Interline 59695325 User manual

WARMTEPOMP COMPACT | HEAT PUMP COMPACT
WÄRMEPUMPE KOMPAKT | POMPE À CHALEUR COMPACT
Art. Nr. 59695325
Handleiding
Instruction manual
Bedienungsanleitung
Manuel d’instructions
EN
FR
NL
DE
WWW.INTERLINE-PRODUCTS.COM

Zwembadwarmtepomp
Installatie- en instructiehandleiding
Inhoudsopgave
1
2-1
2
3
4
1.
VOORWOORD
2.
TECHNISCHE GEGEVENS
2.1 Parameter van de zwembadwarmtepompunit
2.2 Afmeting van de zwembadwarmtepomp
INSTALLATIE
3.1
Locatie van de warmtepomp
3.2
Hoe dicht bij het zwembad?
3.3
Afstand tot het zwembad
3.4
Voorbeeld opstelling
3.5
Aansluiting van de by-pass
3.6
Elektrische aansluiting
3.7
Eerste ingebruikneming
3.8
Controle
RICHTLIJNEN
4.1
Water chemie
4.2
Winterklaar maken
4.3
Eerste gebruik na winter
4.4
Controle
4
4
5
5
6
6
7
8
8
8
8
9
10
10
11
13
14
14
14
5.
LCD-CONTROLE PANEEL
5.1
Instellingen
5.2
Functies van het bedieningspaneel
5.3
Tabel voor gebruiksinstellingen
6.
ONDERHOUD EN INSPECTIE
6.1
Onderhoud
6.2
Problemen oplossen
7.
ELEKTRISCH SCHEMA
15
NL
INHOUDSOPGAVE

1
1. VOORWOORD
*Om onze klanten te voorzien van kwaliteit, betrouwbaarheid en veelzijdigheid, is dit product
gemaakt volgens de strikte productienormen. Deze handleiding bevat alle noodzakelijke
informatie voor installatie, reparatie, ontlading en onderhoud. Lees de handleiding aandachtig
door voordat u het apparaat opent of onderhoudt. De fabrikant van dit product kan niet
aansprakelijk worden gesteld als iemand gewond raakt of als de unit beschadigd als gevolg van
onjuiste installatie, reparatie of onnodig onderhoud. Het is van groot belang dat de instructies in
deze handleiding ter alle tijde worden opgevolgd. Alleen een gekwalificeerd persoon kan het
apparaat installeren.
*Alleen een gekwalificeerde installateur of dealer kan het apparaat repareren
*Onderhoud en bediening moeten worden uitgevoerd volgens de aanbevolen tijd en frequentie,
zoals vermeld in deze handleiding
*Gebruik alleen originele standaardonderdelen. Als u deze aanbeveling niet opvolgt, vervalt de
garantie
*De zwembadwarmtepomp verwarmt het zwembadwater en houdt de temperatuur constant.
Onze warmtepomp staat bekend om de volgende kenmerken:
Duurzaam
De warmtewisselaar is gemaakt van PVC & Titanium buis, die bestand is tegen langdurige
blootstelling aan zwembadwater.
Eenvoudige bediening
Het apparaat is zweer eenvoudig te bedienen: schakel het in en stel de gewenste
zwembadwatertemperatuur in.
Stille werking
De unit bestaat uit efficiënte draaicompressor en een geluidsarme ventilatormotor, die een stille
werking garandeert. De warmtepomp kan uw zwembadwater verwarmen wanneer de
luchttempratuur 10 C° of hoger is.
Lage kosten
De operationele kosten zijn zeer laag door de hoge prestaties.
NL

2. TECHNISCHE GEGEVENS
2.1
Parameter van de zwembadwarmtepompunit
Model 59695325
Verwarmingscapaciteit in A27/W27℃
B 3000
BTU 10200
Verwarmingscapaciteit in A15/W26℃
B 2200
BTU 7480
Verwerkingscapaciteit B 2800
Verwarming input B 550
Verwarmingsstroom A 2
Elektrische voeding V/Ph/Hz
Compressor aantal 1
Compressor type
Geluid dB(A) 45
Wateraansluiting mm 32
Waterstroom volume m³/h 2-4
Waterdrukdaling kPa 15
Afmeting
L
mm
420
B 370
H 490
Verpakking
L
mm
450
B 400
H 520
Gewicht Netto gewicht kg 25
Bruto gewicht 27
Bovenstaande parameters zijn alleen bedoeld als referentie de exacte details
zijn te vinden op het product etiket.
Meetcondities:
Verwarming: Droog 24 C°. 19 C°, water toevoer 27 C°
Koeling: Droog 35 C°. 24 C°, water toevoer 27 C°
22
NL

3
2.2
Afmeting van de zwembadwarmtepomp
Model
Grootte (mm) 59695325
A 370
B 240
C 353
D 390
E 383
V 412
G 56,2
H 200
NL

4
Uitlaat
Warmte-
pomp
3. INSTALLATIE
De fabriek levert alleen de warmtepompunit; de overige onderdelen, inclusief een eventuele
bypass, zijn in de illustratie noodzakelijke onderdelen voor het watersysteem, geleverd door
gebruikers of de installateurs.
Let op!
Volg deze stappen bij het installeren van de warmtepomp:
1. Alle toevoer van chemicaliën naar het zwembadwater moet stroomafwaarts van de warmtepomp
gebeuren.
2. Installeer een bypass wanneer het vermogen van de zwembadpomp meer dan 20% boven het
niveau van de warmtewisselaar van de warmtepomp ligt.
3. Installeer de warmtepomp boven het niveau van het zwembadwater.
4. Installeer de warmtepomp op een stevige ondergrond en gebruik de dempingsrubbers om
trillingen en geluid te voorkomen.
5. Houd het apparaat altijd rechtop. Als het toestel gekanteld is of op zijn kant is gezet, laat het dan
24 uur staan voordat u het toestel start.
3.1 Locatie van de warmtepomp
De pomp kan vrijwel overal buiten worden geïnstalleerd. Voor binnenzwembaden kunt u contact opnemen met uw
leverancier.
Plaats de unit NIET in een afgesloten ruimte met een beperkt luchtvolume waar de luchtstroom van de unit
opnieuw wordt gecirculeerd. Plaats de unit NIET naast beplanting, die de luchtinlaat kunnen blokkeren. Dergelijke
locaties weigeren een continue bron van verse lucht, wat de efficiëntie ervan vermindert en een adequate
warmtelevering kan verhinderen.
De onderstaande afbeelding geeft de minimaal vereiste afstanden van elke zijde van de warmtepomp weer.
Inlaat
1000 mm
bovenstaand
Inlaat
1000 mm bovenstaand
3.2 Hoe dicht bij het zwembad?
Installeer de warmtepomp zo dicht mogelijk bij het zwembad om het warmteverlies door het leidingwerk te
minimaliseren. Zet hem op een stevige basis en plaats de rubberen blokken onder de warmtepomp om trillingen
te voorkomen.
Boven 1000 mm
bovenstaand
Inlaat
Inlaat Inlaat
1000 mm
benedenstaand 1000 mm
benedenstaand
1000 mm
benedenstaand
Boven 2000 mm
NL

Warmtepomp
Terugslagklep
h
n,
3.3 Afstand tot het zwembad
Normaal gesproken wordt de zwembadwarmtepomp binnen een straal van 7,5 meter van het zwembad
geïnstalleerd. Hoe groter de afstand tot het zwembad, hoe groter het warmteverlies van het leidingwerk.
Het is mogelijk om het leidingwerk grotendeels te begraven. Hierbij is het warmteverlies minimaal voor
een afstanden tot 30 meter (15 meter van en naar de pomp = 30 meter totaal), tenzij de bodem nat is
van het water. Het warmteverlies per 30 meter zou ruwweg geschat kunnen worden op 0.6kw-uur (2000
BTU) voor elke 5 C° verschil tussen het zwembadwater en de grond rond de pijp, wat zich vertaalt in een
operatietijd toename van 3-5%.
5
Chloor-
Doseerder
Filter
Zwembad
NL

Warmtepomp
Waterzuiveraar Aansluitklep aan de zijkant
Stroombekabeling
Afvoer condenswater
Waterinlaat Waterpomp Filter
Ledigingsmondstuk waterafvoer
naar het zwembad
Uitlaat
Inlaat
3.4 Voorbeeld opstelling
3.5 Aansluiting van de by-pass (optie)
Klep 1:
: Licht gesloten (waterdruk verhoogd
slechts met 100 tot 200 gr)
Klep 2:
Volledig open
Klep 3:
Half open
Instellen van de klep van de bypass:
-Zet alle 3 de kleppen volledig open
-Klep 1 licht sluiten (zie ook 3.6)
-Sluit klep 3 ongeveer halverwege om de koudemiddeldruk in te stellen.
Warmtepomp
IN
UIT
Klep 3
Klep 1
Klep 2
Naar zwembad
Aansluiting
6
Naar filter
NL

n
h
es
n
1. Zet de filterpomp aan, controleer op lekken en controleer het volume van en naar het zwembad.
2. Schakel de elektrische voeding van het apparaat in en druk vervolgens op de toets ON/ OFF op het
elektronische bedieningspaneel. Het apparaat moet starten wanneer de wachttijd is verstreken.
3. Wanneer het apparaat een paar minuten heeft gedraaid, controleer dan of de lucht die het apparaat verlaat
koeler is.
4. Controleer de werking van de volumeschakelaar als volgt: schakel de filterpomp uit terwijl het apparaat
draait. Het apparaat moet automatisch worden uitgeschakeld. Zo niet, dan moet de volumeschakelaar
opnieuw worden ingesteld.
5. De warmtepomp en filterpomp moeten 24 uur per dag draaien totdat de gewenste
zwembadwatertemperatuur is bereikt. Bij het bereiken van de ingestelde temperatuur schakelt het apparaat
zichzelf uit. De warmtepomp zal nu automatisch opstarten (zolang uw filterpomp draait) wanneer de
temperatuur van het zwembadwater minder dan 1 ℃ onder de ingestelde temperatuur ligt.
Afhankelijk van de starttemperatuur van het zwembadwater en de luchttemperatuur kan het enkele dagen
duren voordat het water de gewenste temperatuur bereikt. Het afdekken van het zwembad kan deze periode
verkorten.
Watervolumeschakelaar - het apparaat is uitgerust met een volumeschakelaar die wordt ingeschakeld als
er voldoende water door het apparaat stroomt en die wordt uitgeschakeld als het watervolume te laag wordt.
(bijv. wanneer de filterpomp is uitgeschakeld).
3.8 Condens
Wanneer het zwembadwater door de warmtepomp wordt verwarmd, wordt de binnenkomende lucht behoorlijk
afgekoeld, wat kan leiden tot condensatie op de lamellen van de verdamper. Gecondenseerde volumes
kunnen een liter per uur onder hoge luchtvochtigheid. Soms wordt dit ten onrechte geïnterpreteerd als een
waterlek. 7
3.6 Elektrische aansluiting
Belangrijk: Hoewel de warmtepomp elektrisch geïsoleerd is van de rest van de zwembadinstallatie,
verhindert dit alleen maar de stroom van elektriciteit van en naar het zwembadwater. Aarding is nog altijd
nodig om u te beschermen tegen kortsluitingen binnen het toestel. Zorg voor een goede aardaansluiting.
Raadpleeg vooraf of de elektrische netspanning overeenstemt met de werkspanning van de warmtepomp.
Het is aanbevolen om een afzonderlijke zekering te gebruiken ( traag type D curve) samen met een
afdoende bekabeling ( zie tabel hieronder).
De warmtepomp mag uitsluitend werken tezamen met de filterpomp. Sluit ze daarom samen met de
filterpomp aan op dezelfde zekering. Indien er geen water door de warmtepomp stroom tijdens de werking,
kan zij beschadigd raken en vervalt de garantie.
Verbindt de stroomkabel met de klemmenblok achter het paneel dat zich naast de ventilator bevindt.
3.7 Eerste gebruik
Opmerking: - Controleer de lokale stroomvoorziening en de aansluitingen van de warmtepomp.
Opstartprocedure: - nadat de installatie is voltooid, moet u deze stappen volgen:
NL

4. Richtlijnen
4.1 Waterchemie
Speciale aandacht moet worden besteed aan het chemische evenwicht van het zwembadwater.
De waarden van het zwembadwater moeten altijd binnen de volgende grenzen blijven:
Min Max
pH 7,0 7,4
Vrije chloor (mg/l) 0,5 1,2
TAC (mg/1) 80 120
Zout (g/l) 3
Belangrijk: bij het niet naleven van deze limieten vervalt de garantie.
Let op: het overschrijden van één of meerdere limieten kan de warmtepomp onherstelbaar
beschadigen. Installeer altijd waterbehandelingsapparatuur langs de waterafvoer van de
warmtepomp, vooral als de chemicaliën automatisch aan het water worden toegevoegd.
Ook tussen de uitlaat van de warmtepomp en deze apparatuur moet een controleklep
worden geïnstalleerd om te voorkomen dat producten in de warmtepomp terugstromen als
de filterpomp stilvalt.
4.2 Winterklaar maken
Belangrijk: als de waterpomp niet winterklaar wordt gemaakt, kan deze beschadigen en vervalt
de garantie.
De warmtepomp, filterpomp, filter en leidingen moeten worden beschermd in gebieden waar de
temperatuur onder het vriespunt kan dalen, haal al het water uit de warmtepomp als volgt:
1. Schakel de elektrische voeding van de warmtepomp uit.
2. Sluit de watertoevoer naar de warmtepomp: sluit de kleppen 2 en 3 van de bypass volledig af.
3. Koppel de watertoevoer- en waterafvoerkoppelingen van de warmtepomp los en laat het water uit de
eenheid.
4.3 Eerste gebruik na winter
Als uw warmtepomp winterklaar is, voer dan de volgende stappen uit bij het opstarten van het
systeem in het voorjaar:
1. Controleer het systeem op vuil of structurele problemen.
2. Sluit de watertoevoer- en -uitlaatverbindingen goed aan.
3. Schakel de filterpomp in om water naar de warmtepomp te voeren.
4. Stel de omloopleiding in om het water door de warmtepomp te laten stromen.
5. Schakel de elektrische voeding van de warmtepomp in op het hoofdschakelaarpaneel.
8
NL

4.4 Controle
De warmtepompen zijn ontworpen en geconstrueerd voor een lange levensduur bij een goede installatie en
werking onder normale omstandigheden. Periodieke inspectie is belangrijk om uw warmtepomp veilig en
efficiënt te laten draaien gedurende alle jaren.
De volgende basisrichtlijnen worden voorgesteld voor uw inspectie:
1. Zorg ervoor dat de voorkant van het apparaat toegankelijk is voor toekomstig onderhoud.
2. Houd de omgeving van de warmtepomp vrij van alle vuil.
3. Houd alle planten en struiken gesnoeid en uit de buurt van de warmtepomp.
4. Houd de gazonsproeikoppen uit de buurt van het sproeien op de warmtepomp om corrosie en schade te
voorkomen.
5. Als het apparaat onder een zeer scherpe dakhelling of onder een dak zonder dakgoot wordt
geïnstalleerd, moet een dakgoot of omlegger worden gemonteerd om te voorkomen dat er te veel water
op het apparaat terechtkomt.
6. Gebruik de warmtepomp niet als er onderdelen onder water zijn geweest. Bel onmiddellijk een
gekwalificeerde vakman om de warmtepomp te inspecteren en een deel van het besturingssysteem te
vervangen, dat ondergedompeld is.
De warmtepomp zal tijdens de werking condens (water) produceren. De basis van de warmtepomp is zo
ontworpen dat de condensatie via de onderste afvoerpoort kan worden afgevoerd. De condensatie zal
toenemen naarmate de luchtvochtigheid in de buitenlucht toeneemt. Controleer het volgende, op
regelmatige tijdstippen om een goede afvoer van het condensaat te garanderen:
1. Inspecteer de afvoerpoort aan de onderzijde van het apparaat en verwijder het vuil dat de poort zou
kunnen verstoppen.
2. Houd het luchtinlaat- en afvoergebied vrij van vuil, zodat de luchtstroom door de warmtepomp niet
beperkt. De koelere afvoerlucht mag zich niet ophopen en moet in de zijdelingse luchtaanzuig worden
aangezogen. Bij normaal gebruik produceert de warmtepomp tien tot twintig liter condensaat per uur. Als de
condensaatafvoer tijdens werking boven dit bereik ligt of als er water uit de basis blijft lopen als de
warmtepomp langer dan een uur niet in werking is, kan er een lek in de interne leidingen zijn ontstaan. Bel
een gekwalificeerde warmtepomptechnicus om het probleem te onderzoeken.
OPMERKING: Een snelle manier om te controleren of het water dat door de afvoer loopt condenswater is,
is om de warmtepomp af te sluiten en de zwembadpomp draaiende te houden. Als het water niet meer uit
de bodempan loopt, is het condenswater. Een nog snellere manier om het afvoerwater te testen op chloor,
als er geen chloor aanwezig is, dan is er sprake van condensatie.
9
NL

10
5.1 Instellingen
M
M
M
Druk 10 seconden op , krijg het geluid “B” , op het LCD display verschijnt “0" “27”.
Druk nog een keer op ''1'', ''27''. Druk op voor de temperatuur instelling, druk op
of om de temperatuur te wijzigen. Druk opnieuw op om te bevestigen.
Druk nog een keer op ''8'', ''1'. Druk op voor de Modus instelling, druk op
of om te wijzigen. Druk op opnieuw om te bevestigen.
Druk nog een keer op ''9'', ''0'. Druk op voor de waterpomp instelling, druk
op of om te wijzigen. Druk op opnieuw om te bevestigen.
Druk nog een keer op ''A'', ''40'. Druk op om terug te keren naar de water
temperatuur instelling, druk op of om te wijzigen. Druk opnieuw op om
te bevestigen.
Druk nog een keer op ''B'', ''5''. Druk op voor de Oververhitting
beveiligingsinstelling (verwarmmodus), druk op of om te wijzigen. Druk
opnieuw op om te bevestigen.
Druk nog een keer op ''B'', ''35''. Druk op voor de Instelling elektronische
expansieklep instelling, druk op of om te wijzigen. Druk opnieuw op om
te bevestigen.
Druk nog een keer op ''E'', ''40''. Druk op voor de max. temperatuur
instelling, druk op of om te wijzigen. Druk opnieuw op om te
bevestigen.
Druk nog een keer op ''G'', ''8''. Druk op voor de omgevingstemperatuur
instelling, druk op of om te wijzigen. Druk opnieuw op om te
bevestigen.
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
M
NL

NO.
Standby-status
De omgevingstemperatuur
van het LCD-scherm en
huidige modus
initialisatie
SET IN NO. ROOM OUT VALVE ROO
M
TEM
P
HUM
h
MI
N
h
MI
N
%
C F %
C F C
FAN AUTO 1 ON
2 OF
F
pa
st
NO.
C
Parameter 01
om de temperatuur van het
inlaatwater in de verwarmings-
modus in te stellen (15-40 ℃)
Standaardinstelling: 40 ℃
NO.
Parameter 08
Modus: 1 (koelen +
verwarmen) 2 bijverwarming
(Koelen + verwarmen) 3
(alleen verwarmen)
NO. VAL
VE
"0" langdurige operatie voor
waterpomp
"1" waterpomp wordt uitgeschakeld
nadat de hele unit gedurende 30
seconden is uitgeschakeld,
initialisatie "0".
AUX
5.2 Functies van het bedieningspaneel
Instellen parameter
Onder de stand-by modus, druk op "M"-toets 10s om de interface voor het instellen van de bedrijfsparameters te openen;
Druk opnieuw op "M" om de instelling te starten (parameter van 00-D,zie de Bedrijfsparametertabel);
e
Druk onder parameterinstelling op of om gegevens in te stellen;
Let op: gedurende 10 seconden geen beweging op het scherm, het LCD-scherm geeft de water-in / water-uit temp weer.
(Onder stromend) of omgevingstemp. (onder standby-status)
Onder de lopende status kunt u op M 10 drukken om de huidige parameters te controleren, maar u kunt de gegevens van
parameters niet wijzigen!
Opmerkingen: Stand-by status betekent dat de unit is aangesloten op elektriciteit, maar niet werkt.
Druk op de M-toets 10
Seconden voor de Modus
te wijzigen in de Standby-
modus of de operationele
parameters in werking of
standby modus instellen.
Auto-Modus
Standaar instelling:
Temp. 30° C
Druk op om in en
uit te schakelen Houd de SET-knop 5
seconden ingedrukt om
de klok in te stellen.
Houd 5 seconden ingedrukt om het
apparaat IN / UIT te schakelen
11
NL

IN OUT
C C
Spoel temp
.
C
Gas retourtemperatuur-
C
Omgevingstemperatuur
.
C
Hoe u de huidige status kunt achterhalen
Druk onder de lopende status 10 seconden op "M" om de huidige status van de
warmtepomp te controleren! U kunt de water-in / water-uit-temp,
condensortemperatuur en omgevingstemperatuur controleren, let op: gelieve geen
nota te nemen van geen motie op de vertoning voor 10s, het LCD-display geeft
weer water-in / water uit temp / (onder stromend) of omgevingstemperatuur (unit
stopt).
Inlaat- / uitlaat-
watertemperatuur
12
NL

5.3 Tabel voor gebruiksinstellingen
Elektronische
expansieklepmodus
0 (Manueel)/
1 (AUTO) 1
Automatische herstart na
uitschakelen
1(Vermelding)
0-3 3(Warm
water )
De waterpomp blijft draaien of
stopt gedurende 30 seconden
nadat de compressor is gestopt
0(blijven lopen)
/1(Stoppen)
A 8-60℃40℃
C Elektronische expansieklep,
handmatige stappen 10~50 35
E Instelling voor de max. temperatuur 30-70℃40℃
F DeltaT-instelling 1-20℃2℃
G Bescherming bij
omgevingstemperatuur (min.)
-15℃-15℃8℃Verandering door technicus
Verandering door technicus
Verandering door technicus
Verandering door technicus
Verandering door technicus
Verandering door technicus
Verandering door technicus
Verandering door technicus
Ja
Verandering door technicus
Instelling temperatuur retourwater
(verwarmingsmodus)
Betekenis Bereik Standaard Wijzigen (ja / nee)
Teken
Modus (alleen
Koeling / warmtepomp / elektrische
bijverwarming / warm water)
Auto-modus (retourwatertemperatuur)
13
NL

6.
Onderhoud en inspectie
6.1 Onderhoud
- Controleer de watertoevoer en de ontlader vaak. U moet voorkomen dat er geen water of lucht in het systeem komt, of
dat de prestaties en de betrouwbaarheid van het apparaat worden beïnvloed. U dient het waterfilter regelmatig te
reinigen om schade aan het apparaat door vastlopen van het filter te voorkomen.
- Er moet een droge, sanitaire en ventilatieruimte rond de units zijn. Om de zijverwarmingswisselaar regelmatig te
reinigen voor het houden van een goede opwarming en het besparen van energie.
- Controleer elke werking van elk proces in de pomp, om de werkdruk van het koelmiddelsysteem in de gaten te houden.
U dient deze op tijd te onderhouden of te wijzigen.
- Controleer de stroomvoorziening en de kabelaansluiting vaak, let op een abnormale werking of een slechte geur van
het elektrische onderdeel. Als dat het geval is, dient u het te onderhouden of op tijd te vervangen.
Gelieve al het water in de waterpomp en het watersysteem lozen, zodat de waterpomp of het watersysteem niet bevriest.
U zou het water op de bodem van de waterpomp moeten lozen als de eenheden voor lange tijd zullen stilstaan. En u zou
de eenheden grondig moeten controleren en het systeem met water volledig vullen voordat u de pomp weer aanzet.
6.2 Problemen oplossen
Storing Controller
display Oorzaak Oplossing
Water in de pomp,
sensorfout PP 01 De sensor is open of kortsluiting Controleer of vervang de sensor
Water uit de pomp, sensorfout PP 02 De sensor is open of kortsluiting Controleer of vervang de sensor
Spoel 1 sensorfout (verwarmingswijze) PP 03 De sensor is open of kortsluiting Controleer of vervang de sensor
Defecte gasretoursensor PP 04 De sensor is open of kortsluiting Controleer of vervang de sensor
Omgevingssensor storing PP 05 De sensor is open of kortsluiting Controleer of vervang de sensor
Te veel verschil
tussen water- in en
water- uit
PP 06 Watervolume te laag Verhoog het watervolume
Hoge druk bescherming EE 01 De druk van het
koelmiddelsysteem is hoog
Controleer de drukmeter, verhoog
het watervolume
Lage druk bescherming E E02 De druk van het
koelmiddelsysteem is hoog
Controleer het watervolume en of
het watersysteem niet is
vastgelopen
Stroomschakelaar storing EE 03 Geen water/weinig water in
het watersysteem.
Controleer het watervolume
en of het watersysteem niet is
vastgelopen
3times display PP06 (te
veel verschil tussen water-
in en uit) in 30 minuten
EE 05
Watervolume niet
voldoende,
waterdrukverschil is
te klein.
Controleer het watervolume en of
het watersysteem niet is
vastgelopen
Communicatiestoring EE 08 Draadregelaar en de
PCB-aansluitingsfout Controleer de draadaansluiting
14
NL

7.
Elektrisch schema van de warmtepomp
15
NL

Veiligheidsmaatregelen
Betekenis van de symbolen die op de waterpomp worden weergegeven.
WAARSCHUWING
Dit apparaat gebruikt een brandbaar koelmiddel (R32).
Als het koelmiddel lekt en in contact komt met vuur of een
verwarmingselement,
het zal schadelijk gas creëren en er is gevaar voor brand.
Lees de handleiding aandachtig door voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Het servicepersoneel wordt verzocht de handleiding en installatie instructies zorgvuldig te lezen
voordat het apparaat in gebruik wordt genomen.
Meer informatie is beschikbaar in de BEDIENINGSINSTRUCTIES, INSTALLATIEBEDRIJF en dergelijke.
•Er worden roterende onderdelen en onderdelen die een elektrische schok kunnen veroorzaken,
gebruikt in dit product. Zorg ervoor dat u deze "Veiligheidsmaatregelen" leest voor gebruik.
•Aangezien de hier getoonde voorzorgsmaatregelen belangrijk zijn voor de veiligheid, dient u deze in
acht te nemen.
•Bewaar deze handleiding na het lezen ervan samen met de installatiehandleiding in een handige
plaats voor gemakkelijke referentie.
•Zorg ervoor dat u een garantiekaart ontvangt van uw verkoper en controleer of de gekochte gegevens
en de winkelnaam, enz. correct zijn ingevoerd.
Markeringen en de betekenis
WAARSCHUWING Een onjuiste behandeling kan met grote waarschijnlijkheid ernstig gevaar opleveren, zoals de
dood, ernstig letsel, enz.
.
LET OP Onjuiste behandeling kan, afhankelijk van de omstandigheden, ernstig gevaar opleveren.
Betekenis van de, in deze handleiding, gebruikte symbolen
: Zeker niet doen.
: Volg de instructies
: Steek nooit uw vinger of stok in, enz.
: Stap nooit op de binnen/buitenunit en doe er niets op.
: Gevaar voor elektrische schokken. Wees voorzichtig.
: Zorg ervoor dat u de stekker uit het stopcontact haalt.
: Zorg ervoor dat u de stekker uit het stopcontact haalt.
: Risico op brand.
16
NL

WAARSCHUWING
Sluit het netsnoer niet aan op een tussenliggend punt, gebruik geen verlengsnoer en sluit geen meerdere apparaten aan op de
warmtepomp.
•Dit kan oververhitting, brand of een elektrische schok veroorzaken.
Zorg ervoor dat de stekker vrij is van vuil en steek deze stevig in het stopcontact.
•Een vuile stekker kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Bundel het netsnoer niet, trek er niet aan, beschadig het niet en wijzig het niet, en breng er geen hitte op aan
en plaats er geen zware voorwerpen op.
•Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Zet de stroomonderbreker niet UIT/AAN en trek de stekker niet uit het stopcontact tijdens het
gebruik.
•Dit kan vonken veroorzaken, die brand kunnen veroorzaken.
Stel uw lichaam niet voor langere tijd rechtstreeks bloot aan koele lucht.
•Dit kan schadelijk zijn voor uw gezondheid.
Het apparaat mag niet worden geïnstalleerd, verplaatst, gedemonteerd, gewijzigd of gerepareerd door de gebruiker.
•Een verkeerd behandelde warmtepomp kan brand, elektrische schokken, verwondingen of waterlekkage
veroorzaken, enz. Raadpleeg uw dealer.
•Als het netsnoer beschadigd is, moet het door de fabrikant of zijn servicemedewerker worden vervangen om
gevaar te voorkomen.
•
Zorg er bij het installeren, verplaatsen of onderhouden van
de unit voor dat er geen andere stoffen dan het opgegeven
koudemiddel (R32) in het koudemiddelcircuit terechtkomen.
- De aanwezigheid van vreemde stoffen, zoals lucht, kan een abnormale werking hebben.
Drukstijging en kan leiden tot een explosie of letsel.
- Het gebruik van een ander koelmiddel dan voor het systeem is voorgeschreven, zal leiden tot
een mechanische storing, een storing in het systeem of een storing van de eenheid.
In het ergste geval kan dit leiden tot een ernstige belemmering van de productveiligheid.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten, of een gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij zij toezicht of instructies hebben gekregen over het
gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte zonder continu werkende ontsteking.
bronnen (bijvoorbeeld: open vlammen, een werkend gastoestel of een werkende elektrische verwarming).
Steek uw vinger, een stok of andere voorwerpen niet in de luchtinlaat of -uitlaat.
•Dit kan letsel veroorzaken, aangezien de ventilator binnenin tijdens het gebruik met hoge snelheden
draait.
•
In geval van een abnormale toestand (zoals een brandende geur), de warmtepomp stoppen en de stekker
uit het stopcontact halen of de hoofdschakelaar uit te schakelen.
•- Een voortzetting van de werking in de abnormale toestand kan een
storing veroorzaken,
•brand, of elektrische schok. Raadpleeg in dit geval uw dealer.
Wanneer de warmtepomp niet afkoelt of verwarmt, bestaat de
mogelijkheid dat er koudemiddellekkage optreedt. Als er
koudemiddellekkage wordt geconstateerd,
stop de werkzaamheden en ventileer de ruimte goed en
raadpleeg onmiddellijk uw dealer. Als een reparatie inhoudt dat
het apparaat met koudemiddel moet worden opgeladen, vraag
dan de servicetechnicus om meer informatie.
•Het gebruikte koudemiddel in de warmtepomp is niet schadelijk. Normaal
gesproken,
•het lekt niet. Echter, als er koudemiddel lekt en in contact komt met vuur of het
verwarmen van een deel van zo'n ventilatorkachel, kerosinekachel of kooktoestel,
zal het schadelijk gas veroorzaken en bestaat er gevaar voor brand.
17
NL

De gebruiker mag nooit proberen de binnenkant van de binnenruimte te wassen.
eenheid. Als de binnenkant van het apparaat moet worden gereinigd, neem dan contact op met uw dealer.
•Ongeschikt reinigingsmiddel kan schade veroorzaken aan het plastic materiaal in het toestel, wat kan
leiden tot waterlekkage. Mocht er een reinigingsmiddel nodig zijn
•in contact komen met elektrische onderdelen of de motor, zal het leiden tot een storing, rook of brand.
•Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte zonder continu
werkende ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open vuur, een werkend
gastoestel of een werkend elektrisch verwarmingstoestel).
•Houd er rekening mee dat koelmiddelen geen geur mogen bevatten.
•Gebruik geen middelen om het ontdooiproces te versnellen of om
•het apparaat te reinigen, anders dan aanbevolen door de fabrikant.
•Niet doorboren of verbranden.
Dit apparaat moet buitenshuis worden geïnstalleerd of in ruimtes die het hieronder aangegeven
vloeroppervlak overschrijden.
GL50 : 2,2 m2 of groter
GL60 : 2,3 m2 of groter
GL71/80: 3,1 m2 of groter
Raak de luchtinlaat of de aluminium plekken van de warmtepompunit niet aan.
•Dit kan letsel veroorzaken.
Gebruik geen insecticiden of ontvlambare sprays op het apparaat.
•Dit kan brand of vervorming van het apparaat veroorzaken.
Stel huisdieren of kamerplanten niet bloot aan een directe luchtstroom.
•Dit kan letsel aan de huisdieren of planten veroorzaken.
Plaats geen andere elektrische apparaten of meubels onder de warmtepompunit.
•Laat het toestel niet achter op een beschadigde installatiestandaard.
Lassen Sie das Gerät nicht auf einem beschädigten Installationsständer stehen.
•Het toestel kan vallen en letsel veroorzaken.
Stap niet op een onstabiele bank om het toestel te bedienen of te reinigen.
•Dit kan letsel veroorzaken als u valt.
Trek niet aan het netsnoer.
•Hierdoor kan een deel van de kerndraad breken, wat kan leiden tot oververhitting of brand.
Laad of demonteer de batterijen niet op en gooi ze niet in het vuur.
Dit kan leiden tot lekkage van de batterijen of tot brand of een explosie.
Gebruik het apparaat niet voor speciale doeleinden, zoals het bewaren van voedsel,
het fokken van dieren, het kweken van planten, of het bewaren van precisie-apparatuur of kunstvoorwerpen.
•Dit kan leiden tot kwaliteitsverlies of schade aan dieren en planten.
Stel verwarmingstoestellen niet bloot aan een directe luchtstroom.
•Dit kan onvolledige verbranding veroorzaken.
Voordat u het apparaat reinigt, schakelt u het uit en haalt u de stekker uit het stopcontact of
zet u de stroomonderbreker uit.
•Dit kan letsel veroorzaken, aangezien de ventilator binnenin tijdens het gebruik op hoge snelheid draait.
Wanneer het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt, dient u de stekker uit het
stopcontact te halen of de hoofdschakelaar uit te schakelen.
•Het apparaat kan vuil ophopen, wat kan leiden tot oververhitting of brand.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is wanneer het
apparaat samen met een verwarmingstoestel wordt gebruikt.
•Onvoldoende ventilatie kan leiden tot zuurstofgebrek.
er na het gebruik van de warmtepomp gedurende meerdere seizoenen naast de
normale reiniging ook inspectie en onderhoud uit.
•Vuil of stof in de unit kan een onaangename geur veroorzaken, bijdragen aan de
groei van schimmels, zoals schimmel, of de doorgang van de afvoer verstoppen, en
water uit de binnen pomp laten lekken. Raadpleeg uw dealer voor inspectie en
onderhoud, die gespecialiseerde kennis en vaardigheden vereisen.
LET OP
18
NL
Table of contents
Languages:
Other Interline Heat Pump manuals
Popular Heat Pump manuals by other brands

Johnson Controls
Johnson Controls VBR09 Series Installation, operation and maintenance manual

Hitecsa
Hitecsa MISTRAL Series Installation, operation & maintenance manual

Bryant
Bryant 662A Installation and start-up instructions

Nibe
Nibe S1155 Safety information

Sanyo
Sanyo 09KH11W operating instructions

Bard
Bard I30H1-A installation instructions

Sanyo
Sanyo ECO-i APR-RZP 1350BAB Kit datasheet

GE
GE AZ75H09DAC datasheet

ClimateMaster
ClimateMaster HS series Installation, operating, & maintenance instructions

PoolFact Industries
PoolFact Industries Perfectemp PT4 owner's manual

Bradford White
Bradford White RE2H65T 1NCWT Series quick guide

Bryant
Bryant 548J A Series installation instructions