Evolar MOBILE AIRCO EVO-18000CH User manual

Gebruikershandleiding
Evolar EVO-18000CH mobiele airconditioner
(R290)
Lees deze gebruikershandleiding zorgvuldig door om een juist gebruik, onderhoud en installatie te garanderen

Inhoud
1. Veiligheid 1
Algemene veiligheidsinstructies 2
Algemene instructies 5
Bekwaamheid van servicepersoneel 8
Transport, markering en opslag voor units die brandbare koudemiddelen gebruiken 11
2. Componenten 12
3. Functies op het configuratiescherm 13
4. Functies van de afstandsbediening 14
5. Gebruiksinstructies 15
Voor gebruik 16
AUTO-modus 16
Koelen 16
Ontvochtigen 16
Ventileren 16
Verwarmen 17
Timerwerking 17
Auto SWING 17
SLAAP-modus 17
Waterafvoer 17
Wifi-functie 17
6. Installatie instructies 18
7. Onderhoudsinstructies 21
8. Probleemoplossing 22

1
1. Veiligheid
BELANGRIJK!
Installeer of gebruik uw mobiele airconditioner niet voordat u deze handleiding zorgvuldig heeft
gelezen. Bewaar deze instructiehandleiding voor een eventuele productgarantie en voor
toekomstig gebruik.
Waarschuwingen
- Gebruik geen andere middelen om het ontdooiproces te versnellen of schoon te maken dan
die welke door de fabrikant worden aanbevolen.
- Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte zonder continu werkende
ontstekingsbronnen zoals bijvoorbeeld een open vuur, een werkend gastoestel of een
werkende elektrische kachel.
- Apparaat niet doorboren of verbranden.
- Houd er rekening mee dat de koudemiddelen mogelijk geen geur bevatten.
- Het apparaat moet worden geïnstalleerd, bediend en opgeslagen in een kamer met een
vloeroppervlak groter dan X m2:
MODEL
X (m 2 )
5000Btu / uur, 7000Btu / uur, 8000Btu / uur
4
9000Btu / uur, 10000Btu / uur, 10500Btu / uur
12
12000Btu / uur, 14000,16000Btu / uur, 18000Btu / uur
15
Specifieke informatie over apparaten met koelgas R290.
●Lees alle waarschuwingen zorgvuldig door.
●Gebruik bij het ontdooien en reinigen van het apparaat geen ander gereedschap dan dat is
aanbevolen door het fabricagebedrijf.
●Het apparaat moet in een ruimte worden geplaatst zonder continue ontstekingsbronnen
(bijvoorbeeld: open vuur, gas- of elektrische apparaten in werking).
●Niet doorboren en niet verbranden.
●Dit apparaat bevat Y g (zie typeplaatje op de achterkant van het apparaat) koelgas R290.
●R290 is een koelgas dat voldoet aan de Europese richtlijnen inzake het milieu. Doorboor geen
enkel onderdeel van het koelcircuit.
●Als het apparaat wordt geïnstalleerd, gebruikt of opgeslagen in een ongeventileerde ruimte, moet
de kamer zo zijn ontworpen dat de ophoping van koudemiddellekken wordt voorkomen, wat kan
leiden tot brand- of explosiegevaar, als gevolg van ontbranding van het koudemiddel veroorzaakt
door elektrische verwarmingstoestellen, kachels of andere ontstekingsbronnen.
●Het apparaat moet zo worden opgeslagen dat mechanische defecten worden voorkomen.
●Personen die het koudemiddelcircuit bedienen of eraan werken, moeten de juiste certificering

2
hebben, afgegeven door een geaccrediteerde organisatie die bekwaamheid garandeert in het
omgaan met koudemiddelen volgens een specifieke evaluatie die wordt erkend door verenigingen
in de bedrijfstak.
●Reparaties moeten worden uitgevoerd op basis van de aanbeveling van het productiebedrijf.
Onderhoud en reparaties waarbij de hulp van ander gekwalificeerd personeel nodig is, moeten
worden uitgevoerd onder toezicht van een persoon die gespecialiseerd is in het gebruik van
brandbare koudemiddelen.
Algemene veiligheidsinstructies
1. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.
2. Sluit het apparaat niet aan op een stopcontact dat wordt gerepareerd of niet correct is geïnstalleerd.
3. Gebruik het apparaat niet:
- in de buurt van een brandhaard.
- in een gebied waar olie kan spatten.
- als het in direct zonlicht staat.
- in een gebied waar water kan spatten.
- in de buurt van een bad, een wasruimte, een douche of een zwembad.
4. Steek nooit uw vingers of objecten in de luchtuitlaat. Waarschuw kinderen voor dit gevaar.
5. Zorg dat het apparaat constant rechtop staat tijdens transport en opslag.
6. Schakel de airconditioner altijd uit, haal de stekker uit het stopcontact of schakel uit, voordat u de
airconditioner reinigt.
7. Schakel de airconditioner altijd uit, haal de stekker uit het stopcontact of schakel uit en beweeg de
airconditioner langzaam, wanneer u de airconditioner verplaatst.
8. Om brand te voorkomen, dient u de airconditioner nooit af te dekken.
9. Het stopcontact waar de airconditioner op wordt aangesloten dient te voldoen aan de lokale
elektrische veiligheidseisen. Controleer het, indien nodig, aan de vereisten.
10. Houd toezicht op kinderen in de buurt van de airconditioner om te voorkomen dat ze met het
apparaat spelen.
11. Als het netsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door de fabrikant, zijn serviceagent
of vergelijkbaar gekwalificeerde personen om gevaarlijke situaties te voorkomen.
12. Dit apparaat kan worden gebruikt door personen van 8 jaar en ouder en personen met
verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mits

3
ze onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilige gebruik van het apparaat
en de bijbehorende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging
en gebruikersonderhoud mogen niet zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd.
13. Het apparaat moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de nationale
bedradingsvoorschriften.
14. Details van type en classificatie van zekeringen: T, 250V AC, 2A of hoger.
15. Recycling
Deze markering geeft aan dat dit product in de hele EU niet met ander huishoudelijk afval mag worden
verwijderd. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door
ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, dient u het op een verantwoorde manier te
recyclen om het duurzame hergebruik van materiële hulpbronnen te bevorderen. Om uw
gebruikte apparaat te retourneren, gebruikt u de retour- en ophaalsystemen of neemt u contact
op met de winkel/verkoper waar het product is gekocht. Ze kunnen dit product meenemen voor
milieuvriendelijke recycling.
16. Neem contact op met een geautoriseerde servicetechnicus voor reparatie of onderhoud van dit
apparaat.
17. Niet aan het netsnoer trekken, deze vervormen, wijzigen of onderdompelen in water. Aan het
netsnoer trekken of verkeerd gebruik kan leiden tot schade aan het apparaat en elektrische
schokken veroorzaken.
18. Er moet worden voldaan aan de nationale gasvoorschriften.
19. Houd ventilatieopeningen vrij van obstructies.
20. Iedereen die betrokken is bij het werken aan of inbreken in een koudemiddelcircuit, moet in het
bezit zijn van een actueel geldig certificaat van een door de industrie geaccrediteerde
beoordelingsinstantie, die hun bekwaamheid autoriseert om veilig met koudemiddelen om te gaan
in overeenstemming met een door de industrie erkende beoordelingsspecificatie.
21. Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd zoals aanbevolen door de fabrikant van de
apparatuur. Onderhoud en reparaties waarbij de hulp van ander bekwaam personeel nodig is,
moeten worden uitgevoerd onder toezicht van de persoon die bekwaam is in het gebruik van
brandbare koudemiddelen.
22. Stop het apparaat nooit door de stekker uit het stopcontact te trekken, gebruik altijd de knop om
het apparaat uit te schakelen. Hiermee voorkomt u elektrische schokken of brand als gevolg van
warmteontwikkeling.
23. Haal de stekker uit het stopcontact als er vreemde geluiden, geuren en/of rook uit het apparaat
komen.

4
Opmerkingen:
- Neem bij beschadiging van onderdelen contact op met de dealer of een aangewezen
reparatiewerkplaats;
- Schakel in geval van schade de luchtschakelaar uit, koppel de voeding los en neem contact op met
de dealer of een aangewezen reparatiewerkplaats;
- Het netsnoer dient altijd te worden geaard.
- Schakel de luchtschakelaar uit en koppel de stroomtoevoer los als het netsnoer beschadigd is. Het
dient te worden vervangen door de dealer of een aangewezen reparatiewerkplaats.

5
Algemene instructies
Controles naar het omgeving
Voordat wordt begonnen met werkzaamheden aan systemen die ontvlambare koudemiddelen
bevatten, zijn veiligheidscontroles nodig om ervoor te zorgen dat het risico op ontsteking tot een
minimum wordt beperkt. Bij reparatie van het koelsysteem moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen voordat werkzaamheden aan het systeem
worden uitgevoerd.
Werkprocedure
Het werk moet worden uitgevoerd volgens een gecontroleerde procedure om het risico dat een
brandbaar gas of damp aanwezig is, terwijl het werk wordt uitgevoerd, te minimaliseren.
Algemeen werkgebied
Al het onderhoudspersoneel en anderen die in de omgeving werken, moeten worden geïnstrueerd
over de aard van het uitgevoerde werk. Werk in besloten ruimtes moet worden vermeden. Het
gebied rond de werkruimte moet worden afgeschermd. Zorg ervoor dat de omstandigheden in
het gebied veilig zijn gemaakt door controle op brandbaar materiaal.
Controleren op aanwezigheid van koudemiddel
De ruimte moet voorafgaand aan en tijdens het werk worden gecontroleerd met een geschikte
koudemiddeldetector om er zeker van te zijn dat de technicus zich bewust is van mogelijk
ontvlambare atmosferen. Zorg ervoor dat de gebruikte lekdetectieapparatuur geschikt is voor
gebruik met ontvlambare koudemiddelen. Dit wil zeggen dat de apparatuur niet-vonkend,
voldoende afgesloten of intrinsiek veilig dient te zijn.
Aanwezigheid van brandblusser
Als er warmtewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd aan de koelapparatuur of bijbehorende
onderdelen, moet geschikte brandblusapparatuur beschikbaar zijn. Zorg voor een droog
poeder- of CO2 -brandblusser naast het oplaadgebied.
Geen ontstekingsbronnen
Niemand die werkzaamheden uitvoert met betrekking tot een koelsysteem, waarbij leidingen worden
blootgelegd die ontvlambaar koudemiddel bevatten of hebben bevat, dient ontstekingsbronnen
te gebruiken op een manier dat dit kan leiden tot brand- of explosiegevaar. Alle mogelijke
ontstekingsbronnen, inclusief het roken van sigaretten, dienen voldoende ver weg te worden
gehouden van de plaats van installatie, reparatie, verwijdering en afvoer, waarbij brandbaar
koudemiddel mogelijk naar de omliggende ruimte kan vrijkomen. Voordat er werkzaamheden
worden uitgevoerd, moet het gebied rond de apparatuur worden onderzocht om er zeker van te
zijn dat er geen ontvlambare gevaren of ontstekingsrisico's zijn. "Niet roken”-waarschuwingen
dienen te worden geplaatst.
Geventileerde ruimte
Zorg ervoor dat de ruimte in de open lucht is of dat deze voldoende wordt geventileerd voordat u in
het systeem inbreekt of warmtewerkzaamheden uitvoert. Gedurende de periode dat de
werkzaamheden worden uitgevoerd, wordt een zekere mate van ventilatie voortgezet. De
ventilatie moet eventueel vrijgekomen koudemiddel veilig verspreiden en bij voorkeur extern in
de atmosfeer afvoeren.
Controle van de koelapparatuur
Wanneer elektrische componenten worden vervangen, moeten deze geschikt zijn voor het doel en
voldoen aan de juiste specificaties. De onderhouds- en servicerichtlijnen van de fabrikant moeten
te allen tijde worden opgevolgd. Raadpleeg bij twijfel de technische dienst van de fabrikant voor
assistentie. De volgende controles moeten worden uitgevoerd op installaties die brandbare
koudemiddelen gebruiken: de grootte van de vulling is in overeenstemming met de grootte van
de ruimte waarin de koudemiddelhoudende onderdelen zijn geïnstalleerd; de ventilatieapparatuur
en -uitlaten moeten naar behoren werken en niet worden belemmerd; indien een indirect
koelcircuit wordt gebruikt, moet het secundaire circuit worden gecontroleerd op de aanwezigheid

6
van koudemiddel; markering op de apparatuur blijft zichtbaar en leesbaar. Markeringen en tekens
die
onleesbaar zijn, worden gecorrigeerd; koelleiding of -componenten zijn geïnstalleerd op een plaats
waar het onwaarschijnlijk is dat ze worden blootgesteld aan enige stof die koudemiddelhoudende
componenten kan aantasten, tenzij de componenten zijn gemaakt van materialen die inherent
bestand zijn tegen corrosie of die op passende wijze zijn beschermd tegen corrosie.
Controles aan elektrische apparaten
Reparatie en onderhoud aan elektrische componenten moeten initiële veiligheidscontroles en
inspectieprocedures voor componenten omvatten. Als er een storing is die de veiligheid in gevaar
kan brengen, mag er geen elektrische voeding op het circuit worden aangesloten, totdat deze
naar tevredenheid is verholpen. Als de storing niet onmiddellijk kan worden verholpen, maar het
bedrijf moet worden voortgezet, moet een geschikte tijdelijke oplossing worden gebruikt. Dit wordt
gerapporteerd aan de eigenaar van de apparatuur, zodat alle partijen worden geïnformeerd.
De eerste veiligheidscontroles omvatten: de condensatoren moeten ontladen zijn: dit moet op een
veilige manier gebeuren om vonkvorming te voorkomen; er mogen geen spanningvoerende
elektrische componenten en bedrading worden blootgesteld tijdens het opladen, herstellen of
doorspoelen van het systeem; dat er continuïteit is in de aardverbinding.
Reparaties aan verzegelde componenten
- Tijdens reparaties aan verzegelde componenten moeten alle elektrische voedingen worden
losgekoppeld van de apparatuur waaraan wordt gewerkt, voordat verzegelde afdekkingen
worden verwijderd. Als het absoluut noodzakelijk is om tijdens het onderhoud een elektrische
voeding naar de apparatuur te hebben, dan moet een lekdetectie op het meest kritieke punt
worden geplaatst om te waarschuwen voor een mogelijk gevaarlijke situatie.
- Bijzondere aandacht moet worden besteed aan het volgende om ervoor te zorgen dat door te
werken aan elektrische componenten, de behuizing niet zodanig wordt gewijzigd dat het
beschermingsniveau wordt beïnvloed. Dit omvat schade aan kabels, buitensporig aantal
aansluitingen, klemmen die niet gemaakt zijn volgens originele specificatie, beschadiging van
afdichtingen, onjuiste montage van pakkingbussen, enz. Zorg ervoor dat het apparaat stevig is
gemonteerd. Zorg ervoor dat afdichtingen of afdichtingsmaterialen niet zodanig zijn verslechterd
dat ze niet langer dienen om het binnendringen van brandbare atmosferen te voorkomen.
Vervangende onderdelen moeten in overeenstemming zijn met de specificaties van de fabrikant.
OPMERKING: Het gebruik van siliconenkit kan de effectiviteit van sommige soorten lekdetectie
apparatuur belemmeren. Intrinsiek veilige componenten hoeven niet te worden geïsoleerd voordat
eraan wordt gewerkt.
Reparatie aan intrinsiek veilige componenten
Pas geen permanente inductieve of capaciteitsbelastingen toe op het circuit zonder ervoor te zorgen
dat dit de toegestane spanning en stroom, die is toegestaan voor de gebruikte apparatuur, niet
overschrijdt.
Intrinsiek veilige componenten zijn de enige typen waaraan gewerkt kan worden terwijl ze gebruikt
worden in aanwezigheid van een brandbare atmosfeer. De testapparatuur moet de juiste
classificatie hebben. Vervang onderdelen alleen door onderdelen die zijn gespecificeerd door de
fabrikant. Andere onderdelen kunnen leiden tot ontbranding van koudemiddel in de atmosfeer
door een lek.
Bekabeling
Controleer of de bekabeling niet onderhevig is aan slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen,
scherpe randen of andere nadelige (milieu-)effecten. Bij de controle moet ook rekening worden
gehouden met de effecten van veroudering of voortdurende trillingen van bronnen, zoals
compressoren of ventilatoren.
Detectie van ontvlambare koudemiddelen
In geen geval mogen potentiële ontstekingsbronnen worden gebruikt bij het zoeken naar of
detectie van koudemiddellekken. Een halogenidetoorts (of een andere detector die een open vlam
gebruikt) mag niet worden gebruikt.

7
Lekdetectie methoden
De volgende lekdetectiemethoden worden aanvaardbaar geacht voor systemen met
brandbare koudemiddelen:
- Elektronische lekdetectoren moeten worden gebruikt om brandbare koudemiddelen te
detecteren, maar de gevoeligheid is mogelijk niet voldoende of moet mogelijk opnieuw worden
gekalibreerd. (Detectieapparatuur dient te zijn gekalibreerd in een koudemiddelvrije ruimte.) Zorg
ervoor dat de detector geen potentiële bron van ontsteking is en geschikt is voor het gebruikte
koudemiddel. Lekdetectieapparatuur moet worden ingesteld op een percentage van de LFL van
het koudemiddel en moet worden gekalibreerd op het gebruikte koudemiddel en het juiste
percentage gas (maximaal 25%) wordt bevestigd.
- Lekdetectievloeistoffen zijn geschikt voor gebruik met de meeste koudemiddelen, maar het
gebruik van chloorhoudende reinigingsmiddelen moet worden vermeden, aangezien het chloor
kan reageren met het koudemiddel en de koperen leidingen kan aantasten. Als een lek wordt
vermoed, dient ieder open vuur te worden verwijderd/gedoofd. Als er een koudemiddellekkage
wordt gevonden, waarvoor solderen nodig is, moet al het koudemiddel uit het systeem worden
teruggewonnen of worden geïsoleerd (door middel van afsluiters) in een deel van het systeem op
afstand van het lek. Zuurstofvrije stikstof (OFN) zal dan zowel voor als tijdens het soldeerproces
door het systeem worden gespoeld.
Verwijdering en evacuatie
Bij het inbreken in het koudemiddelcircuit om reparaties uit te voeren - of voor enig ander doel -
conventionele procedures zullen worden gebruikt; het is echter belangrijk dat de beste praktijken
worden gevolgd, aangezien ontvlambaarheid een overweging is. De volgende procedure moet
worden gevolgd: koudemiddel verwijderen; het circuit reinigen met inert gas; evacueren; opnieuw
met inert gas spoelen; open het circuit door te snijden of te solderen. De koudemiddelvulling moet
worden teruggewonnen in de juiste terugwinningscilinders. Het systeem moet worden "gespoeld"
met OFN om de eenheid veilig te maken. Dit proces moet mogelijk meerdere keren worden
herhaald. Er mag geen perslucht of zuurstof worden gebruikt voor deze taak. Het spoelen wordt
bereikt door het vacuüm in het systeem met OFN te onderbreken en door te gaan met vullen tot
de werkdruk is bereikt, vervolgens te ontluchten naar de atmosfeer en tenslotte naar een vacuüm
te trekken. Dit proces wordt herhaald totdat er geen koudemiddel in het systeem meer aanwezig
is. Wanneer de laatste OFN-vulling wordt gebruikt, moet het systeem worden ontlucht tot
atmosferische druk om het werk mogelijk te maken. Deze handeling is absoluut noodzakelijk als
soldeerwerkzaamheden aan het leidingwerk moeten plaatsvinden.
Zorg ervoor dat de uitlaat voor de vacuümpomp zich niet in de buurt van ontstekingsbronnen bevindt
en er ventilatie aanwezig is.
Oplaadprocedures
Naast conventionele oplaadprocedures moeten de volgende vereisten worden gevolgd:
- Zorg ervoor dat tijdens het gebruik van vulapparatuur geen vervuiling van verschillende
koudemiddelen optreedt. Slangen of leidingen moeten zo kort mogelijk zijn om de hoeveelheid
koudemiddel erin te minimaliseren.
- Cilinders moeten rechtop worden gehouden.
- Zorg ervoor dat het koelsysteem geaard is voordat u het systeem met koudemiddel vult.
- Label het systeem wanneer het opladen is voltooid.
- Wees er uiterst voorzichtig mee dat het koelsysteem niet te vol wordt.
Voordat het systeem opnieuw wordt opgeladen, moet het onder druk worden getest met OFN. Het
systeem dient op lekken getest te zijn na voltooiing van het opladen maar vóór inbedrijfstelling.
Een vervolglektest dient uitgevoerd te worden voordat u de locatie verlaat.
Buitenbedrijfstelling
Voordat u deze procedure uitvoert, is het essentieel dat de technicus volledig bekend is
met de apparatuur en al zijn details. Het wordt aanbevolen om alle koudemiddelen veilig terug te
winnen. Voordat de taak wordt uitgevoerd, moet een olie- en koudemiddelmonster worden
genomen voor het geval dat analyse vereist is voordat het teruggewonnen koudemiddel opnieuw
wordt gebruikt. Het is essentieel dat er elektrische stroom beschikbaar is voordat met de taak
wordt begonnen.
1. Raak vertrouwd met de apparatuur en de bediening ervan.

8
2. Isoleer het systeem elektrisch.
- Voordat u de procedure uitvoert, moet u ervoor zorgen dat: mechanische behandelingsapparatuur
beschikbaar is, indien nodig, voor het hanteren van koudemiddelcilinders; alle persoonlijke
beschermingsmiddelen aanwezig zijn en correct worden gebruikt; het herstelproces te allen tijde
onder toezicht staat van een bevoegd persoon; terugwinningsapparatuur en cilinders voldoen
aan de toepasselijke normen.
3. Pomp, indien mogelijk, het koelsysteem leeg.
- Als een vacuüm niet mogelijk is, maak dan een verdeelstuk, zodat het koudemiddel uit
verschillende delen van het systeem kan worden verwijderd.
4. Zorg ervoor dat de cilinder zich op de weegschaal bevindt voordat herstel plaatsvindt.
5. Start de herstelmachine en bedien hem in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
6. Overvul cilinders niet. (Niet meer dan 80% vloeistofvulling).
7. Overschrijd de maximale werkdruk van de cilinder niet, ook niet tijdelijk.
8. Zorg ervoor dat, wanneer de cilinders correct zijn gevuld en het proces voltooid is, dat de cilinders
en de apparatuur onmiddellijk van de locatie worden verwijderd en alle isolatiekleppen op de
apparatuur zijn gesloten.
- Teruggewonnen koudemiddel mag niet in een ander koelsysteem worden gevuld tenzij het is
schoongemaakt en gecontroleerd.
Etikettering
Apparatuur moet worden geëtiketteerd met de mededeling dat deze buiten gebruik is gesteld en
leeggemaakt is van koudemiddel. Het etiket wordt gedateerd en ondertekend. Zorg ervoor dat er
labels op de apparatuur zitten waarop staat dat de apparatuur ontvlambaar koudemiddel bevat.
Herstel
Bij het verwijderen van koudemiddel uit een systeem, zowel voor onderhoud als buitenbedrijfstelling,
wordt aanbevolen om alle koudemiddelen veilig te verwijderen. Zorg er bij het overbrengen van
koudemiddel in cilinders voor dat alleen geschikte koudemiddelterugwinningscilinders worden
gebruikt. Zorg ervoor dat het juiste aantal cilinders voor de totale systeemvulling beschikbaar is.
Alle te gebruiken cilinders zijn bedoeld voor het teruggewonnen koudemiddel en gelabeld voor
dat koudemiddel. Cilinders moeten compleet zijn met een overdrukklep en bijbehorende afsluiters
die in goede staat verkeren. Lege opvangcilinders worden extra leeggepompt en, indien mogelijk,
gekoeld voordat herstel plaatsvindt. De terugwinningsapparatuur moet in goede staat verkeren
met een set instructies met betrekking tot de apparatuur die voorhanden is en moet geschikt zijn
voor het terugwinnen van brandbare koudemiddelen. Daarnaast moet een set gekalibreerde
weegschalen beschikbaar zijn en deze dienen in goede staat te verkeren. Slangen moeten
compleet zijn met lekvrije ontkoppelingskoppelingen en in goede staat verkeren. Controleer,
voordat u de herstelmachine gebruikt, of deze in goede staat verkeert en goed is onderhouden
en dat alle bijbehorende elektrische componenten zijn afgedicht om ontsteking te voorkomen, in
het geval dat koudemiddel vrijkomt. Raadpleeg bij twijfel de fabrikant. Het teruggewonnen
koudemiddel dient in de juiste terugwinning naar de koudemiddelleverancier te worden
teruggestuurd in de juiste terugwinningscilinder, en de relevante afvaltransportnota gerangschikt.
Meng nooit koudemiddelen bij terugwinning, ook niet in cilinders.
Als compressoren of compressor-oliën moeten worden verwijderd, zorg er dan voor dat ze tot een
aanvaardbaar niveau zijn afgevoerd om er zeker van te zijn dat er geen brandbaar koudemiddel
in het smeermiddel achterblijft. Het evacuatieproces moet worden uitgevoerd voordat de
compressor aan de leveranciers wordt geretourneerd. Alleen elektrische verwarming van het
compressorlichaam mag worden gebruikt om dit proces te versnellen. Wanneer olie uit een
systeem wordt afgetapt, moet dit op een veilige manier gebeuren.
Bekwaamheid van servicepersoneel
Algemeen
Speciale training naast de gebruikelijke reparatieprocedures voor koelapparatuur is vereist wanneer
apparatuur met brandbare koudemiddelen wordt aangetast. In veel landen wordt deze training
gegeven door nationale trainingsorganisaties die geaccrediteerd zijn om les te geven in de
relevante nationale competentienormen die in wetgeving kunnen zijn vastgelegd. De behaalde
competentie moet worden gedocumenteerd door een certificaat.

9
Training
De training moet de inhoud van het volgende bevatten:
- Informatie over het explosiegevaar van ontvlambare koudemiddelen om aan te tonen dat
ontvlambare stoffen gevaarlijk kunnen zijn als ze onzorgvuldig worden gehanteerd.
- Informatie over mogelijke ontstekingsbronnen, vooral die niet voor de hand liggen zoals
aanstekers, lichtschakelaars, stofzuigers en elektrische kachels.
- Informatie over de verschillende veiligheidsconcepten:
Ongeventileerd - (zie clausule GG.2) Veiligheid van het apparaat is niet afhankelijk van ventilatie
van de behuizing. Het uitschakelen van het apparaat of het openen van de behuizing heeft geen
noemenswaardige invloed op de veiligheid. Desalniettemin is het mogelijk dat lekkend
koudemiddel zich ophoopt in de behuizing en brandbare gassen zullen vrijkomen wanneer de
behuizing wordt geopend.
Geventileerde behuizing - (zie artikel GG.4) De veiligheid van het apparaat hangt af van de
ventilatie van de behuizing. Het uitschakelen van het apparaat of het openen van de behuizing
heeft een aanzienlijk effect op de veiligheid. Er moet voor worden gezorgd dat er voldoende
ventilatie is.
Geventileerde ruimte - (zie artikel GG.5) De veiligheid van het apparaat is afhankelijk van de
ventilatie van de kamer. Het uitschakelen van het apparaat of het openen van de behuizing
heeft geen noemenswaardige invloed op de veiligheid. De ventilatie van de ruimte mag niet
worden uitgeschakeld tijdens reparatieprocedures.
Informatie over het concept van afgedichte componenten en afgedichte behuizingen
volgens IEC 60079-15: 2010.
Informatie over de juiste werkprocedures:
Inbedrijfstelling
●Zorg ervoor dat het vloeroppervlak voldoende is voor de koudemiddelvulling of dat het
ventilatiekanaal op de juiste manier is gemonteerd.
●Sluit de leidingen aan en voer een lektest uit voordat u koudemiddel bijvult.
●Controleer de veiligheidsuitrusting voordat u deze in gebruik neemt.
Onderhoud
●Mobiele apparatuur moet buiten of in een speciaal daarvoor ingerichte werkplaats worden
gerepareerd voor onderhoud van units met brandbare koudemiddelen.
●Zorg voor voldoende ventilatie op de reparatieplaats.
●Houd er rekening mee dat een defect aan de apparatuur kan worden veroorzaakt door verlies
van koudemiddel en een koudemiddellekkage is mogelijk.
●Ontlaad de condensatoren op een manier die geen vonk veroorzaakt. (De
standaardprocedure voor kortsluiting van de condensatoraansluitingen veroorzaakt meestal
vonken.)
●Zet verzegelde behuizingen nauwkeurig in elkaar. Vervang de afdichtingen als deze versleten
zijn.
●Controleer de veiligheidsuitrusting voordat u deze in gebruik neemt.
Reparatie
●Mobiele apparatuur moet buiten of in een speciaal daarvoor ingerichte werkplaats worden
gerepareerd voor onderhoud van units met brandbare koudemiddelen.
●Zorg voor voldoende ventilatie op de reparatieplaats.
●Houd er rekening mee dat een defect aan de apparatuur kan worden veroorzaakt door verlies
van koudemiddel en een koudemiddellekkage mogelijk is.
●Ontlaad de condensatoren op een manier die geen vonk veroorzaakt.
●Als solderen vereist is, moeten de volgende procedures op de juiste manier worden
uitgevoerd:
- Verwijder het koudemiddel. Als de terugwinning niet vereist is door de nationale regelgeving,
laat u het koudemiddel naar buiten leeglopen. Zorg ervoor dat het afgetapte koudemiddel
geen enkel gevaar veroorzaakt. Bij twijfel moet één persoon het stopcontact bewaken. Wees
extra voorzichtig dat afgetapt koudemiddel niet zal terugvloeien in het gebouw.

10
- Evacueer het koelcircuit.
- Spoel het koudemiddelcircuit gedurende 5 minuten met stikstof.
- Evacueer het koudemiddel opnieuw.
- Verwijder de te vervangen onderdelen door te snijden, niet door vlammen.
- Spoel het soldeerpunt met stikstof tijdens de soldeerprocedure.
- Voer een lektest uit voordat u het met koudemiddel vult.
●Zet de verzegelde behuizingen nauwkeurig weer in elkaar. Vervang de afdichtingen als deze
versleten zijn.
●Controleer de veiligheidsuitrusting voordat u deze in gebruik neemt.
Buitenbedrijfstelling
●Als de veiligheid in het gedrang komt wanneer de apparatuur buiten gebruik wordt gesteld,
dient het koudemiddel worden verwijderd alvorens buiten bedrijf te worden gesteld.
●Zorg voor voldoende ventilatie op de plaats van de apparatuur.
●Houd er rekening mee dat een defect aan de apparatuur kan worden veroorzaakt door verlies
van koudemiddel en een koudemiddellekkage mogelijk is.
●Ontlaad de condensatoren op een manier die geen vonk veroorzaakt.
●Verwijder het koudemiddel. Als de terugwinning niet vereist is door de nationale regelgeving,
laat u het koudemiddel naar buiten leeglopen. Zorg ervoor dat het afgetapte koudemiddel
geen gevaar veroorzaakt. Bij twijfel moet één persoon het stopcontact bewaken. Wees extra
voorzichtig dat het afgetapte koudemiddel niet zal terugvloeien in het gebouw.
●Evacueer het koelcircuit.
●Spoel het koudemiddelcircuit gedurende 5 minuten met stikstof.
●Evacueer het koudemiddel opnieuw.
●Vul stikstof bij tot atmosferische druk.
●Plak een label op de apparatuur dat het koudemiddel is verwijderd.
Verwijdering
●Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplek.
●Verwijder het koudemiddel. Als de terugwinning niet vereist is door de nationale regelgeving,
laat u het koudemiddel naar buiten leeglopen. Zorg ervoor dat het afgetapte koudemiddel
geen gevaar veroorzaakt. Bij twijfel moet één persoon het stopcontact bewaken. Wees extra
voorzichtig dat het afgetapte koudemiddel niet zal terugvloeien in het gebouw.
●Evacueer het koelcircuit.
●Spoel het koudemiddelcircuit gedurende 5 minuten met stikstof.
●Evacueer het koudemiddel opnieuw.
●Schakel de compressor uit en tap de olie af.

11
Transport, markering en opslag voor units die brandbare
koudemiddelen gebruiken
Transport van apparatuur die brandbare koudemiddelen bevat
Let op: er gelden mogelijk aanvullende transportvoorschriften op apparatuur die brandbaar gas bevat.
Het maximale aantal apparaten of de configuratie van de apparatuur die samen vervoerd mag
worden, wordt bepaald door de geldende transportvoorschriften.
Markering van apparatuur met behulp van borden
Borden voor soortgelijke apparaten die in een werkgebied worden gebruikt, vallen over het algemeen
onder plaatselijke voorschriften en geven de minimumvereisten voor het voorzien van veiligheids-
en / of gezondheidssignalering voor een werklocatie.
Alle vereiste borden moeten worden onderhouden en werkgevers moeten ervoor zorgen dat
werknemers passende en voldoende instructie en training ontvangen over de betekenis van
geschikte veiligheidssignalering en de acties die moeten worden ondernomen in verband met
deze borden.
De effectiviteit van borden mag niet worden verminderd door te veel borden bij elkaar te plaatsen.
Alle gebruikte pictogrammen moeten zo eenvoudig mogelijk zijn en alleen essentiële details bevatten.
Verwijdering van apparatuur met ontvlambare koudemiddelen
Zie nationale regelgeving.
Opslag van apparatuur / apparaten
De opslag van apparatuur moet in overeenstemming zijn met de instructies van de fabrikant.
Voor opslag van verpakte (onverkochte) apparatuur; de bescherming van de opslagverpakking moet
zo worden geconstrueerd dat mechanische schade aan de apparatuur in de verpakking geen
lekkage van koudemiddel zal veroorzaken.
Het maximale aantal apparaten dat samen mag worden opgeslagen, is bepaald door lokale
voorschriften.

12
2. Componenten
Afbeelding 1
Onderdeel Beschrijving
Hoeveelheid
Hoofd airconditioner eenheid
1
Uitlaatslang voor hete lucht
1
Slangconnector (raamuiteinde)
1
Slangconnector (uiteinde airconditioner)
1
Venster kit
1
Afstandsbediening
1
Accessoires
Controleer na het uitpakken of de bovengenoemde accessoires zijn meegeleverd en controleer hun
doel in de installatie-inleiding in deze handleiding.

13
3. Functies op het configuratiescherm
Alleen koelen model
Model voor koelen en verwarmen

14
4. Functies van de afstandsbediening
Opmerkingen:
- Laat de afstandsbediening niet vallen.
- Leg de afstandsbediening niet op een plek deze aan direct zonlicht wordt blootgesteld.
Mode selector
Temperature selector
up
Fan speed selector
Hourly programming
Sleep mode selector
On/Off switch
Auto Swing selector
Temperature selector
down

15
5. Gebruiksinstructies
Voordat u met de bewerkingen in dit gedeelte begint:
1. Zoek een plaats met stroomvoorziening in de buurt.
2. Installeer de uitlaatslang zoals getoond in afbeelding 5 en afbeelding 5a en stel de raamstand
goed af.
Afbeelding 5Afbeelding 5a
3. Sluit de afvoerslang goed aan zoals getoond in afbeelding 6 (alleen bij gebruik van
verwarmingsmodel)
4. Steek de stekker van het netsnoer in een geaard AC220 ~ 240V / 50Hz stopcontact.
5. Druk op de AAN-UIT-knop om de airconditioner in te schakelen.
Afbeelding 6

16
Voor gebruik
Bedrijfstemperatuurbereik:
Maximale koeling
Minimale koeling
DB / WB (℃)
35/24
18/12
Maximale verwarming
Minimale verwarming
DB / WB (℃)
27/ -
7/ -
Controleer of de uitlaatslang correct is gemonteerd.
Waarschuwingen voor koeling en ontvochtiging werkzaamheden:
- Houd bij het gebruik van functies voor koelen en ontvochtigen een interval van minimaal 3
minuten aan tussen elke AAN / UIT.
- Zorg dat de voeding van het apparaat voldoet aan de eisen.
- Het stopcontact dient geschikt te zijn voor airconditioning gebruik.
- Deel een stopcontact niet met andere apparaten.
- De voeding dient te voldoen aan: AC220V ~ 240V / 50Hz
AUTO-modus
Afhankelijk van de huidige kamertemperatuur, selecteert het apparaat automatisch de modus: koelen,
ontvochtigen of verwarmen (zie tabel 1).
Kamertemperatuur (Tr)
23 ℃ ≤Tr <
26 ℃
Tr ≥26 ℃
Modus
Verwarming
Ontvochtigen
Koelen
Temperatuur instellen
21 ℃
23 ℃
25 ℃
Tabel 1
Koelen
- Druk op de knop "Modus" totdat het pictogram "Koel" verschijnt.
- Druk op de knop "OMLAAG" of "OMHOOG" om de gewenste kamertemperatuur te selecteren.
(16 ℃ -31 ℃)
- Druk op de "WIND" -knop om de windsnelheid te selecteren.
Ontvochtigen
- Druk op de knop "Modus" totdat het pictogram "Ontvochtigen" verschijnt.
- Stel de geselecteerde temperatuur automatisch in op de huidige kamertemperatuur minus 2 ℃.
(16 ℃ -31 ℃)
- Stel de ventilatormotor automatisch in op LAGE windsnelheid.
Ventileren
- Druk op de "Modus" knop totdat het "Ventilator" icoon verschijnt.
- Druk op de "WIND" -knop om de windsnelheid te selecteren.

17
Verwarmen
(Deze functie is niet beschikbaar voor een koelingsunit)
- Druk op de "Modus" knop tot het "Verwarmen" icoon verschijnt.
- Druk op de knop "OMLAAG" of "OMHOOG" om de gewenste kamertemperatuur te selecteren.
(16 ℃ -31 ℃)
- Druk op de "WIND" -knop om de windsnelheid te selecteren.
Timerwerking
Timer AAN instelling:
- Als de airconditioner UIT staat, drukt u op de “Timer” -knop en selecteert u een gewenste AAN-
tijd met de temperatuur- en tijdinstelknoppen.
- "Vooraf ingesteld OP TIJD" wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
- De AAN-tijd kan op elk moment worden ingesteld in 0-24 uur.
Timer UIT-instelling
- Wanneer de airconditioner AAN staat, drukt u op de “Timer” -knop en selecteert u een gewenste
UIT-tijd met de temperatuur- en tijdinstelknoppen.
- "Vooraf ingestelde UIT Tijd" wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
- De UIT-tijd kan op elk moment worden ingesteld in 0-24 uur.
Auto SWING
Nadat het apparaat is ingeschakeld, drukt u op deze toets, de lamel zal continu naar links en rechts
zwaaien; door nogmaals op deze knop te drukken, stopt de beweging en blijft de lamel in die
positie.
SLAAP-modus
- Druk in de koel-modus op de SLAAP-toets om de temperatuur in te stellen. Het stijgt 1 ℃ na
een uur en stijgt hoogstens 2 ℃ na 2 uur.
- Druk in de verwarming-modus op de SLAAP-toets om de temperatuur in te stellen. Het daalt na
een uur 1 ℃ en daalt na 2 uur hooguit 2 ℃ af.
- Druk nogmaals op de SLAAP-toets om de instelling te annuleren.
Waterafvoer
Vol water alarm
De binnenste waterbak in de airconditioner heeft één waterniveau-veiligheidsschakelaar, deze regelt
het waterniveau. Wanneer het waterpeil een verwachte hoogte bereikt, gaat de indicator voor vol
water branden. Als de waterbak vol is, verwijder dan de rubberen stop van de afvoer aan de
onderkant van de unit en voer al het water naar buiten af.
Continue afvoer
- Als u van plan bent om dit apparaat lange tijd niet te gebruiken, verwijder dan de rubberen stop
uit de afvoeropening aan de onderkant van het apparaat en laat al het water naar buiten lopen.
- U kunt de continue afvoer gebruiken met een afvoerslang die is aangesloten op het onderste
afvoergat, wanneer de unit in de VERWARMEN-modus werkt.
- De continue afvoer hoeft niet te worden toegepast wanneer de unit in de modus KOELEN of
ONTVOCHTIGEN werkt. De unit kan het condenswater automatisch verdampen door de
spatmotor. Zorg ervoor dat de afvoergaten goed zijn afgedicht.
- Als de water spatmotor beschadigd is, kan continue afvoer worden gebruikt. Om de afvoerslang
aan te sluiten op de onderste afvoer (Fig.6), kan de unit ook goed werken.
- Als de spatmotor is beschadigd, kan ook intermitterende afvoer worden gebruikt. Onder deze
omstandigheden, wanneer het indicatielampje 'Water vol' gaat branden, sluit u een afvoerslang
aan op de onderste afvoeropening, waarna al het water in de watertank naar buiten wordt
afgevoerd.
Wifi-functie
- Houd de SNELHEID-knop gedurende 5 seconden ingedrukt om naar de wifi-
fabrieksinstellingsmodus te gaan.
- De unit is verbonden met wifi. Als de wifi-indicator brandt, is er geen verbinding. Wanneer de

18
wifi-indicator langzaam knippert, staat het apparaat in de wifi-instelmodus. Als het snel knippert,
is het apparaat verbonden met wifi.
- U kunt alle functies van de airconditioner realiseren via de APP van de mobiele telefoon met
wifi verbonden.
6. Installatie instructies
- Een mobiele airconditioner dient op een vlakke en lege plaats worden geïnstalleerd.
- Blokkeer de luchtuitlaat niet.
- De vereiste afstand rondom het apparaat moet minimaal 30 cm zijn. (Zie afbeelding 8)
- Het apparaat mag niet worden geïnstalleerd op een natte locatie, zoals de wasruimte.
- De bedrading van de stopcontacten moet in overeenstemming zijn met de lokale elektrische
veiligheidseisen.
Afbeelding 8
Table of contents
Languages:
Other Evolar Air Conditioner manuals
Popular Air Conditioner manuals by other brands

Maplin
Maplin A75TB user manual

Soleus Air
Soleus Air GB-PAC-08E4 operating instructions

Sanyo
Sanyo CH0971 Technical & service manual

Johnson Controls
Johnson Controls York VIR 40A installation instructions

Hisense
Hisense 7K Use and Installation Instructions

Panasonic
Panasonic CS-KE12NB41 installation instructions

EIC Solutions
EIC Solutions AAC-145A-4XT Series Installation and operation manual

Samsung
Samsung AC024JXADCH installation manual

Fujitsu
Fujitsu AF Series operating manual

Mitsubishi Electric
Mitsubishi Electric Mr.Slim PEA-M200 installation manual

Klarstein
Klarstein Waterfall manual

Panasonic
Panasonic CU-NZ25VKE operating instructions