
NL - 8
VOEDSEL STOMEN
1. Om voedsel te stomen, zoals brocolli, voeg water toe in de binnenpan. Zorg voor voldoende water om te voorkomen dat
de binnenpan droogkookt.
2. Plaats het voedsel wat u wilt stomen in de stoombak. Doe de stoombak niet te vol. Dit kan de kookjd verlengen of
ervoor zorgen dat het voedsel niet gaar is. Kleine etenswaren kunnen in een hiebestendig bakje worden geplaatst en
dan in de stoombak worden gezet. Grote etenswaren in kleinere stukken snijden indien mogelijk.
3. Controleer of de buitenkant van de binnenpan droog is voordat u deze in de rijstkoker plaatst. Let erop dat de binnenpan
goed contact maakt met het verwarmingselement.
4. Plaats de deksel op de pan.
5. Druk de startknop aan de voorzijde onder de indicaelampjes naar beneden. Het indicaelampje KOKEN (COOK)
gaat branden. Om te voorkomen dat er stoom verloren gaat en de kookjd daardoor langer wordt, adviseren wij u het
deksel jdens het koken niet te openen als dit niet nodig is.
6. Wanneer het voedsel de gewenste stoomjd hee gehad, zal de rijstkoker niet automasch overschakelen op de
warmhoudfunce als er nog water in de binnenpan zit. Haal de deksel van de rijstkoker om te controleren of het voedsel
gaar is. Let op: er kan hete stoom vrijkomen.
7. De rijstkoker zal blijven stomen totdat de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de aan/uit knop omhoog wordt
gedrukt.
8. Schakel de rijstkoker uit door de stekker uit het stopcontact te verwijderen of door de aan-uitknop op de achterzijde van
het apparaat uit te schakelen.
1. Meet de gewenste hoeveel rijst af. (1 maatbeker per persoon)
2. Was de rijst tot het spoelwater redelijk helder is en laat kort uitlekken.
Let op: Was de rijst niet in de binnenpan. De harde rijstkorrels kunnen de an-aanbaklaag aan de binnenzijde van de pan
beschadigen.
3. Doe de gewassen rijst in de binnenpan.
4. Voeg de benodigde hoeveelheid water toe met de maatbeker. Per beker wie rijst moet er een maatbeker water worden
toegevoegd. De maatgeving in de binnenpan is een indicae en geldt alleen voor wie rijst. De maatgeving duidt aan
hoeveel water er in de binnenpan toegevoegd moet worden bij het gebruikte aantal maatbekers rijst. Om een zachtere rijst
te verkrijgen, adviseren wij u de rijst 10 tot 20 minuten te weken voor het koken.
5. Controleer of de buitenkant van de binnenpan goed droog en schoon is voordat u deze in de rijstkoker plaatst. Let erop dat
de binnenpan goed contact maakt met het verwarmingselement. Er mogen geen voedselresten of andere harde stukjes
tussen de binnenpan en het verwarmingselement zien.
6. Plaats het deksel op de pan.
7. Steek het netsnoer in de aansluing op de rijstkoker. Steek de stekker in het stopcontact en zet de
aan-uitknop aan de achterkant van het apparaat op aan.
8. Druk de startknop aan de voorzijde onder de indicaelampjes naar beneden. Het indicaelampje
KOKEN (COOK) gaat branden. Om te voorkomen dat er stoom verloren gaat en de kookjd daar-
door langer wordt, adviseren wij u het deksel jdens het koken niet te openen als dit niet nodig is.
9. Wanneer de rijst klaar is, zal de rijstkoker automasch overschakelen op de warmhoudfunce. Het
indicaelampje KOKEN gaat uit en het indicaelampje WARMHOUDEN (WARM) blij aan. Laat de
rijst nog minimaal 10 minuten staan zonder het deksel te openen. De exacte jd is aankelijk van
de gekookte hoeveelheid rijst. De rijstkoker zal de rijst blijven warmhouden totdat de stekker uit het stopcontact gehaald
wordt. Laat de rijst niet langer dan 12 uren staan in de rijstkoker op de warmhoudfunce.
10. Druk de startknop omhoog en l het deksel van de rijstkoker af. Let op: er kan hete stoom vrijkomen. Gebruik ovenwanten
als u de binnenpan uit de rijstkoker wilt nemen, want deze kan heet zijn.
11. Schep de rijst met behulp van de meegeleverde lepel uit de binnenpan om beschadiging van de an-aanbaklaag te voorkomen.
12. Schakel de rijstkoker uit door de stekker uit het stopcontact te verwijderen of door de aan-uitknop op de achterzijde van
het apparaat uit te schakelen.
Let op: het is belangrijk dat de buitenkant van de binnenpan volledig schoon en droog is voordat deze in de rijstkoker wordt
geplaatst. Water, etensresten of ander vuil kunnen in contact komen met het verwarmingselement en dit kan het apparaat
beschadigen. Gebruik de binnenpan nooit voor andere doeleinden dan om rijst te bereiden in de rijstkoker, bijv. als losse pan
om mee te koken. De bodem zal kromtrekken en dat maakt de binnenpan onbruikbaar.