ETNA CM350ZT User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTRUCTIONS FOR USE
MAGNETRON OVEN
FOUR MICRO ONDES
MIKROWELLENHERD
MICROWAVE OVEN
CM350ZT

NL 2
NL Gebruiksaanwijzing NL 3 - NL 30
FR Notice d’utilisation FR 3 - FR 30
DE Bedienungsanleitung DE 3 - DE 30
EN Instructions for use EN 3 - EN 30
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Tip - Conseil - Tipp - Tip

NL 3
INHOUD
Uw combimagnetronoven
Inleiding 4
Bedieningspaneel 5
Beschrijving van het apparaat 6
Geleiderails 6
Koelventilator 6
Accessoires 7
Vóór gebruik
Voordat u begint 8
De klok instellen 8
Gebruik van de magnetron 9
Bediening
Algemeen 11
Beschrijving van de knoppen en toetsen 12
Beschrijving van de hoofdfuncties 13
Beschrijving van de subfuncties 14
Magnetronfuncties 17
Ovenfuncties 18
Functies combimagnetron 19
Automatische kookprogramma's 20
Ontdooiprogramma's 20
Voorverwarmen 22
Kinderslot 23
Pauzeren 23
Bereidingstips
Bereidingstips 24
Onderhoud
Houd het apparaat schoon 27
Storingen
Problemen oplossen 28
technische specificaties
Productspecificaties 29
Uw oven en het milieu
Afvoer van het apparaat en de verpakking 30

NL 4
Inleiding
Met uw nieuwe magnetronoven zet u op een veilige en relaxte manier in een mum van tijd de
heerlijkste gerechten op tafel. Dit apparaat is uiterst gebruiksvriendelijk, onder meer dankzij de
automatische bereidings- en ontdooiprogramma's.
Informatie over installatie, veiligheid, gebruik en onderhoud van uw apparaat vindt u in een apart
onderdeel van deze gebruikershandleiding.
Lees de afzonderlijke veiligheidsinstructies door voordat u
het apparaat in gebruik neemt!
Lees deze gebruikershandleiding door voordat u het apparaat in gebruik neemt, en berg de
handleiding daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
UW COMBIMAGNETRONOVEN

NL 5
UW COMBIMAGNETRONOVEN
Bedieningspaneel
01 02 03 04 05 06 08 09
1. Functieknop
2. 'Aan/uit'-toets
3. 'Vermogen/Gewicht'-toets
4. 'Snel voorverwarmen'-toets
5. 'Klok'-toets
6. 'Temperatuur/Automatisch programma'-toets
7. 'Kinderslot'-toets (druk 06 + 08 gelijktijdig in)
8. 'Start/Pauze'-toets
9. Keuzeknop
07

NL 6
UW COMBIMAGNETRONOVEN
Beschrijving van het apparaat
1. Bedieningspaneel
2. Verlichting
3. Niveaus rooster/plaat
4. Deur
5. Deurgreep
Geleiderails
• Afhankelijk van het model beschikt de oven over vier of vijf geleiderails (niveau 1 tot 4/5).
Niveau 1 wordt voornamelijk gebruikt in combinatie met onderwarmte. De twee bovenste
niveaus worden voornamelijk gebruikt voor de grillfunctie.
• Plaats het ovenrooster of de bakplaat in de ruimte tussen de geleiders van de rails.
Koelventilator
• Het apparaat is uitgerust met een koelventilator die de behuizing, de deur en het
bedieningspaneel koelt.
• Nadat de oven is uitgeschakeld, blijft de koelventilator nog even draaien om de oven af te
koelen.
1
4
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 5
Niveau 4
3
5
2

NL 7
UW COMBIMAGNETRONOVEN
Accessoires
Het apparaat wordt geleverd met een aantal accessoires. Het hangt van het model af welke
dat zijn. Gebruik alleen originele accessoires; deze zijn speciaal geschikt voor gebruik met uw
apparaat.
Niet alle accessoires zijn geschikt of beschikbaar voor elk apparaat (dit kan ook per
land verschillen). Alle gebruikte accessoires moeten bestand zijn tegen de hoogste
temperaturen van het apparaat. Geef bij aankoop altijd het juiste typenummer van het
apparaat door. Bekijk de verkoopbrochures of lees online meer informatie over optionele
accessoires.
Accessoires die mogelijk worden bijgeleverd (afhankelijk van het model)
Geëmailleerde bakplaat; wordt gebruikt voor gebak en cakes.
Ovenrooster; wordt voornamelijk gebruikt voor de grillfunctie.
Een stoomschaal of een pan met voedsel kan ook op het
ovenrooster worden geplaatst. Het ovenrooster is uitgerust met een
veiligheidsnok. Til het rooster een klein beetje op aan de voorkant
om het uit de oven te schuiven.
Glazen bakplaat; voor gebruik in de magnetron en de oven.
• NIET geschikt voor pyrolysereiniging.
Raadpleeg de bereidingsrichtlijnen in deze gebruikershandleiding om het juiste
accessoire per gerecht te kiezen.
Aangezien bakaccessoires warm worden, kunnen ze van vorm veranderen.
Dit is niet van invloed op de werking van de accessoires en deze zullen na
afkoeling weer hun oorspronkelijke vorm aannemen.
• Het rooster of de bakplaat moet altijd geplaatst worden in de opening tussen twee
draadprofielen.
• Plaats het rooster zodanig dat de kleine rail zich in de binnenkant van de oven (achterin de
oven) bevindt.

NL 8
Voordat u begint
• Open de deur en verwijder het verpakkingsmateriaal.
• Gebruik de magnetronoven niet als deze beschadigd is. Neem in dat geval contact op met
uw leverancier.
• Verwijder de beschermfolie van de buitenkant van de magnetronoven.
• Maak de binnenkant van de oven en de accessoires schoon met een vochtig doekje.
Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of middelen met een sterke geur.
De klok instellen
Wanneer de magnetronoven de eerste keer op het elektriciteitsnet wordt aangesloten, moet u de
tijd instellen. Op het display knippert '00:00'. De klok blijft werken zolang de magnetronoven op
het elektriciteitsnet is aangesloten.
1. Om de juiste tijd in te stellen (tussen 00:00 en 23:59) draait u aan de keuzeknop.
2. Druk op de 'Klok'-toets.
▷De klok is ingesteld.
Opmerkingen
• Om de tijd te wijzigen, houdt u de 'Klok'-toets ingedrukt.
▷De huidige tijd knippert vervolgens op het display.
• Draai aan de keuzeknop om de nieuwe tijd in te stellen en druk nogmaals op de 'Klok'-
toets om de instelling te bevestigen.
VÓÓR GEBRUIK

NL 9
VÓÓR GEBRUIK
Gebruik van de magnetron
Microgolven zijn hoogfrequente elektromagnetische golven. De vrijgekomen energie maakt het
mogelijk om voedsel te garen of op te warmen zonder de vorm of kleur aan te tasten.
De magnetron wordt gebruikt bij:
• Magnetronfunctie
• Combifunctie
Bereidingsprincipe
1. De microgolven die door de magnetron worden gegenereerd, worden gelijkmatig verspreid
door middel van een draaiend distributiesysteem. Het voedsel wordt zo gelijkmatig
gegaard.
2. De microgolven worden tot een diepte van ongeveer 2,5 cm door het voedsel
geabsorbeerd. Het garen gaat dan door, omdat de warmte in het voedsel wordt verspreid.
3. De bereidingstijden variëren en hangen af van de schaal die u gebruikt en de
eigenschappen van het voedsel:
▷Hoeveelheid en dichtheid
▷Watergehalte
▷Begintemperatuur (wel of niet gekoeld)
Belangrijk
Het voedsel wordt van binnen gegaard door middel van warmteverspreiding.
Het garen gaat zelfs nog door als u het voedsel uit de oven hebt gehaald.
Rusttijden in recepten en in dit boekje moeten daarom worden aangehouden om te
zorgen voor:
▷Gelijkmatige verwarming tot binnen in het voedsel.
▷Gelijke temperaturen in alle delen van het voedsel.
Richtlijnen voor magnetronkookgerei
Kookgerei dat u voor de magnetronfunctie gebruikt, mag de microgolven niet blokkeren. Metalen
zoals roestvrij staal, aluminium en koper weerkaatsen microgolven. Metalen kookgerei mag dan
ook niet worden gebruikt. Kookgerei waarop staat aangegeven dat het magnetronbestendig is,
kan veilig worden gebruikt. Raadpleeg voor meer informatie over geschikt kookgerei de volgende
richtlijnen en gebruik altijd de glazen bakplaat op niveau 1 als u de magnetronfunctie gebruikt.

NL 10
VÓÓR GEBRUIK
Kookgerei Magnetron-
bestendig Opmerkingen
Aluminiumfolie 37 Kan in kleine hoeveelheden worden gebruikt om te
voorkomen dat bepaalde delen van het voedsel te
gaar worden. Er kan zich vonkontlading voordoen
indien de folie zich te dicht bij de ovenwand
bevindt of als er te veel folie wordt gebruikt.
Porselein en
aardewerk
3Porselein, aardewerk, geglazuurd aardewerk en
ivoorporselein zijn doorgaans geschikt, tenzij ze
zijn voorzien van een metalen randje.
Wegwerpservies van
polyester of karton
3Soms worden diepvriesmaaltijden verpakt in
wegwerpservies.
Fastfoodverpakkingen
• Polystyreenbekers
• Papieren zakken
of krantenpapier
• Gerecycled papier
of metalen randjes
3
7
7
Kan worden gebruikt voor het verwarmen van voedsel.
Bij oververhitting kan het polystyreen smelten.
Kan vlam vatten.
Kan vonkontlading veroorzaken.
Glaswerk
• Ovenschalen
• Fijn glaswerk
• Glazen potten
3 Kan worden gebruikt, tenzij voorzien van een
metalen randje.
Kan worden gebruikt voor het verwarmen van
voedsel of vloeistoffen. Dun glas kan breken of
barsten bij plotselinge verhitting.
Het deksel moet worden verwijderd. Alleen
geschikt voor verwarmen.
Metaal 7Kan vonkontlading of brand veroorzaken.
Papier
• Borden, bekers,
keukenpapier
• Gerecycled papier
3
7
Voor korte bereidingstijden en verwarmen.
Voor het absorberen van overtollig vocht.
Kan vonkontlading veroorzaken.
Kunststof 3Met name hittebestendig thermoplastisch materiaal.
Andere soorten plastic kunnen kromtrekken of
verkleuren bij hoge temperaturen. Gebruik geen
melamineplastic.
Kan worden gebruikt om vocht vast te houden. Mag
het voedsel niet aanraken. Wees voorzichtig wanneer
u de folie verwijdert; er kan hete stoom ontsnappen.
Alleen indien kook- of ovenbestendig. Mag niet
luchtdicht zijn. Indien nodig inprikken met een vork.
3: Aanbevolen
37 : Wees voorzichtig bij gebruik
7: Onveilig

NL 11
BEDIENING
Algemeen
Vermogensniveaus magnetron
In onderstaande tabel ziet u uit welke vijf vermogensniveaus u kunt kiezen, en voor welke
voedselproducten de verschillende niveau geschikt zijn. Tijdens het gebruik kunt u het vermogen
aanpassen door op de 'Vermogen/Gewicht'-toets te drukken.
Vermogen Voedsel
900 W - Koken van water, opwarmen
- Bereiden van kip, vis, groenten
700 W - Opwarmen
- Bereiden van paddenstoelen, schelpdieren
- Bereiden van gerechten met ei en kaas
500 W - Bereiden van rijst, soep
300 W - Ontdooien
- Smelten van chocola en boter
100 W - Ontdooien van gevoelige/kwetsbare gerechten
- Ontdooien van onregelmatig gevormd voedsel
- Zacht maken van consumptie-ijs
- Laten rijzen van deeg
De temperatuur wijzigen
Tijdens gebruik kunt u de temperatuur wijzigen. De temperatuur wordt weergegeven in de
led-statusbalk. Wanneer alle led-eenheden op de statusbalk zijn opgelicht, is de ingestelde
temperatuur bereikt.
De bereidingstijd wijzigen
Tijdens gebruik kunt u de bereidingstijd wijzigen. De stappen voor het wijzigen van de
bereidingstijd zijn als volgt (de maximaal in te stellen bereidingstijd hangt af van de gekozen
optie):
Wijzig 0 - 1 min. 1 - 5 min. 5 - 15 min. 15 - 60 min. 60 min.+
Stap 1 sec. 10 sec. 30 sec. 1 min. 5 min.

NL 12
BEDIENING
Let op!
Waarschuwing!
• Verwarmen van vloeistoffen in de magnetron kan tot gevolg hebben dat de vloeistof
vertraagd tot het kookpunt komt. Dit houdt in dat de vloeistof explosief tot het kookpunt kan
komen nadat deze is verwijderd uit de magnetron. Brandwonden kunnen hier het gevolg van
zijn. U kunt dit vertraagde ontstaan van het kookpunt tegengaan door in de vloeistof een
plastic of glazen lepel te plaatsen voordat u de vloeistof in de magnetron verwarmt.
• Wees voorzichtig met babyvoeding:
▷Schud of roer de inhoud van flesjes of potjes met babyvoeding nadat deze zijn
opgewarmd.
▷Controleer vóór consumptie zorgvuldig de temperatuur van de voeding om
brandwonden te voorkomen.
• Bestek en servies kunnen heet zijn na gebruik in de magnetron.
Beschrijving van de knoppen en toetsen
Functieknop
Een functie selecteren
Draai aan deze knop om de gewenste functie te selecteren.
Keuzeknop
Een subfunctie kiezen
Draai aan deze knop om een subfunctie te kiezen.
De instellingen wijzigen
Draai aan deze knop om de instellingen in het actieve gebied te wijzigen.
'Aan/Uit'-toets en 'Stop'-toets
De oven in- of uitschakelen
Raak de toets aan en houd deze enkele seconden vast om het apparaat in of uit
te schakelen.

NL 13
BEDIENING
De 'Vermogen/Gewicht'-toets
Magnetronvermogen
Het vermogen van de magnetron instellen: 100W, 300W, 500W, 700W en 900W
Het vermogen van de combimagnetron instellen: 100W, 300W en 500W
Gewicht
Het gewicht van het te bereiden gerecht instellen.
De 'Voorverwarmen'-toets
Raak deze knop aan om de voorverwarmfunctie te selecteren. Met de
voorverwarmfunctie komt de oven sneller op de ingestelde temperatuur.
De voorverwarmfunctie is van toepassing op de functies hete lucht, onder- en
bovenwarmte, en boven- en onderwarmte + ventilator.
De 'Klok/Bereidingstijd'-toets
De 'Klok'-toets
Raak deze toets aan om de klokinstellingen te selecteren.
De toets 'Bereidingstijd'
Raak deze toets aan om de bereidingstijd te selecteren.
De 'Temperatuur/Automatisch programma'-toets
De Temperatuur'-toets
Raak deze toets aan om de bereidingstemperatuur te selecteren.
De standaardtemperatuur is 180 °C.
De 'Automatisch programma'-toets
Raak deze toets aan om een automatisch programma te selecteren. U hebt
de keuze uit 13 automatische programma's. De verwarmingsmogelijkheden en
bereidingstijden zijn afhankelijk van het gewicht.
De 'Start/Stop'-toets
Raak deze toets aan om het geselecteerde bereidingsprogramma te starten of te
stoppen.
Beschrijving van de hoofdfuncties
Kies de gewenste functie aan de hand van de tabellen. Raadpleeg ook de bereidingsinstructies
op de verpakking van het gerecht. Sommige hoofdfuncties hebben subfuncties.
In de ‘Magnetronfunctie’: gebruik geen metalen kookgerei of bestek en verwarm
de oven niet voor. Vergewis u ervan dat de gebruikte accessoires bestand zijn
tegen de temperatuurinstellingen van de gekozen ovenfunctie.

NL 14
BEDIENING
Hoofdfuncties (te selecteren met de functieknop)
Functie Beschrijving
Ovenfuncties
• Gebruik een van de beschikbare functies voor grillen, bakken of braden.
• Er zijn subfuncties beschikbaar (raadpleeg de ovenfunctietabel).
Functies combimagnetron
• Gebruik een van de functies voor (snel) bereiden van maaltijden.
• Er zijn subfuncties beschikbaar (raadpleeg de tabel van de
combimagnetronfuncties).
Automatische programma's
• Met de functie 'Automatisch programma' is het bereiden van gerechten een
fluitje van een cent.
• U selecteert simpelweg het programma en voert het gewicht van het te
bereiden gerecht in. U hebt de keuze uit 13 verschillende programma's.
Ontdooiprogramma's
• Er zijn vier ontdooiprogramma's voor het ontdooien van vlees, gevogelte en
brood.
Beschrijving van de subfuncties
Ovenfuncties (te selecteren met de keuzeknop)
Functie Beschrijving
Hete lucht
• Het gerecht wordt verwarmd door hete lucht die vanuit de achterkant van
de oven wordt aangevoerd. Deze functie maakt gebruik van gelijkmatige
verhitting en is ideaal voor bakken.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster in het midden van de oven.
• Aanbevolen temperatuur: 180 °C. Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Grote grill + ventilator
• Verwarmen met de elementen voor bovenwarmte. De warmte wordt door
de ventilator verspreid. Deze stand kan worden gebruikt voor het grillen van
vlees, vis en groenten.
• Plaats het ovenrooster in het bovenste gedeelte van de oven en de bakplaat
in het midden van de oven.
• Aanbevolen temperatuur: 170 °C
• Houd voortdurend oog op het bereidingsproces. Door de hoge temperatuur
kan het gerecht snel aanbranden. Voorverwarmen wordt aanbevolen.

NL 15
BEDIENING
Hete lucht + onderwarmte
• Het gerecht wordt verwarmd met zowel hete lucht vanuit de achterkant van
de oven als het onderste verwarmingselement.
• Deze functie wordt gebruikt voor een knapperig en bruin resultaat bij o.a.
het bakken van pizza, vochtig gebak, vruchtentaarten, bladerdeeg en
kruimeldeeg.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster in het midden van de oven.
• Aanbevolen temperatuur: 200 °C
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Grote grill
• Verwarming door middel van het bovenste verwarmingselement en het
grillelement.
• Deze stand kan worden gebruikt voor schotels en bakwaren die een
kenmerkende bodemkorst of gratinering nodig hebben. Gebruik deze stand
net vóór het einde van de bak- of braadtijd. Plaats het ovenrooster in het
bovenste gedeelte van de oven en de bakplaat in het midden van de oven.
Houd voortdurend oog op het bereidingsproces. Door de hoge temperatuur
kan het gerecht snel aanbranden.
• Maximaal toegestane temperatuur: 235 °C
Bovenwarmte + onderwarmte
• Verwarmen met de verwarmingselementen aan boven- en onderzijde.
• Deze stand kan worden gebruikt voor traditioneel bakken en braden.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster in het midden van de oven.
• Aanbevolen temperatuur: 200 °C
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Bovenwarmte + onderwarmte + ventilator
• Verwarmen met de verwarmingselementen aan boven- en onderzijde.
De warmte wordt door de ventilator verspreid.
• Deze stand wordt gebruikt voor het bakken van gistdeeggebak en het
conserveren van fruit en groenten.
• Plaats een niet te hoge bakplaat in het onderste gedeelte van de oven, zodat
hete lucht ook over de bovenkant van het voedsel kan circuleren.
• Aanbevolen temperatuur: 180 °C
Bovenwarmte
• Verwarmen met alleen het element voor bovenwarmte.
• Deze stand kan worden gebruikt wanneer u de bovenlaag van uw gerecht wilt
bakken/braden.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster in het midden van de oven.
• Aanbevolen temperatuur: 150 °C

NL 16
BEDIENING
Onderwarmte
• Verwarmen met alleen het element voor onderwarmte.
• Deze stand kan worden gebruikt voor schotels en bakwaren die een
kenmerkende bodemkorst of gratinering nodig hebben.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster in het onderste gedeelte van de oven.
• Gebruik deze stand net vóór het einde van de bak- of braadtijd.
• Aanbevolen temperatuur: 160 °C
Combimagnetronfuncties (te selecteren met de keuzeknop)
Functie Beschrijving
Hete lucht + magnetron
• Dit systeem biedt een combinatie van magnetron en hete lucht; daardoor zal
de bereidingstijd korter zijn.
• Gebruik deze functie voor alle soorten vlees, stoofpotten, groenten, taarten,
cakes, brood en schotels die gegratineerd dienen te worden (d.w.z. voedsel
dat een langere bereidingstijd nodig heeft).
• Zet de glazen schaal op niveau 1.
• Aanbevolen temperatuur: 160 °C
• Aanbevolen vermogen: 500 W
Grill + ventilator + magnetron
• Het voedsel wordt bereid met een combinatie van microgolven en de grill met
ventilator.
• Gebruik deze combinatie voor kleinere porties vlees, vis en groenten.
• Het bereiden gaat snel en het voedsel krijgt een lekker bruin, knapperig
korstje.
• Zet de glazen bakplaat op niveau 1.
• Aanbevolen temperatuur: 200 °C
• Aanbevolen vermogen: 500 W
Hete lucht + onderwarmte + magnetron
• Deze functie is geschikt voor gerechten die een snelle gratinering aan de
onderkant nodig hebben.
• Hiermee worden de ingrediënten tot in de kern gegaard.

NL 17
BEDIENING
Magnetronfuncties
Waarschuwing! Het verwarmen van vloeistoffen (zoals water) met de magnetronfunctie
kan een vertraagde, maar plotselinge kookreactie veroorzaken. Dit houdt in dat de
vloeistof gaat koken zonder dat u hier enige beweging in ziet.
Zodra u de vloeistof uit de oven haalt, kan deze plotseling hevig gaan borrelen en uit de
beker spatten en zo mogelijk letsel opleveren. U kunt dit vertraagde ontstaan van het
kookpunt tegengaan door in de vloeistof een plastic/glazen lepel te plaatsen voordat u
de vloeistof in de magnetronoven verwarmt.
Waarschuwing! Wees voorzichtig met babyvoeding:
▷Let op! Schud of roer de inhoud van flesjes of potjes met babyvoeding nadat deze zijn
opgewarmd.
▷Let op! Controleer vóór consumptie zorgvuldig de temperatuur van de voeding om
brandwonden te voorkomen.
Waarschuwing! Na gebruik in de magnetronoven is het kookgerei mogelijk warm!
1. Druk op de 'Aan/Uit'-toets om de magnetronfunctie te activeren.
▷Op het display knippert nu '01:00' en u krijgt hier ook het magnetronpictogram te zien.
2. Draai aan de keuzeknop om de gewenste bereidingstijd in te stellen. De maximale
bereidingstijd is afhankelijk van het ingestelde vermogen.
3. Druk op de 'Vermogen/Gewicht'-toets om het magnetronvermogen aan te passen.
▷Op het display knippert nu '900'.
4. Draai aan de keuzeknop om het magnetronvermogen in te stellen (tussen
100 W en 900 W). Druk nogmaals op de 'Vermogen/Gewicht'-toets om de instelling te
bevestigen of wacht tot het pictogram 'Vermogen' op het display niet meer knippert.
▷Er klinkt een piepsignaal.
5. Druk op de 'Start/Pauze'-toets om het bereidingsproces te starten.
▷Wanneer het bereidingsproces is afgerond hoort u vijf piepsignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en stopt dan vanzelf.
Als u niet op de 'Start/Pauze'-toets drukt, wordt de combimagnetronoven automatisch na
15 minuten uitgeschakeld.

NL 18
BEDIENING
Ovenfuncties
1. Druk op de 'Aan/Uit'-toets om de magnetronfunctie te activeren.
▷Op het display knippert nu '01:00' en u krijgt hier ook het magnetronpictogram te zien.
2. Draai de keuzeknop één stand naar rechts.
▷Het pictogram 'Hete lucht' begint te knipperen. De pictogrammen 'Tijd', 'Temperatuur'
en 'Oven' verschijnen op het display.
3. Draai de keuzeknop naar rechts om een bepaalde functie te selecteren (zie het hoofdstuk
'Ovenfuncties'). Zodra de pictogrammen niet meer knipperen, is de geselecteerde functie
geactiveerd. U kunt één stap teruggaan door de keuzeknop één stand naar links te
draaien.
4. U kunt de tijd en/of temperatuur in iedere modus aanpassen (grill; stand 1, 2 of 3; 3 is de
hoogste stand). Druk op de 'Klok'-toets of de 'Temperatuur/Automatisch programma'-
toets. Het pictogram 'Tijd' of 'Temperatuur' (grillstand 1, 2 of 3) knippert nu. Door aan de
keuzeknop te draaien, kunt u de gewenste tijd en/of temperatuur instellen (grillstand).
5. Om de instelling te bevestigen, drukt u nogmaals op de 'Klok'-toets of de 'Temperatuur/
Automatisch programma'-toets.
Het instellen van de tijd en de temperatuur hangt af van de door u geselecteerde functie.
6. Druk op de 'Start/Pauze'-toets om het bereidingsproces te starten.
▷Wanneer het bereidingsproces is afgerond hoort u vijf piepsignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en stopt dan vanzelf.
Als u niet op de 'Start/Pauze'-toets drukt, wordt de combimagnetronoven automatisch na
15 minuten uitgeschakeld.

NL 19
Functies combimagnetron
1. Druk op de 'Aan/Uit'-toets om de magnetronfunctie te activeren.
▷Op het display knippert nu '01:00' en u krijgt hier ook het magnetronpictogram te zien.
2. Draai de keuzeknop twee standen naar rechts.
▷Het pictogram 'Hete lucht' begint te knipperen. De pictogrammen 'Tijd', 'Temperatuur'
en 'Oven' verschijnen op het display.
3. Draai de keuzeknop naar rechts om een bepaalde functie te selecteren (zie het hoofdstuk
'Ovenfuncties').
▷Zodra de pictogrammen niet meer knipperen, is de geselecteerde functie geactiveerd.
U kunt één stap teruggaan door de keuzeknop één stand naar links te draaien.
▷U kunt het vermogen, de tijd en/of de temperatuur in iedere modus aanpassen.
4. Druk op de 'Vermogen/Gewicht'-toets, de 'Klok'-toets of de 'Temperatuur/Automatisch
programma'-toets.
▷De pictogrammen 'Vermogen', 'Tijd' of 'Temperatuur' beginnen te knipperen.
▷Door aan de keuzeknop te draaien, kunt u het gewenste vermogen (100, 300 of
500 W), de tijd en/of de temperatuur instellen.
▷Druk nogmaals op de 'Vermogen/Gewicht'-toets, de 'Klok'-toets of de
'Temperatuur/Automatisch programma'-toets om de instelling te bevestigen.
Het instellen van het vermogen, de tijd en de temperatuur hangt af van de door u
geselecteerde functie.
5. Druk op de 'Start/Pauze'-toets om het bereidingsproces te starten.
▷Wanneer het bereidingsproces is afgerond hoort u vijf piepsignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en stopt dan vanzelf.
Als u niet op de 'Start/Pauze'-toets drukt, wordt de combimagnetronoven automatisch na 15
minuten uitgeschakeld.
BEDIENING

NL 20
Automatische kookprogramma's
U kunt kiezen uit 13 automatische bereidingsprogramma's. Hierbij hoeft u alleen het programma
te kiezen en het gewicht in te stellen. Het vermogen, de tijd en de temperatuur zijn al ingesteld.
Programma Categorie Product
P 01** Groenten Verse groenten
P 02** Bijgerechten Aardappels - geschild/gekookt
P 03 Bijgerechten Aardappels - geroosterd
P 04 Gevogelte/vis Kipstukken
P 05* Baksels Cake
P 06* Baksels Appeltaart
P 07* Baksels Quiche
P 08** Opwarmen Drankjes/soep
P 09** Opwarmen Complete maaltijd
P 10** Opwarmen Saus/stoofgerecht
P 11 Gemaksvoeding Diepvriespizza
P 12* Gemaksvoeding Bevroren ovenfrites
P 13 Gemaksvoeding Diepvrieslasagne
* Voorverwarmprogramma's. Tijdens het voorverwarmen wordt de bereidingstijd gepauzeerd en
is het pictogram 'Voorverwarmen' verlicht. Na het voorverwarmen hoort u een geluidssignaal
en begint het pictogram 'Voorverwarmen' te knipperen.
** Maakt alleen gebruik van de magnetronfunctie.
Ontdooiprogramma's
Voor het ontdooien van vlees, gevogelte en brood kunt u kiezen uit vier ontdooiprogramma's.
Programma Ontdooien Gewicht in kg
d01 vlees 0,10 - 1,50
d02 gevogelte 0,10 - 1,50
d03 vis 0,10 - 0,80
d04 brood, cake en fruit 0,10 - 0,50
Tijdens het ontdooien zet u het voedsel op de glazen plaat.
Zodra u drie piepsignalen hoort moet u het voedsel keren. Druk vervolgens op de 'Start'-toets
om het ontdooien te hervatten.
BEDIENING
Table of contents
Languages:
Other ETNA Microwave Oven manuals

ETNA
ETNA SM120RVS User manual

ETNA
ETNA ECM274RVS User manual

ETNA
ETNA CM125HRVS/E01 User manual

ETNA
ETNA CM244ZT/E11 User manual

ETNA
ETNA SMV220WIT User manual

ETNA
ETNA MO670Ti User manual

ETNA
ETNA CM941ZT User manual

ETNA
ETNA CM644Ti/E01 User manual

ETNA
ETNA CM125HRVS User manual

ETNA
ETNA MO470ZT User manual

ETNA
ETNA CM350ZT/E02 User manual

ETNA
ETNA CMV525WIT User manual

ETNA
ETNA CM914MZ User manual

ETNA
ETNA ECM163RVS/E01 User manual

ETNA
ETNA CM250 Series User manual

ETNA
ETNA T2125HRVS User manual

ETNA
ETNA ESM220WIT User manual

ETNA
ETNA CM244ZT User manual

ETNA
ETNA ECM243RVS User manual

ETNA
ETNA CM444RVS User manual