ETNA EVW100WIT User manual

700005687000
EVW100WIT
GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
VAATWASSER
DISHWASHER

NL
Handleiding NL 3 - NL 31
EN
Manual EN 3 - EN 31
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip

NL 3
Uw vaatwasser
Inleiding 4
Bedieningspaneel 5
Beschrijving 6
Veiligheid
Waar u op moet letten 7
Bediening
Ingebruikname 11
Overstroombeveiliging 11
Inschakelen 11
Stopzetten of aanpassen van een wasprogramma 11
Na afloop van het wasprogramma 12
Programmakeuzetabel 12
Zout bijvullen 13
Zoutverbruik instellen 13
Glansspoelmiddel 14
Vaatwasmiddelen 15
De korven beladen 16
Beschadiging van glaswerk en servies 20
Onderhoud
Filtersysteem 21
Reiniging van het filtersysteem 21
Reinigen sproeiarmen 22
Reinigen deur 22
Hoe houdt u de vaatwasser in goede conditie 23
Storingen
Wat moet ik doen als... 24
Storingstabel 24
Foutcodes 26
Installatie
Elektrische aansluiting 27
Koudwateraansluiting 27
Plaatsen van het toestel 27
Aansluiten van de afvoerslang 28
Afmetingen 29
Technische specificaties 30
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 31
INHOUDSOPGAVE

NL 4
Inleiding
U heeft gekozen voor een vaatwasser van Etna.
Optimaal gebruikscomfort en een eenvoudige bediening
stonden voorop bij de ontwikkeling van dit product.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de vaatwasser
zo optimaal mogelijk kunt benutten. U vindt informatie over de
bediening en achtergrondinformatie over de werking van het toestel.
Tevens treft u onderhoudstips aan.
De veiligheidsvoorschriften die van belang zijn tijdens de installatie
zijn opgenomen in het installatievoorschrift, dat bestemd is voor de
installateur.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
UW VAATWASSER

NL 5
Bedieningspaneel
UW VAATWASSER
1. Aan-/uittoets. Druk op de toets om het toestel in of uit te schakelen.
2. Aan/uit controlelampje. Het lampje brandt wanneer het toestel is
ingeschakeld.
3. Handgreep. Trek aan de handgreep om de deur te openen.
4. Waarschuwingslampje voor glansspoelmiddel.
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer het
glansspoelmiddel moeten worden bijgevuld.
5. Waarschuwingslampje voor zout. Het waarschuwingslampje gaat
branden wanneer het onthardingszout moet worden bijgevuld.
6. Controlelampje ‘halve belading’ programma
7. Selectietoets ‘Intensief’ programma.
8. Selectietoets ‘Normaal’ programma.
9. Selectietoets ‘Eco’ programma.
10.Selectietoets ‘1 uur’ programma
11.Selectietoets ‘Halve belading’ programma
Druk toets 10 en 11 gelijktijdig in om het ‘Snel programma’ te
selecteren.
78
11
910
1
2
3
45 6

NL 6
Beschrijving
1. Bovenste korf
2. Sproeiarmen
3. Onderste korf
4. Zoutreservoir
5. Grove zeef (vlakke zeef)
6. Wasmiddelreservoir
7. Kopjesrek
8. Bestekmand
9. Grove zeef (bekerzeef)
10. Glansspoelmiddelreservoir
11. Aansluiting afvoerpijp
12. Aansluiting waterinlaatpijp
UW VAATWASSER
17
8
9
10 12
2
3
4
5
611

NL 7
Belangrijke veiligheidsinstructies
• De handleiding is gebaseerd op de normen
en regels van de Europese Unie.
• Het apparaat voldoet op het moment van
levering aan de huidige Europese normen en
richtlijnen:
▷LVD 2006/95/EC
▷EMC 2004/108/EC
▷ErP 2009/125/EC
Laat het toestel aansluiten door een
erkend installateur (zie ‘Installatie’).
Sluit het apparaat niet aan op het
elektriciteitsnet voordat de installatie
volledig is voltooid.
• Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk
gebruik en soortgelijke toepassingen, zoals:
▷in personeelskeukens in winkels, op
kantoor en in andere werkomgevingen;
▷boerderijen;
▷door klanten in hotels, motels en andere
typen verblijfsomgevingen;
▷B&B-achtige omgevingen.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen van 8 jaar en ouder, alsmede
personen met beperkte lichamelijke,
zintuiglijke of mentale vermogens of met
ontbrekende ervaring en kennis, mits zij
onder toezicht staan of instructies krijgen in
veilig gebruik van het apparaat en begrijpen
wat de betreffende gevaren zijn (EN60335-1).
• Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door hulpbehoevenden, kleine kinderen en/
of personen met gebrek aan ervaring en
kennis, tenzij zij goede begeleiding krijgen
of geïnstrueerd zijn in het veilig gebruiken
van het apparaat door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid
(IEC60335-1).
VEILIGHEID

NL 8
• Dit toestel mag allen binnenshuis, voor
huishoudelijke doeleinden worden gebruikt.
• Dompel, om een elektrische schok te
voorkomen, het toestel of de stekker en
aansluitsnoer niet onder in water.
• Bij reparaties of schoonmaakbeurten moet
het toestel spanningsloos gemaakt worden.
Neem de stekker uit de contactdoos of draai
de schakelaar in de meterkast op nul.
• Dit toestel moet worden geaard! Aarding
verkleint de kans op een elektrische schok
bij storingen en defecten. Dit toestel is
uitgerust met een geaard snoer en stekker.
• Steek de stekker alleen in een geaard
stopcontact dat is gemonteerd volgens de
lokaal geldende voorschriften!
• Incorrecte aansluiting van het snoer kan
resulteren in een levensbedreigende
situatie. Neem in geval van twijfel contact
op met een gekwalificeerde elektriciën of
servicemedewerker.
• Voer geen veranderingen door aan de
stekker. Laat de stekker, wanneer deze niet
in het stopcontact past, aanpassen door een
gekwalificeerde elektriciën.
• Gebruik de deur en de korf van de
vaatwasser niet oneigenlijk.
Ga er niet op zitten of staan.
• Zorg ervoor dat alle losse onderdelen van de
vaatwasser correct zijn geplaatst.
• Open de deur tijdens gebruik voorzichtig.
Er kan heet water uit spatten.
• Plaats geen zware voorwerpen op de
geopende deur. Ga er ook niet op staan.
Het toestel kan kantelen en er kan schade
aan het toestel optreden.
VEILIGHEID

NL 9
• Plaats, bij het beladen van de korven,
scherpe voorwerpen zodanig dat zij het
deurrubber niet kunnen beschadigen.
Waarschuwing; plaats messen of ander
bestek met de scherpe punt naar beneden
(of horizonstaal) in de bestekmand
• Controleer of het wasmiddelreservoir leeg is
na afloop van het vaatwasprogramma.
• Reinig geen ongeschikt kunststof vaatwerk
in het toestel, tenzij het is voorzien van
een merkteken dat aangeeft dat het
vaatwasserbestendig is. Volg bij alle
vaatwerk, dat niet is voorzien van een
dergelijk merkteken, de aanwijzingen van
de producent op.
• Gebruik alleen was-, glansspoelmiddelen
en zout die zijn bedoeld voor gebruik in een
vaatwasser. Gebruik nooit professionele of
horeca-wasmiddelen.
• Gebruik nooit gewoon vaatwasmiddel of
wasmiddelen voor textiel.
• Bewaar de wasmiddelen buiten bereik van
kinderen.
• Houd de deur gesloten. U zou kunnen
struikelen over een geopende deur.
• Voer geen veranderingen door aan de
stekker. Laat de stekker, wanneer deze niet
in het stopcontact past, aanpassen door een
gekwalificeerde elektriciën.
• Verbuig de aan- en afvoerslang en het
aansluitsnoer niet extreem tijdens de
installatie. Let op dat deze niet bekneld
raken.
• WAARSCHUWING:Gebruik geen
oplosmiddelen in de wasruimte: dit
veroorzaakt ontploffingsgevaar!
VEILIGHEID

NL 10
• Schakel aan het einde van het programma
de afwasmachine uit en draai de waterkraan
dicht.
• Speel niet met de bediening van het toestel.
• Sluit het toestel alleen op de waterleiding
aan met een nieuwe slangenset. Oude
slangensets mogen niet worden hergebruikt.
• Maximaal aantal te gebruiken coverts: 12
• Maximale inlaat waterdruk: 1MPa
• Minimale inlaat waterdruk: 0,04 MPa
VEILIGHEID

NL 11
BEDIENING
Ingebruikname
Let op:
• Vul altijd eerst het zoutreservoir en stel de waterhardheid in voordat
u de vaatwasser in gebruik neemt (zie pagina 15).
• Vul tevens het glansspoelmiddelreservoir en het afwasmiddelbakje.
Overstroombeveiliging
Uw vaatwasser is uitgerust met een beveiliging die ervoor zorgt dat
er niet te veel water in het toestel kan lopen. De beveiliging sluit het
inlaatventiel en zorgt ervoor dat de vaatwasser het teveel wegpompt.
Wanneer er water in de machine zit (doordat er eerder teveel water in
werd gelaten of door een lek) moet dit eerst worden verwijderd voordat
u de vaatwasser opnieuw inschakelt.
Inschakelen
1. Open de deur van de vaatwasser.
2. Controleer of de stekker van het aansluitsnoer in het stopcontact zit.
3. Controleer of de waterkraan open staat.
4. Laad de vaatwasser (zie ‘De korven beladen’).
5. Doe afwasmiddel in het zeepbakje.
6. Sluit de deur van de vaatwasser.
7. Druk op de Aan-/uittoets om het toestel in te schakelen.
Het aan/uit controlelampje brandt wanneer het toestel is
ingeschakeld.
8. Kies het gewenste programma.
▷druk op een selectietoets om het gewenste programma te starten.
Stopzetten of aanpassen van een wasprogramma
1. Druk minimaal 3 seconden op de selectietoets van het te stoppen
wasprogramma.
Het toestel schakelt over naar de standby stand.
2. Kies een nieuw programma met de betreffende selectietoets.
Het nieuw gekozen programma start na 10 seconden.
3. U kunt ook direct minimaal 3 seconden op de selectietoets van het
nieuw te kiezen programma drukken.
Het nieuw gekozen programma start na 10 seconden.

NL 12
Let op!
Een programma dat al is gestart kan alleen in het beginstadium
worden aangepast. Na langere tijd is het vaatwasmiddel al over het
vaatwerk verspreid of de machine heeft het waswater al weggepompt.
In dat geval moet u het zeepbakje opnieuw vullen (zie hoofdstuk
Vaatwasmiddel).
Waarschuwing!
Het is gevaarlijk om gedurende het wasprogramma de deur geheel te
openen. U kunt in aanraking komen met heet water dat uit de machine spat.
Na afloop van het wasprogramma
Nadat het wasprogramma is afgelopen, klinkt er gedurende acht
seconden een geluidssignaal.
1. Schakel het toestel uit met de aan-/uittoets.
2. Open de deur van de vaatwasmachine.
3. Wacht enkele minuten voordat u de wasmachine uitlaadt. Direct na
afloop van het programma zijn vaatwerk en bestek nog erg heet.
De kans bestaat dat er door de hitte vaatwerk kan breken. Door het
vaatwerk enkele minuten te laten staan droogt het bovendien beter.
Programmakeuzetabel
Programma Informatie Programmaverloop Tijd in min.
Intensief Zeer vuile vaat, zoals schalen, pannen,
braadpannen, borden, borden met
ingedroogde voedselresten.
Voorspoelen (50 °C)
Hoofdwas (65 °C)
Spoelen
Spoelen
Spoelen (55 °C)
Drogen
125
Normaal Normale vuile vaat, zoals schalen,
borden, glazen, niet erg vuile pannen.
Voorspoelen (50 °C)
Hoofdwas (55 °C)
Spoelen
Spoelen (65 °C)
Drogen
160
Eco
(EN50242)
Standaard dagelijks programma voor
normaal vuile vaat, zoals schalen,
borden, glazen, niet erg vuile pannen.
Voorspoelen
Hoofdwas (50 °C)
Spoelen (65 °C)
Drogen
165
1 uur Voor vaat die alleen hoeft te worden
gespoeld en gedroogd.
Hoofdwas (60 °C)
Spoelen
Spoelen (50 °C)
Drogen
60
Snel Kort wasprogramma voor niet erg vuile
vaat die niet gedroogd hoeft te worden.
Hoofdwas (40 °C)
Spoelen
Spoelen (40 °C)
30
BEDIENING

NL 13
Zout bijvullen
Deze machine is uitgerust met een waterontharder. Vul hiervoor de
vaatwasmachine met zout.
1. Draai, na eerst de onderste korf te hebben verwijderd, de dop van
het reservoir los.
2. Voordat u het reservoir de eerste keer vult giet u er één liter water in.
3. Plaats de trechter in de reservoiropening. Giet er ongeveer 1 kg
zout in. Het is normaal dat er hierbij een beetje water uit de opening
stroomt.
4. Draai de dop zorgvuldig vast.
Let op!
• Gemorst zout verwijderen en direct hierna altijd een volledig
programma draaien teneinde schade aan de bodem te voorkomen.
• Vul altijd eerst het zoutreservoir en stel de waterhardheid in voordat
u de vaatwasser in gebruik neemt. Vul het zoutreservoir bij wanneer
het waarschuwingslampje van het zoutreservoir gaat branden. Het
kan voorkomen dat, hoewel het zoutreservoir is gevuld, het lampje
enige tijd blijft branden. Het dooft wanneer er voldoende zout in het
water is opgelost.
• Vul het zoutreservoir nooit met vaatwasmiddel. Dit zal de
waterontharder onherstelbaar beschadigen.
Zoutverbruik instellen
1. Draai de dop van het zoutreservoir los. In de opening van het
reservoir bevindt zich een ring met daarop een pijl.
2. Draai de ring, afhankelijk van de hardheid van het water, naar - of +.
Pas het zoutverbruik aan volgens onderstaand schema:
Waterhardheid Instelling Zoutverbruik
(gram/cyclus)
Autonomiteit
(cycli/1 kg)
graden
Clarke
ºdH mmol/l
0 - 10 0 - 8 0 - 1,4 Geen zout nodig 0 /
10 - 28 8 - 22 1,4 - 3,9 - stand 20 50
28 - 56 22 - 45 3,9 - 8 midden stand 40 25
56 - 75 45 - 60 8 - 11 + stand 60 16
Informeer bij het waterleidingbedrijf naar de hardheid van het
leidingwater om een en ander volgens de tabel in te stellen.
BEDIENING

NL 14
Glansspoelmiddel
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt glansspoelmiddel toegevoegd.
Glansspoelmiddel voorkomt dat er sporen van druppels achterblijven
op de schone vaat. Het zorgt er bovendien voor dat de vaat sneller
droogt doordat het water er gemakkelijk afglijdt.
De vaatwasser is ontworpen voor gebruik van vloeibaar
glansspoelmiddel. Het glansspoelmiddelreservoir bevindt zich op de
binnenzijde van de deur, naast het vaatwasmiddelbakje.
Let op
Vul het glansspoelmiddelreservoir bij wanneer het controlelampje van
het glasspoelmiddel gaat branden.
• Giet het glansspoelmiddelreservoir niet te vol. In dit geval zal het
glansspoelmiddel overstromen.
• Gemorst glansspoelmiddel moet verwijderd worden. Er kan
anders lekkage ontstaan door extreme schuimvorming.
1. Draai de dop van het glansspoelmiddelreservoir open (naar links,
naar de pijl met ‘open’).
2. Giet het glansspoelmiddel in het reservoir. Let er hierbij op dat u er
niet teveel in giet.
3. Plaats de dop terug. Zorg ervoor dat hij in lijn ligt met de ‘open’ pijl
en draai hem naar de ‘gesloten’ pijl.
De hoeveelheid glansspoelmiddel instellen
Tijdens de laatste spoelbeurt wordt een vastgestelde hoeveelheid
glansspoelmiddel toegevoegd. Net zoals bij vaatwasmiddel is de
hoeveelheid glansspoelmiddel afhankelijk van de waterhardheid bij
u in de buurt. Teveel glansspoelmiddel kan leiden tot strepen op het
vaatwerk.
Het glansspoelmiddelreservoir heeft 6 standen. Stel het reservoir in
eerste instantie in op stand 2. Indien er in dat geval vlekken op het
vaatwerk blijven ontstaan en de vaat niet goed droogt vergroot u de
hoeveelheid glansspoelmiddel door de keuzeknop van het reservoir op
stand 3 te draaien. Als dat geen verbetering geeft stelt u de keuzeknop
in op een hogere stand. Herhaal deze handeling totdat de vaat
streeploos droog uit de machine komt.
BEDIENING

NL 15
Vaatwasmiddelen
De chemische stoffen in vaatwasmiddelen verwijderen het vuil, breken
het af en zorgen ervoor dat het vuil uit de vaatwasser afgevoerd wordt.
De meeste in de winkel verkrijgbare vaatwasmiddelen zijn geschikt voor
dit doel.
Waarschuwing!
Vaatwasmiddel voor vaatwassers is een bijtend product. Houd het
daarom buiten het bereik van kinderen. Bij inslikken direct een arts
raadplegen en de verpakking meenemen.
Geconcenteerd vaatwasmiddel
Gebaseerd op hun chemische samenstellingen zijn er 2 verschillende
soorten geconcenteerd vaatwasmiddel:
• Conventionele alkalische vaatwasmiddelen met bijtende ingrediënten.
• Laag alkalische geconcentreerde vaatwasmiddelen met natuurlijke
enzymen.
Vaatwastabletten
Vaatwastabletten van verschillende fabrikanten lossen met
verschillende snelheid op. Hierdoor lossen sommige soorten
vaatwastabletten niet volledig op tijdens korte wasprogramma’s,
waardoor hun reinigende werking minder wordt. Gebruik daarom
vaatwastabletten vooral in combinatie met lange wasprogramma’s,
zodat de vaatwastabletten de kans krijgen om volledig op te lossen.
Vaatwasmiddelbakje
Uw vaatwasmachine gebruikt minder vaatwasmiddel en
glansspoelmiddel dan conventionele vaatwasmachines. In het
algemeen is slechts één maatschepje afwaspoeder nodig voor een
normale afwasbeurt. Gebruik meer vaatwasmiddel bij sterker vervuild
vaatwerk. Vul het zeepbakje vlak voor de start van het programma.
Het vaatwasmiddel kan anders vochtig worden en daardoor niet
volledig oplossen.
BEDIENING

NL 16
Vullen
1. Druk op de ontgrendeling om de deksel te openen.
2. Vul het vaatwasmiddelbakje vlak voor de start van een
wasprogramma. Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal
geschikt is voor vaatwasmachines.
De markering in het vaatwasmiddelbakje geeft de dosering aan.
• Bakje voor hoofdwasmiddel (1), ‘MIN’ betekent ongeveer 20 gram
vaatwasmiddel.
• Bakje voor voorwasmiddel (2), bevat ongeveer 5 gram
vaatwasmiddel.
• Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal geschikt is voor
vaatwasmachines.
• Bewaar het vaatwasmiddel op een koele en droge plek.
• Doe pas vaatwasmiddel in het vaatwasmiddelbakje als u direct
daarna een wasprogramma draait.
BEDIENING

NL 17
De korven beladen
Gebruik van de bovenkorf
De bovenkorf is ontworpen voor kwetsbaar, licht vaatwerk zoals glazen,
kopjes en schoteltjes, borden, kleine kommen en ondiepe (niet erg
vuile) pannen.
Plaats het vaatwerk zodanig dat het niet kan verschuiven wanneer het
besproeid wordt. De bovenkorf kan in hoogte versteld worden door de
korf uit te nemen en in een andere stand in de geleiderails te plaatsen.
1
4
1
1
2
3
2
7
4
5
61
1
Hoogteverstelling van de bovenkorf
U kunt de bovenkorf in hoogte verstellen om meer ruimte te creëren
voor grote voorwerpen in de bovenkorf of onderkorf. De bovenkorf kan
in hoogte versteld worden door de korf uit te nemen en in een andere
stand in de geleiderails te plaatsen.
Gebruik van de onderkorf
Wij raden u aan om grote voorwerpen die het moeilijkst te reinigen zijn
in de onderkorf te plaatsen: potten, pannen, pandeksels, ovenschalen
en kommen. Het verdient voorkeur om ovenschalen en pandeksels
aan de zijkant van de korf te plaatsen. Op die manier kunnen ze de
sproeiarm niet hinderen als deze ronddraait.
• Potten, serveerschalen etc. moeten altijd ondersteboven in de korf
geplaatst worden.
• Diepe kommen moeten schuin, met de opening naar beneden
geplaatst worden, zodat het water eruit kan lopen.
1. Kopjes
2. Kleine kom
3. Grote kom
4. Glazen
5. Schotels
6. Borden
7. Dessertborden
BEDIENING

NL 18
• De onderkorf kan zodanig worden aangepast dat er ook grotere, of
meer, potten en pannen in passen.
Bordenrekken neerklappen
Om potten en pannen makkelijker te kunnen plaatsen, kunt u de
achterste bordenrekken neerklappen.
Bestekmandje (beladingsvoorbeeld)
Bestek moet in het bestekmandje worden geplaatst, met de heften
naar beneden. Wanneer het bestekmandje is voorzien van zijvakken
moet het bestek stuk voor stuk in de vakken worden geplaatst. Lang
keukengerei, zoals pollepels, moeten in een liggende (horizontale)
positie, voorin de bovenkorf worden geplaatst.
Waarschuwing!
Zorg ervoor dat er geen voorwerpen door de bodem van het
bestekmandje kunnen steken. Hierdoor blokkeert de sproeiarm.
Ongeschikt bestek/servies voor in de vaatwasser
• Bestek met een houten, porseleinen of parelmoeren heft
• Plastic voorwerpen die niet hittebestendig zijn
• Bestek met gelijmde onderdelen die niet hittebestendig zijn
• Gelijmd bestek of servies
• Tinnen of koperen voorwerpen
• Loodkristallen glaswerk
• Stalen voorwerpen die gevoeilig zijn voor roest
• Houten schotels
• Voorwerpen gemaakt van synthetische vezels
1. Vorken
2. Soeplepels
3. Dessertlepels
4. Theelepeltjes
5. Messen
6. Opscheplepels
7. Juslepel
8. Serveervork
BEDIENING
SCALE1.000
4
4
3
8
2
6
7
4
4
4
5
4
4
4
4
1
1
1
1
1
1
1
1
1
4
4
4
1
1
1
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
6
4
7
8
10
11
9
9
7. Dessertborden
8. Borden
9. Soupborden
10. Bestekkorf
11. Ovale borden

NL 19
Beperkt geschikt bestek/servies voor in de vaatwasser
• Sommige glassoorten kunnen dof worden na een groot aantal
wasbeurten
• Zilver en aluminium kunnen verkleuren na gebruik in de vaatwasser
• Geglazuurde motieven kunnen vervagen na regelmatig wassen
Let op!
• Plaats geen voorwerpen in de vaatwasser die bevuild zijn met
sigarettenas, kaarsvet, lak of verf. Als u nieuw keukengerei koopt,
let er dan op dat dit geschikt is voor de vaatwasser.
• Plaats geen zilverhoudend bestek tegen andersoortig bestek. Dit
kan het bestek onherstelbaar beschadigen.
• Laad de vaatwasser niet te vol. Plaats geen keukengerei dat niet
geschikt is voor een vaatwasser. Dit is belangrijk voor goede
wasresultaten en een gunstig energieverbruik.
Plaatsen van bestek en servies
Voordat u de vaat in de vaatwasser plaatst moet u:
• Grove voedselresten verwijderen.
• Aangekoekte en aangebrande voedselresten even laten weken.
Let er bij het plaatsen op dat:
• de sproeiarmen niet geblokkeerd worden door de vaat;
• holle voorwerpen met de opening naar beneden worden geplaatst,
zodat er geen water in kan blijven staan.
Borden en bestek mogen elkaar niet afdekken
• Het glaswerk mag elkaar niet raken, om beschadigingen te
voorkomen.
• Plaats grote voorwerpen die lastig schoon te krijgen zijn in de
onderkorf.
• De bovenkorf is speciaal bedoeld voor lichtere voorwerpen zoals
glazen, koffie- en theekopjes.
Waarschuwing!
• Lange messen die rechtop staan in het bestekmandje kunnen letsel
veroorzaken!
• Plaats lang en/of scherp bestek zoals vleesmessen in een liggende
positie in de bovenkorf.
BEDIENING

NL 20
Beschadiging van glaswerk en ander servies
Mogelijke oorzaken:
• Type glas of fabrikageproces. Chemische samenstelling van het
vaatwasmiddel.
• Watertemperatuur en tijdsduur van het wasprogramma.
Voorgestelde oplossing:
• Gebruik glaswerk en porseleinen servies waarvan de fabrikant
aangeeft dat het geschikt is voor de vaatwasser.
• Gebruik een milder/minder bijtend vaatwasmiddel. Vraag
indien noodzakelijk meer informatie aan bij fabrikanten van
vaatwasmiddelen.
• Selecteer een wasprogramma met een lagere temperatuur.
• Haal glaswerk en bestek zo snel mogelijk na afloop van het
programma uit de vaatwasser, om beschadigingen te voorkomen.
BEDIENING
Table of contents
Languages:
Other ETNA Dishwasher manuals
Popular Dishwasher manuals by other brands

Bauknecht
Bauknecht GSI 6598 Quick reference guide

Elba
Elba DW60CSW1 Installation instructions and user guide

LG
LG LDS4821WW - Full Console Dishwasher user guide

Samsung
Samsung DW60M9970 Series installation manual

Electrolux
Electrolux ESF 620 Installation and user instructions

saco
saco Hotpoint LSTB 4B00 operating instructions