US Blaster USB 1380 User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
TYPE: USB 1380
USB 1381
USB 1382
USB 1383
USB 1384
USB 1385
AUTOVERSTERKER MET HOOG VERMOGEN
STEREO/MONO MET OVERBRUGGING
VOORDAT U MET DE INSTALLATIE EN HET GEBRUIK VAN DE VERSTERKER BEGINT
GELIEVE EERST DEZE GEBRUIKSAANWIJZING TE LEZEN

Gefeliciteerd met de inkoop van dit apparaat!
Uw nieuwe HI-FI versterker, die stereo- of monoweergave met overbrugging mogelijk maakt, is
zodanig geconstrueerd dat u veel luisterplezier geboden wordt en een kosteloze service van één jaar.
Neem even de tijd om deze gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen. In de gebruiksaanwijzing zijn de
hoofdkenmerken van het apparaat en de bedieningswijze aangegeven. Bovendien waarborgt de
gebruiksaanwijzing een probleemloze montage van het apparaat.
Hoofdkenmerken van het apparaat
Vier klassen “AB” van hoge duale discrete stroomregeling.
Vermogenslevering m.b.v. de technologie MOSFET PWM, klasse “AB”.
Overbrugging en drie kanalen – TRI-mode.
Continue variabele cross-over van de hoogdoorlaat (12 dB/octaaf) en laagdoorlaat (12 dB/octaaf).
Variabele cross-over van subwoofer voor het regelen van basdiepte.
Uitgebreide variabele versterking van lage tonen +12 dB @50 Hz.
Uitgebreide variabele versterking van hoge tonen +12 dB @10 kHz.
Vergulde aansluitklemmen van de luidsprekers, RCA & voeding.
Functies Soft Start en Muting.
Beveiliging tegen overbelasting, verhitting en kortsluiting.
Indicator voor vermogen en beveiliging.
Afstandsbediening voor geluidsvolume (USB 1382).
Veiligheidsmaatregelen: Lees eerst deze aanwijzingen!
Indien u, na het doorlezen van deze aanwijzingen, vaststelt dat het uitvoeren van de montage van de
versterker in de auto met eigen hulp ongemakkelijk is of dat u voor de montage onvoldoende uitrusting
of ervaring heeft, kunt u de montage van de versterker aan een geautoriseerde firma opdragen. Het
betreft uiteindelijk uw voertuig!
Voordat een willekeurige aansluiting wordt uitgevoerd moet de negatieve klem van de accu
afgekoppeld worden.
Zorg daarvoor dat voor de plaatsing van de versterker een plaats wordt gekozen waar voldoende
ventilatie voor de versterker is gewaarborgd. De meest geschikte plaats voor de versterker is in de
kofferruimte, onder de voorste stoelen of aan de achterwand van de cabine van een vrachtwagen.
De gekozen plaats zou zodanig moeten zijn dat ten minste 5 cm vrije ruimte boven de versterker
aanwezig is evenals een behoorlijke ventilatie.
Indien de versterker in een verticale positie wordt gemonteerd, zorg daarvoor dat deze op een plaats
wordt aangebracht waar voldoende lucht langs de lange kant van de ribben van de versterker stroomt
om de warmte af te voeren.
Ga de versterker NOOIT op zijn kop zetten omdat het tot verhoging van de temperatuur aan de
achterkant van de versterker zou kunnen komen; dit zal tot het uitschakelen van het apparaat, als
gevolg van oververhitting, of eventueel tot een duurzame beschadiging van het apparaat kunnen
leiden.
Plaats de versterker NOOIT op een plaats die aan direct zonlicht of vochtigheid is blootgesteld.
Zorg dat de versterker op een sterke, stabiele oppervlakte is geplaatst die ook bij een plotselinge stop
of bij een ongeval niet loskomt.

Zorg bij de montage dat de bevestigingsschroeven van de versterker niet in de brandstoftank, rem- en
brandstofleiding, elektroninstallatie of tot de elektrische voertuiggedeelten doordringen.
Gebruik de versterker nooit zonder een behoorlijke toevoer- en aardegeleider met een dikte van ten
minste 10 gauge (2,58 mm).
Gebruik de versterker NOOIT zonder behoorlijke zekeringen. De zekeringhouder moet op een afstand
van 0,5 m van de accu geplaatst worden. De zekering is voor beveiliging van de auto en niet voor de
elektronica bestemd. In geval van een kortsluiting zal de zekering smelten en de geleider zal geen
vlam vatten. Indien u bij de accu of de versterker andere dan de voorgeschreven zekeringen gebruikt,
kan het tot een beschadiging van de versterker en het vervallen van uw garantie komen.
Voer de kabels niet onder of buiten het voertuig door omdat het blootstellen aan ongunstige
weeromstandigheden een snelle verslechtering van de isolatiekwaliteit tot gevolg kan hebben wat zich
in een kortsluiting of onderbroken werking kan uiten.
Alle kabels moeten onder de vloerbedekking en binnen de delen van de binnenste bekleding van het
voertuig geleid worden.
Om storingen te minimaliseren is het beste de toevoerkabels aan de andere zijde van het voertuig te
leiden dan de radiokabels zijn gemonteerd.
Telkens als de geleider over metaal gaat, moet een doorvoerbuisje van rubber of kunststof gebruikt
worden om slijtage van de geïnstalleerde kabels door het metaal en veroorzaking van kortsluiting te
voorkomen.
Indien mogelijk, altijd kabelsnoertjes, montageklemmen en dergelijke hulpmiddelen gebruiken (deze
zijn in winkels te verkrijgen waar elektra-artikelen of autoaccessoires worden verkocht). Voor het
vermijden van deformaties of breken wordt ook aanbevolen de kabels met lussen voor
spanningontlasting aan te leggen.
Voor de montage van de versterker en het samenstellen van de interieurdelen is het beter eerst het
systeem te testen.
Indien de temperatuur in uw voertuig extreme niveaus bereikt (bijvoorbeeld bij het achterlaten van de
versterker voor een aantal uren in een afgesloten voertuig in hete zon of bij het blootstellen van de
versterker aan lage temperaturen tijdens zeer koude winterdagen) kan de versterker in een
beveiligingsmode overgaan en uitschakelen. Laat het apparaat uitgeschakeld zolang de temperatuur
niet in een normale toestand terugkeert.
De versterker kan in elk voertuig met negatieve aarding en een systeem van 12 V gebruikt worden.
Indien u niet zeker bent welk type elektrisch systeem zich in uw voertuig bevindt, neem dan contact op
met een geautoriseerde verkoper of gekwalificeerde werktuigkundige.
Ga de naar de luidsprekers leidende kabels NOOIT aarden en sta NOOIT toe dat een kabel van de
luidspreker in contact komt met een andere kabel van de luidspreker. De naar luidsprekers leidende
kabels moeten een dikte van 18 gauge (1,0 mm) of meer hebben.
De kabel van de afstandsbediening dient m.b.v. de radio in- en uitgeschakeld te worden. Indien de
radio geen afstandsbediening of ook geen antenne-uitgang heeft, sluit de kabel aan die na de
omschakeling van de sleutel in de positie “accessoires” een positieve spanning van 12 V heeft.
Wanneer de versterker niet uitschakelt, ontlaadt de accu zich.
Ga bij het instellen van een hoog geluidsniveau niet te lang naar het apparaat luisteren omdat uw
gehoor beschadigd kan worden.
EEN ONONDERBROKEN BLOOTSTELLING AAN EEN GELUIDSNIVEAU BOVEN 100 dB KAN
BIJ MENSEN EEN DUURZAAM GEHOORVERLIES VEROORZAKEN. AUTO-AUDIOSYSTEMEN
MET EEN HOOG VERMOGEN KUNNEN GELUIDSNIVEAUS VAN DUIDELIJK BOVEN DE 130 dB
PRODUCEREN. GEBRUIK DUS HET GEZONDE VERSTAND EN GEBRUIK VEILIG GELUID.

Installatie
MONTAGE:
1. Na het lezen van de veiligheidsmaatregelen kunt u besluiten waar u het apparaat gaat
monteren. Zie ook Afb. 1.
2. Als een plaats voor de versterker is gekozen, ga de versterker daar dan plaatsen. Markeer
m.b.v. een viltstift of potlood vier gaten die voor de montage geboord moeten worden. Gebruik
de versterker NOOIT als sjabloon voor het boren. De oppervlakte van de versterker zou
daardoor gemakkelijk kunnen beschadigen.
3. Leg de versterker opzij. Boor de vier montagegaten op de stalen ondergrond met een
diameter van 3,5 mm. Indien de versterker op een MDF of houten plank bevestigd gaat
worden, boor dan in de ondergrond vier gaten met diameter van 3,0 mm.
4. Indien mogelijk, test vóór de uiteindelijke montage van de versterker het functioneren van het
audiosysteem.
5. Bevestig de versterker m.b.v. de meegeleverde zelftappers.
Fig.3

Ingangsconnectoren
De versterker is in staat laagspanningssignalen te ontvangen. Het lage niveau is gelijk aan het niveau
van het LINE-signaal (draagsignaal) of PREEMPT-signaal (signaal van gedwongen onderbreking). Het
lage niveau wordt via RCA-kabels geleid. Indien de hoofdunit van het audiosysteem met laagniveau-
uitgangen is uitgerust, wordt aanbevolen bij voorkeur de laagniveau-ingangen naar de versterker te
gebruiken.
De laagniveau-ingang / signaalingang (LINE) – Sluit de RCA-kabels van de hoofdunit van het
audiosysteem, of van een ander apparaat voor verwerking van het signaal, aan de ingangsconnector
met signaalniveau (LINE) van de versterker aan.
Zie Afb. 2 – Bedradingschema’s van het systeem.
Voedingsconnectoren
Het is belangrijk een kwaliteitsaansluiting van de toevoerstroom en aarding te hebben. Vergeet niet
dat voor het vormen van het elektrische circuit de aansluiting van aarde net zo belangrijk is als de
aansluiting van de positieve toevoerspanning. Voordat willekeurige elektrische aansluitingen worden
uitgevoerd moet aardkabel van de accu afgekoppeld worden.
Indien de stroomleiding, de leiding van het back-up geheugen of de aardingsleiding langer is, gebruik
autokabels met een diameter van 5 mm (AWG5) of een grotere diameter die bestand zijn tegen
slijtage en thermische belasting als gevolg van kortsluiting.
Aarding – Sluit aan de contactklem “GND” van de versterker een aardingsgeleider van de juiste
diameter aan. Zoek een plaats op het chassis van het voertuig waar de versterker wordt geaard. De
oppervlakte moet schoon en zonder een willekeurige verflaag zijn. Dit kan m.b.v. een klein
slijpsteentje of draadborstel bereikt worden.
OPMERKING: Ga niet de versterker aan het “frame” van de auto aarden omdat bij de meeste
personen- en vrachtwagens het frame niet aan het chassis (carrosserie) is geaard. Soldeer de klem
vast aan de aardingsgeleider of sluit deze m.b.v. een klemring aan de aardingsgeleider aan.
Controleer opnieuw of de gekozen metalen plaats van het chassis in een zodanige toestand is dat de
aardingsklem, m.b.v. een moer, schroef en borgonderleggers, bevestigd kan worden.
Isoleer daarna het metaal en de connector d.m.v. verf of silicone om corrosie en oxidatie te
voorkomen.
Het silicone functioneert zeer goed ook als bescherming van schroeven en moeren tegen loskomen in
het ruwe milieu van de auto. Neem na het beëindigen van de aardingsaansluiting de geleider of
connector en controleer of de verbinding voldoende vast is. Om storingen door de motor te voorkomen
wordt aanbevolen de hoofdunit van het audiosysteem en ook andere elektronische inrichtingen te
aarden.
De afstandsinschakeling – Sluit de kleinere en dunnere kabel aan de klem “REMOTE” van de
versterker en aan de uitgangsconnector REMOTE/ANTENNA TURN ON of aan de connector
“REMOTE AMPLIFIER” van de hoofdunit van het audiosysteem aan. Indien de hoofdunit met de
uitgang REMOTE/ANTENNA is uitgerust, sluit daar de geleider aan die door de positie “accessoires”
van de sleutel is geregeld. Het is belangrijk dat de versterker m.b.v. de radio of sleutel wordt uitgezet.
Indien de versterker aan zal blijven, zal het gevolg zeer waarschijnlijk het ontladen van de accu zijn.
Positieve geleider – Sluit aan de klem “B+” van de versterker een geleider van een juiste afmeting
aan. Voer de geleider in de richting van de zekeringhouder die zich op een afstand van hooguit 0,5 m
van de accu bevindt. Vergeet niet dat de zekering dient als bescherming van het voertuig in geval van
een kortsluiting. Sluit de zekeringhouder aan de accu aan maar installeer de zekering nog niet.

H.P.F
CROSSOVER
L.P.F
50Hz 250Hz FULL
L.P.F
H.P.F
1.2kHz
80Hz
CH2
LOW INPUT
BASS GAIN
TREBLE
12dB 6V
12dB 0.2V
0dB CH1
CH2
LINE OUT
0dB
BOOST
CH1
GNDL-
R-
R+ L+
HI INPUT
Fig.2
GND REM +12V CH1 CH2
ANTENNELEIDING
SCHEMAVOOR AANSLUITINGVAN HETTWEEKANAALSSYSTEEM
HOOFDUNITVAN HET AUTOSTEREO SYSTEEM
VERSTERKERVOOR UITBREIDING
VAN HET AUDIOSYSTEEM

H.P.F
CROSSOVER
L.P.F
50Hz 250Hz FULL
L.P.F
H.P.F
1.2kHz
80Hz
CH2
LOW INPUT
GAIN
BASS
BOOST
12dB 6V
12dB 0.2V
0dB
CH1
CH2
LINE OUT
REMOCON
0dB
SOBSONIC
CH1
GND REM +12V CH1 CH2
Fig.2
ANTENNELEIDING
SCHEMAVOOR AANSLUITINGVAN HET TWEEKANAALSSYSTEEM
HOOFDUNITVAN HET AUTOSTEREO SYSTEEM
VERSTERKERVOOR UITBREIDING
VAN HET AUDIOSYSTEEM

HI INPUT
H.P.F
CROSSOVER
L.P.F
50Hz 250Hz 80Hz
50Hz 250Hz 80Hz
L.P.F H.P.F
FULL
FULL
H.P.FL.P.F
CH3
CH4
LINE OUTPUT
BOOST TREBLE GAIN
0dB
0dB
L+
R+
GND
L-
R-
CH1
CH2CH4
CH3
12dB 12dB
0dB
0dB 6V 0.2V
12dB12dB
6V 0.2V
1.2kHz
1.2kHz
BASS
LOW INPUT
HI INPUT
CH1CH1
GND REM +12V
CH3 CH2 CH4
Fig.2
ANTENNELEIDING
SCHEMAVOOR AANSLUITINGVAN HET VIERKANAALSSYSTEEM
HOOFDUNITVAN HET AUTOSTEREO SYSTEEM
VERSTERKERVOOR UITBREIDING
VAN HET AUDIOSYSTEEM

LOW INPUT
LINE OUT
0dB 80Hz
MIN 12dB 1.2kHz
MAX
INPUT MODE CROSSOVER
H.P.F
GAIN L.P.F
L.P.F H.P.F
FULL
CH5 CH4
CH 3
CH 5
CH 1
CH 4
CH 5
CH 2
MIN MAX
GAIN
0dB 80Hz
MIN 12dB 1.2kHz
MAX H.P.F FULL
CH5 CH4 MIN MAX
CH 5
L.P.F H.P.F
CH
3/4
CH
1/2
CH1CH1
GND REM +12V
CH3 CH2 CH4
Fig.2
ANTENNELEIDING
SCHEMAVOOR AANSLUITINGVAN HET VIJFKANAALSSYSTEEM
HOOFDUNITVAN HET AUTOSTEREO SYSTEEM
VERSTERKERVOOR UITBREIDING
VAN HET AUDIOSYSTEEM

Aansluiting van luidsprekers
De versterker kan in een één-, twee- of driekanaalsmode gebruikt worden. De minimale impedantie
voor het éénkanaalsbedrijf (met overbrugging/mono) is 4-8 ohm. De driekanaalsmode tri-power
betekent een gelijktijdige stereo- en monouitgang. De minimale impedantie blijft gelijk ook voor het
driekanaalsysteem (satelliet/subwoofer), indien de juiste negatieve cross-over's worden gebruikt.
Sluit de kabels van de linker en rechter luidspreker aan de desbetreffende klemmen van de versterker,
voor de uitgang van de luisprekers, aan.
Let op dat de positieve kabel van de luidspreker aan de positieve luidsprekerklem van de versterker
wordt aangesloten en de negatieve kabel van de luidspreker aan de negatieve luidsprekerklem van de
versterker. Een verkeerde aansluiting zou als gevolg hebben dat de membranen van de luidsprekers
uit fase komen, wat betekent dat er geen lage tonen zullen klinken. Zie Afb. 5 - Connectoren voor
signaaluitgang naar de luidsprekers.
Fig.5
- BRIDGED +
SPEAKER OUTPUT
-
CH2
+
CH1
-+
POWER
REM
+12V
FUSEFUSE
GND
PROT
ON
- BRIDGED +
SPEAKER OUTPUT
-
CH2
+
CH1
-+
POWER
REM
+12V
FUSEFUSE
GND
PROT
ON
SPEAKER OUTPUT
-
CH2
+
CH1
-+
POWER
REM
+12V
FUSEFUSE
GND
PROT
ON
- BRIDGED +
4-8 Ohms
1CH
2CH
2-4 Ohm
1CH
3CH
WOOFER 2CH + 1CH
4-8 Ohm
2CH 1CH
4-8 Ohm
A
ANSLUITINGSSCHEMAVOOR LUIDSPREKERS BIJ HETTWEEKANAALSSYSTEEM
1 LUIDSPREKER – MET OVERBRUGGING
2 LUIDSPREKERS – STEREO
3 LUIDSPREKERS – MODE“TRI“

SPEAKER OUTPUT
CH4 CH3
CH2 CH1
BRIDGED
BRIDGED
FUSE
POWER
REM
+12V GND
PROT
ON
SPEAKER OUTPUT
CH4 CH3
CH2 CH1
BRIDGED
BRIDGED
FUSE
POWER
REM
+12V GND
PROT
ON
Fig.5
4-8 Ohms 2CH1CH
2-4 Ohms SUB WOOFER
3CH
4-8 Ohms 1CH
2CH 2-4 Ohms
SPEAKER OUTPUT
CH4 CH3
CH2 CH1
BRIDGED
BRIDGED
FUSE
POWER
REM
+12V GND
PROT
ON
2-4 Ohms 3CH
1CH4CH 2CH
SPEAKER OUTPUT
CH4 CH3
CH2 CH1
BRIDGED
BRIDGED
FUSE
POWER
REM
+12V GND
PROT
ON
4-8 Ohms
6CH
4-8 Ohms
5CH
4-8 Ohms 4-8 Ohms
4CH 3CH
1CH
4-8 Ohms
2CH
AANSLUITINGSSCHEMAVOOR LUIDSPREKERS BIJ HETVIERKANAALSSYSTEEM
2 LUIDSPREKER – MET OVERBRUGGING
2 LUIDSPREKERS + 1 SUBWOOFER
4 LUIDSPREKERS – STEREO
6 LUIDSPREKERS – MODE“HEX“

BRIDGED
CH5
SPEAKER OUTPUT
FUSE
GND
REM
+12V
ON
PROTECTION
POWER
CH3/CH1
CH4/CH2
CH5
BRIDGED
CH5
SPEAKER OUTPUT
FUSE
GND
REM
+12V
ON
PROTECTION
POWER
CH3/CH1
CH4/CH2
CH5
Fig.5
4-8 Ohms
2CH1CH
4-8 Ohms
5CH
1CH
4-8 Ohms
2CH
2-4 Ohms
3CH
BRIDGED
CH5
SPEAKER OUTPUT
FUSE
GND
REM
+12V
ON
PROTECTION
POWER
CH3/CH1
CH4/CH2
CH5
2-4 Ohms 1CH2CH
2-4 Ohms
4CH 3CH
2-4 Ohms
5CH
4-8 Ohms
6CH
4CH
4-8 Ohms
3CH
2-4 Ohms
7CH
AANSLUITINGSSCHEMAVOOR LUIDSPREKERS BIJ HETVIJFKANAALSSYSTEE
M
2 LUIDSPREKERS (MET OVERBRUGGING) + 1 SUBWOOFER
4 LUIDSPREKERS + 1 SUBWOOFER
HEX-MODE + 1 SUBWOOFER

Aanwijzingen betreffende opheffing van storingen
In dit gedeelte vindt u een lijst van mogelijke storingen bij de versterker, de oorzaken en oplossingen
daarvan.
Voordat u in deze lijst gaat kijken, controleer of het elektrische systeem van de auto juist functioneert,
door het verifiëren van een behoorlijke functie van andere elektrische inrichtingen (bijv. koplampen,
openen van ramen enz.).
STORING MOGELIJKE OORZAK OPLOSSING
Geen geluid Lage spanning van de
afstandsinschakeling
of niet aangesloten
afstandsinschakeling.
Doorgebrande zekering.
Toevoerkabels zijn niet
aangesloten.
Verbrande of niet aangesloten
luidsprekers.
Controleer de spanning van de
afstandsinschakeling bij de
versterker en hoofdunit van het
audiosysteem.
Vervang de snelle smeltzekering
door een nieuwe.
Controleer de aansluiting van de
accu en aarding.
Meet m.b.v. een geschikt
meetapparaat (voltmeter) de
impedantie van de
luidsprekerspoel. Controleer de
kabelaansluitingen van de
luidsprekers.
Vervormd geluid De ingangsgevoeligheid is niet
juist ingesteld of de membranen
van de luidsprekers zijn
beschadigd.
Lage inschakelingspanning.
Lees de wijze van instelling en
controleer de afzonderlijke
luidsprekers of deze
onbeschadigd zijn; repareer of
vervang verdachte onderdelen.
Kijk in de gebruiksaanwijzing
voor de hoofdunit van het
audiosysteem.
Laag geluidsniveau Hoofdunit is met mute circuits
uitgerust.
Controleer of in de elektrische
distributie niet een te lage
spanning is.
Controleer de aansluiting van de
aarding.
Onvoldoende geluid Luidsprekers zijn met verkeerde
polariteit aangesloten wat
betekent dat lage frequenties
ontbreken.
Controleer de juiste polariteit van
de kabels die van de versterker
naar de afzonderlijke
luidsprekers lopen.
Controleer tijdens het bedrijf de
spanning van de accu en
versterker.
Externe zekering brandt door Onjuiste aansluiting of
kortsluiting.
Lees aandachtig de elektrische
installatie door en controleer de
juistheid van afzonderlijke
montagestappen.
Gierend geluid bij draaiende
motor
Versterker vangt de storing van
de alternator op.
Monteer aan de toevoerkabel
van de hoofdunit een ruisfilter.
Controleer de juiste functie van
de alternatordioden en de
spanningsregulator van de
alternator. Controleer alle
aardingen, accuspanning en
RCA-kabels.
Tikkend geluid bij draaiende
motor
Versterker vangt het geluid op
dat door de bougie wordt
uitgezonden.
Controleer de RCA-audiokabel
en installeer aan de
toevoerkabel van de hoofdunit
een ruisfilter. Controleer
aansluitkabels van de bougie.

Technische gegevens
VERSTERKER USB 1380 USB 1381 USB 1382 USB 1383 USB 1384 USB 1385
4 ohm@ 0,5%
TOTALE
HARMONISCHE
VERVORMING
(THD)
(20 Hz - 30 kHz)
80 W x 2 120 W x 2 200 W x 2 60 W x 4 80 W x 4 50 W x 4 +
150 W
2 ohm@ 0,5%
TOTALE
HARMONISCHE
VERVORMING
(THD)
150 W x 2 250 W x 2 400 W x 2 120 W x 4 160 W x 4 100 W x
4+300 W
UITGANG BIJ
BEDRIJF MET
OVERBRUGGING
(BTL), BIJ 4 ohm
@ 1 kHz,
1% TOTALE
HARMONISCHE
VERVORMING
(THD)
300 W x 1 500 W x 1 800 W x 1 250 W x 2 325 W x 2 275 W x
2+150 W
FILTER VAN DE
ONDERSTE
DOORLAAT
(VARIABEL)
50 Hz – 250 Hz
(VARIABEL)
50 Hz – 250 Hz
(VARIABEL)
50 Hz – 250 Hz
(VARIABEL)
50 Hz – 250 Hz
(VARIABEL)
50 Hz – 250 Hz
(VARIABEL)
50 Hz – 250 Hz
FILTER VAN DE
BOVENSTE
DOORLAAT
(VARIABEL)
80 Hz – 1,2 kHz
(VARIABEL)
80 Hz – 1,2 kHz
(VARIABEL)
80 Hz – 1,2 kHz
(VARIABEL)
80 Hz – 1,2 kHz
(VARIABEL)
80 Hz – 1,2 kHz
(VARIABEL)
80 Hz – 1,2 kHz
FREQUENTIE-
RESPONS (-1dB)
10 Hz – 40 kHz 10 Hz – 40 kHz 10 Hz – 40 kHz 10 Hz – 40 kHz 10 Hz – 40 kHz 10 Hz – 40 kHz
RATIO
SIGNAAL/GERUIS
(TOTALE
VERVORMING
WTD „A“)
>100 dB >100 dB >100 dB >100 dB >100 dB >100 dB
Ingangsimpedantie 22k Ohms 22k Ohms 22k Ohms 22k Ohms 22k Ohms 22k Ohms
WERKSPANNING
(NEGATIEVE
AARDING)
12 V,
gelijkstroom
12 V,
gelijkstroom
12 V,
gelijkstroom
12 V,
gelijkstroom
12 V,
gelijkstroom
12 V,
gelijkstroom
IMPEDANTIE
LUIDSPREKER
@ STEREO
4 ohm 4 ohm 4 ohm 4 ohm 4 ohm 4 ohm
WAARDE VAN
ZEKERINGEN
30 A x 1 25 A x 2 40 A x 2 40 A x 1 30 A x 2 25 A x 3
AFMETINGEN (B x
H x D) mm
264 x 53 x 248 264 x 53 x 320 264 x 53 x 450 264 x 53 x 320 264 x 53 x 380 264 x 53 x 450
OPMERKING: De technische gegevens en constructies zijn aan wijzigingen onderworpen welke i.v.m.
de productverbetering, zonder een voorafgaande aankondiging, worden doorgevoerd.

INSTRUCTION MANUAL
TYPE: USB 1380
USB 1381
USB 1382
USB 1383
USB 1384
USB 1385
STEREO/MONO BRIDGABLE
HIGH POWER CAR AMPLIFIER
PLEASE READ THIS MANUAL BEFORE INSTALLATION AND USING AMPLIFIER

Congratulations on your Purchase
Your new high fidelity bridgeable/stereo amplifier is designed to deliver maximum enjoyment and
one year of trouble free service. Please take a few moments to read this manual thoroughly.
It will explain the features and operation of your unit and help insure trouble free installation.
Features
Four Class ''AB'' High-Current Dual Discrete Drive Stages.
Class ''AB'' Technology MOSFET PWM Power Supply.
Bridgeable & TRI-Mode Operation.
Continuously Variable 12dB/Octave High Pass & 12dB/Octave Low Pass Crossover.
Subwoofer Variable Crossover for Deep Bass Control.
Enhanced Variable Bass Boost +12dB @ 50Hz.
Enhanced Variable Treble Boost +12dB @ 10kHz
Gold Plated RCA & Power, Speaker Terminal.
Soft Start & Muting.
Overload, Thermal, Short Circuit Protection.
Power & Protection indicator.
Remote Level Control (USB 1382)
Precautions: Read First!
If after reading the direction you feel uncomfortable about installing the amplifier in your
car, or not equipped or competent to do so, you should have the amplifier installed by an
authorized installer. It's your car!
Negative battery terminal must be disconnected before any electrical connection are made.
Be sure choose a location that provides substantial ventilation for the amplifier. The most
preferred locations would be in your car's trunk, under the front seats or on the back wall
of a truck.
The location chosen should provide at least "2" of clearance above the amplifier for
adequate ventilation.
If the amplifier is to be mounted vertically be sure that it is in a place where adequate air
will flow along the length of its heatsink fins for cooling.
NEVER mount the amplifier up side down, this will cause the heat to rise back into the
amplifier causing thermal shutdown or possible permanent damage.
NEVER mount the amplifier in a location that is subject to direct sunlight or exposed to
moisture.
Be sure to mount the amplifier to a strong, solid surface which will not give way under the
stress of a sudden stop or accident.
Make sure that the mounting screws will not penetrate the gas tank, brake and fuel lines,
wiring or other critical parts of your car when installe
1

NEVER operate the amplifier without the proper power and ground wire 10 gauge minimum.
NEVER operate the amplifier without proper fusing. Fuse holder must be located with in
0.5meters from the battery. This fuse is to protect the car not the electronics. In case of a
short, the fuse will blow instead of the wire burning up. Using other than the recommended
fuse ratings at the battery and at the amplifier may cause damage to the amplifier and will
void your warranty.
Do not run wiring underneath or outside the car since exposure to the elements may cause
the insulation to deteriorate rapidly, resulting in short-circuits and/or intermittent operation.
All cables should be run beneath carpets and inside trim pieces.
To help minimize interference, it is best to run the power cables along the opposite side from
the audio cables.
Whenever wires pass through metal, rubber or plastic grommets must be used to prevent the
mental from wearing through the installation and causing a short.
Whenever possible, use cable ties, mounting clamps and similar wiring aids. (available from
an electrical supply or auto parts store) Adding stress relief loops to wiring is also advisable
to prevent straining or breakage.
It is best to test the system before the amplifier is mounted and interior of car is
reassembled.
If the temperature inside your car reaches extreme levels(such as sitting locked up for
several hours in the hot sun or exposed to a very cold winter's day)the amplifier may go
into protection mode and shut off. Leave the unit off until the ambient temperature returns
to normal.
The amplifier operates with any vehicle using a 12 volt negative ground system. If you are
not sure of the type of electrical system in your vehicle, consult your authorized dealer or
qualified mechanic.
NEVER ground the speaker leads and NEVER allow the speaker leads to come in contact
whit each other. Speaker wire should be 18 gauge or larger.
Remote turn on wire must be switched by the radio does not have a remote turn on or
antenna output, connect to wire that has a positive 12 volts when the key is turned to the
accessory. If the amplifier does not turn off the battery will die.
Do not listen to high volumes for extended periods of time or hearing damage may occur.
CONTINOUS EXPOSURE TO SOUND PRESSURE LEVELS OVER 100dB
MAY CAUSE PERMANENT HEARING LOSS. HIGH POWERED AUTOSOUND
SYSTEM MAY PRODUCE SOUND PRESSURE LEVELS WELL OVER
130dB. USE COMMON SENSE AND PRACTICE SAFE SOUND.
2

SELF TAP SCREWS
Installation
MOUNTING:
1. After reading precaution, decide where you are going to install the unit. Also, see Fig.1.
2. Once the location has been determined, place the amplifier in position. Using a felt tip
pen or pencil mark the four holes to be drilled for mounting. NEVER use the amplifier
as a template for drilling. It is very easy to damage the amplifier surface in manner.
3. Remove amplifier. Drill four 3.5 m/m. Diameter holes into mounting surface on steel
panel. If you want mounting the MDF or wood panel, drill four 3.0m/m diameter holes
into mounting surface.
4. If possible, test the system operating before final mounting of the amplifier.
5. Mount the amplifier using the supplied 4 self threading screws.
INSTALLATION DIAGRAM
3
Fig.3

Input Connections
This amplifier will accept low level inputs. Low level is the same as line level or preempt level.
Low level signal is carried through RCA cables. It is preferred to use low level inputs to the
amplifier if the head unit is equipped with the low level outputs.
Low level/line input-connect RCA cables from head unit, or other signal processor, to the line
level input on the amplifier. See Fig.2 system wiring diagrams.
Power Connections
It is important to have good quality power and ground connections. Remember, to complete
an electrical circuit, the ground connection is just as important as the positive power connection.
Before any power connections are made, disconnect the ground cable at the battery.
When the power supply lead. Memory backup lead or ground lead are extended, use a 5mm2
(AWG5) or larger automotive grade cable which will withstand friction and heat to safe guard
against fires occurring as a result of short-circuiting.
Ground-Connect the proper gauge ground wire to the amplifier"GND" terminal. Locate the
position on the chassis of the car to which the amplifier is to be ground. The surface must be
free from any paint or dir. This can be accomplished with a small grinding bit or wire wheel.
NOTE: Do not ground amplifier to the "frame" of the car, the frame on most cars and trucks
is not grounded to the chassis(body). Solder or clamp ring terminal to ground wire.
Pretrial the prepped chassis metal to bolt the ground ring terminal with nut, bolt and lock
washers. Insulate mental and connector with paint or silicon to prevent rust and oxidation.
Silicon also works great to prevent nuts and bolts from working loose in a harsh environment
of an automobile. Upon completion of ground connection, grab wire or connector and confirm
that it is a solid connection. To prevent engine noise, it is recommended to ground the head
unit and other audio electronics in the same location.
Remote Turn-on-Connect smaller light gauge wire to "REMOTE" terminal of amplifier and to
remote/antenna turn-on output or "remote amplifier" of head unit. If head unit is not equipped
with a remote/antenna output, locate a wire that is controlled by the accessory position of the
key. It is important to have the amplifier turn off with the radio or key. If the amplifier remains
on, the result will most likely be a dead battery.
Positive-Connect the proper size wire to the amplifier "B+" terminal of amplifier. Run wire to
wards the fuse holder that is no greater then 0.5meters from the battery. Remember, the fuse
is to protect the safety of the car in the case of a short. Connect fuse holder to battery, however,
do not install fuse at this time.
4

2 CHANNEL SYSTEM WIRING DIAGRAM
H.P.F
CROSSOVER
L.P.F
FULL
L.P.F
H.P.F
1.2kHz
80Hz
CH2
BASS GAIN
TREBLE
12dB 6V
12dB 0.2V
0dB CH1
CH2
0dB
BOOST
CH1
GND
L- L+
CH1 CH2
EXTEND
AMPLIFIER
50Hz 250Hz
LOW INPUT LINE OUT
R-
R+
HI INPUT
GND REM +12V
AUTO-ANTENNA LEAD
CAR STEREO HEAD UNIT
Fig.2
5
This manual suits for next models
5
Table of contents
Languages:
Other US Blaster Car Amplifier manuals