ETNA SM125RVS User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTRUCTIONS FOR USE
MAGNETRON
FOUR MICRO ONDES
MIKROWELLENHERD
MICROWAVE OVEN
SM125RVS


HANDLEIDING Inhoud
NL 3
Uw magnetron
Inleiding 4
Toestelbeschrijving 5
Veiligheidsvoorschriften 6
Gebruik
Voor gebruik 10
Werking 12
Bediening
Koken 13
Kinderslot 17
Kooktips 18
Onderhoud
Algemeen 21
Storingen
Wat moet ik doen als... 22
Installatievoorschrift
Algemeen 23
Inbouwen 24
Bijlage
Afvoeren toestel en verpakking 27

NL 4
InleidingUW MAGNETRON
Koken in uw nieuwe magnetron is veilig en comfortabel. U zet
binnen een handomdraai de lekkerste gerechten op tafel. Het toestel
is uiterst simpel te bedienen, mede dankzij de automatische kook- en
ontdooiprogramma’s.
In deze handleiding vindt u informatie over de installatie, veiligheid,
bediening en het onderhoud van uw magnetron.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Plak daarom het los bijgeleverde gegevensplaatje in het daarvoor
bestemde kader, achter in de handleiding. Het gegevensplaatje bevat
alle informatie die de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw
vragen te reageren.
Veel kookplezier!
Gebruikte pictogrammen
Belangrijk om te weten
Tip

NL 5
ToestelbeschrijvingUW MAGNETRON
1. Deurvergrendeling
2. Deur
3. Ruit
4. Glazen draaiplateau
5. Geleidering
6. Aandrijving
7. Bedieningspaneel
8. Display
9. Magnetron
10. Aardappelen
11. Opwarmen
12. Start
13. Ontdooien
14. Klok
15. Stop
16. Instelknop
17. Deurontgrendeling
1 2 3 4 5 6 7
8
11
13
14
15
16
17
9
10
12
De magnetron mag niet gebruikt worden zonder geleidering en draaiplateau. Het
draaiplateau moet met de uitsparing voor de aandrijving naar beneden geplaatst worden.

NL 6
Veiligheidsvoorschriften
Houd rekening met onderstaande
veiligheidsvoorschriften om brand, elektrische
schokken, verwonding van personen en blootstelling
aan microgolven te voorkomen.
Houd het toestel schoon, dit verlengt de levensduur
van uw magnetron en voorkomt gevaarlijke situaties.
Deze magnetron is ontworpen voor huishoudelijk
gebruik en is niet bedoeld voor professioneel
gebruik of gebruik in de horeca. Gebruik dit toestel
uitsluitend voor het bereiden van etenswaren.
Wanneer het apparaat oneigenlijk gebruikt
wordt, kan er bij defecten geen aanspraak op
schadevergoeding worden gemaakt en vervalt het
recht op garantie.
•Voorzorgsmaatregelen om blootstellig aan
hoogspanning te voorkomen:
º Levensgevaar! De ommanteling van de
magnetron nooit verwijderen. Het aanraken
van interne onderdelen van dit toestel kan
aanzienlijke verwonding en zelfs de dood tot
gevolg hebben.
º Levensgevaar! In geen geval reparaties zelf
uitvoeren. Reparaties aan elektrische apparaten
mogen uitsluitend door geauthoriseerde
servicemedewerkers uitgevoerd worden. Het
toestel nooit gebruiken met onderdelen die niet
door de fabrikant zijn aanbevolen of geleverd.
•Voorzorgsmaatregelen om blootstelling aan
microgolven te voorkomen:
º Let op! Schakel de magnetron nooit in met de
deur open.
º Let op! Plaats geen enkel voorwerp tussen de
deur van de magnetron.
º Let op! Gebruik de magnetron niet als er
beschadigingen zijn aan de deur (verbogen), de
deurvergrendeling, de afdichting of het hang-
en sluitwerk.
º Let op! Houd deur en afdichting schoon.
UW MAGNETRON

NL 7
Veiligheidsvoorschriften
•Waarschuwing! Verhitting van vloeistoen in de
magnetron kan resulteren in kookpuntvertraging.
Dit houdt in dat de vloeistof pas na verwijdering
uit de magnetron heftig kan gaan koken met
het risico dat u zich brandt. Het eect van
kookpuntvertraging kunt u opheen door een
kunststof of glazen lepeltje in de vloeistof te
zetten alvorens de vloeistof op te warmen in de
magnetron.
• Waarschuwing! Sluit het apparaat alleen aan op
wisselstroom, op een geaard stopcontact, met een
netspanning overeenkomstig met de informatie
aangegeven op het typeplaatje van het apparaat.
• Waarschuwing! Maak het toestel spanningsloos
voordat met reparatie of schoonmaken wordt
gestart. Trek de stekker uit het stopcontact of draai
de schakelaar in de meterkast op nul.
• Waarschuwing! Gebruik het toestel niet wanneer
de stekker, het snoer of het toestel beschadigd is
of wanneer het toestel niet (meer) naar behoren
functioneert.
• Waarschuwing! Kinderen herkennen de gevaren
niet die kunnen ontstaan bij het bedienen van
elektrische apparatuur. Laat de magnetron daarom
niet door kinderen bedienen en plaats het toestel
buiten bereik van kinderen.
• Waarschuwing! Let op met babyvoeding:
º Let op! Schud of roer de inhoud van
babyesjes of potjes babyvoeding na
verwarming.
º Let op! Controleer de temperatuur van de
voeding zorgvuldig vóór consumptie om
brandwonden te voorkomen.
• Waarschuwing! Vloeistoen of etenswaren in
luchtdichte verpakking mag u alleen opwarmen
indien u gaatjes in de verpakking prikt. Dit in
verband met explosiegevaar.
• Waarschuwing! Let op met vocht. Gebruik het
toestel daarom niet in de buitenlucht, in vochtige
ruimten of in de buurt van een waterkraan. Raak
het toestel niet aan met natte handen.
UW MAGNETRON

NL 8
Veiligheidsvoorschriften
• Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kan heet
zijn na gebruik van de magnetron.
• Voorzichtig! Gebruik uitsluitend bestek en
serviesgoed dat geschikt is voor gebruik in de
magnetron (let op serviesgoed met goud- of
zilverkleurige randjes).
ºLet op! Verwijder metalen sluitstrips van
plastic zakken alvorens deze in de magnetron te
plaatsen.
•Voorzichtig! Schakel de magnetron niet in als
deze leeg is. De magnetron kan zijn energie niet
kwijt en kan beschadigd raken.
•Voorzichtig! Laat het toestel niet zonder toezicht
achter wanneer deze in werking is.
•Voorzichtig! Houd het snoer uit de buurt van
warme oppervlakken.
•Voorzichtig! Ventilatieopeningen nooit afdekken.
•Let op! Het toestel is niet bedoeld voor gebruik
door kleine kinderen, hulpbehoevenden en/
of personen met gebrek aan kennis en ervaring,
tenzij zij goede begeleiding krijgen of geïnstrueerd
zijn in het veilig gebruiken van het toestel door
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid.
•Let op! Gebruik de magnetron alleen voor het
ontdooien en bereiden van voedsel en niet voor
bijvoorbeeld het drogen van kleding of papier.
Deze kunnen vlam vatten.
•Let op! In geval van rook of vuur in de
magnetron:
º Schakel de magnetron uit.
º Houd de magnetrondeur gesloten.
º Haal de stekker uit het stopcontact.
• Let op! Gebruik geen chemicaliën in dit toestel.
• Let op! Gebruik de ovenruimte niet voor
opslagdoeleinden.
• Let op! Installeer de magnetron volgens het
installatievoorschrift.
• Let op! Trek niet aan het snoer of het toestel om
de stekker uit het stopcontact te halen.
UW MAGNETRON

NL 9
•Let op! Vermijd het aanraken van warme
oppervlakken wanneer het toestel ingeschakeld is.
•Let op! Indien het apparaat na het inschakelen
niet functioneert, dan is mogelijk de zekering
of de aardlekschakelaar in de meterkast
uitgeschakeld. De betreende groep kan te zwaar
zijn belast of het geïnstalleerde toestel is defect.
• Let op! Als u besluit het toestel, vanwege een
defect, niet langer te gebruiken, adviseren
wij u, nadat u de stekker uit het stopcontact
heeft verwijderd, het snoer af te knippen.
Breng het toestel naar de betreende
afvalverwerkingsafdeling van uw gemeente.
Veiligheidsvoorschriften
UW MAGNETRON

NL 10
GEBRUIK
Vóór het eerste gebruik
• Open de deur, verwijder al het verpakkingsmateriaal en controleer
de magnetron op beschadigingen. Installeer de magnetron niet als
deze beschadigd is, maar neem contact op met uw leverancier.
• Verwijder de beschermfolie van de ommanteling.
• Reinig de ovenruimte en het toebehoren met een vochtige doek.
Gebruik geen schuurmiddel of sterk geurende schoonmaakmiddelen.
• Plaats de geleidering in het midden van de ovenruimte. Leg
het draaiplateau op de geleidering met de uitsparing voor de
aandrijving naar beneden. De magnetron mag niet gebruikt
worden zonder geleidering en draaiplateau.
• Test de magnetron op juiste werking. Plaats een glas water in de
ovenruimte. Schakel de magnetron één minuut in op de hoogste
stand (druk twee keer op de starttoets ). Het water moet na
aoop heet zijn.
De klok instellen
De klok loopt zolang de oven op de netspanning is aangesloten.
Wanneer er geen tijd is ingesteld, geeft het display ‘0:00’ weer.
Klok instellen
1. Druk op toets .
In het display knippert het uur.
2. Draai aan de instelknop om de uren in te stellen.
3. Druk nog een keer op toets .
In het display knipperen de minuten.
4. Draai aan de instelknop om de minuten in te stellen.
5. Druk nog een keer op toets om de instelling te bevestigen.
De tijd is ingesteld en de dubbele punt knippert.
Wat wel, wat niet
Als de magnetron ingeschakeld is, mag de deur geopend worden; druk
op toets , de magnetron schakelt uit en de ingestelde tijd wordt
stilgezet. Open de deur. Na het sluiten van de deur op de starttoets
drukken om de magnetron weer in te schakelen.
Vóór gebruik

NL 11
GEBRUIK Vóór gebruik
De magnetron is niet geschikt voor:
• het inmaken van etenswaren;
• het verhitten van frituurolie;
• het koken van eieren in de schaal in verband met explosiegevaar
(ook nadat de magnetron uitgeschakeld is).
Niet alle materialen mogen in de magnetron. In onderstaande tabel
wordt aangegeven welke materialen u wel en niet mag gebruiken.
•Voorzichtig! Gebruik uitsluitend bestek en serviesgoed dat
geschikt is voor gebruik in de magnetron (let op serviesgoed met
goud- of zilverkleurige randjes).
ºLet op! Verwijder metalen sluitstrips van plastic zakken
alvorens deze in de magnetron te plaatsen.
Materiaal Toegestaan
Papier Ja
Aluminiumfolie Ja
Huishoudfolie Ja
Aluminium bakjes Nee
Diepvries/magnetron servies Ja
Hittebestendig plastic Ja
Ongeglazuurd aardewerk Nee
Geglazuurd aardewerk Ja
Metalen kookgerei Nee
Normaal glas Ja
Pyrex, ander ovenvast glas en keramiek Ja
Serviesgoed met metaalhoudende sierrand Nee
Metalen sluitstrip Nee
Kwikthermometer Nee
Afgesloten pot Nee
Fles met nauwe hals Nee
Braadzakken Ja

NL 12
GEBRUIK Werking
Hoe werkt de magnetron
Een magnetron is een kooktoestel dat door middel van microgolven
voedsel verhit. Microgolven zijn elektromagnetische golven, net zoals
radio- en tv-golven. Een radio zet deze golven om in geluid. In een
magnetron worden de golven omgezet in warmte.
De warmte ontstaat doordat de microgolven water- en vetmoleculen,
die altijd in voedsel aanwezig zijn, snel laten bewegen. Hierdoor
schuren de moleculen snel langs elkaar en ontstaat er wrijving. Deze
wrijving veroorzaakt warmte (wrijf maar eens snel met uw handen
langs elkaar).
De magnetron verhit voedsel zeer intensief, omdat de golven direct
het voedsel binnendringen. De golven warmen dus niet alleen de
buitenkant van het gerecht op -zoals bij de traditionele manier van
koken het geval is-, maar dringen door tot de kern. Ten opzichte van
de conventionele manier van koken is de bereidingstijd bij kleine
hoeveelheden voedsel veel korter.
Magnetronvermogens
In onderstaande tabel kunt u zien uit welke vijf magnetronvermogens
u kunt kiezen en voor welke gerechten de vermogens geschikt zijn.
Vermogen Display Gerecht
Hoog P 100 - Water koken, opwarmen
- Koken van kip, vis en groenten
Midden hoog P 80 - Opwarmen
- Koken van paddestoelen en schaaldieren
- Koken van gerechten die ei en kaas bevatten
Midden P 50 - Koken van rijst en soep
Midden laag P 30 - Ontdooien
- Chocola en boter smelten
Laag P 10 - Ontdooien van gevoelige/kwetsbare gerechten
- Ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten
- Consumptie-ijs zacht maken
- Laten rijzen van deeg

NL 13
BEDIENING
Koken
•Waarschuwing! Verhitting van vloeistoen in de magnetron kan
resulteren in kookpuntvertraging. Dit houdt in dat de vloeistof
pas na verwijdering uit de magnetron heftig kan gaan koken met
het risico dat u zich brandt. Het eect van kookpuntvertraging
kunt u opheen door een kunststof of glazen lepeltje in de vloeistof
te zetten alvorens de vloeistof op te warmen in de magnetron.
•Waarschuwing! Let op met babyvoeding:
º Let op! Schud of roer de inhoud van babyesjes of potjes
babyvoeding na verwarming.
º Let op! Controleer de temperatuur van de voeding zorgvuldig
vóór consumptie om brandwonden te voorkomen.
•Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kan heet zijn na gebruik
van de magnetron.
De stappen voor het instellen van de tijd gaan als volgt:
Instellen 0 - 1 min. 1 - 5 min. 5 - 10 min. 10 - 30 min. 30 - 95 min.
Stap 5 sec. 10 sec. 30 sec. 1 min. 5 min.
Voorbeeld
U wilt 20 minuten op 80% vermogen koken.
1. Druk op toets .
In het display knippert ‘P 100’.
2. Druk (meerdere keren) op toets of draai aan de instelknop
totdat ‘P 80’ (of ‘P 50’, ‘P 30’ of ‘P 10’) in het display verschijnt.
3. Druk op de starttoets om de instelling te bevestigen.
Het vermogen is ingesteld op ‘P 80’.
4. Draai aan de instelknop totdat ‘20:00’ in het display verschijnt.
5. Druk op de starttoets om de magnetron in te schakelen of
op toets om te stoppen.
Opmerking
Zie pagina 18 t/m 20 voor kooktips en informatie over gerechten.
Koken

NL 14
BEDIENING
Snelstart
Met één druk op de starttoets kunt u 30 seconden op maximaal
vermogen koken. Door herhaaldelijk op de starttoets te drukken kunt
u de kooktijd in stappen van 30 seconden verlengen.
Ontdooien op gewicht
1. Druk op toets .
In het display verschijnt ‘dEF1’.
2. Draai aan de instelknop om het gewicht in te stellen van 100 tot
2000 gram.
In het display verschijnt het gewicht in gram en een ‘g’.
3. Druk op de starttoets om de magnetron in te schakelen.
Ontdooien op tijd
1. Druk twee keer op toets .
In het display verschijnt ‘dEF2’.
2. Draai aan de instelknop om de tijd in te stellen.
3. Druk op de starttoets om de magnetron in te schakelen.
Automatisch opwarmen
1. Druk op toets .
In het display verschijnt ‘200’.
2. Druk (meerdere keren) op toets of draai aan de instelknop om
het gewicht in te stellen (200, 400 of 600 gram).
3. Druk op de starttoets om de magnetron in te schakelen.
Informatieweergave
• Tijdens het kookproces kunt u het ingestelde vermogen in het
display laten weergeven door op toets te drukken.
• Tijdens het kookproces kunt u de huidige tijd in het display laten
weergeven door op toets te drukken.
Koken

NL 15
BEDIENING
Koken in fasen
U kunt maximaal twee fasen in een kookprogramma instellen. Indien
ontdooien een fase is in het kookprogramma, moet u deze als eerste
invoeren.
Voorbeeld
U wilt 5 minuten voedsel ontdooien, daarna 7 minuten koken op
80% vermogen.
1. Druk twee keer op toets .
In het display verschijnt ‘dEF2’.
2. Draai aan de instelknop totdat ‘5:00’ in het display verschijnt.
3. Druk op toets .
In het display knippert ‘P 100’.
4. Druk (meerdere keren) op toets of draai aan de instelknop
totdat ‘P 80’ in het display verschijnt.
5. Druk op toets om de instelling te bevestigen.
Het vermogen is ingesteld op ‘P 80’.
6. Draai aan de instelknop totdat ‘7:00’ in het display verschijnt.
7. Druk op de starttoets om de magnetron in te schakelen.
Er klinkt een geluidssignaal en het ontdooien begint, de ontdooitijd
in de display telt af. Als de eerste fase klaar is, klinkt er weer een
geluidssignaal en de tweede fase begint. Als de tweede fase klaar is
klinkt er 5 keer een geluidssignaal.
Voorgeprogrammeerd programma
1. Stel eerst de klok in (zie pagina 10).
2. Voer het kookprogramma in door vermogen en tijd in te stellen.
U kunt maximaal 2 fasen instellen. Indien ontdooien een fase is in
het kookprogramma, moet u deze als eerste invoeren.
Let op: druk na het instellen NIET op de starttoets .
3. Druk op toets .
In het display knippert het uur.
4. Draai aan de instelknop om de uren in te stellen.
5. Druk nog een keer op toets .
In het display knipperen de minuten.
6. Draai aan de instelknop om de minuten in te stellen.
7. Druk op de starttoets om de instelling te bevestigen.
Als de deur gesloten is en de ingestelde tijd is verstreken hoort u twee
keer een geluidsignaal waarna het kookproces start.
Koken

NL 16
BEDIENING
Aardappels
1. Druk op toets .
In het display verschijnt ‘200’.
2. Druk (meerdere keren) op toets of draai aan de instelknop om
het gewicht in te stellen (200, 400 of 600 gram).
3. Druk op de starttoets om de magnetron in te schakelen.
Automatisch koken
1. Draai aan de instelknop om een automatisch programma te kiezen
(A - 1 tot en met A - 8, zie onderstaande tabel).
2. Druk op de starttoets om de instelling te bevestigen.
3. Draai aan de instelknop om het gewicht in te stellen.
In het display verschijnt het gewicht in gram en een ‘g’.
4. Druk op de starttoets om de magnetron in te schakelen of
op toets om te stoppen.
In onderstaande tabel kunt u zien welke kookprogramma’s u kunt
gebruiken en voor welke gerechten de programma’s geschikt zijn.
Programma Toepassingen Gewicht Display
A - 1 Pizza 200 g 200 g
400 g 400 g
A - 2 Stukjes kip 200 g 200 g
400 g 400 g
600 g 600 g
800 g 800 g
A - 3 Vlees 250 g 250 g
350 g 350 g
450 g 450 g
A - 4 Groente 200 g 200 g
300 g 300 g
400 g 400 g
A - 5 Vis 250 g 250 g
350 g 350 g
450 g 450 g
Koken

NL 17
Programma Toepassingen Gewicht Display
A - 6 Pasta 50 g
(met 450 ml
koud water)
50 g
100 g
(met 800 ml
koud water)
100 g
A - 7 Soep 200 ml 200 ml
400 ml 400 ml
A - 8 Pap 550 g 550 g
1100 g 1100 g
Kinderslot
U kunt uw magnetron ‘op slot’ zetten, waardoor het starten van de
magnetron niet meer mogelijk is.
In werking stellen van het kinderslot:
Druk op toets en houd deze toets drie seconden vast totdat er
een geluidssignaal klinkt.
In het display verschijnt een tekening van een slot. Alle bedieningsfuncties
zijn buiten werking gesteld.
Uitschakelen van het kinderslot:
Druk op toets en houd deze toets drie seconden vast totdat er
een geluidssignaal klinkt.
De magnetron kan weer normaal worden gebruikt.
KinderslotBEDIENING

NL 18
Opwarmen en koken
• De magnetron verwarmt altijd met dezelfde intensiteit. Hoe meer
u in de magnetron plaatst, des te langer de kooktijd.
• Vlakke en platte gerechten zijn sneller warm dan smalle, hoge
gerechten.
• Gerechten afdekken met magnetronfolie of een passende deksel
voorkomt spetteren, verkort de gaartijd en helpt de vochtigheids-
graad te behouden. Na aoop de folie of het deksel voorzichtig
verwijderen.
ºLet op! De vrijkomende stoom kan zeer heet zijn!
• Gerechten die snel uitdrogen eventueel bevochtigen. Zet
aardappels en groenten eerst even in koud water voordat u ze in
de magnetron plaatst. Hiermee voorkomt u dat er zich een velletje
op vormt.
• Voor een gelijkmatig resultaat kunt u het beste gerechten één- tot
tweemaal roeren of keren.
• Kies voor het opwarmen van reeds bereide gerechten altijd de
hoogste magnetronstand.
• Bij het koken hoeft u maar weinig water, zout en kruiden te
gebruiken. Zout kunt u het beste na aoop toevoegen. Hiermee
voorkomt u dat het vocht aan het gerecht wordt onttrokken.
• Nadat de magnetron is uitgeschakeld gaart het gerecht nog enige
tijd na. Houd hier rekening mee door het gerecht niet te lang op
te warmen.
• Let op! Plaats, bij het opwarmen van kleine hoeveelheden
poedervormige producten (zoals bij het drogen van kruiden),
altijd een bekertje water in de magnetron. Anders bestaat er, door
de geringe hoeveelheid, kans op zelfontbranding.
Ontdooien
• Ontdooi grote compacte stukken altijd met behulp van het
ontdooiprogramma. Doordat het gerecht geleidelijk en gelijkmatig
ontdooit, loopt u niet de kans dat de buitenkant uitdroogt terwijl
de kern nog bevroren is.
• Om het ontdooiproces sneller te laten verlopen, wordt aanbevolen
om het gerecht na enige tijd in stukken te verdelen.
KooktipsBEDIENING

NL 19
• Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal een
pauze in.
• Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt
u dunne delen na de helft van de ontdooitijd afdekken of
omwikkelen met aluminiumfolie.
Factoren die van invloed zijn op het kookproces
• De temperatuur van ingrediënten is van invloed op de
bereidingstijd. Een koude maaltijd heeft een langere kooktijd
nodig dan een maaltijd op kamertemperatuur.
• Lichte, poreuze gerechten garen sneller dan zware en massieve
gerechten, zoals stoofgerechten of rollades. Let op bij het bereiden
van lichte, poreuze gerechten. De randen worden snel droog en taai.
• Kleine gerechten worden gelijkmatiger verwarmd als u ze los van
elkaar, liefst cirkelvormig, in de magnetron plaatst.
• Botten en vet geleiden hitte beter dan vlees. Aluminiumfolie
blokkeert de magnetrongolven. Door dunnere gedeelten van
gerechten (zoals kippenpoten en -vleugeltjes) af te dekken
voorkomt u dat ze te snel garen.
• Magnetrongolven dringen tot ongeveer 3 cm in het gerecht door.
De kern van dikke gerechten wordt verhit doordat de warmte zich
van het verwarmde deel (de buitenkant) naar binnen verspreidt.
• Vlees en gevogelte dat langer dan een minuut of 15 in de
magnetron gekookt wordt, bruint lichtjes. Gerechten die korter
bereid worden kunt u van te voren insmeren met een ‘bruinende’
saus, zoals Worcestershire saus, sojaolie of barbecue saus.
• Vetvrij papier voorkomt spetteren en helpt warmte vast te houden.
Basistechnieken
Plaatsen
• Plaats dikkere stukken aan de buitenkant op het draaiplateau.
Gerechten die aan de buitenkant op het draaiplateau geplaatst
worden ontvangen de meeste microgolven.
Roeren
• Door gerechten regelmatig te roeren verspreidt u de opgeslagen
warmte. Roer altijd van buiten naar binnen, aangezien de
buitenkant van het gerecht altijd het eerste warm wordt.
BEDIENING Kooktips

NL 20
Omdraaien
• Grote, dikke gerechten regelmatig omdraaien. Ze garen dan
regelmatiger en sneller.
Prikken
• Gerechten met een vel of schaal, zoals eierdooiers, schaaldieren en
fruit, barsten open in de magnetron. Voorkom dit door er van te
voren enkele keren met een vork of satéprikker in te prikken.
Controleren
• Gerechten garen snel. Controleer ze daarom regelmatig. Haal
gerechten net voordat ze gaar zijn uit de magnetron.
Nagaren
• Laat gerechten, nadat u ze uit de magnetron hebt gehaald, over
het algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan. De gerechten garen
dan na. Gerechten met een droge korst, zoals cake, niet afdekken.
Invriezen
• Bij het invriezen kunt u al rekening houden met het ontdooien in
de magnetron, door geen aluminiumfolie of -bakjes te gebruiken
en door plattere porties in te vriezen.
Koken van groente
• Gebruik indien mogelijk verse groenten. Als groenten al wat slap
zijn geworden doordat ze te lang gelegen hebben kunt u ze een
tijdje in koud water leggen, zodat ze zich weer vol kunnen zuigen.
• Gebruik voor het koken van groente een ruime schaal, zodat de
schaalbodem bedekt wordt met een niet al te dikke laag.
• Kook groente bij voorkeur met aanhangend water.
• Dek de schaal altijd af met een deksel of magnetronfolie.
• Voeg geen zout toe. De van nature in de groente aanwezige zouten
geven meestal voldoende smaak. Indien u toch zout toe wilt
voegen, doe dat dan na het koken.
• Kook groente zo kort mogelijk. Houd rekening met het nagaren.
• Controleer met een satéprikker of vork of de groente gaar is.
Koken van vis
Vis moet geleidelijk gaar worden. Schakel daarom bij dunne vissen,
vette vissen of kleine porties het vermogen in op 30%. In andere
gevallen kunt u het vermogen gerust iets hoger instellen. Houd wel
rekening met nagaren. Vis is gaar als het vlees ondoorschijnend is
geworden.
BEDIENING Kooktips
Table of contents
Languages:
Other ETNA Microwave Oven manuals