt wanneer alle LED-units in de
statusbalk branden.
De bereidingstijd wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk om de bereidingstijd te wijzigen. De bereidingstijd wordt
stapsgewijs als volgt ingesteld (het hangt van de gekozen stand af welke maximale bereidingstijd
kan worden ingesteld):
Instelling 0 - 1 min. 1 - 5 min. 5 - 15 min. 15 - 60 min. 60 min.+
Stap 5 sec. 10 sec. 30 sec. 1 min. 5 min.

NL 14
Alle functies:
Functie Temperatuur Gebruik
Conventioneel 100 ~ 235 °C
De bovenste en onderste elementen werken
samen voor een conventionele bereiding. De oven
moet worden voorverwarmd tot de gewenste
temperatuur: ideaal voor slow cooking zoals
stoofschotels.
Convectie 50 ~ 250 °C Voor braden op verschillende niveaus (bijvoorbeeld
bakplaten met chocolate chip cookies).
Conventioneel +
ventilator 50 ~ 235 °C
Handig en tijdbesparend. Er kunnen 4 gerechten
worden bereid op verschillende plateaus zonder
dat smaak of geur worden gemengd.
Stralingsgrill 100 ~ 235 °C
De beste resultaten worden verkregen door het
bovenste plateau te gebruiken voor kleine items en
de onderste plateaus voor grotere items.
Dubbele grill +
ventilator 100 ~ 250 °C Voor gegratineerde gerechten en afwerking van
geroosterde groenten.
Dubbele grill 100 ~ 235 °C
De stralingselementen aan de binnenzijde en
het bovenste element aan de buitenzijde werken
samen om een snelle en gelijkmatige grillwarmte
te geven, waardoor het bovenste oppervlak van
het voedsel effectief wordt gebruineerd.
Pizza 50 ~ 250 °C
Pizza wordt perfect bereid met extra warmte vanaf
zowel de onderkant als de zijkanten van de oven,
wat ervoor zorgt dat de pizzabodem knapperig
wordt.
Onderste
verwarmingselement 50 ~ 235 °C Dit is ideaal voor slow cooking zoals stoofpotten.
Magnetron 100 ~ 900 W Ontdooien, opwarmen en koken.
Magnetron +
convectie
100 ~ 500 W
50 ~ 250 °C
Voor een kortere bereidingstijd van grote porties
met een gebruineerde afwerking.
Magnetron +
dubbele gril +
ventilator
100 ~ 500 W
50 ~ 250 °C
Deze functie is geschikt wanneer snel bruineren
is gewenst. De ingrediënten worden tot in de kern
gekookt.
Magnetron +
pizza
100 ~ 500 W
50 ~ 250 °C
Deze functie is geschikt wanneer snel bruineren
aan de onderzijde is gewenst. De ingrediënten
worden tot in de kern gekookt.
Ontdooien 3 ontdooiprogramma’s
Automatische
programma’s
13 kookprogramma’s, van P 01 t/m P 13. Het type
verwarming en de bereidingstijd worden ingesteld
naar gewicht.
BEDIENING

NL 15
BEDIENING
Opmerking
Zie ‘Bereidingstips’ voor informatie over voedsel.
Magnetronfuncties
Waarschuwing!
Verwarming van vloeistoffen (zoals water) in de magnetron kan een vertraagde, maar
plotselinge kookreactie tot gevolg hebben. Dit houdt in dat vloeistof begint te koken
zonder dat u enige beweging ziet. Zodra de vloeistof uit de oven wordt gehaald, kan de
vloeistof snel gaan koken en uit de beker spatten, waardoor u letsel kunt oplopen. Dit
vertraagde effect kunt u voorkomen door in de vloeistof een kunststof of glazen lepel te
plaatsen voordat u de vloeistof gaat koken in de magnetronoven.
Waarschuwing!
Wees voorzichtig met babyvoeding en potjes:
• De inhoud van zuigflesjes en potjes met babyvoeding moet na verhitting worden
omgeroerd of geschud.
• Controleer, om brandwonden te voorkomen, zorgvuldig de temperatuur van de
inhoud voordat u de voeding geeft.
Waarschuwing!
Keukengerei kan heet zijn nadat het in de magnetronoven is gebruikt!
1. Druk op de magnetrontoets om de magnetronfunctie te activeren.
Op het display knippert ‘01:00’. ‘900’ en het pictogram van de
magnetronfunctie zijn zichtbaar.
2. Stel de bereidingstijd in met de selectieknop.
3. Druk op de magnetrontoets. Op het display knippert de
vermogensindicator.
U hoort een geluidssignaal.
4. Stel het vermogensniveau in met de keuzeknop.
5. Druk op de start/pauzetoets om het bereidingsproces te starten.
Er klinkt een signaal wanneer het bereidingsproces klaar is. De
ventilator blijft nog een tijdje doorgaan voordat deze zichzelf
uitschakelt.
De combimagnetron schakelt zichzelf na 15 minuten automatisch uit
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.

NL 16
BEDIENING
Ovenfuncties
1. Stel een ovenstand in met de ovenfunctieknop.
2. U kunt desgewenst de tijd en/of temperatuur van elke stand
wijzigen. Druk hiervoor op de klok/temperatuur-toets.
De tijd of temperatuur (instelling) gaat knipperen. Stel de gewenste
tijd/temperatuur in met de keuzeknop. Druk opnieuw op de klok/
temperatuur-toets om uw keuze te bevestigen.
Het hangt van de door u gekozen stand af welke tijd en temperatuur
u kunt instellen.
3. Druk op de start/pauzetoets om het bereidingsproces te starten.
Er klinkt een signaal wanneer het bereidingsproces klaar is. De
ventilator blijft enige tijd doorgaan en stopt daarna automatisch.
De combimagnetron schakelt zichzelf na 15 minuten automatisch uit
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.

NL 17
BEDIENING
Functies combimagnetron
1. Druk eerst op de magnetrontoets. Activeer vervolgens de
combimagnetronfunctie met de ovenfunctieknop.
Op het display gaat het standaardvermogen van de magnetron
knipperen.
2. Selecteer een stand met de ovenfunctieknop (zie hoofdstuk ‘Tabel
met ovenfuncties’).
3. U kunt desgewenst het vermogen, de tijd en/of de temperatuur van
elke stand wijzigen. Druk hiervoor op de klok/temperatuur-toets.
Het vermogen, de tijd of de temperatuur (instelling) gaat knipperen.
Gebruik de keuzeknop om het gewenste vermogen, de gewenste
tijd en/of de gewenste temperatuur in te stellen.
Druk opnieuw op de klok/temperatuur-toets om uw keuze te
bevestigen.
Het hangt van de door u gekozen stand af welk vermogen, welke
tijd en welke temperatuur u kunt instellen.
4. Druk op de start/pauzetoets om het bereidingsproces te starten.
Er klinkt een signaal wanneer het bereidingsproces klaar is. De
ventilator blijft enige tijd doorgaan en stopt daarna automatisch.
De combimagnetron schakelt zichzelf na 15 minuten automatisch uit
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.

NL 18
BEDIENING
Automatische kookprogramma’s
U kunt kiezen uit 13 automatische kookprogramma’s en 3 automatische ontdooiprogramma’s. U
hoeft alleen maar het programma te selecteren en vervolgens het juiste gewicht in te voeren. Het
vermogen, de tijd en de temperatuur zijn al ingesteld in het geselecteerde programma.
Ontdooien Gewichtsbereik
in kg
d 01 Vlees Plaats voedsel op de glazen bakplaat als
u dit wilt ontdooien. De combimagnetron
stopt als u 3 pieptonen hoort. Draai
het voedsel om en druk op de start/
pauzetoets om door te gaan met het
ontdooiprogramma.
0,10 - 1,50
d 02 Gevogelte 0,10 - 1,50
0,10 - 0,80
d 03 Vis
Programma Categorie Item Gewicht (kg)
P 01** Groenten Verse groenten 200 - 400 - 600
P 02** Bijgerechten Aardappelen - geschild / gekookt 240 - 480 - 720
P 03 Bijgerechten
Aardappelen - geroosterd
Draai het voedsel om als u een pieptoon
hoort.
De combimagnetron begint automatisch
met de volgende fase.
450 - 1000
P 04 Gevogelte / vis
Kipstukken / visstukken
Draai het voedsel om als u een pieptoon
hoort.
De combimagnetron begint automatisch
met de volgende fase.
450
P 05* Bakkerijproducten Cake 400 - 500 - 600
P 06* Bakkerijproducten Appeltaart 2400
P 07* Bakkerijproducten Quiche 1000
P 08** Opwarmen Drankjes / soep 200 - 400 - 600
P 09** Opwarmen Complete maaltijd 250 - 350
P 10** Opwarmen Saus / stoofpot / gerechten 100 - 200 - 300
P 11 Gemak Bevroren pizza 200 - 400 - 600
P 12* Gemak
Bevroren ovenfrites
Draai het voedsel om als u een pieptoon
hoort. De combimagnetron begint
automatisch met de volgende fase.
300 - 400 - 500
P 13 Gemak Diepvrieslasagne 1600

NL 19
BEDIENING
Let op!
• Tijdens de automatische kookprogramma’s is de magnetronfunctie
ingeschakeld. Gebruik daarom geen metalen keukengerei.
• De programma’s met een * worden voorverwarmd. Tijdens
voorverwarming wordt de bereidingstijd gepauzeerd en is de toets
voor snel voorverwarmen ingeschakeld.
• Na voorverwarming hoort u een alarm en gaat de toets voor snel
voorverwarmen knipperen.
• Plaats het gerecht op de glazen bakplaat en plaats deze in de oven
op niveau 1. Druk op de start/pauzetoets.
• De programma’s met ** maken alleen gebruik van de
magnetronfunctie.
1. Druk op de toets voor automatisch menu om automatische
kookprogramma’s (P) of ontdooiprogramma’s (D) te selecteren.
Op het display verschijnen tijd, gewicht en P01 of d01.
2. Selecteer een automatisch kookprogramma met de keuzeknop.
3. Druk op de gewichtstoets om het gewicht in te stellen.
Het gewicht knippert op het display.
4. Stel het gewenste gewicht in met de keuzeknop.
Het hangt van het geselecteerde programma af welk gewicht u
instelt.
5. Druk op de start/pauzetoets om het geselecteerde automatische
kookprogramma te starten.
Er klinkt een signaal wanneer het kookprogramma klaar is. De ventilator
blijft enige tijd doorgaan en stopt daarna automatisch.
De combimagnetron schakelt zichzelf na 15 minuten automatisch uit
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.

NL 20
BEDIENING
Voorverwarmen
De voorverwarmingsfunctie kunt u activeren nadat u een van de
volgende functies hebt gekozen:
Stand Voorverwarmen
Magnetronfuncties Magnetron 7
Ovenfuncties Hete lucht 3
Grill met hete lucht 3
Hete lucht + onderwarmte 3
Grill 7
Functies
combimagnetron
Magnetron + hete lucht 3
Magnetron + grill met
ventilator
3
Magnetron + onderwarmte
+ hete lucht
3
Magnetron + grill 7
• De voorverwarmingsfunctie werkt alleen als u al een van
bovengenoemde standen hebt gekozen. Tijdens voorverwarming is
de magnetronfunctie uitgeschakeld.
• U kunt de andere instellingen wijzigen voordat of nadat u de
voorverwarmingsfunctie hebt gekozen
1. Druk op de toets voor snel voorverwarmen.
Op het display verschijnt het voorverwarmingspictogram.
2. Druk op de start/pauzetoets om de voorverwarming te starten.
Er klinkt een signaal wanneer de juiste temperatuur is bereikt.
U kunt de voorverwarming stopzetten door de ovendeur te openen
of door op de UIT-toets te drukken.
3. Druk op destart/pauzetoets om het eerder ingestelde kookproces
te starten.
De combimagnetron schakelt zichzelf na 15 minuten automatisch uit
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.
This manual suits for next models
2
Table of contents
Languages:
Other ETNA Microwave Oven manuals