ETNA MO670MZ User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
COMBI-MAGNETRON
COMBI-MICROWAVE OVEN
MO670--

NL 2
NL Gebruiksaanwijzing NL 3 - NL 26
EN Instructions for use EN 3 - EN 26
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip

NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw combimagnetron
Inleiding 4
Beschrijving 6
Voordat u het apparaat gebruikt
Voordat u begint 7
De klok instellen 7
Magnetrongebruik 8
Installatie van haken en railbeugels 10
Installeer de railbeugels 11
Bediening
Algemeen 12
Magnetronfuncties 14
Ovenfuncties 15
Functies combimagnetron 16
Automatische kookprogramma’s 16
Voorverwarmen 18
Keukenwekker 18
Kinderslot 19
Pauze 19
Bereidingstips 20
Onderhoud
Uw apparaat in goede staat houden 23
Verlichting 23
Storingen
Wat moet ik doen indien... 24
Installatie-instructies
Productspecificaties 25
Uw oven en het milieu
Apparaat en verpakking afdanken 26

NL 4
Inleiding
Eten bereiden met uw nieuwe magnetronoven is veilig en comfortabel.
Binnen korte tijd zet u de heerlijkste gerechten op tafel. Het apparaat is
extreem gebruiksvriendelijk, mede vanwege de automatische kook- en
ontdooiprogramma’s.
In deze gebruiksaanwijzing vindt u informatie over de installatie, de
veiligheid, de bediening en het onderhoud van uw apparaat.
Lees de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat in gebruik
neemt, en berg de handleiding daarna veilig op voor toekomstig
gebruik.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
Op onze website kunt u de meest recente versie van de
gebruiksaanwijzing vinden.
UW COMBIMAGNETRON

NL 5
UW COMBIMAGNETRON
Bedieningspaneel
1 32 64 7 8 7 105 9 11 12 13
1. AAN/UIT-toets Hiermee schakelt u de oven in en uit.
2. Magnetrontoets Hiermee stelt u de magnetron in.
3. Kookwekker/kinderslot-
toets
Hiermee stelt u de timerfunctie in of activeert u het
kinderslot (3 seconden ingedrukt houden).
4. Toets voor einde
bereidingstijd Hiermee stelt u een einde van de bereidingstijd in.
5. Toets voor snel
voorverwarmen Hiermee wordt de oven snel voorverwarmd.
6 Ovenfunctietoets
Druk op deze toets om de verwarmingsstand te
wijzigen. Houd deze toets 3 seconden ingedrukt om
de stand snel te wijzigen.
7. Parameterafstelling Hiermee past u de waarden aan die op het display
worden weergegeven.
8. Schuifregelaar Hiermee past u de waarden aan
die op het display worden weergegeven.
9. Toets voor automatisch
menu Hiermee stelt u het automatische menu in.
10. Klok/temperatuur-toets Hiermee stelt u de temperatuur/tijd in.
11. Gewichtstoets Hiermee stelt u het gewicht in.
12. AAN/UIT-toets
ovenverlichting Hiermee schakelt u de ovenverlichting in of uit.
13. Start/pauzetoets Hiermee start of pauzeert u de bereiding.

NL 6
UW COMBIMAGNETRON
Beschrijving
1. Bedieningspaneel
2. Verlichting
3. Grillelement
4. Roosterniveaus
5. Scharnier
6. Deurglas
De volgende accessoires worden bij uw oven geleverd:
• Ovenrooster
Voornamelijk voor de grillfunctie. Op het ovenrooster kan ook een
stoomschaal of een pan met voedsel worden geplaatst.
Voor magnetron- en ovengebruik.
• Geëmailleerde bakplaat
Te gebruiken voor het roosteren van vlees en het bakken van vochtig
gebak. Deze plaat kan ook worden gebruikt als druipschaal. Plaats
de bakplaat op het eerste niveau om de plaat te gebruiken als
druipschaal tijdens het grillen.
Gebruik de geëmailleerde bakplaat niet voor magnetronfuncties!
Opmerking
De accessoires kunnen vervormd raken als deze heet worden. Dit heeft
geen nadelige invloed op hun functie. Accessoires krijgen hun originele
vorm terug zodra deze weer zijn afgekoeld.
4
Niveau 1
Niveau 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 5
1
2
3
6
5

NL 7
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Voordat u begint
• Open de deur en verwijder het verpakkingsmateriaal.
• Gebruik de magnetronoven niet indien deze beschadigd is, maar neem in dat geval contact
op met uw leverancier.
• Verwijder de beschermende folie vanaf de buitenzijde van de magnetronoven.
• Maak met een vochtige doek de binnenkant van de oven en accessoires schoon. Gebruik
geen schuurmiddelen of sterk ruikende reinigingsmiddelen.
De klok instellen
Als de oven aangesloten wordt op de netspanning, verschijnt ‘00:00’ op
het display. Stel de klok in op de juiste tijd.
1. Druk op de klok/temperatuur-toets.
▷De ‘uren’ aanduiding gaat knipperen.
2. Stel de juiste uurtijd in met de schuifregelaar of de toetsen “- / +”.
3. Druk op de klok/temperatuur-toets.
▷De minutenaanduiding gaat knipperen.
4. Stel de juiste minuten in met de schuifregelaar of de toetsen “- / +”.
5. Druk op de klok/temperatuur-toets om de instelling te bevestigen.
▷De tijd stopt met knipperen nadat u de juiste tijd hebt ingesteld
▷De klok is nu ingesteld.
Opmerking
Druk op de klok/temperatuur-toets als u de tijd op een later tijdstip wilt
wijzigen. Stel de klok in zoals hierboven omschreven.

NL 8
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Magnetrongebruik
Microgolven zijn hoogfrequente elektromagnetische golven. De energie maakt het mogelijk om
voedsel te garen of op te warmen zonder de vorm of kleur aan te tasten.
De magnetron wordt gebruikt met de:
• Magnetronstand
• Combi-functie
Bereidingsprincipe
1. De microgolven die door de magnetron worden gegenereerd, worden gelijkmatig verspreid.
Het voedsel wordt zo gelijkmatig gegaard.
2. De microgolven worden tot een diepte van ongeveer 2,5 cm door het voedsel geabsorbeerd.
Het garen gaat dan door, omdat de warmte in het voedsel wordt verspreid.
3. De bereidingstijden variëren en hangen af van de schaal die u gebruikt en de eigenschappen
van het voedsel:
▷Hoeveelheid en dichtheid
▷Watergehalte
▷Begintemperatuur (wel of niet gekoeld)
Belangrijk
Het voedsel wordt van binnen gegaard door middel van warmteverspreiding. Het garen
gaat door, zelfs als u het voedsel uit de oven hebt gehaald. Rusttijden in recepten en in
dit boekje moeten daarom worden aangehouden om te zorgen voor:
• Gelijkmatige verwarming tot binnen in het voedsel.
• Een gelijke temperatuur in alle delen van het voedsel.
Richtlijnen voor kookgerei voor de magnetron
Kookgerei dat u voor de magnetronstand gebruikt, mag de microgolven niet blokkeren. Metalen
zoals roestvrij staal, aluminium en koper weerkaatsen microgolven. Daarom mag u geen gebruik
maken van kookgerei dat is gemaakt van metaal. Kookgerei waarop staat aangegeven dat het
magnetronbestendig is, kan altijd veilig worden gebruikt. Raadpleeg de volgende aanwijzingen
voor aanvullende informatie over geschikt kookgerei.

NL 9
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Kookgerei Magnetron-
bestendig Opmerkingen
Aluminiumfolie 37 Kan in kleine hoeveelheden worden gebruikt
om te voorkomen dat bepaalde delen van
het voedsel te gaar worden. Er kan zich
vonkontlading voordoen indien de folie zich te
dicht bij de ovenwand bevindt of als er te veel
folie wordt gebruikt.
Porselein en aardewerk 3Porselein, aardewerk, geglazuurd aardewerk en
ivoorporselein zijn doorgaans geschikt, tenzij ze
zijn voorzien van een metalen randje.
Wegwerpservies
van polyester of karton
3Soms worden diepvriesmaaltijden verpakt in
wegwerpservies.
Fastfoodverpakkingen
• Polystyreenbekers
• Papieren zakken
of krantenpapier
• Gerecycled papier
of metalen randjes
3
7
7
Kan worden gebruikt voor het opwarmen van
voedsel. Bij oververhitting kan het polystyreen
smelten.
Kan vlam vatten.
Kan vonkontlading veroorzaken.
Glaswerk
• Ovenschalen
• Fijn glaswerk
• Glazen potten
3 Kan worden gebruikt, tenzij voorzien van een
metalen randje.
Kan worden gebruikt voor het opwarmen van
voedsel of vloeistoen. Dun glas kan breken of
barsten bij plotselinge verhitting.
Het deksel moet worden verwijderd. Alleen
geschikt voor opwarmen.
Metaal 7Kan vonkontlading of brand veroorzaken.
Papier
• Borden, bekers,
keukenpapier
• Gerecycled papier
3
7
Voor korte bereidingstijden en opwarmen. Ook
voor het absorberen van overtollig vocht.
Kan vonkontlading veroorzaken.
Kunststof 3Met name indien hittebestendig thermoplastisch
materiaal. Andere soorten plastic kunnen
kromtrekken of verkleuren bij hoge temperaturen.
Gebruik geen melamineplastic.
Kan worden gebruikt om vocht vast te houden.
Mag niet in contact komen met het voedsel.
Wees voorzichtig wanneer u de folie verwijdert;
er kan hete stoom ontsnappen. Alleen indien
kook- of ovenbestendig. Mag niet luchtdicht zijn.
Indien nodig inprikken met een vork.
3: Aanbevolen
37 : Voorzichtigheid betrachten
7: Onveilig

NL 10
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
Installatie van haken en railbeugels
Installeer 4 haken
1. Plaats de haak in opening (a).
2. Duw de haak in opening (b).
3. Duw de haak omlaag naar de juiste positie.
Plaats haak ‘R’ aan de achterzijde en haak ‘F’ aan de voorzijde.
Kijk eerst welke railbeugel voor de linkerzijde en welke voor de
rechterzijde is bestemd
• De railbeugel voor de linkerzijde
• De railbeugel voor de rechterzijde
1
a
b2
3

NL 11
Installeer de railbeugels
1. Plaats de beugel tegen de groef van de haak.
2. Duw de railbeugel naar achteren.
3. Duw de railbeugel omlaag tot in de onderzijde van de groef.
4. Klaar.
VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT

NL 12
BEDIENING
Algemeen
Vermogensniveaus magnetron
In de tabel hieronder ziet u de vijf vermogensniveaus waaruit u kunt kiezen en voor welk voedsel
de vermogensniveaus geschikt zijn. Tijdens gebruik is het mogelijk om het vermogen te wijzigen
door op de magnetrontoets te drukken.
Vermogensniveau Voedsel
800 W - Water koken, opwarmen
- Kip, vis, groenten bereiden
560 W - Opwarmen
- Paddenstoelen, schaaldieren bereiden
- Voedsel bereiden dat eieren en kaas bevat
400 W - Rijst, soep koken
240 W - Ontdooien
- Chocola en boter smelten
80 W - Gevoelig/delicaat voedsel ontdooien
- Onregelmatig gevormd voedsel ontdooien
- IJs zacht maken
- Deeg laten rijzen
De temperatuur wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk om de temperatuur te wijzigen. De temperatuurstatus kunt u
bekijken in de LED-statusbalk. De ingestelde temperatuur is bereikt wanneer alle LED-units in de
statusbalk branden.
De bereidingstijd wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk om de bereidingstijd te wijzigen. De bereidingstijd wordt
stapsgewijs als volgt ingesteld (het hangt van de gekozen stand af welke maximale bereidingstijd
kan worden ingesteld):
Instelling 0 - 15 min. 15 min.+
Stap 10 sec. 30 sec.

NL 13
Alle functies:
Oven functies Temperatuur Gebruik
Conventioneel 30 ~ 250 °C
De bovenste en onderste elementen werken
samen voor een conventionele bereiding. De oven
moet worden voorverwarmd tot de gewenste
temperatuur: ideaal voor slow cooking zoals
stoofschotels.
Convectie 50 ~ 250 °C Voor braden op verschillende niveaus (bijvoorbeeld
bakplaten met chocolate chip cookies).
Conventioneel +
ventilator 50 ~ 250 °C
Handig en tijdbesparend. Er kunnen 4 gerechten
worden bereid op verschillende plateaus zonder
dat smaak of geur worden gemengd.
Stralingsgrill 150 ~ 250 °C
De beste resultaten worden verkregen door het
bovenste plateau te gebruiken voor kleine items en
de onderste plateaus voor grotere items.
Dubbele grill +
ventilator 50 ~ 250 °C Voor gegratineerde gerechten en afwerking van
geroosterde groenten.
Dubbele grill 150 ~ 250 °C
De stralingselementen aan de binnenzijde en
het bovenste element aan de buitenzijde werken
samen om een snelle en gelijkmatige grillwarmte te
geven, waardoor het bovenste oppervlak van het
voedsel effectief wordt gebruineerd.
Pizza 50 ~ 250 °C
Pizza wordt perfect bereid met extra warmte vanaf
zowel de onderkant als de zijkanten van de oven,
wat ervoor zorgt dat de pizzabodem knapperig
wordt.
Onderste
verwarmingselement 30 ~ 220 °C Dit is ideaal voor slow cooking zoals stoofpotten.
Ontdooien Voor het langzaam ontdooien van gerechten.
Deeg 30 ~ 45 °C Voor het laten rijzen van gistdeeg en zuurdesem.
BEDIENING

NL 14
BEDIENING
Magnetron (combi)
functies
Temperatuur/
Vermogen Gebruik
Magnetron 80 ~ 800 W Ontdooien, opwarmen en koken.
Magnetron +
convectie
80 ~ 320 W
50 ~ 250 °C
Voor een kortere bereidingstijd van grote porties
met een gebruineerde afwerking.
Magnetron
+ dubbele gril
+ ventilator
80 ~ 320 W
50 ~ 250 °C
Deze functie is geschikt wanneer snel bruineren
is gewenst. De ingrediënten worden tot in de kern
gekookt.
Magnetron +
pizza
80 ~ 320 W
50 ~ 250 °C
Deze functie is geschikt wanneer snel bruineren
aan de onderzijde is gewenst. De ingrediënten
worden tot in de kern gekookt.
Automatische
programma’s
Er zijn 10 kookprogramma’s (P 01 t/m P 10) en
3 ontdooiprogramma’s (D01 t/m D03) te kiezen.
Het type verwarming en de bereidingstijd worden
ingesteld naar gewicht.
Opmerking!
Zie ‘Bereidingstips’ voor informatie over voedsel.
Magnetronfuncties
Waarschuwing!
Verwarming van vloeistoffen (zoals water) in de magnetron kan een vertraagde, maar
plotselinge kookreactie tot gevolg hebben. Dit houdt in dat vloeistof begint te koken
zonder dat u enige beweging ziet. Zodra de vloeistof uit de oven wordt gehaald, kan de
vloeistof snel gaan koken en uit de beker spatten, waardoor u letsel kunt oplopen. Dit
vertraagde effect kunt u voorkomen door in de vloeistof een kunststof of glazen lepel te
plaatsen voordat u de vloeistof gaat koken in de magnetronoven.
Waarschuwing!
Wees voorzichtig met babyvoeding en potjes:
• De inhoud van zuigflesjes en potjes met babyvoeding moet na verhitting worden
omgeroerd of geschud.
• Controleer, om brandwonden te voorkomen, zorgvuldig de temperatuur van de
inhoud voordat u de voeding geeft.
Waarschuwing!
Keukengerei kan heet zijn nadat het in de magnetronoven is gebruikt!

NL 15
BEDIENING
1. Verwijder de geëmailleerde bakplaat.
2. Plaats het gerecht op het ovenrooster.
3. Druk op de magnetrontoets om de magnetronfunctie te activeren.
▷Op het display verschijnen ‘01:00’, ‘800’ en het pictogram van de
magnetronfunctie.
▷Wijzig indien nodig de bereidingstijd en/of het
magnetronvermogen.
4. Druk voor het aanpassen van de bereidingstijd op de klok/
temperatuur-toets en voor het aanpassen van het vermogen op de
magnetrontoets.
5. Stel de bereidingstijd of het vermogen in met schuifregelaar of de
toetsen “- / +”.
▷De waarden zijn aan te passen zolang ze knipperen.
6. Druk op de start/pauzetoets om het bereidingsproces te starten.
▷Er klinkt een signaal wanneer het bereidingsproces klaar is.
De ventilator blijft nog een tijdje doorgaan voordat deze zichzelf
uitschakelt.
De combimagnetron gaat na 5 minuten automatisch naar stand-by
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.
Ovenfuncties
1. Druk op de ovenfunctietoets om een ovenfunctie te activeren.
▷Op het display verschijnen de temperatuur en het
ovenfunctiepictogram.
2. Selecteer een ovenstand met de ovenfunctietoets.
▷De verschillende ovenfunctiepictogrammen verschijnen in de
display.
▷U kunt desgewenst de tijd en/of de temperatuur van elke stand
wijzigen.
3. Druk hiervoor op de klok/temperatuur-toets.
▷De tijd of temperatuur (instelling) gaat knipperen.
4. Stel de gewenste tijd/temperatuur in met de schuifregelaar of de
toetsen “- / +”.
De instelmogelijkheden hangen af van de gekozen ovenfunctie.
5. Druk op de start/pauzetoets om het bereidingsproces te starten.
▷Er klinkt een signaal wanneer het bereidingsproces klaar is.
▷De ventilator blijft enige tijd doorgaan en stopt daarna
automatisch.
De combimagnetron gaat na 5 minuten automatisch naar stand-by
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.

NL 16
BEDIENING
Functies combimagnetron
1. Druk op de magnetrontoets.
2. Stel vervolgens een combimagnetronfunctie in door de
ovenfunctietoets herhaaldelijk in te drukken (zie de tabel ‘Magnetron
(combi) functies’).
▷Op het display zijn het standaardtijd, de temperatuur en het
vermogen van de magnetron zichtbaar.
▷U kunt desgewenst het vermogen, de tijd en/of de temperatuur
van elke stand wijzigen.
3. Druk hiervoor op de klok/temperatuur-toets of de magnetrontoets.
▷Het vermogen, de tijd of de temperatuur (instelling) gaat
knipperen.
4. Stel het gewenste vermogen en de gewenste tijd en/of temperatuur
in met de schuifregelaar of de toetsen “- / +”.
De instelmogelijkheden hangen af van de gekozen ovenfunctie.
Druk op de start/pauzetoets om het bereidingsproces te starten.
▷Er klinkt een signaal wanneer het bereidingsproces klaar is.
▷De ventilator blijft enige tijd doorgaan en stopt daarna
automatisch.
De combimagnetron gaat na 5 minuten automatisch naar stand-by
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.
Automatische kookprogramma’s
U kunt kiezen uit 10 automatische kookprogramma’s en 3 automatische ontdooiprogramma’s.
U hoeft alleen maar het programma te selecteren en vervolgens het juiste gewicht in te voeren.
Het vermogen, de tijd en de temperatuur zijn al ingesteld in het geselecteerde programma.
Let op!
• Tijdens de automatische kookprogramma’s is de magnetronfunctie
ingeschakeld. Gebruik daarom geen metalen keukengerei.
• De programma’s met een * worden voorverwarmd. Tijdens
voorverwarming wordt de bereidingstijd gepauzeerd en is de toets
voor snel voorverwarmen ingeschakeld.
• Na voorverwarming hoort u een alarm en gaat de toets voor snel
voorverwarmen knipperen.
• Plaats het gerecht op het ovenrooster en plaats dit in de oven op
niveau 1. Druk op de start/pauzetoets.
• De programma’s met ** gebruiken alleen de magnetronfunctie.

NL 17
BEDIENING
Recept Voor-
verwarmen Standaard tijd Standaard
gewicht Gewichtsbereik
d01** Vlees Nee 08:00 min. 200 g 100 - 1500 g
d02** Gevogelte Nee 04:48 min. 200 g 100 - 1500 g
d03** Vis Nee 04:00 min. 200 g 100 - 1000 g
A01** Popcorn Nee 03:05 min. 100 g -
A02** Gegratineerde
aardappelen Nee 00:35 uur 500 g -
A03 Cheesecake Nee 01:16 uur - -
A04* Quiche Lorraine 10 min. 00:40 uur - -
A05 Gehaktbrood Nee
01:15 uur
(standaard) /
00:30 uur
1000 g 500 g / 1000 g
A06 Marmercake Nee 01:20 uur - -
A07* Plat brood 8 min. 00:35 uur - -
A08* Appeltaart 7 min. 01:00 uur - -
A09* Verse pizza op
een plaat 8 min. 00:35 uur - -
A10 Appelkruimeltaart Nee 01:00 uur - -
** Het programma gebruikt alleen de magnetronfunctie. Gebruik niet de bakplaat.
* Het programma gebruikt voorverwarmen
.
1. Druk op de toets voor automatisch menu om automatische
kookprogramma’s (P) of ontdooiprogramma’s (D) te selecteren.
▷Op het display verschijnen temperatuur, gewicht en P01 of d01
afhankelijk van het gekozen programma.
2. Selecteer een automatisch kookprogramma door meerdere keren
op de automatisch menu toets te drukken
3. Druk op de gewichtstoets om het gewicht in te stellen.
▷Het gewicht knippert in de display.
4. Stel het gewenste gewicht in met de schuifregelaar of de
toetsen “- / +”.
▷Het hangt van het geselecteerde programma af welk gewicht u
kunt instellen.
5. Druk op de start/pauzetoets om het geselecteerde automatische
kookprogramma te starten.
▷Er klinkt een signaal wanneer het kookprogramma klaar is.
▷De ventilator blijft enige tijd doorgaan en stopt daarna
automatisch.
De combimagnetron gaat na 5 minuten automatisch naar stand-by
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.

NL 18
BEDIENING
Voorverwarmen
De voorverwarmingsfunctie kunt u alleen gebruiken bij een gekozen
ovenfunctie.
1. Druk op de toets voor snel voorverwarmen.
▷De oven start met voorverwarmen.
▷Op het display verschijnt het voorverwarmingspictogram.
▷Er klinkt een signaal en het voorverwarmsymbool verdwijnt
wanneer de juiste temperatuur is bereikt.
▷U kunt het voorverwarmen stopzetten door op de UIT-toets te
drukken.
De combimagnetron gaat na 5 minuten automatisch naar stand-by
indien u de start/pauzetoets niet indrukt.
Keukenwekker
U kunt de keukenwekker alleen gebruiken indien de combimagnetron
uitgeschakeld is.
▷De (huidige) tijd wordt weergegeven in de display.
De keukenwekker activeert u als volgt:
1. Druk op de kookwekker/kinderslot-toets.
▷U hoort een geluidssignaal.
▷De ‘uren’ aanduiding gaat knipperen.
2. Stel de juiste uurtijd in met de schuifregelaar of de toetsen “- / +”.
3. Druk op de klok/temperatuur-toets.
▷De minutenaanduiding gaat knipperen.
4. Stel de juiste minuten in met de schuifregelaar of de toetsen “- / +”.
5. Druk op de kookwekker/kinderslot-toets om de ingestelde tijd te
bevestigen.
Als de ingestelde tijd is verstreken, klinkt er een geluidssignaal.

NL 19
Kinderslot
U kunt uw combimagnetron ‘vergrendelen’ om te voorkomen dat een
bereidingsproces wordt gestart.
Let op:
• U kunt het kinderslot alleen activeren indien de combimagnetron
uitgeschakeld is.
▷De (huidige) tijd wordt weergegeven in de display.
Het kinderslot activeert u als volgt:
1. Houd de kookwekker/kinderslot-toets net zo lang ingedrukt totdat u
een geluidssignaal hoort.
▷Op het display verschijnt een sleutelpictogram. U kunt de
combimagnetron nu niet gebruiken.
Het kinderslot schakelt u als volgt weer uit:
1. Houd de kookwekker/kinderslot-toets net zo lang ingedrukt totdat u
een geluidssignaal hoort.
▷Op het display verdwijnt het sleutelpictogram. U kunt de
combimagnetron nu weer gebruiken.
Pauze
Wanneer uw combimagnetron in gebruik is, kunt u een pauze inlassen.
1. Druk op de start/pauzetoets.
▷De instellingen op het display gaan knipperen.
2. Druk op de start/pauzetoets om het bereidingsproces te hervatten.
▷Het symbool van de ingestelde stand stopt met knipperen.
BEDIENING

NL 20
BEREIDINGSTIPS
Verwarmen en koken
• De magnetronoven verwarmt altijd met dezelfde intensiteit. Hoe meer u in de
magnetronoven plaatst, hoe langer de bereidingstijd.
• Brede, platte gerechten worden sneller warm dan smalle, hoge gerechten.
• Gerechten afdekken met huishoudfolie of een geschikt deksel voorkomt spatten,
maakt de bereidingstijd korter en helpt de vochtigheid van het gerecht te bewaren.
Voorzichtig!
• Verwijder de huishoudfolie of het deksel voorzichtig als het gerecht klaar is. De
stoom die er vanaf komt kan erg heet zijn!
• Bevochtig zo nodig voedsel dat snel uitdroogt. Dompel aardappelen en groenten
eerst kortstondig in koud water voordat u deze in de magnetronoven plaatst. Dit
voorkomt dat zich hieromheen een huid vormt.
• Het is voor een gelijkmatig resultaat het beste om maaltijden een of twee keer om te
roeren of om te keren.
• Selecteer altijd het hoogste magnetronvermogen wanneer eerder gekookt voedsel
wordt opgewarmd.
• Bij bereiding in een magnetronoven zijn alleen kleine hoeveelheden water, zout en
kruiden nodig. Het beste is om zout na de bereiding toe te voegen. Dit voorkomt dat
vocht uit het voedsel wordt getrokken.
• Na uitschakeling van de magnetronoven blijft voedsel enige tijd doorkoken. Houd hier
rekening mee. Kook uw maaltijden niet te ver door.
Voorzichtig!
• Plaats altijd een glas water in de magnetron wanneer u kleine hoeveelheden
poederige producten verwarmt (zoals bij het drogen van kruiden). Anders bestaat er
vanwege de kleine hoeveelheid het risico dat spontane verbranding optreedt.
Ontdooien
• Ontdooi grote, dichte stukken altijd met gebruik van het ontdooiprogramma. Het
voedsel zal geleidelijk en gelijkmatig ontdooien. Er bestaat geen risico dat de
buitenzijde uitdroogt terwijl het middelste gedeelte nog bevroren is.
• Het verdient aanbeveling het ontdooiproces na een tijdje te versnellen door het
voedsel te verdelen in kleinere stukken.
• Las bij grotere stukken en dicht vlees een paar keer een pauze in tijdens het
ontdooiproces.
• Bij het ontdooien van onregelmatig gevormd voedsel kunt u, halverwege de
ontdooitijd, de dunne gedeelten afdekken of omwikkelen met aluminiumfolie.
This manual suits for next models
9
Table of contents
Languages:
Other ETNA Microwave Oven manuals

ETNA
ETNA CM650Ti/E01 User manual

ETNA
ETNA SM822RVS User manual

ETNA
ETNA MO670 Series User manual

ETNA
ETNA SMV120WIT User manual

ETNA
ETNA T2125HRVS User manual

ETNA
ETNA CM350ZT User manual

ETNA
ETNA ESM220WIT User manual

ETNA
ETNA SM125RVS User manual

ETNA
ETNA SM344RVS User manual

ETNA
ETNA ECM133RVS User manual