
NEDERLANDS HANDLEIDING
SYNQ®15/36 DIGIT Versterkers
De elektrische installatie behoort uitsluitend uitgevoerd te worden door bevoegd personeel, volgens de in
uw land geldende regels betreffendeelektrische en mechanische veiligheid.
Controleer dat de beschikbare spanning niet hoger is dan die aangegeven op de achterzijde van het
toestel.
Het stopcontact zal steeds vrij toegankelijk blijven zodat de stroomkabel op elk moment kan worden
uitgetrokken.
De elektrische kabel behoort altijd in uitstekende staat te zijn. Zet het apparaat onmiddellijk af als de
elektrische kabel gekneusd of beschadigd is.
Laat deelektrische draad nooit in contact komen met andere draden.
Als de netschakelaar zich in OFF (uit) positie bevindt dan is dit apparaat niet volledig van het lichtnet
gescheiden!
Volgens de veiligheidsvoorschriften moet deze installatie geaard worden.
Om elektrische schokken te voorkomen, moet U de behuizing niet openen. Er zitten geen onderdelen in
het toestel die door de gebruiker moeten worden onderhouden.
Repareer nooit een zekering en overbrug de zekeringhouder nooit. Vervang een beschadigde zekering
steeds door een zekering van hetzelfde type en met dezelfde elektrische kenmerken.
Ingeval van ernstige problemen met het bedienen van het toestel, stopt U onmiddellijk het gebruik ervan.
Contacteer uw dealer vooreen eventuele reparatie.
Gebruik best de originele verpakking als het toestel vervoerd moet worden.
Om veiligheidsredenen is het verboden om modificaties aan het toestel aan te brengen.
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN:
Plaats dit apparaat in een goed geventileerde ruimte waar het niet blootgesteld is aan hoge temperaturen
of vocht.
Het plaatsen en het gebruik van dit apparaatgedurende een lange periode in de nabijheid warmtebronnen
zoals versterkers, spots, enz. zal zijn werking beïnvloeden.
Dit apparaat kan in een 19” kast gemonteerd worden. Monteer de behuizing door middel van de 4
montageopeningen op de frontplaat. Gebruik hiervoor bouten van de juiste dikte! (deze zijn niet
inbegrepen) Probeer sterkeschokken en vibraties tijdens het transport zo veel mogelijk te vermijden.
Zorg, bij inbouw in een vaste installatie of flightcase, voor een goede ventilatie om de warmte optimaal te
kunnen afvoeren.
Zorg ervoor, om inwendige vorming van condensatie tevoorkomen, dat de mengtafel zich na transport kan
aanpassen aan de warmebinnentemperatuur. Condensatie kan de goedewerking soms verhinderen.
ONDERHOUD
Reinig het toestel met een zacht, lichtjes bevochtigd doek. Vermijd water te morsen in het toestel. Gebruik
nooitvluchtige producten zoals benzeen of thinner,dit kan het toestel beschadigen.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen door middel van een stofzuiger. Dit verhoogt de koelingcapaciteit
van de ventilatoren in deversterker en vermindert de kans tot oververhitting.
AANSLUITINGEN
Zet steeds de versterker uit alvorens de bekabeling te veranderen. Voor de signaalingangen raden wij u aan
de XLR aansluitingen te gebruiken. Gebruik signaalkabels van goede kwaliteit om een uitstekende
geluidskwaliteit te verzekeren. Voor de klankkasten gebruikt U de Speakon®uitgangen. In de omschrijving
van de verschillende onderdelen vindt U meerinformatie over hoe de versterker wordt aangesloten.
FUNCTIES (VOORZIJDE)
NEDERLANDS HANDLEIDING
SYNQ®16/36 DIGIT Versterkers
1. VENTILATIEOPENINGEN: tijdens zijn werking produceert de versterker hitte die moet worden
afgevoerd. De ventilatoren in de versterker moeten de warmte op een zo efficiënt mogelijke manier
kunnen evacueren. Daarom is het zeer belangrijk om geen enkele ventilatieopening af te dekken
aangezien dit een oververhitting kan veroorzaken. Reinig regelmatig de ventilatieopeningen door middel
van een stofzuiger. Dit verhoogt de koelingcapaciteit van de ventilatoren in de versterker en vermindert
de kans tot oververhitting.
2. GAIN REGELING: deze potentiometers worden gebruikt om de ingangsgevoeligheid van de versterker
te regelen. Elk kanaal heeft zijn eigen regeling.
U kunt deze potentiometers gebruiken om het maximum geluidsniveauvan uw installatie in te stellen:
Draai beide knoppen op de versterker naar links.
Zet wat muziek op en controleer of de VU meters van uw mengtafel op 0dB staan. (de rode zone
gaat af en toe aan)
Zet deMaster uitgang van uw mengtafel op maximum.
Open de Gain potentiometers van de versterker tot wanneer u het maximaal gewenste
geluidsniveau bereikt.
Let er op dat niemand aan deGain regelingen vande versterker kan komen.
U hebt net het maximum geluidsniveau ingesteld dat de DJ kan behalen. Uw buren zullen blij zijn…
(de DJ insommigegevallen misschien niet )
Opmerking: In Mono enBridge mode wordt enkel de gain regeling van het linkerkanaal gebruikt om de
ingangsgevoeligheidin testellen.
3. OPERATION MODE LEDS: Deze LEDs tonen in welke werkingsmodus de versterker staat. U kunt 1
van de 3modi instellen met schakelaar (13)op de achterzijde:
STEREO MODE: Beide LEDs zijn uit. Dit is de meest gebruikte modus, beide kanalen werken
onafhankelijk (in stereo).
MONO MODE: De ‘MONO’ LED is aan. Eigenlijk is dit deze modus identiek aan de stereo modus
maar nu worden de ingangen van beide kanalen aan elkaar gekoppeld zodat de uitgang in mono
staat. In deze modus hoeft U dus maar 1 signaalkabel op het linker kanaal aan te sluiten om beide
uitgangen in mono aan testuren.
BRIDGE MODE: De ‘BRI’ LED is aan. Beide kanalen worden aan elkaar gekoppeld om zo een
mono uitgang met veel groter uitgangsvermogen te creëren.
4. SIGNALLEDS: deze LEDs tonen dat ereen muzieksignaal aanwezig is.
5. CLIP LEDS: de leds gaan aan in de volgende situaties:
Wanneer het uitgangssignaal een zodanig hoog niveau bereikt welke kan resulteren in vervoming
(clipping). Designaalbegrenzers treden in werking om devervorming te beperken.
Wanneer er zich een kortsluiting heeft voorgedaan in de uitgangssectie. Schakel de versterker uit
en trachthet probleem op te sporen door deklankkasten en de bedrading te controleren.
6. LIMIT LEDS: dezeLEDs gaan aan in de volgende situaties:
Wanneer het uitgangsvermogen de veilige werkingsmarge van de versterker overschrijdt gaan
deze leds aan, terwijl de stroombegrenzers in actie treden om het dynamische (stroom) bereik van
de uitgang te reduceren zodat de versterker terug binnen een veilige werkingsmarge werkt. In dit
geval moet u DRINGEND het uitgangsniveau verlagen!
Wanneer er zich een kortsluiting heeft voorgedaan in de uitgangssectie en wanneer de versterker
in ‘protect mode’ staat. Schakel de versterker uit en tracht het probleem op te sporen door de
klankkasten en debedrading te controleren.
7. PROTECT LEDS: de protect LEDs zijn in devolgende gevallen aan:
Gedurende de eerste seconden nadat u de versterker heeft aangezet.
Wanneer de temperatuur van de eindtrap tehoog wordt.
In het geval van een technisch defect: DC beveiliging!
Terwijl u de versterker uit zet gaat de “protect led” tijdens een korte periode aan.
8. NETSCHAKELAAR: wordt gebruikt om de versterker aan en uit te zetten. Enkele seconden nadat u de
versterker hebt aangezet is hij klaar voor gebruik.