ETNA T2144 User manual

700003280300
T2144
GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTRUCTIONS FOR USE
MAGNETRON
FOUR MICRO ONDES
MIKROWELLENHERD
MICROWAVE OVEN
Het toestel-identificatieplaatje bevindt zich aan de binnenzijde van het toestel.
La plaque d’identification de l’appareil se trouve sur l’intérieur de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befindet sich an der Innenseite des Gerätes.
The appliance identification card is located on the inside of the appliance.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department,
have the complete type number to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.

NL
Handleiding 3 - 27
FR
Notice d’utilisation 29 - 53
DE
Anleitung 55 - 79
EN
Manual 81 - 105
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip

3
Inhoud
Uw combimagnetron
1.1 Toestelbeschrijving 4
1.2 Bedieningspaneel 4
1.3 Inleiding 5
Veiligheidsvoorschriften 6
Vóór gebruik
3.1 Vóór het eerste gebruik 7
3.2 De klok instellen 7
3.3 Testen 8
3.4 Wat wel, wat niet 8 - 9
Werking 9
Bediening
5.1 Algemeen 10 - 11 - 12
5.2 Magnetronfuncties 13
5.3 Ovenfuncties 14
5.4 Combimagnetronfuncties 15
5.5 Automatische kookprogramma’s 16 - 17
5.6 Voorverwarmen 18
5.7 Kinderslot 19
5.8 Pauze 19
Kooktips 20 - 21 - 22
Onderhoud 23
Storingen 24
Installatievoorschrift
9.1 Technische gegevens 25
9.2 Productspecificaties 25
9.3 Elektrische aansluiting 25
9.4 Belangrijke aanwijzingen voor het installeren 25
9.5 Plaatsing 26
9.6 Inbouwmaten 26
9.7 Inbouwen 26
Bijlagen 27
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

1.1 Toestelbeschrijving
1.2 Bedieningspaneel
4
1 Uw combimagnetron
1 2 3 4 5 6 7 8 9
1. Bedieningspaneel
2. Grillelement
3. Lamp
4. Insteekniveau
5. Ruit magnetrondeur
6. Scharnier
7. Rond rooster
8. Rechthoekig rooster
9. Glazen plateau
10. Draaiplateau
11. Aandrijving draaiplateau
1. Functieknop
2. Vermogen-/gewichttoets
3. Snel voorverwarmen toets
4. Aan-/uittoets
5. Temperatuur-/automenutoets
6. Kloktoets
7. Start-/pauzetoets
8. Kinderslot
9. Selectieknop
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

5
1 Uw combimagnetron
1.3 Inleiding
Koken in uw nieuwe combimagnetron is veilig en comfortabel. U zet binnen een
handomdraai de lekkerste gerechten op tafel. Het toestel is uiterst simpel te bedienen,
mede dankzij de automatische kook- en ontdooiprogramma’s.
In deze handleiding vindt u informatie over de installatie, veiligheid, bediening en het
onderhoud van uw combimagnetron.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door voordat u het
apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
Veel kookplezier!

6
Lees voor gebruik eerst de separate
veiligheidsvoorschriften!
2 Veiligheidsvoorschriften

7
3 Vóór gebruik
3.1 Vóór het eerste gebruik
Gebruik bij voorkeur het ovenrooster voor het bereiden van gerechten. Plaats
koude (diepvries) gerechten nooit direct op het glazen draaiplateau. Door tempera-
tuurverschillen kan deze barsten!
• Open de deur, verwijder al het verpakkingsmateriaal en controleer de
combimagnetron op beschadigingen. Installeer de combimagnetron niet als deze
beschadigd is, maar neem contact op met uw leverancier.
• Verwijder de beschermfolie van de ommanteling.
• Reinig de ovenruimte en het toebehoren met een vochtige doek. Gebruik geen
schuurmiddel of sterk geurende schoonmaakmiddelen.
• Leg het draaiplateau in het midden van de ovenruimte met de uitsparing voor de
aandrijving naar beneden. De combimagnetron mag niet gebruikt worden zonder
draaiplateau.
• Sluit de combimagnetron op het elektriciteitsnet aan.
3.2 De klok instellen
Wanneer het toestel voor de eerste keer op het elektrici-
teitsnet wordt aangesloten, moet u eerst de klok instellen.
In de display knippert ‘00:00’. De klok loopt zolang de
combimagnetron op netspanning is aangesloten.
1. Draai aan de selectieknop om de tijd in te stellen (tussen
00:00 en 23:59).
2. Na het instellen hoort u een geluidssignaal en de tijd
stopt met knipperen.
De klok is ingesteld.
Opmerkingen
• Als u op een later tijdstip de tijd wilt wijzigen, moet u eerst lang op de kloktoets
drukken. De actuele tijd verdwijnt en vervolgens knippert de tijd. Draai aan de
selectieknop om de nieuwe tijd in te stellen en druk vervolgens weer op de
kloktoets ter bevestiging.
• Als u de tijd niet in de display wilt zien, drukt u kort op de kloktoets. De tijd verdwijnt.

8
3 Vóór gebruik
Druk nogmaals kort op de kloktoets en de tijd verschijnt weer in de display.
3.3 Testen
Plaats een glas water in de ovenruimte. Test de combimagnetron op juiste werking door
de combimagnetron één minuut op de hoogste stand in te
schakelen. Het water moet na afloop heet zijn.
1. Zet de combimagnetron aan door op de aan-/uittoets te
drukken.
De combimagnetron staat nu op het hoogste vermogen
ingesteld (900 W). De tijd (1 minuut) knippert.
2. Druk op de start-/pauzetoets.
De combimagnetron schakelt in op de hoogste stand en
de tijd telt af. Na afloop verschijnt de huidige tijd in de display en u hoort 5 keer een
geluidssignaal.
De magnetron schakelt vanzelf uit.
3.4 Wat wel, wat niet
Als de combimagnetron ingeschakeld is, mag de deur geopend worden; de combi-
magnetron schakelt uit en de ingestelde tijd wordt stilgezet. Druk na het sluiten van
de deur op de start-/pauzetoets om de combimagnetron weer in te schakelen.
De combimagnetron is niet geschikt voor:
• het inmaken van etenswaren;
• het verhitten van frituurolie;
• het koken van eieren in de schaal in verband met explosiegevaar (ook nadat de
combimagnetron uitgeschakeld is).
Niet alle materialen mogen in de combimagnetron. In onderstaande tabel wordt
aangegeven welke materialen u wel en niet mag gebruiken.
• Voorzichtig! Gebruik uitsluitend bestek en serviesgoed dat geschikt is voor gebruik
in de combimagnetron (let op serviesgoed met goud- of zilverkleurige randjes).
ºLet op! Verwijder metalen sluitstrips van plastic zakken alvorens deze in de
combimagnetron te plaatsen.

9
Materiaal Toegestaan
Papier Ja
Aluminiumfolie Ja
Huishoudfolie Ja
Aluminium bakjes Nee
Diepvries/combimagnetron servies Ja
Hittebestendig plastic Ja
Ongeglazuurd aardewerk Nee
Geglazuurd aardewerk Ja
Metalen kookgerei Nee
Normaal glas Ja
Pyrex, ander ovenvast glas en keramiek Ja
Serviesgoed met metaalhoudende sierrand Nee
Metalen sluitstrip Nee
Kwikthermometer Nee
Afgesloten pot Nee
Fles met nauwe hals Nee
Braadzakken Ja
Hoe werkt de magnetron
Een magnetron is een kooktoestel dat door middel van microgolven voedsel verhit.
Microgolven zijn elektromagnetische golven, net zoals radio- en tv-golven. Een radio zet
deze golven om in geluid. In een magnetron worden de golven omgezet in warmte.
De warmte ontstaat doordat de microgolven water- en vetmoleculen, die altijd in voedsel
aanwezig zijn, snel laten bewegen. Hierdoor schuren de moleculen snel langs elkaar
en ontstaat er wrijving. Deze wrijving veroorzaakt warmte (wrijf maar eens snel met uw
handen langs elkaar).
De magnetron verhit voedsel zeer intensief, aangezien de golven direct het voedsel
binnendringen. De golven warmen dus niet alleen de buitenkant van het gerecht op,
maar dringen door tot de kern. Ten opzichte van de conventionele manier van koken is
de bereidingstijd bij kleine hoeveelheden voedsel veel korter.
4 Werking

10
5 Bediening
5.1 Algemeen
5.1.1 Magnetronvermogens
In onderstaande tabel ziet u uit welke vijf magnetronvermogens u kunt kiezen en
voor welke gerechten de vermogens geschikt zijn. Tijdens gebruik is het mogelijk het
vermogen te wijzigen door op de desbetreffende toets te drukken (zie 5.2 en 5.4).
Vermogen Gerecht
900 W - Water koken, opwarmen
- Koken van kip, vis en groenten
700 W - Opwarmen
- Koken van paddestoelen en schaaldieren
- Koken van gerechten die ei en kaas bevatten
450 W - Koken van rijst en soep
300 W - Ontdooien
- Chocola en boter smelten
100 W - Ontdooien van gevoelige/kwetsbare gerechten
- Ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten
- Consumptie-ijs zacht maken
- Laten rijzen van deeg
5.1.2 Temperatuur wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk de temperatuur te wijzigen (zie 5.3 en 5.4). De status van
de temperatuur is af te lezen in de LED-balk. De ingestelde temperatuur is bereikt als
alle blokjes van de LED-balk verlicht zijn.
5.1.3 Kookduur wijzigen
Tijdens gebruik is het mogelijk de kookduur te wijzigen (zie 5.3 en 5.4). De stappen voor
het instellen van de kookduur zijn als volgt (de maximale kookduur is afhankelijk van de
gekozen modus):
Instellen 0 - 1 min. 1 - 5 min. 5 - 15 min. 15 - 60 min. 60 min.+
Stap 1 sec. 10 sec. 30 sec. 1 min. 5 min.

11
5 Bediening
5.1.4 Alle functies
Functie Modus
Magnetron Magnetron Magnetron (zie 5.2)
Gebruik de
magnetronfunctie om
groenten, aardappelen,
rijst, vis en vlees te koken
en op te warmen.
Oven Hetelucht Hetelucht (zie 5.3)
Met de hetelucht oven
kunt u gerechten bereiden
op dezelfde manier als in
een traditionele oven. De
magnetron wordt hierbij
niet gebruikt. U wordt
geadviseerd de oven voor
te verwarmen tot de juiste
temperatuur voordat u
het gerecht in de oven
plaatst.
Grill met
ventilator
Grill met ventilator
(zie 5.3)
Gebruik deze functie om
gerechten gelijkmatig te
braden en tegelijkertijd
een bruin korstje te
geven.
Hetelucht +
Onderwarmte
Hetelucht + Onderwarmte
(zie 5.3)
Grill Grill (zie 5.3)
De grill is uitermate
geschikt voor het
bereiden van dunne
stukken vlees en vis.

12
5 Bediening
Functie Modus
+
Magnetron +
Oven
Hetelucht Magnetron + Hetelucht
(zie 5.4)
Gebruik deze functie om
snel gerechten te braden.
Grill met
ventilator
Magnetron + Grill met
ventilator (zie 5.4)
Hetelucht +
Onderwarmte
Magnetron + Hetelucht
+ Onderwarmte
(zie 5.4)
Grill Magnetron + Grill
(zie 5.4)
Deze functie is ideaal om
snel gerechten te koken
en tegelijkertijd een bruin
korstje te geven. Boven-
dien kunt u er ook mee
gratineren. De magnetron
en de grill functioneren
gelijktijdig. De magnetron
kookt en de grill braadt.
Ontdooien d01 + d02 Ontdooien (zie 5.5)
Auto-
programma’s
P01 - P13 Automatische kook-
programma’s (zie 5.5)
Voor-
verwarmen
xVoorverwarmen (zie 5.6)
Kinderslot x Kinderslot (zie 5.7)
Opmerking
Zie pagina 20 t/m 22 voor kooktips en informatie over gerechten.

13
5 Bediening
5.2 Magnetronfuncties
• Waarschuwing! Verhitting van vloeistoffen in de magnetron kan resulteren in
kookpuntvertraging. Dit houdt in dat de vloeistof pas na verwijdering uit de
magnetron heftig kan gaan koken met het risico dat u zich brandt. Het effect van
kookpuntvertraging kunt u opheffen door een kunststof of glazen lepeltje in de
vloeistof te zetten alvorens de vloeistof op te warmen in de magnetron.
• Waarschuwing! Let op met babyvoeding:
ºLet op! Schud of roer de inhoud van babyflesjes of potjes babyvoeding na
verwarming.
ºLet op! Controleer de temperatuur van de voeding zorgvuldig vóór consumptie
om brandwonden te voorkomen.
• Waarschuwing! Bestek en serviesgoed kunnen heet zijn na gebruik van de magnetron.
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te
schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie
icoon is zichtbaar.
2. Draai aan de selectieknop om de kookduur in te stellen.
De maximale kookduur is afhankelijk van het ingestelde
vermogen.
3. Druk op de vermogen-/gewichttoets om het
magnetronvermogen in te instellen.
’900’ knippert in de display.
4. Draai aan de selectieknop om het magnetronvermogen
in te stellen (tussen 100 W en 900 W). Druk ter bevestiging
nogmaals op de vermogen-/gewichttoets of wacht totdat het vermogen in de
display stopt met knipperen.
U hoort een geluidssignaal.
5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.

14
5 Bediening
5.3 Ovenfuncties
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te
schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie
icoon is zichtbaar.
2. Draai de functieknop één positie naar rechts.
Het ‘heteluchtsymbool’ knippert. Tijd en temperatuur
verschijnen in de display en het ovenfunctie icoon is
zichtbaar.
3. Draai de selectieknop naar rechts om een modus te
kiezen (zie de tabel op pagina 11). Als het symbool stopt
met knipperen, is de gekozen modus actief. U kunt één
stap terug door de functieknop een positie naar links te
draaien.
4. U kunt nu bij elke modus (indien gewenst) de tijd en/
of de temperatuur wijzigen (bij de grill; stand 1, 2 of 3,
waarbij 3 de hoogste stand is). Hiervoor drukt u op de
kloktoets of de temperatuur-/automenutoets. De tijd of
temperatuur (stand) gaat knipperen. Met de selectieknop
stelt u vervolgens de gewenste tijd/temperatuur/stand
in. Druk ter bevestiging nogmaals op de kloktoets of de
temperatuur-/automenutoets.
De in te stellen tijd/temperatuur is afhankelijk van de gekozen modus.
5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.

15
5.4 Combimagnetronfuncties
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te
schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie
icoon is zichtbaar.
2. Draai de functieknop twee posities naar rechts.
Het ‘heteluchtsymbool’ knippert. Tijd en temperatuur
verschijnen in de display en het magnetronfunctie icoon
en ovenfunctie icoon zijn zichtbaar.
3. Draai de selectieknop naar rechts om een modus te
kiezen (zie de tabel op pagina 12). Als het symbool stopt
met knipperen, is de gekozen modus actief. U kunt één
stap terug door de functieknop een positie naar links te
draaien.
4. U kunt nu bij elke modus (indien gewenst) het vermogen,
de tijd en/of de temperatuur wijzigen (bij de grill; stand
1, 2 of 3, waarbij 3 de hoogste stand is). Hiervoor drukt
u op de vermogen-/gewichttoets, de kloktoets of de
temperatuur-/automenutoets. Het vermogen, de tijd of
temperatuur (stand) gaat knipperen. Met de selectieknop
stelt u vervolgens het gewenste vermogen, de gewenste
tijd en/of temperatuur/stand in. Druk ter bevestiging nogmaals op de vermogen-/
gewichttoets, de kloktoets of de temperatuur-/automenutoets.
Het in te stellen vermogen en de in te stellen tijd/temperatuur is afhankelijk van de
gekozen modus.
5. Druk op de start-/pauzetoets om het kookproces te starten.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.
5 Bediening

16
5.5 Automatische kookprogramma’s
Er zijn 15 automatische kookprogramma’s. U hoeft alleen maar het programma te kiezen
en vervolgens het gewicht in te stellen. In het gekozen programma zijn het vermogen, de
tijd en de temperatuur al vastgelegd.
Programma Categorie Item
d01 (ontdooien)** Vlees, kip en vis U hoort een geluidssignaal, waarna de
combimagnetron stopt. Draai het gerecht
om en druk op de start-/pauzetoets om het
ontdooiprogramma te vervolgen.
d02 (ontdooien)** Brood, gebak en
fruit
P01** Groenten Verse groenten
P02** Bijgerechten Gekookte aardappelen (geschild)
P03* Bijgerechten Gebakken aardappelen
U hoort een geluidssignaal. Draai de
aardappelen om. De combimagnetron
schakelt automatisch door naar de volgende
fase.
P04 Kip/vis Stukjes kip/vis
U hoort een geluidssignaal. Draai de stukjes
kip om. De combimagnetron schakelt
automatisch door naar de volgende fase.
P05* Deegwaren Cake
P06* Deegwaren Appeltaart
P07* Deegwaren Quiche
P08** Verwarmen Drinken/soep
P09** Verwarmen Bord eten
P10** Verwarmen Saus/stamppot/ovenschotel
P11* Kant en klaar Diepvries pizza
P12* Kant en klaar Bevroren ovenfriet
U hoort een geluidssignaal. Draai de
ovenfriet om. De combimagnetron schakelt
automatisch door naar de volgende fase.
P13* Kant en klaar Bevroren lasagne
Let op!
• Bij de automatische kookprogramma’s wordt gebruik gemaakt van de magnetron-
functie. Gebruik geen metalen voorwerpen (zie pagina 9 voor een overzicht).
• Bij de programma’s met een * wordt het toestel voorverwarmd. Tijdens het
voorverwarmen staat de kookduur stil en brandt . Na het voorverwarmen klinkt
er een geluidsignaal en knippert . Plaats het gerecht op de glazen bakplaat in de
oven op inschuifniveau 1 en druk op start.
• Bij de programma’s met ** wordt alleen gebruik gemaakt van de magnetronfunctie.
Gebruik hiervoor altijd het draaiplateau met het ronde rooster voor optimale
warmteverdeling.
5 Bediening

17
1. Druk op de aan-/uittoets om de magnetronfunctie in te
schakelen.
‘01:00’ knippert in de display en het magnetronfunctie
icoon is zichtbaar.
2. Draai de functieknop drie posities (d01) of vier posities
(P01) naar rechts.
Tijd, gewicht en het eerste nummer van de automatische
programma’s verschijnen in de display en het ontdooi
icoon/automatisch programma icoon is zichtbaar.
3. Draai de selectieknop naar rechts om een automatisch
kookprogramma te kiezen (zie de tabel op pagina 16).
Als het symbool stopt met knipperen, is het gekozen
programma actief. U kunt één stap terug door de
functieknop een positie naar links te draaien.
4. Druk op de vermogen-/gewichttoets om het gewicht in
te instellen.
Het gewicht knippert in de display.
5. Met de selectieknop stelt u vervolgens een gewicht
in. Druk ter bevestiging nogmaals op de vermogen-/
gewichttoets.
Het in te stellen gewicht is afhankelijk van het gekozen programma.
6. Druk op de start-/pauzetoets om het automatische kookprogramma te starten.
Bij de automatische programma’s met een * (zie pagina 16) wordt het toestel
voorverwarmd. Tijdens het voorverwarmen staat de kookduur stil en brandt . Na
het voorverwarmen klinkt er een geluidsignaal en knippert . Plaats het gerecht op
de glazen bakplaat in de oven op inschuifniveau 1 en druk op start.
Wanneer het kookproces afgerond is hoort u 5 geluidssignalen. De ventilator blijft
nog enige tijd draaien en schakelt vanzelf uit.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.
5 Bediening

18
5.6 Voorverwarmen
De voorverwarmfunctie kan ingeschakeld worden vanuit de volgende functie’s:
Modus Voorverwarmen
Magnetronfuncties Magnetron
Ovenfuncties Hetelucht x
Grill met ventilator x
Hetelucht + Onderwarmte x
Grill
Combimagnetronfuncties Magnetron + Hetelucht x
Magnetron + Grill met ventilator x
Magnetron + Onderwarmte +
Hetelucht
x
Magnetron + Grill
• De voorverwarmfunctie werkt alleen indien één van bovenstaande functies reeds
gekozen is. Tijdens het voorverwarmen werkt de magnetron niet.
• U kunt de rest van de instellingen voor of na het kiezen van de voorverwarmfunctie
aanpassen (zie 5.3 en 5.4).
1. Druk op de snel voorverwarmen toets.
Het voorverwarm icoon verschijnt in de display.
2. Druk op de start-/pauzetoets om het voorverwarmen te
starten.
Wanneer de ingestelde temperatuur bereikt is hoort u driemaal een geluidssignaal.
• Het voorverwarmen kan gestopt worden door de ovendeur te openen of op de
aan-/uittoets te drukken.
3. Druk op de start-/pauzetoets om het vooraf ingestelde kookproces te starten.
Indien niet op de start-/pauzetoets gedrukt wordt, schakelt de combimagnetron na
15 minuten automatisch uit.
5 Bediening

19
5.7 Kinderslot
U kunt uw combimagnetron ‘op slot’ zetten, zodat het starten van de combimagnetron
niet meer mogelijk is.
Let op:
Het kinderslot kan alleen ingeschakeld worden als de combimagnetron uitgeschakeld is.
De (huidige) tijd is zichtbaar in de display.
In werking stellen van het kinderslot:
1. Druk gelijktijdig op de temperatuur-/automenutoets en
start-/pauzetoets en houd deze toetsen vast totdat er
een geluidssignaal klinkt.
In de display verschijnt een sleutel icoon. Alle
bedieningsfuncties zijn buiten werking gesteld.
Uitschakelen van het kinderslot:
1. Druk gelijktijdig op de temperatuur-/automenutoets en
start-/pauzetoets en houd deze toetsen vast totdat er
een geluidssignaal klinkt.
In de display verdwijnt het sleutel icoon. De
combimagnetron kan weer normaal worden gebruikt.
5.8 Pauze
Als uw combimagnetron in werking is, kunt u het toestel ‘op pauze’ zetten.
1. Druk op de start-/pauzetoets.
Het symbool van de ingestelde modus gaat knipperen.
2. Druk nogmaals op de start-/pauzetoets om het proces weer door te laten gaan.
Het symbool van de ingestelde modus stopt met knipperen.
5 Bediening

20
Opwarmen en koken
• De combimagnetron verwarmt altijd met dezelfde intensiteit. Hoe meer u in de
combimagnetron plaatst, des te langer de kooktijd.
• Vlakke en platte gerechten zijn sneller warm dan smalle, hoge gerechten.
• Gerechten afdekken met combimagnetronfolie of een passende deksel voorkomt
spetteren, verkort de gaartijd en helpt de vochtigheidsgraad te behouden. Na afloop
de folie of het deksel voorzichtig verwijderen.
ºLet op! De vrijkomende stoom kan zeer heet zijn!
• Gerechten die snel uitdrogen eventueel bevochtigen. Zet aardappels en groenten
eerst even in koud water voordat u ze in de combimagnetron plaatst. Hiermee
voorkomt u dat er zich een velletje op vormt.
• Voor een gelijkmatig resultaat kunt u het beste gerechten één- tot tweemaal roeren
of keren.
• Kies voor het opwarmen van reeds bereide gerechten altijd de hoogste
combimagnetronstand.
• Bij het koken hoeft u maar weinig water, zout en kruiden te gebruiken. Zout kunt u
het beste na afloop toevoegen. Hiermee voorkomt u dat het vocht aan het gerecht
wordt onttrokken.
• Nadat de combimagnetron is uitgeschakeld gaart het gerecht nog enige tijd na.
Houd hier rekening mee door het gerecht niet te lang op te warmen.
• Let op! Plaats, bij het opwarmen van kleine hoeveelheden poedervormige producten
(zoals bij het drogen van kruiden), altijd een bekertje water in de combimagnetron.
Anders bestaat er, door de geringe hoeveelheid, kans op zelfontbranding.
Ontdooien
• Ontdooi grote compacte stukken altijd met behulp van het ontdooiprogramma.
Doordat het gerecht geleidelijk en gelijkmatig ontdooit, loopt u niet de kans dat de
buitenkant uitdroogt terwijl de kern nog bevroren is.
• Om het ontdooiproces sneller te laten verlopen, wordt aanbevolen om het gerecht
na enige tijd in stukken te verdelen.
• Las, bij grote stukken vlees en compacte gerechten, tweemaal een pauze in.
• Bij het ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten kunt u dunne delen na de
helft van de ontdooitijd afdekken of omwikkelen met aluminiumfolie.
• Gebruik bij voorkeur het ovenrooster voor het bereiden van gerechten. Plaats
koude (diepvries) gerechten nooit direct op het glazen draaiplateau. Door
temperatuurverschillen kan deze barsten!
6 Kooktips
Table of contents
Languages:
Other ETNA Microwave Oven manuals

ETNA
ETNA SMV220WIT User manual

ETNA
ETNA CMV334RVS User manual

ETNA
ETNA SMV320WIT User manual

ETNA
ETNA MO670MZ User manual

ETNA
ETNA CM125HRVS/E01 User manual

ETNA
ETNA CM914MZ User manual

ETNA
ETNA CM250 Series User manual

ETNA
ETNA CMV525WIT User manual

ETNA
ETNA SMV220 User manual

ETNA
ETNA CM650Ti/E01 User manual

ETNA
ETNA SM225RVS User manual

ETNA
ETNA CMV328ZT/E01 User manual

ETNA
ETNA SM120RVS User manual

ETNA
ETNA CM444RVS/E01 User manual

ETNA
ETNA CM650 Series User manual

ETNA
ETNA ESM133RVS User manual

ETNA
ETNA CM941ZT User manual

ETNA
ETNA SM125RVS/E01 User manual

ETNA
ETNA CM350ZT User manual

ETNA
ETNA A2132HRVS User manual