ETNA SM344RVS User manual

700005869000
SM344RVS
GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
MAGNETRON
MICROWAVE OVEN
FOUR MICRO ONDES
MIKROWELLENHERD
Het toestel-identificatieplaatje bevindt zich aan de binnenzijde van het toestel.
The appliance identification card is located on the inside of the appliance.
La plaque d’identification de l’appareil se trouve sur l’intérieur de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befindet sich an der Innenseite des Gerätes.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
When contacting the service department,
have the complete type number to hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.

NL
Handleiding 3 - 23
EN
Manual 3 - 23
FR
Notice d’utilisation 3 - 23
DE
Anleitung 3 - 23
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Pictogrammes utilisés - Benutzte Piktogramme
Belangrijk om te weten - Important information
Important à savoir - Wissenswertes
Tip - Conseil - Tipp - Tip

NL 3
INHOUD
Uw magnetron
Inleiding 4
Bedieningspaneel 5
Toestelbeschrijving 6
Vóór gebruik
Vóór het eerste gebruik 7
De klok instellen 7
Magnetron gebruik 8
Gebruik
Algemeen 10
Magnetronstanden 11
Bediening 12
Automatische kookprogramma’s 13
Kinderslot 14
Pauze 15
Kooktips
Opwarmen en koken 16
Ontdooien 16
Factoren die van invloed zijn op het kookproces 17
Basistechnieken 18
Koken van groente 19
Koken van vis 19
Onderhoud
Houd uw toestel mooi 20
Storingen
Wat moet ik doen als... 21
Technische specificaties
Productspecificaties 22
Uw oven en het milieu
Afvoer van het apparaat en de verpakking 23

NL 4
Inleiding
Koken in uw nieuwe magnetron is veilig en comfortabel. U zet binnen
een handomdraai de lekkerste gerechten op tafel. Het toestel is
uiterst simpel te bedienen, mede dankzij de automatische kook- en
ontdooiprogramma’s.
In deze handleiding vindt u informatie over de installatie, veiligheid,
bediening en het onderhoud van uw magnetron.
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat gaat gebruiken!
Lees deze gebruikershandleiding door voordat u het apparaat
in gebruik neemt, en berg de handleiding daarna veilig op voor
toekomstig gebruik.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
UW MAGNETRON

NL 5
Bedieningspaneel
1. Functieknop
2. Vermogen-/gewichttoets
3. Kinderslot
4. Aan-/uittoets
5. Automenutoets
6. Start-/pauzetoets
7. Kloktoets
8. Selectieknop
UW MAGNETRON
01 02 04 05 0706 0803

NL 6
UW MAGNETRON
Toestelbeschrijving
2
3
4
5
1
2
1
1. Bedieningspaneel
2. Verlichting
3. Inschuifniveaus
4. Glasruit magnetrondeur
5. Deurscharnier
De volgende toebehoren worden bij uw oven geleverd:
• Rond rooster; wordt voornamelijk gebruikt voor ovenfuncties.
Te gebruiken voor het bakken van gerechten.
• Draaiplateau met aandrijving;
Gebruik de magnetron nooit zonder het draaiplateau.
Te gebruiken voor het verwarmen en ontdooien van gerechten.

NL 7
Vóór het eerste gebruik
• Open de deur, verwijder al het verpakkingsmateriaal en controleer
de magnetron op beschadigingen.
• Gebruik de magnetron niet als deze beschadigd is, maar neem
contact op met uw leverancier.
• Verwijder de beschermfolie van de ommanteling.
• Reinig de ovenruimte en het toebehoren met een vochtige
doek. Gebruik geen schuurmiddel of sterk geurende
schoonmaakmiddelen.
• Leg het draaiplateau in het midden van de ovenruimte met de
uitsparing voor de aandrijving naar beneden. De magnetron mag
niet gebruikt worden zonder draaiplateau.
De klok instellen
Wanneer het toestel voor de eerste keer op het elektriciteitsnet wordt
aangesloten, moet u eerst de klok instellen. In de display knippert
‘00:00’. De klok loopt zolang de magnetron op netspanning is
aangesloten.
1. Draai aan de selectieknop om de tijd in te stellen (tussen 00:00 en
23:59).
Na het instellen hoort u een geluidssignaal en de tijd stopt met
knipperen. De klok is ingesteld.
Opmerkingen
• Als u op een later tijdstip de tijd wilt wijzigen, moet u eerst lang
op de kloktoets drukken. De actuele tijd verdwijnt en vervolgens
knippert de tijd.
• Draai aan de selectieknop om de nieuwe tijd in te stellen en druk
vervolgens weer op de kloktoets ter bevestiging.
Als u de tijd niet in de display wilt zien, drukt u kort op de
kloktoets. De tijd verdwijnt. Druk nogmaals kort op de kloktoets
en de tijd verschijnt weer in de display.
VÓÓR GEBRUIK

NL 8
VÓÓR GEBRUIK
Magnetron gebruik
Microgolven zijn hoogfrequente elektromagnetische golven. De energie
maakt het mogelijk om een gerecht te garen of op te warmen zonder de
vorm of kleur aan te tasten.
Kookprincipe
1. De microgolven die door de magnetron worden gegenereerd,
worden gelijkmatig verspreid door middel van een
distributiesysteem. Het gerecht wordt zo gelijkmatig gegaard.
2. De microgolven worden tot een diepte van ongeveer 2,5 cm door
het gerecht geabsorbeerd. Het garen gaat dan door, omdat de
warmte in het gerecht wordt verspreid.
3. De bereidingstijden variëren en hangen af van de schaal die u
gebruikt en de eigenschappen van het gerecht:
▷Hoeveelheid en dichtheid
▷Watergehalte
▷Begintemperatuur (wel of niet gekoeld)
Belangrijk
Het gerecht wordt van binnen gegaard door middel van
warmteverspreiding. Het garen gaat door, zelfs als u het gerecht uit de
oven hebt gehaald.
Rusttijden in recepten en in dit boekje moeten daarom worden
aangehouden om te zorgen voor:
• Gelijkmatige verwarming tot binnen in het gerecht.
• Gelijke temperaturen in alle delen van het gerecht.
Richtlijnen voor magnetronkookgerei
Kookgerei dat u voor de magnetronfunctie gebruikt, mag de
microgolven niet blokkeren. Metalen zoals roestvrij staal, aluminium
en koper weerkaatsen microgolven. Gebruik daarom geen
metalen kookgerei. Kookgerei waarop staat aangegeven dat het
magnetronbestendig is, kan veilig worden gebruikt. Raadpleeg voor
meer informatie over geschikt kookgerei de volgende richtlijnen en
gebruik altijd de glazen bakplaat op niveau 1 als u de magnetronfunctie
gebruikt.

NL 9
VÓÓR GEBRUIK
Kookgerei Magnetron-
bestendig Opmerkingen
Aluminiumfolie Kan in kleine hoeveelheden worden gebruikt om te voorkomen
dat bepaalde delen van het voedsel te gaar worden.
Vonkontlading kan voorkomen als de folie zich te dicht bij de
ovenwand bevindt of als er te veel folie wordt gebruikt.
Porselein en aardewerk Porselein, aardewerk, geglazuurd aardewerk en ivoorporselein
zijn doorgaans geschikt, tenzij ze zijn voorzien van een metalen
randje.
Wegwerpservies van
polyester of karton
Soms worden diepvriesmaaltijden verpakt in wegwerpservies.
Fastfoodverpakkingen
• Polystyreenbekers
• Papieren zakken
of krantenpapier
• Gerecycled papier
of metalen randjes
Kan worden gebruikt voor het verwarmen van voedsel.
Bij oververhitting kan het polystyreen smelten.
Kan vlam vatten.
Kan vonkontlading veroorzaken.
Glaswerk
• Ovenschalen
• Fijn glaswerk
• Glazen potten
Kan worden gebruikt, tenzij voorzien van een metalen randje.
Kan worden gebruikt voor het verwarmen van voedsel of
vloeistoffen. Dun glas kan breken of barsten bij plotselinge
verhitting.
Het deksel moet worden verwijderd. Alleen geschikt voor
verwarmen.
Metaal Kan vonkontlading of brand veroorzaken.
Papier
• Borden, bekers,
keukenpapier
• Gerecycled papier
Voor korte bereidingstijden en verwarmen. Voor het absorberen
van overtollig vocht.
Kan vonkontlading veroorzaken.
Kunststof Met name hittebestendig thermoplastisch materiaal. Andere
soorten plastic kunnen kromtrekken of verkleuren bij hoge
temperaturen. Gebruik geen melamineplastic. Kan worden
gebruikt om vocht vast te houden. Mag het voedsel niet
aanraken. Wees voorzichtig wanneer u de folie verwijdert;
er kan hete stoom ontsnappen. Alleen indien kook- of
ovenbestendig. Mag niet luchtdicht zijn. Indien nodig inprikken
met een vork.
: Aanbevolen
: Voorzichtig
: Onveilig

NL 10
GEBRUIK
Algemeen
Magnetronvermogens
In onderstaande tabel ziet u uit welke vijf magnetronvermogens u
kunt kiezen en voor welke gerechten de vermogens geschikt zijn.
Tijdens gebruik is het mogelijk het vermogen te wijzigen door op de
desbetreffende toets te drukken.
Vermogen Gerecht
950 W - Water koken, opwarmen
- Koken van kip, vis en groenten
700 W - Opwarmen
- Koken van paddestoelen en schaaldieren
- Koken van gerechten die ei en kaas bevatten
450 W - Koken van rijst en soep
300 W - Ontdooien
- Chocola en boter smelten
100 W - Ontdooien van gevoelige/kwetsbare gerechten
- Ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten
- Consumptie-ijs zacht maken
- Laten rijzen van deeg
Kookduur wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk de kookduur te wijzigen. De stappen
voor het instellen van de kookduur zijn als volgt (de maximale kookduur
is afhankelijk van de gekozen modus):
Instellen 0 - 1 min. 1 - 5 min. 5 - 15 min. 15 - 30 min.
Stap 1 sec. 10 sec. 30 sec. 1 min.

NL 11
GEBRUIK
Magnetronstanden
Raadpleeg onderstaande tabel voor het kiezen van de juiste
magnetronstand. Lees ook de instructies op de verpakking voor het
bereiden van het gerecht.
Functie Modus
Magnetron Magnetron Magnetron
• Gebruik de magnetronfunctie om groenten,
aardappelen, rijst, vis en vlees te koken en op
te warmen.
Auto-
programma’s
P01 - P08 Automatische kookprogramma’s
• Automatische kookprogramma’s kunnen
gebruikt worden voor het braden van alle
soorten vlees.
• Er zijn 8 Auto-programma’s te kiezen.
• Kies het programma en het gewicht van het
gerecht.
Ontdooien d01 + d02 Ontdooien
• Er zijn 2 ontdooiprogramma’s te kiezen.
• Kies het programma en het gewicht van het
gerecht.
Opmerking
Zie hoofdstuk ‘Kooktips’ en informatie over gerechten.

NL 12
GEBRUIK
Bediening
• Waarschuwing! Verhitting van vloeistoffen in de magnetron kan
resulteren in kookpuntvertraging. Dit houdt in dat de vloeistof pas
na verwijdering uit de magnetron heftig kan gaan koken met het
risico dat u zich brandt. Het effect van kookpuntvertraging kunt
u opheffen door een kunststof of glazen lepeltje in de vloeistof te
zetten alvorens de vloeistof op te warmen in de magnetron.
• Waarschuwing! Let op met babyvoeding:
▷Let op! Schud of roer de inhoud van babyflesjes of potjes
babyvoeding na verwarming.
▷Let op! Controleer de temperatuur van de voeding zorgvuldig
vóór consumptie om brandwonden te voorkomen.
Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kunnen heet zijn na
gebruik van de magnetron.
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie icoon is
zichtbaar.
2. Draai aan de selectieknop om de kookduur in te stellen.
De maximale kookduur is afhankelijk van het ingestelde vermogen.
3. Druk op de vermogen-/gewichttoets om het magnetronvermogen
in te instellen.
’950’ knippert in de display.
4. Draai aan de selectieknop om het magnetronvermogen in te
stellen (tussen 100 W en 950 W). Druk ter bevestiging nogmaals op
de vermogen-/gewichttoets of wacht totdat het vermogen in de
display stopt met knipperen.
U hoort een geluidssignaal.
5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen.
De ventilator blijft nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de
magnetron na 5 minuten automatisch uit.

NL 13
GEBRUIK
Automatische kookprogramma’s
Er zijn 10 automatische kookprogramma’s. U hoeft alleen maar het
programma te kiezen en vervolgens het gewicht in te stellen. In het
gekozen programma zijn het vermogen, en de tijd al vastgelegd.
Programma Gewicht Display
P01 - Pizza 1 kleine pizza 1
1 normale pizza 2
1 grote pizza 3
P02 - Vlees 200 gram 0.20
300 gram 0.30
400 gram 0.40
500 gram 0.50
P03 - Groente 200 gram 0.20
300 gram 0.30
400 gram 0.40
500 gram 0.50
P04 - Deegwaren 50 g (met 450 ml koud water) 0.05
100 g (met 800 ml koud water) 0.10
150 g (met 1200 ml koud water) 0.15
P05 - Aardappelen 200 gram 1
400 gram 2
600 gram 3
P06 - Vis 200 gram 0.20
300 gram 0.30
400 gram 0.40
500 gram 0.50
P07 - Drank 1 beker (120 ml) 1
2 bekers (240 ml) 2
3 bekers (360 ml) 3
P08 - Popcorn 100 gram 0.10
d01 (ontdooien) Vlees, kip/vis
d02 (ontdooien) Brood, gebak en fruit
Let op!
• Bij de automatische kookprogramma’s wordt gebruik gemaakt van
de magnetronfunctie. Gebruik geen metalen voorwerpen (zie pagina
9 voor een overzicht).

NL 14
GEBRUIK
Selecteren automatisch kookprogramma
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetron in te schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetron icoon is zichtbaar.
2. Draai de functieknop 1 positie (P01) of 2 posities (d01) naar
rechts.
Tijd, gewicht en het eerste nummer van de automatische
programma’s verschijnen in de display en het ontdooi icoon/
automatisch programma icoon is zichtbaar.
3. Draai de selectieknop naar rechts om een automatisch
kookprogramma te kiezen (zie de tabel). Als het symbool stopt met
knipperen, is het gekozen programma actief.
U kunt één stap terug door de functieknop een positie naar links
te draaien.
4. Druk op de vermogen-/gewichttoets om het gewicht in te instellen.
Het gewicht knippert in de display.
5. Met de selectieknop stelt u vervolgens een gewicht in. Druk ter
bevestiging nogmaals op de vermogen-/gewichttoets.
Het in te stellen gewicht is afhankelijk van het gekozen programma.
6. Druk op de automenutoets om een gekozen instelling te
bevestigen of te wijzigen (voor automatische kookprogramma’s).
7. Druk op de start-/pauzetoets om het automatische
kookprogramma te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen.
De ventilator blijft nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de
magnetron na 5 minuten automatisch uit.

NL 15
GEBRUIK
Kinderslot
U kunt uw magnetron ‘op slot’ zetten, zodat het ongewenst starten van
de magnetron wordt voorkomen (bijvoorbeeld voor het reinigen van het
toestel).
Let op:
• Het kinderslot kan alleen ingeschakeld worden als de magnetron
uitgeschakeld is.
De (huidige) tijd is zichtbaar in de display.
In werking stellen van het kinderslot:
• Druk op de sleuteltoets en houd deze toets vast totdat er een
geluidssignaal klinkt.
In de display verschijnt een sleutel icoon. Alle bedieningsfuncties
zijn buiten werking gesteld.
Uitschakelen van het kinderslot:
• Druk op de sleuteltoets en houd deze toets vast totdat er een
geluidssignaal klinkt.
In de display verdwijnt het sleutel icoon. De magnetron kan weer
normaal worden gebruikt.
Pauze
Als uw magnetron in werking is, kunt u het toestel ‘op pauze’ zetten.
1. Druk op de start-/pauzetoets.
Het magnetronsymbool gaat knipperen.
2. Druk nogmaals op de start-/pauzetoets om het proces weer door
te laten gaan.
Het magnetronsymbool stopt met knipperen.

NL 16
KOOKTIPS
Opwarmen en koken
• De magnetron verwarmt altijd met dezelfde intensiteit.
Hoe meer u in de magnetron plaatst, des te langer de kooktijd.
• Vlakke en platte gerechten zijn sneller warm dan smalle, hoge
gerechten.
• Gerechten afdekken met magnetronfolie of een passende
deksel voorkomt spetteren, verkort de gaartijd en helpt de
vochtigheidsgraad te behouden. Na afloop de folie of het deksel
voorzichtig verwijderen.
• Let op! De vrijkomende stoom kan zeer heet zijn!
• Gerechten die snel uitdrogen eventueel bevochtigen.
Zet aardappels en groenten eerst even in koud water voordat u
ze in de magnetron plaatst. Hiermee voorkomt u dat er zich een
velletje op vormt.
• Voor een gelijkmatig resultaat kunt u het beste gerechten één- tot
tweemaal roeren of keren.
• Kies voor het opwarmen van reeds bereide gerechten altijd de
hoogste magnetronstand.
• Bij het koken hoeft u maar weinig water, zout en kruiden te
gebruiken. Zout kunt u het beste na afloop toevoegen.
Hiermee voorkomt u dat het vocht aan het gerecht wordt
onttrokken.
• Nadat de magnetron is uitgeschakeld gaart het gerecht nog enige
tijd na. Houd hier rekening mee door het gerecht niet te lang op te
warmen.
• Let op! Plaats, bij het opwarmen van kleine hoeveelheden
poedervormige producten (zoals bij het drogen van kruiden), altijd
een bekertje water in de magnetron. Anders bestaat er, door de
geringe hoeveelheid, kans op zelfontbranding.
Ontdooien
• Ontdooi grote compacte stukken altijd met behulp van het
ontdooiprogramma. Doordat het gerecht geleidelijk en gelijkmatig
ontdooit, loopt u niet de kans dat de buitenkant uitdroogt terwijl de
kern nog bevroren is.
• Om het ontdooiproces sneller te laten verlopen, wordt aanbevolen
om het gerecht na enige tijd in stukken te verdelen.
• Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal een
pauze in.

NL 17
KOOKTIPS
• Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt
u dunne delen na de helft van de ontdooitijd afdekken of
omwikkelen met aluminiumfolie.
• Gebruik bij voorkeur het ovenrooster voor het bereiden van
gerechten. Plaats koude (diepvries) gerechten nooit direct op
het glazen draaiplateau. Door temperatuurverschillen kan deze
barsten!
Factoren die van invloed zijn op het kookproces
• De temperatuur van ingrediënten is van invloed op de
bereidingstijd. Een koude maaltijd heeft een langere kooktijd nodig
dan een maaltijd op kamertemperatuur.
• Lichte, poreuze gerechten garen sneller dan zware en massieve
gerechten, zoals stoofgerechten of rollades. Let op bij het bereiden
van lichte, poreuze gerechten.
De randen worden snel droog en taai.
• Kleine gerechten worden gelijkmatiger verwarmd als u ze los van
elkaar, liefst cirkelvormig, in de magnetron plaatst.
• Plaats eerst het ronde rooster op het draaiplateau. Plaats daarna
het gerecht op het rooster. Op deze manier kan de warmte goed
circuleren en is uw gerecht snel klaar.
• Botten en vet geleiden hitte beter dan vlees. Aluminiumfolie
blokkeert de magnetrongolven. Door dunnere gedeelten van
gerechten (zoals kippenpoten en -vleugeltjes) af te dekken
voorkomt u dat ze te snel garen.
• Magnetrongolven dringen tot ongeveer 3 cm in het gerecht door.
De kern van dikke gerechten wordt verhit doordat de warmte zich
van het verwarmde deel (de buitenkant) naar binnen verspreidt.
• Vlees en gevogelte dat langer dan een minuut of 15 in de
magnetron gekookt wordt, bruint lichtjes. Gerechten die korter
bereid worden kunt u van te voren insmeren met een ‘bruinende’
saus, zoals Worcestershire saus, sojaolie of barbecue saus.
• Vetvrij papier voorkomt spetteren en helpt warmte vast te houden.

NL 18
Basistechnieken
• Plaatsen
▷Plaats dikkere stukken aan de buitenkant op het draaiplateau.
Gerechten die aan de buitenkant op het draaiplateau geplaatst
worden ontvangen de meeste microgolven.
• Roeren
▷Door gerechten regelmatig te roeren verspreidt u de opgeslagen
warmte. Roer altijd van buiten naar binnen, aangezien de
buitenkant van het gerecht altijd het eerste warm wordt.
• Omdraaien
▷Grote, dikke gerechten regelmatig omdraaien. Ze garen dan
regelmatiger en sneller.
• Prikken
▷Gerechten met een vel of schaal, zoals eierdooiers, schaaldieren
en fruit, barsten open in de magnetron. Voorkom dit door er van
te voren enkele keren met een vork of satéprikker in te prikken.
• Controleren
▷Gerechten garen snel. Controleer ze daarom regelmatig. Haal
gerechten net voordat ze gaar zijn uit de magnetron.
▷Laat gerechten, nadat u ze uit de magnetron hebt gehaald, over
het algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan. De gerechten
garen dan na. Gerechten met een droge korst, zoals cake, niet
afdekken.
• Invriezen
▷Bij het invriezen kunt u al rekening houden met het ontdooien in
de magnetron, door geen aluminiumfolie of -bakjes te gebruiken
en door plattere porties in te vriezen.
KOOKTIPS

NL 19
Koken van groente
• Gebruik indien mogelijk verse groenten. Als groenten al wat slap
zijn geworden doordat ze te lang gelegen hebben kunt u ze een
tijdje in koud water leggen, zodat ze zich weer vol kunnen zuigen.
• Gebruik voor het koken van groente een ruime schaal, zodat de
schaalbodem bedekt wordt met een niet al te dikke laag.
• Kook groente bij voorkeur met aanhangend water.
• Dek de schaal altijd af met een deksel of magnetronfolie.
• Voeg geen zout toe. De van nature in de groente aanwezige zouten
geven meestal voldoende smaak. Indien u toch zout toe wilt
voegen, doe dat dan na het koken.
• Kook groente zo kort mogelijk. Houd rekening met het nagaren.
• Controleer met een satéprikker of vork of de groente gaar is.
Koken van vis
• Vis moet geleidelijk gaar worden. Schakel daarom bij dunne vissen,
vette vissen of kleine porties het vermogen in op 30%. In andere
gevallen kunt u het vermogen gerust iets hoger instellen. Houd wel
rekening met nagaren. Vis is gaar als het vlees ondoorschijnend is
geworden.
KOOKTIPS

NL 20
ONDERHOUD
Houd uw toestel mooi
• Neem de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing voor onderhoud en
reiniging in acht.
• Zout is erg agressief. Wanneer dit zich in de ovenruimte afzet,
kunnen plaatselijk roestplekken ontstaan.
• Scherpe sauzen zoals ketchup en mosterd of gezouten gerechten,
bijv. pekelvlees, bevatten ingrediënten die het oppervlak kunnen
aantasten. Na gebruik moet u de ovenruimte altijd schoon maken.
• GEBRUIK GEEN schuurmiddelen of metalen schrapers voor het
reinigen van de glazen ovendeur. Het oppervlak raakt hierdoor
bekrast, waardoor het glas kan barsten.
• GEBRUIK GEEN hogedruk- of stoomreiniger om de magnetron
schoon te maken.
• Als de afdichting van de magnetron sterk is vervuild, sluit de deur
niet goed. De aangrenzende voorzijden van meubels kunnen
worden beschadigd. Houd de afdichting schoon.
• Reinig de binnen- en buitenzijde regelmatig; gebruik een sopje van
afwasmiddel en maak de oven met een droge doek goed droog.
Zorg dat de afdekking van de microgolfverdeler (rechterzijde van de
ovenruimte) schoon is. Vervuiling van de afdekking kan leiden tot
vonkvorming.
• Reinig de binnenzijde direct na gebruik. Verwijder overgekookt
vocht en voedselresten met een vochtige doek. Achtergebleven
kruimels en vocht absorberen microgolven en verlengen de
kooktijd.
• Reinig het toebehoren regelmatig; gebruik een sopje van
afwasmiddel met een borstel en maak het toebehoren met
een droge doek goed droog. Het toebehoren mag ook in de
vaatwasmachine.
• Geurtjes verdwijnen als u een glas azijn of water met citroen in de
ovenruimte zet. Schakel de magnetron gedurende twee minuten in
op vol vermogen. Daarna afnemen met een vochtige doek.
Table of contents
Languages:
Other ETNA Microwave Oven manuals