inventum LK010 User manual

Elektrisch gasfornuis
GAS-ELECTRIC COOKER
LK010
•gebruiksaanwijzing
•instruction manual

2•

Nederlands
English
•3
1. veiligheidsvoorschriften pagina 4
2. product omschrijving pagina 9
3. voor het eerste gebruik pagina 10
4. installatie pagina 10
5. de branders ontsteken en bedienen pagina 14
6. bediening van de multifunctionele oven pagina 15
7. baktips en baktabel pagina 16
8. reiniging en onderhoud pagina 18
9. storingen en oplossingen pagina 20
Algemene service- en garantievoorwaarden pagina 38
1. safety instructions page 22
2. appliance description page 26
3. before first use page 27
4. installation page 27
5. how to use the burners page 31
6. operating the multi-functional oven page 32
7. baking tips and baking table page 33
8. cleaning and maintenance page 35
9. problems and solutions page 37
General terms and conditions of service and warranty page 40

• Lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en geheel
door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze
zorgvuldig voor latere raadpleging.
• Gebruik dit apparaat uitsluitend voor de in de gebruiksaanwijzing
beschreven doeleinden. Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen
in dit apparaat. Het fornuis is alleen geschikt voor het bereiden
van voedsel. Het apparaat is niet geschikt voor industrieel of
laboratorium gebruik.
• WAARSCHUWING: het apparaat en de toegankelijke delen
worden heet tijdens het gebruik. Raak hete delen niet aan. Houd
kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt tenzij er voortdurend op
hen wordt gelet.
• Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder
en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale
vermogens of gebrek aan ervaring of kennis, wanneer zij het apparaat
onder toezicht gebruiken of zijn geïnstrueerd over het veilige gebruik
ervan en zij de daaruit voortkomende gevaren begrijpen.
• Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
• Het apparaat mag niet door kinderen worden gereinigd of
onderhouden, tenzij dit onder toezicht gebeurt.
• Bewaar geen voorwerpen in kastjes boven of achter het apparaat die
voor kinderen interessant zijn.
• De kookzones worden warm tijdens het gebruik en blijven na gebruik
ook nog een tijd warm. Laat geen kleine kinderen in de buurt tijdens
en vlak na het koken.
• Let op: Vloeistoffen en ander voedsel mogen niet opgewarmd
worden in gesloten conservenblikken, omdat deze kunnen
exploderen door de druk.
• Alcoholdampen kunnen vlam vatten. Nooit gerechten klaar
maken die een hoog percentage alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank gebruiken met een hoog alcoholpercentage. De
ovendeur voorzichtig openen.
• De buitenzijde van het fornuis kan warm worden nadat het fornuis
langdurig is gebruikt. Dit geldt ook voor de ovendeur. Bij langdurig
gebruik op de maximale temperatuur wordt de ruit van de ovendeur
heet. Let op als er kinderen in de buurt zijn.
Nederlands
veiligheidsvoorschriften
1
4•Nederlands

Nederlands •5
• WAARSCHUWING: brandgevaar: laat niets op het fornuis staan.
• WAARSCHUWING:koken met vet of olie op een fornuis zonder
toezicht kan gevaarlijk zijn en kan brand tot gevolg hebben.
Probeer NOOIT de brand te blussen met water, maar zet het
apparaat uit en dek de vlammen daarna af met bijvoorbeeld een
deksel of een blusdeken.
• Het fornuis moet regelmatig gereinigd worden en verwijder
voedselresten.
• Wanneer er krassen op de ruit van de ovendeur zitten,
kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
• Gebruik het apparaat niet als werkblad. Het apparaat kan per ongeluk
worden ingeschakeld of nog heet zijn, waardoor voorwerpen kunnen
smelten, heet worden of vlam vatten.
• Dek het apparaat nooit af met een doek of iets dergelijks. Als het
apparaat nog heet is of wordt ingeschakeld, bestaat er brandgevaar.
• Gebruik nooit een hogedruk- of stoomreiniger voor het reinigen van
het fornuis.
• In geval van rook het fornuis uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact verwijderen. Houd de ovendeur gesloten om de
vlammen te verstikken.
• Controleer of het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp
vervangt om het risico op een elektrische schok te vermijden.
• Zet geen toebehoren van de oven op de open ovendeur.
• De bodem van de oven nooit afdekken met aluminiumfolie.
Aluminiumfolie houdt warmte tegen en geeft daardoor slechte
bakresultaten. Bovendien kan het emaille van de ovenbodem
beschadigd raken.
• Het fornuis heeft een ventilator die de ovenmantel koelt. Nadat de
oven is uitgeschakeld, kan deze ventilator nog enige tijd nadraaien.
• Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik.
• Houd natuurlijke ventilatie-openingen open.
• Bij langdurig gebruik van het fornuis is extra ventilatie noodzakelijk.
Zet bijvoorbeeld een raam open of installeer een mechanische
ventilator.
• Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de hoge vlammen kan
brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde ventilator.
• De branderdelen zijn heet tijdens en direct na het gebruik.
• Vermijd directe aanraking en contact met niet-hittebestendige
materialen.
• Dompel hete branderdeksels en pannendragers nooit onder in koud
water. Door de snelle afkoeling kan het materiaal beschadigen.

• De afstand van de pan tot een knop of niet-hittebestendige wand
moet altijd groter zijn dan twee centimeter. Bij kleinere afstanden
kunnen door de hoge temperatuur de knoppen of de wand
verkleuren en/of vervormen.
• Gebruik altijd de pannendragers en geschikt kookgerei.
• Plaats de pan altijd op de pannendrager. Het plaatsen van de pan
direct op de branderdeksel kan tot gevaarlijke situaties leiden.
• Aluminium bakjes of folie zijn niet geschikt als kookgerei. Ze kunnen
inbranden op de branderdeksels en pannendragers.
• Het fornuis kan alleen goed functioneren wanneer de branderdelen
via de geleidingsnokken in elkaar zijn gezet. Zorg ervoor dat de
pannendragers recht tegen elkaar en vlak op de vangschaal liggen.
Alleen op deze manier kunnen de pannen stabiel geplaatst worden.
• Zorg ervoor dat ovenwanten of pannenlappen niet te dicht bij de
vlam komen.
• De glazen afdekplaat altijd omhoog zetten bij het gebruik van het
kookgedeelte.
• De glazen afdekplaat kan door verhitting breken. Controleer
of alle branders uitgeschakeld en afgekoeld zijn voordat u de
afdekplaat sluit.
• Maak de glazen afdekplaat droog als er water opligt, voordat u deze
opent. Doet u dit niet dan kan er vocht in het fornuis terecht komen.
• De glazen afdekplaat niet als werkblad gebruiken.
• Dit apparaat mag alleen door een erkend installateur worden
aangesloten.
• Defecte onderdelen mogen alleen vervangen worden door originele
onderdelen. Alleen van die onderdelen kan de fabrikant garanderen
dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
• Indien de aansluitkabel beschadigd is, mag deze alleen worden
vervangen door de fabrikant, zijn service-organisatie of gelijkwaardig
gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
• Het apparaat mag niet via een verdeelstekker of verlengsnoer op het
elektriciteitsnet worden aangesloten. Hiermee kan veilig gebruik van
het apparaat niet worden gewaarborgd.
• Het apparaat moet altijd geaard zijn.
• De wanden en het werkblad rondom het apparaat moeten minimaal
tot 85°C hittebestendig zijn. Ook al wordt het apparaat zelf niet
warm, door de warmte van een hete pan kan de wand verkleuren of
vervormen.
• Het niet schoon houden van het fornuis kan leiden tot slijtage wat
weer effect heeft op de levensduur en kan resulteren in gevaarlijke
6•Nederlands

situaties.
• Het fornuis is niet geschikt om gebruikt te worden met een timer of
een aparte afstandsbediening.
• Sluit het apparaat alleen aan op wisselstroom, op een randgeaarde
wandcontactdoos, met een netspanning overeenkomstig met de
informatie aangegeven op het typeplaatje van het apparaat.
• De veiligheid tijdens het gebruik is alleen gegarandeerd als de
montage technisch correct en in overeenstemming met dit
installatievoorschrift is uitgevoerd. De installateur is aansprakelijk voor
schade veroorzaakt door een foutieve montage.
• De gasaansluiting moet voldoen aan de nationale en regionale
veiligheidsvoorschriften. Laat het fornuis daarom aansluiten door een
erkende installateur.
• De elektrische aansluiting mag alleen worden uitgevoerd door een
bevoegde electriciën. Deze is op de hoogte van de nationale en
regionale veiligheidsvoorschriften waaraan de aansluiting moet
voldoen.
• Het fornuis behoort tot beschermingsklasse I en mag alleen worden
gebruikt in combinatie met een geaarde aansluiting. De fabrikant is
niet aansprakelijk voor de ongeschikte werking en de mogelijke schade
veroorzaakt door ongeschikte installaties.
• Het fornuis moet worden aangesloten op een vaste installatie waarin
middelen voor uitschakeling zijn ingebouwd, in overeenstemming met
de voorschriften van de installatie.
• Zorg ervoor dat de voedingskabel niet bekneld raakt tijdens de
installatie of langs scherpe randen loopt. Hij moet zo geplaatst worden
dat er geen hete delen van het fornuis geraakt worden.
• Het aansluitpunt, de wandcontactdoos en/of de stekker moeten altijd
toegankelijk zijn.
• Door verkeerde installatie, aansluiting of montage vervalt de garantie.
• Attentie: elke wijziging in het apparaat, inclusief het vervangen van
de voedingskabel, moet worden uitgevoerd door personeel van de
technische dienst met een specifieke opleiding.
• Dompel het snoer of de stekker nooit onder in water.
• Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor huishoudelijk gebruik.
Wanneer het apparaat oneigenlijk gebruikt wordt, kan er bij eventuele
defecten geen aanspraak op schadevergoeding worden gemaakt en
vervalt het recht op garantie.
• Als u besluit het apparaat, vanwege een defect, niet langer
te gebruiken, adviseren wij u, nadat u de stekker uit de
wandcontactdoos heeft verwijderd, het snoer af te knippen.
Huishoudelijke apparaten mogen niet bij het gewone huisvuil
Nederlands •7

worden gevoegd. Breng het apparaat naar een speciaal centrum
voor gescheiden afvalinzameling van uw gemeente om op
verantwoorde wijze en conform overheidsbepalingen recycled te
worden.
8•Nederlands

Nederlands •9
1. Glazen afdekplaat
2. Normaalbrander
3. Sudderbrander
4. Normaalbrander
5. Sterkbrander
7. Pandrager - 2 stuks
6. Thermostaatlampje van de oven
7. Controlelampje van de oven
8. Gasregelknoppen - links
9. Gasregelknoppen - rechts
10. Temperatuurknop
11. Aan/ uit en ovenfunctieknop
12. Ovendeur
13. Schuiflade
14. Ovenlampje
15. Niveau’s in oven
16. Bakplaat
17. Rooster
4
5
10
8
6
2
3
13
12
7
9
11
1
2product omschrijving
14
15
16 17

voor het eerste gebruik
3
Voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik neemt, dient u als volgt te werk te gaan: pak het fornuis voorzichtig uit en
verwijder al het verpakkingsmateriaal en eventuele promotionele stickers. De verpakking (plastic zakken, piepschuim en karton)
buiten het bereik van kinderen houden. Controleer na het uitpakken het apparaat zorgvuldig op uiterlijke schade, mogelijk ontstaan
tijdens transport. Controleer of de spanning overeenkomt met die vermeld staat op het typeplaatje. Voor de installatie van het fornuis
volgt u de instructies in het hoofdstuk INSTALLATIE.
Reinig het fornuis en alle accessoires met warm water en een mild reinigingsmiddel. Goed naspoelen met alleen water en droog
maken.
Verwarm de oven ongeveer 30 minuten op de hoogste temperatuur om alle achtergebleven productieresten, zoals olie, te
verwijderen. U voorkomt hiermee dat er onaangename geuren ontstaan tijdens het bereiden van voedsel.
10 •Nederlands
installatie
4
De installatie instructies zijn bestemd voor gekwalificeerde installateurs die het fornuis voor u installeren. Met behulp van deze
instructies kan het fornuis op een zo professioneel mogelijke manier geïnstalleerd en onderhouden worden.
• Verzeker u ervan dat de regionale en landelijke distributievoorwaarden (het soort gas en de gasdruk) en de instelling van het
apparaat geschikt zijn, voordat u begint met de installatie.
• De instellingsgegevens staan vermeld op de verpakking en op het typeplaatje.
• Dit apparaat is niet aangesloten op kanalen voor de afvoer van verbrandingsgassen. Het moet worden geïnstalleerd en aangesloten
volgens de geldende installatievoorschriften. U dient in het bijzonder rekening te houden met de vereisten voor ventilatie.
OPSTELLING VAN HET FORNUIS
• De locatie van het fornuis moet droog en goed gelucht zijn en een goed werkende ventilatie bezitten in overeenstemming met de
geldende technische voorschriften. De geschiktheid van de ruimte voor het opstellen van een gasfornuis wordt geëvalueerd op
basis van volgende rechtsvoorschriften.
• De ruimte moet voorzien zijn van een ventilatiesysteem dat verbrandingsgassen die tijdens het verbrandingsproces ontstaan,
naar buiten afvoert. Deze installatie moet bestaan uit een ventilatierooster of een afzuigkap. Afzuigkappen moeten gemonteerd
worden volgens de bijgevoegde gebruikershandleidingen. De opstelling van het fornuis moet een vrije toegang tot alle
bedieningselementen garanderen.
• De ruimte moet ook de toevoer van lucht toelaten, die nodig is voor een correcte verbranding van het gas. De luchttoevoer
mag niet minder zijn dan 2m3/h voor 1 kW vermogen van de branders. De lucht moet direct van buiten aangevoerd worden door
een kanaal met een doorsnede van min. 100 cm2of direct uit aangrenzende ruimtes die uitgerust zijn met ventilatiekanalen die
afvoeren naar buiten.
• Als het fornuis intensief en lang gebruikt wordt, kan het noodzakelijk zijn om een raam te openen om de ventilatie te verbeteren.
• Vloeibaar gas is zwaarder dan lucht en heeft daarom de neiging om zich in de onderste niveaus te verzamelen. Ruimtes waarin
flessen met vloeibaar gas geïnstalleerd zijn moeten uitgerust zijn met ventilatiekanalen die vanuit de ruimte naar buiten leiden
en zo het gas kunnen afvoeren in geval van lekken. Om dezelfde reden mogen gasflessen, zowel lege als gedeeltelijk gevulde, niet
geïnstalleerd of bewaard worden in ruimtes die zich onder de grond bevinden (bv. in kelders). De flessen mogen zich niet dicht bij
een warmtebron bevinden (kachel, schouw, oven, enz.), die de temperatuur in de fles kan verhogen tot meer dan 50ºC.
• Het fornuis moet opgesteld worden op een harde, effen ondergrond (niet op een onderstel zetten).
• Voordat u het fornuis in gebruik neemt, moet u het waterpas zetten. Dit is vooral belangrijk voor het gelijkmatige verspreiden van
vet in de pan. Hiervoor dienen de regelpootjes die bereikbaar zijn als u de schuiflade er uit haalt. Regelbereik � 5mm.
AFZUIGKAP
min. 600 mm
min. 420 mm
min. 420 mm
min. 700 mm

Nederlands •11
MONTAGE VAN DE OMVALBEVEILIGING
De omvalbeveiliging wordt gemonteerd om te voorkomen dat het fornuis kantelt. Dankzij de omvalbeveiliging tegen het kantelen van
het fornuis voorkomt u dat een kind dat op de openstaande ovendeur klimt het fornuis laat kantelen.
Fornuis, hoogte 850 mm
A = 60 mm
B = 103 mm
Fornuis, hoogte 900 mm
A = 104 mm
B = 147 mm
A
B
HET FORNUIS AANSLUITEN OP DE GASINSTALLATIE
Opgelet!
Het fornuis moet op een gasinstallatie aangesloten met het soort gas waaraan het fornuis in de fabriek werd aangepast.
Informatie over het soort gas waaraan het fornuis aangepast is, vindt u op het typeplaatje. Het fornuis mag enkel
aangesloten worden door een erkend installateur met de gepaste kwalificaties en enkel een installateur mag het fornuis
aanpassen aan een ander soort gas.
Instructies voor de installateur
De installateur moet:
• gekwalificeerd zijn voor het aansluiten van gasinstallaties;
• de informatie op het typeplaatje van het fornuis inzake het soort gas waaraan het fornuis aangepast is doorlezen en de informatie
vergelijken met de gasleveringsvoorwaarden op de installatieplaats;
• controleren of:
- de ventilatie, d.w.z. de luchtcirculatie in de ruimtes, goed werkt;
- de gasaansluitingen lekvrij zijn;
- alle werkende onderdelen van het fornuis goed functioneren;
- de elektrische installatie kan functioneren samen met een aardingsleiding (nulleiding).
• de instellingen van de draaiknoppen voor de gasbranders met behulp van de bijgevoegde regelplaatjes regelen om een goede
werking van de vonkontsteking en de gaslekbeveiliging te garanderen.
Opgelet!
Het fornuis mag enkel door een erkend installateur op een gasfles met vloeibaar gas of een vaste gasinstallatie aangesloten worden.
Hierbij moeten de geldende veiligheidsvoorschriften in acht genomen worden.
Aansluiten op een flexibele stalen leiding
Als het fornuis in overeenstemming met de principes voor klasse 2, subklasse I, geïnstalleerd wordt, dan raden we aan om bij de
aansluiting van het fornuis op de gasinstallatie uitsluitend een elastische metalen leiding te gebruiken, die aan de geldende nationale
voorschriften voldoet. De verbinding die het gas naar het fornuis aanvoert, heeft een G½” schroefdraad.
Voor de aansluiting mogen enkel buizen en koppelingen gebruikt worden, die aan de geldende normen voldoen. De maximale lengte
van de elastische leiding mag niet meer dan 2000 mm bedragen.
Zorg ervoor, dat de aansluiting niet in contact komt met andere beweeglijke delen, die de aansluiting zouden kunnen beschadigen.

Aansluiten op een onbuigbare installatiebuis
Het fornuis heeft een verbindingsstuk met een G½” schroefdraad. Het fornuis moet zo op de gasinstallatie aangesloten worden, dat er
op geen enkel punt van de installatie en op geen enkel element van het fornuis spanning ontstaat.
Als er een overdreven draaimoment toegepast wordt bij het aandraaien (meer dan 20 Nm), dan kan dit de aansluiting beschadigen of
kan er lekkage ontstaan.
De gasleiding mag de metalen behuizing aan de achterzijde van het fornuis niet raken.
Attentie! Steeds nadat de drukregelaar vervangen wordt, moet het fornuis een technische keuring ondergaan die de gaskranen
en de uitstroombeveiliging omvat.
Opgelet! Na de installatie van het fornuis moet de afdichting van alle aansluitingen gecontroleerd worden met bv. water met
zeep. Er mag geen vuur gebruikt worden om de afdichting te controleren.
HET FORNUIS AANSLUITEN OP DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE
• Het fornuis is in de fabriek aangepast aan voeding met eenfasige wisselstroom (230V 1N~50Hz) en uitgerust met een
aansluitleiding van 3 x 1,5 mm2met een lengte van ongeveer 1,5 m met een stekker met aarding.
• Het stopcontact voor aansluiting op de elektrische installatie moet voorzien zijn van een aardingspin en mag zich niet
boven het fornuis bevinden. Het stopcontact voor aansluiting op de elektrische installatie moet ook na het opstellen van
het fornuis bereikbaar zijn voor de gebruiker.
• Voordat u het fornuis aansluit, moet u controleren of:
- de zekering en de elektrische installatie bestand zijn tegen de belasting van de oven,
- de elektrische installatie uitgerust is met een doeltreffend aardingssysteem dat voldoet aan de geldende normen en
voorschriften.
- het stopcontact goed bereikbaar is.
HET OMBOUWEN VAN HET FORNUIS NAAR EEN ANDER SOORT GAS
Het ombouwen van het fornuis naar een ander soort gas mag enkel uitgevoerd worden door een erkend installateur met de gepaste
kwalificaties.
Als het gas waarmee het fornuis gevoed moet worden, verschilt van het gas dat voor het fornuis voorzien is in de fabrieksversie, d.w.z.
G20 / 25 mbar, dan moeten de inspuiters vervangen worden en moet de vlam opnieuw ingesteld worden.
Om het fornuis om te bouwen naar de verbranding van een ander soort gas, moet u:
• de inspuiters vervangen (zie de gastabel hieronder);
• de “spaarvlam” instellen.
Opgelet! Het fornuis is door de producent uitgerust met inspuiters die in de fabriek aangepast zijn aan het verbranden van het gas dat
opgegeven is op het typeplaatje.
Gastabel
Vlam van de brander Omschakeling van aardgas naar
vloeibaar gas
Omschakeling van vloeibaar gas naar
aardgas
Vol 1. Vervang de inspuiter door de juiste
inspuiters volgens de gastabel
1. Vervang de inspuiter door de juiste
inspuiters volgens de gastabel
Spaarzaam 2. Draai de regelmoer lichtjes open en
regel de grootte van de vlam
2. Draai de regelmoer lichtjes open en
regel de grootte van de vlam
Om de instellingen te regelen moeten de gasregelknoppen verwijderd worden.
De toegepaste inspuiters van de gaskookplaat vereisen geen instelling van de basisluchtstroom. Een correcte vlam heeft binnenin
duidelijk blauwgroene kegeltjes.
Een korte, ruisende vlam of een lange, gele, rokende vlam zonder duidelijk afgetekende kegeltjes wijst op een slechte kwaliteit van het
gas in de huisinstallatie of een beschadigde of vervuilde brander. Om de vlam te controleren moet u de brander ongeveer 10 minuten
laten branden met volle vlam en daarna de draaiknop van het ventiel op spaarvlam plaatsen.
De vlam mag niet uitgaan of overspringen naar de branderkoppen.
12 •Nederlands
G25.3/25 mbar* G20/20 mbar G30/30 mbar
SOMIPRESS branders
Inspuiter
diameter
Inspuiter
markering
Inspuiter
diameter
Inspuiter
markering
Inspuiter
diameter
Inspuiter
markering
1 0.70 mm 71 0.72 mm 72 0.52 mm 52 1 Sudderbrander 1.0 kW
2 0.98 mm 98 0.98 mm 98 0.67 mm 67 2 Normaalbranders 1.8 kW
3 1.17 mm 116 1.17 mm 117 0.83 mm 83 1 Sterkbrander 2.8 kW

Vervanging van een inspuiter
Draai de inspuiter los met behulp van een speciale dopsleutel 7 en vervang de inspuiter door een nieuwe
die aangepast is aan het soort gas dat gebruikt gaat worden (zie de gastabel).
Opgelet! Het aanpassen van het fornuis aan een ander soort gas dan door de producent aangegeven is op het typeplaatje van het
fornuis, of de aankoop van een fornuis voor een ander soort gas dan het soort dat geïnstalleerd is in de woning, is uitsluitend een
beslissing van de gebruiker - installateur.
Bij fornuizen met beveiliging is een kraan met een gaslekbeveiliging toegepast volgens de tekening. De
kranen moeten ingesteld worden terwijl de brander aan is op de spaarvlam, dit met behulp van een
regelschroevendraaier van 2,5 mm.
Opgelet! Plak na aanpassen van het fornuis een etiketje met een beschrijving van het soort gas waaraan het fornuis is aangepast, op
het fornuis.
Nederlands •13

KEUZE VAN DE JUISTE POTTEN EN PANNEN
• Zorg ervoor dat de vlammen onder de pan blijven. Als de vlammen om de pan heen branden, gaat er veel energie verloren en de
handgrepen van de pan kunnen te heet worden.
• Gebruik pannen die qua diameter passen bij de branders. Dit vermindert de kooktijd.
• Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem.
• Gebruik de juiste hoeveelheid water voor het koken van voedsel en houd de deksel op de pan.
• Het is aangeraden om een pot te kiezen met een diameter van ongeveer 2,5-3 keer groter dan de diameter van de brander, d.w.z. :
• voor de sudderbrander - een diameter van 90 tot 150 mm
• voor de normaalbrander - een diameter van 160 tot 220 mm
• voor de sterkbrander - een diameter van 200 tot 240 mm en de hoogte van de pan mag niet groter zijn dan de diameter.
BRANDERS BEDIENEN
Controleer regelmatig of de branders en branderdeksels goed geplaatst zijn. Door een onjuiste plaatsing kan een slechte ontsteking,
ongunstige verbranding of beschadiging van de branderdeksels plaats vinden.
1. gastoevoer dicht
2. grootste vlam
3. kleinste vlam
4. thermokoppel
5. vonkonsteking
Let op: open altijd de glazen afdekplaat bij het gebruik van het kookgedeelte.
In de bedieningsknop zit een automatische vonkontsteking.
• Druk de bedieningsknop in en draai deze linksom naar de stand “grootste vlam”
.
• Houd de bedieningsknop minimaal 3 seconden goed ingedrukt. De geïntegreerde vonkontsteking zorgt ervoor dat de brander
ontsteekt en gaat branden.
• Blijf de bedieningsknop nog 10 seconden ingedrukt houden nadat de vlam aan is om de thermokoppel te activeren. Anders kan de
vlam direct weer uitgaan, omdat de thermokoppel nog niet actief is.
• Als de brander na 15 seconden niet brandt, moet u een minuut wachten voordat u de brander opnieuw probeert te ontsteken.
• Als de brander per ongeluk uitgaat, zal de thermokoppel (vlambeveiliging) in de betreffende brander de gastoevoer afsluiten (door
het overkoken van vloeistof, door tocht, geen toevoer van gas, etc.). Geen vlam = geen gas!
Goed instelde branders hebben een helderblauwe vlam met een duidelijk afgetekende kegel binnenin. De keuze van de grootte van de
vlam hangt af van de instelling van de bedieningsknop van de brander.
grote vlam
kleine vlam (zgn. “spaarvlam”)
uit (de gastoevoer is afgesloten)
Afhankelijk van de behoefte kan de grootte van de vlam geleidelijk ingesteld worden.
de branders ontsteken en bedienen
5
slecht goed
3
1
2
slecht goed
Opgelet!
Het is verboden om de vlam in
te stellen tussen de stand uit
en de stand grote vlam
.
14 •Nederlands
45

De oven beschikt over de volgende functies:
Ovenfunctie Omschrijving
Ovenverlichting
De ovenverlichting is onafhankelijk van de oven in te schakelen. Door de
draaiknop in deze stand te plaatsen wordt de binnenkant van de oven
verlicht.
Snel verwarmen Het bovenste verwarmingselement, het grillelement en de ventilator zijn
ingeschakeld. Te gebruiken voor het voorverwarmen van de oven.
Ontdooien Alleen de ventilator is ingeschakeld, er wordt geen enkel
verwarmingselement gebruikt.
Ventilator en supergrill
Als de draaiknop in deze stand staat, wordt de functie supergrill met
ventilator uitgevoerd. Deze functie versnelt het grillproces te versnellen
en geeft meer smaak aan het gerecht. Zorg dat de deur van de oven
gesloten is tijdens de bereiding.
Supergrill
Met de functie Supergrill worden gerechten gegrild terwijl het bovenste
verwarmingselement ook aan is. De functie zorgt voor een hogere
temperatuur in de bovenlaag van de oven, waardoor de gerechten meer
gebruind worden. Voor het grillen van grote porties vlees of gratineren.
Grillelement
Oppervlakkig grillen wordt toegepast om kleine porties vlees te braden:
steaks, schnitzels, vis, toasts, worstjes, ovenschotels te grillen (het
gegrilde gerecht mag niet dikker dan 2-3 cm zijn, tijdens het bakken moet
het omgedraaid worden).
Onderste verwarmingselement
Bij deze stand is enkel het onderste verwarmingselement aan. Speciaal
voor gebak dat via de onderkant gebakken moet worden (bijv. vochtig
gebak met vruchten).
Boven en onder verwarmingselement
Met deze functie wordt de oven op conventionele wijze verwarmd.
Ideaal om taarten, vlees, vis, brood, pizza te bakken op een enkel niveau
(voorverwarmen en gebruik van donkere bakplaten vereist).
bediening van de multifunctionele oven
6
De multifunctionele oven kan verwarmd worden met behulp van een verwarmingselement bovenaan en onderaan, een grillelement
en een verwarmingselement voor heteluchtcirculatie.
INSCHAKELEN
De oven kan bediend worden met behulp van de draaiknop voor de functie van de oven - draai de draaiknop naar de gewenste functie
om de oven in te stellen – en met behulp van de draaiknop van de temperatuurregelaar – draai de draaiknop naar de gewenste
temperatuur om de oven in te stellen.
UITSCHAKELEN
De oven kan uitgeschakeld worden door de beide knoppen terug te draaien naar de uit-stand [
/ 0 ].
Opgelet! Als er een ovenfunctie ingesteld is, wordt de verwarming (van een verwarmingselement) pas ingeschakeld als de
temperatuur ingesteld is.
0
5050
100
150
200
250
Nederlands •15

16 •Nederlands
Ovenfunctie Omschrijving
Hetelucht
Op de stand hetelucht wordt de verwarming van de oven
op gecontroleerde wijze ondersteund met behulp van een
heteluchtventilator die op een centrale plaats in de achterwand van de
ovenruimte gemonteerd is. In vergelijking met een conventionele oven
wordt een lagere baktemperatuur gebruikt.
Deze methode zorgt voor een gelijkmatige spreiding van de warmte rond
de gerechten in de oven.
Boven en onder verwarmingselement
met ventilator
Deze functie is het meeste geschikt voor het bakken van cakes. Wanneer
deze functie geselecteerd is, maar de temperatuur staat op 0 dan zal
alleen de ventilator aan zijn. Handig voor het afkoelen van gerechten.
Turbo hetelucht
De hetelucht en het onderste verwarmingselement zijn aan. Dit verhoogt
de temperatuur aan de onderkant van het gerecht. Ideaal voor nat gebak
en pizza.
Het inschakelen van de oven wordt aangegeven met twee lampjes, een thermostaatlampje en een controlelampje.
Het controlelampje rechts naast de klok geeft aan dat de oven ingeschakeld is. Als het thermostaatlampje uit gaat, heeft de oven de
ingestelde temperatuur bereikt. Als het recept aangeeft dat het gerecht in een voorverwarmde oven geplaatst moet worden, dan mag
u dit pas doen als het thermostaatlampje voor de eerste maal uitgaat.
Tijdens de bereiding zal het thermostaatlampje af en toe aan- en uitgaan (de temperatuur in de oven wordt op peil gehouden). Het
controlelampje kan ook branden als u de draaiknop in stand “Verlichting van de oven” plaatst.
HET GEBRUIK VAN DE GRILL
Tijdens het grillproces worden de gerechten verwarmd door een infrarood verwarmingselement.
• Zet de draaiknop van de oven op de grillstand om de grill in te schakelen.
• Verwarm de oven ongeveer 5 minuten voor (met gesloten deur).
• Plaats de bakplaat met het gerecht op het juiste niveau in de oven.
• Sluit de deur van de oven.
Voor de grillfunctie en supergrill moet de temperatuur ingesteld worden op 250°C. Voor de functie grill met ventilator mag
dit maximaal 190°C zijn.
Opgelet! Tijdens het grillen moet de deur van de oven gesloten zijn.
Laat geen kinderen bij de oven in de buurt komen als de grill gebruikt wordt. De buitenkant van de oven kan heet worden.
GEBAK
• Gebruik de bijgeleverde bakplaten of het rooster voor het bereiden van gebak.
• Gebak kan bereid worden in bakvormen of op bakplaten die op het rooster geplaatst moeten worden. Gebruik donkere bakvormen
omdat deze de warmte beter geleiden en de baktijd verkorten.
• Het is af te raden om bakvormen en bakplaten met een licht glimmend oppervlak te gebruiken wanneer u gebruik maakt van de
conventionele verwarmfunctie (boven en onder verwarmingselementen). Bij dit soort bakvormen wordt de onderkant van het
gebak niet goed gebakken.
• Bij het gebruik van de hetelucht functie hoeft de oven niet voorverwarmd te worden. Bij het gebruik van een andere ovenfunctie
moet de oven wel voorverwarmd worden voordat het gebak in de oven geplaatst wordt.
• Controleer de gaarheid van cake met een houten satéprikker. Als de cake gaar is, blijft het stokje droog en schoon wanneer u deze
erin steekt.
• Om te voorkomen dat een cake of taart in zakt, is het aan te raden om het gebak nog ongeveer 5 minuten in de oven te laten nadat
de oven uitgeschakeld is.
• De baktemperaturen bij het gebruik van de hetelucht functie zijn normaal gesproken ongeveer 20 tot 30 graden lager dan bij
conventioneel bakken (gebruik van de boven en onder verwarmingselementen).
• De gegevens voor gebak in de baktabel zijn ter indicatie en kunnen gecorrigeerd worden volgens uw eigen ervaring en culinaire
smaak.
• Indien de informatie in kookboeken duidelijk afwijkt van de waarden in de handleiding van het fornuis, kunt u het beste de richtlijnen
in de handleiding volgen.
VLEES BRADEN
• In de oven kunnen porties vlees van meer dan 1 kg bereid worden. Kleinere stukken kunnen beter gebakken worden op de
gasbranders van het fornuis.
• Gebruik bij het braden van vlees vuurvaste schotels. Ook de handgrepen van deze schotels moeten bestand zijn tegen hoge
temperaturen.
• Bij het braden van vlees op het rooster kan er op het laagste niveau een bakplaat met een klein laagje water worden geplaatst om
eventueel bakvocht op te vangen.
• Draai het vlees halverwege tijdens de bereidingstijd minstens één keer om. Om het vlees meer smaak te geven, kan het bakvocht of
de saus die ontstaat over het gerecht geschept worden. Dit kan ook met heet, zout water, maar nooit met koud water.
baktips en baktabel
7

Nederlands •17
BAKTABEL
Gerecht Ovenfuncties Temperatuur - °C Niveau Tijd in minuten
160 - 200 2 - 3 30 - 50
160 - 180 2 - 3 20 - 40*
140 - 160 2 - 3 10 - 40*
200 - 230 1 - 3 10 - 20
210 - 220 2 45 - 60
160 - 180 2 - 3 45 - 60
190 2 - 3 60 - 70
210 4 14 - 18
225 - 250 2 120 - 150
160 - 180 2 120 - 160
160 - 230 2 90 - 120
160 - 190 2 90 - 120
190 2 - 3 70 - 90
160 - 180 2 45 - 60
175 - 190 2 60 - 70
190 - 210 2 40 - 50
170 - 190 3 40 - 50
* kleine gebakjes
Belangrijk! De gegevens in de baktabel zijn ter indicatie en kunnen gecorrigeerd worden volgens uw eigen ervaring en culinaire smaak.

18 •Nederlands
reiniging en onderhoud
8
Het reinigen en onderhouden van het fornuis heeft een belangrijke invloed op de levensduur en probleemloze werking. Het fornuis
mag niet gereinigd worden met een stoomreiniger of hogedruk reiniger.
Voor de reiniging moet het fornuis uitgeschakeld worden. Let er hierbij op dat alle draaiknoppen in de uit-stand [
/ 0 ]
staan. De oven mag pas gereinigd worden als hij afgekoeld is.
DE GLAZEN AFDEKPLAAT REINIGEN
Reinig de glazen afdekplaat met een glasreiniger. Om de afdekplaat en het kookgedeelte goed te kunnen reinigen, kunt u de afdekplaat
verwijderen.
Open de afdekplaat en houd deze aan beide zijden vast. Trek de afdekplaat recht omhoog.
Monteer na het reinigen de afdekplaat in omgekeerde volgorde.
HET KOOKGEDEELTE REINIGEN
Reinig het kookgedeelte na elk gebruik om deze in een goede conditie te houden. Overgekookte etensresten kunnen gaan inwerken en
zijn moeilijker te verwijderen als ze langere tijd niet verwijderd worden.
Gebruik voor het reinigen van het kookgedeelte een mild reinigingsmiddel zoals afwasmiddel. De losse onderdelen mogen niet in de
vaatwasmachine gereinigd worden. Het materiaal wordt aangetast door het vaatwasmiddel van de vaatwasmachine.
Om het kookgedeelte eenvoudig te kunnen reinigen, zijn de pannendragers en de branders afneembaar.
• Reinig eerst de bedieningsknoppen, branders en pannendragers.
• Controleer of de thermokoppel en vonkontsteking schoon zijn. Maak deze eventueel schoon met een
tandenstoker.
• Reinig daarna de vangschaal.
• Neem alles nog een keer goed af met alleen een vochtige doek en droog het goed na met een zachte doek.
• Plaats de branders terug op de kookplaat. Let daarbij goed op de openingen voor de thermokoppel en
vonkontsteking.
• Leg de branderdeksels op de branders.
• Plaats de pannendragers terug op de kookplaat. Leg de pannendragers voorzichtig op de vangschaal zonder te schuiven.
• Sluit de glazen afdekplaat.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Reinig hardnekkige vlekken op de pannendragers en branderdeksels met een vloeibaar reinigingsmiddel en eventueel een kunststof
schuursponsje. Gebruik geen agressieve schurende reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen om de kookplaat te reinigen.
Hardnekkige vlekken op het roestvaststaal kunt u het beste reinigen met een middel speciaal voor roestvaststaal. Poets altijd met de
structuur van het staal mee om vlekken te voorkomen.
Na verloop van tijd kan er een verkleuring optreden op het oppervlak van het roestvaststaal.
DE OVEN REINIGEN
De oven moet na elk gebruik gereinigd worden. Schakel bij de reiniging de ovenverlichting in, zodat u beter in de ovenruimte kunt kijken.
De binnenkant van de oven mag enkel met warm water met een beetje afwasmiddel gereinigd worden.
Om de oven eenvoudig te reinigen, kunnen de geleiderails verwijderd worden.
1. Trek voorzichtig de voorste haken los.
2. Trek nu de twee achterste haken los. Neem de geleiderail uit de oven.
3. Steek eerst de twee achterste haken weer in de ovenwand.
4. Bevestig nu de voorste haken en de geleiderail weer vast. Dit geldt voor allebei de kanten.
De oven kan ook gereinigd worden door middel van stoom:
• Zet een schaaltje met 250 ml (1 glas) water op een bakplaat op het eerste niveau onder in de oven.
• Sluit de deur van de oven.
• Zet de oventemperatuur op 50°C en zet de ovenfunctie op onderwarmte .
• Verwarm de oven gedurende 30 minuten op deze stand.
• Open de deur van de oven en veeg de binnenkant van de oven met een doek of een zachte spons schoon. Reinig de binnenkant van
de oven daarna met een schone doek of spons en warm water en wat afwasmiddel.
• Droog de binnenkant van de oven goed na.
• Gebruik geen agressieve schurende reinigingsmiddelen of scherpe voorwerpen om de oven en ovendeur te reinigen.
34
1 2

ABC
Nederlands •19
D
1
2
3
1
2
3
ACCESSOIRES
Reinig de losse accessoires zoals de bakplaat en het rooster met warm water en afwasmiddel. Maak alles goed droog voordat het weer
gebruikt wordt.
OVENLAMP VERVANGEN
Om een elektrische schok te vermijden, schakelt u het fornuis volledig uit door de stekker uit het stopcontact te
verwijderen of door de zekering in de groepenkast los te draaien.
• Draai het glazen beschermkapje tegen de klok in los. Reinig deze en goed drogen.
• Verwissel de ovenlamp voor een soortgelijke lamp (25 W, 230V, E14 fitting en geschikt voor hoge temperaturen -
tot 300°C).
• Draai het glazen beschermkapje vast.
• Steek de stekker weer in het stopcontact of draai de zekering vast in de groepenkast.
OVENDEUR DEMONTEREN EN MONTEREN
De ovendeur kan gedemonteerd worden om het schoonmaken van de binnenzijde van de oven en de ovendeur te vergemakkelijken.
• Open de ovendeur en de klap beveiliging op het scharnier naar boven(fig. A). Doe de deur een kleine beetje dicht en til de deur naar
boven en naar buiten op om deze te verwijderen.
• Om de deur opnieuw te monteren gaat u omgekeerd te werk. Bij het monteren moet u erop letten dat de uitsparing op het scharnier
correct op de uitstulping van de scharnierhouder geplaatst is. Plaats altijd de beveiliging terug nadat u de deur terug gemonteerd
hebt en druk ze goed aan. Als u de beveiliging niet correct terugplaatst, kan het scharnier beschadigd raken wanneer u de deur
probeert te sluiten.
DEURRUIT VAN DE OVENDEUR DEMONTEREN EN MONTEREN
Om de ovendeur gemakkelijker schoon te maken, kan de binnenste ruit verwijderd worden.
• Duw met behulp van een platte schroevendraaier de bovenrand van de deur los, terwijl u hem aan de zijkanten voorzichtig oplicht
(fig. B).
• Verwijder de bovenrand van de deur (fig.B, C).
• Trek voorzichtig de binnenruit uit de houder (in het onderste deel van de deur) fig. D.
• Was de ruit met warm water en een klein beetje afwasmiddel.
• Ga omgekeerd te werk om de ruit opnieuw te monteren. Het gladde deel van de ruit moet zich bovenaan bevinden.
Attentie! Druk de bovenlijst van de deur niet gelijktijdig op beide kanten van de deur. Voor een juiste montage van de bovenlijst van
de deur drukt u eerst het linker uiteinde tegen de deur en drukt u vervolgens op het rechter uiteinde tot u een duidelijke “klik” hoort.
Hierna drukt u op het linker uiteinde tot u een duidelijke “klik” hoort.

9
Bij een storing moet u:
• de werkende onderdelen van het fornuis uitschakelen;
• de elektrische voeding ontkoppelen;
• een reparatie aanvragen;
• sommige kleine problemen kan de gebruiker zelf oplossen met behulp van de aanwijzingen in de tabel hieronder. Controleer
opeenvolgend alle punten in de tabel voordat u de onderhouds- of klantendienst contacteert.
Storing Oorzaak Wat te doen
De brander gaat niet aan Vervuilde vlamopeningen Sluit de gastoevoer af en zet alle branders uit.
Ventileer de ruimte. Neem de brander weg en
reinig de vlamopeningen. Blaas ze eventueel
door.
De vonkonsteking steekt het gas niet aan Geen stroomtoevoer Controleer de zekering van de groepenkast,
vervang een eventuele doorgebrande
zekering.
Onderbreking in de gastoevoer Open het ventiel van de gastoevoer.
Vervuilde (vette) vonkontsteking Reinig de vonkontsteking.
De draaiknop van de brander is niet
voldoende ingedrukt
Houd de draaiknop ingedrukt totdat er een
volle vlam rond de brander ontstaat.
De vlam gaat uit bij het aansteken van
de brander
De draaiknop van de brander werd
te snel los gelaten
Houd de draaiknop langer ingedrukt in de
stand "grote vlam".
De ovenfuncties werken niet Geen stroomtoevoer Controleer de zekering van de groepenkast,
vervang een eventuele doorgebrande
zekering.
De verlichting van de oven doet het niet Het lampje zit los of defect Draai het lampje aan of vervang het
kapotte lampje (zie hoofdstuk Reiniging en
Onderhoud).
storingen en oplossingen
20 •Nederlands
Dit toestel is afgesteld voor de toestelcategorie K (I2K) en is geschikt voor het gebruik van G en G+ distributiegassen volgens de
specificaties zoals die zijn weergegeven in de NTA 8837:2012 Annex D met een Wobbe-index van 43,46 – 45,3 MJ/m3 (droog, 0 °C,
bovenwaarde) of 41,23 – 42,98 (droog, 15 °C, bovenwaarde).
Dit toestel kan daarnaast worden omgebouwd en/of opnieuw worden afgeregeld voor de toestelcategorie E (I2E)
Dit houdt derhalve in dat het toestel: “geschikt is voor G+-gas en H-gas, dan wel aantoonbaar geschikt is voor G+-gas en aantoonbaar
geschikt is te maken voor H-gas” in de zin van het “Besluit van 10 mei 2016 tot wijziging van het Besluit gastoestellen….”
REGELMATIGE CONTROLE
Naast het dagelijkse onderhoud en reiniging van het fornuis moet u ook:
• regelmatig de werking van de bediening en de werkende onderdelen van het fornuis controleren. Na het verstrijken van de
garantieperiode moet u ten minste eenmaal per twee jaar een technische controle van het fornuis laten uitvoeren door een
onderhoudsdienst;
• de vastgestelde gebreken verhelpen
• een regelmatig onderhoud van de werkende onderdelen van het fornuis uitvoeren.
Opgelet!
Alle reparaties en instellingen moeten uitgevoerd worden bij een erkende onderhoudsdienst of door een erkend installateur met
gepaste kwalificaties.
Table of contents
Languages:
Popular Stove manuals by other brands

chazelles
chazelles A5CN Installation and instruction manual

Parkray
Parkray Derwent 5 Installation and operating instructions

Nordica
Nordica PLASMA 80:26 Instructions for installation, use and maintenance

Whitfield
Whitfield Advantage Optima 3 FS Installation and operation manual

Victoria-05
Victoria-05 Vittoria B Series Instructions for installation and operation

Heta
Heta Scan-line 8 Operating and installation instructions