
8
NLD
2. Veiligheidsinstructies
1. Uw Falco-leverancier kan niet aansprakelijk worden gesteld voor onei-
genlijk gebruik en hierdoor ontstane gevolgen. Gebruik de brug alleen
voor het heffen van voertuigen binnen de specificaties, zoals omschreven
in deze gebruikershandleiding.
2. Deze gebruikershandleiding maakt deel uit van de brug en dient daarom
zorgvuldig bij de brug te worden bewaard. Wanneer de brug van eige-
naar wisselt, dient de gebruikershandleiding mee te worden geleverd.
3. Alleen ervaren personeel mag met de brug werken.
4. Draag de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen zoals veiligheids-
schoenen, veiligheidsbril en handschoenen.
5. De werkplek dient schoon, vrij van olie en vet en opgeruimd te zijn.
6. Het is verboden om personen te heffen/vervoeren met de brug.
7. Controleer voor elk gebruik de brug op beschadigingen, mechanische
vervorming en lekkages in het hydraulisch systeem. In het geval er spra-
ke is van één van deze defecten, dient de brug per direct buiten gebruik
te worden gesteld tot het probleem verholpen is door een gespeciali-
seerd bedrijf/persoon.
8. Alleen ervaren elektriciens mogen elektrische aansluitingen verzorgen.
9. De leverancier is niet verantwoordelijk voor ongeautoriseerde wijzigingen
aan de brug.
10. Voor de veiligheid van de operator en andere personen, moet er een veili-
ge zone van ten minste 1 meter rondom de brug en het voertuig worden
vrijgehouden wanneer de brug heft of zakt. De brug mag alleen worden
bediend vanaf de operator zijn plek i.v.m. de veiligheid.
11. De operator mag zich alleen onder de brug begeven wanneer deze in ge-
heven positie staat en wanneer de platforms niet in beweging zijn.
12. De operator en persoon die gaat over het onderhoud, dienen zich te hou-
den aan de wetten m.b.t. ongeluk-preventie en regels die van kracht zijn
in het land waar de brug is geïnstalleerd.
13. De brug dient jaarlijks gekeurd te worden.
14. Gebruik te allen tijde gezond verstand bij het heffen van voertuigen, let
met name op de gewichtsverdeling en zwaartekrachtpunt van het voer-
tuig ten opzichte van de brug.
15. Ga nooit in de auto zitten wanneer de auto in geheven positie is en start
het voertuig nooit in geheven positie.
• Het verwijderen of ontkoppelen van veiligheidsinrichtingen is verboden.
• Houdt de ruimte rondom de hefbrug in de gaten gedurende het heffen.
• Zorg ervoor dat de motor van de auto uit is, de auto in versnelling staat
en de handrem is aangetrokken.
• Alleen voertuigen die volgens de instructies in deze handleiding gehe-
ven kunnen worden mogen met de brug geheven worden. Houd daarbij
rekening met het correcte gebruik van pads en de juiste plaatsing van de
center of gravity.
• Zorg dat er niemand op, onder of naast de brug staat gedurende het hef-
en daalproces.