ORILUX THP04N User manual

Verwarmingspomp
NL / DE / EN / FR
Artikelnummer EL 011941
Modelnummer THP04N
Handleiding
IPX4

INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING .................................................................................... 1
2. KENMERKEN ............................................................................... 2
3.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................................... 2
4. ENERGIEBESPARING ................................................................. 3
5. INSTALLEREN .............................................................................. 4
- Bekabeling ................................................................................ 5
- Wateraansluiting ....................................................................... 5
-Installatieschema watercircuit. .................................................. 6
-Basis installatieschema watercircuit. ......................................... 7
-Elektrische aansluitingen. .......................................................... 7
-Voorschriften voor kabeldoorsnede en elektrische beveiliging 8
-Technische specificaties ............................................................ 9
-Technische parameters ............................................................ 10
6. BEDIENING EN GEBRUIK ....................................................... 10
7. ALGEMENE INSTRUCTIES ...................................................... 14
8. STORINGEN EN OORZAKEN .................................................. 17
9. Werktekening ................................................................................ 19
10. CE VERKLARING .................................................................... 20

1
1. INLEIDING
Wij bedanken u voor uw keuze voor onze verwarmingspomp en het vertrouwen dat u
in ons merk stelt. Voor een optimaal gebruik raden wij u aan deze installatie- en
gebruikshandleiding voor gebruik door te lezen en de aanwijzingen die hierin zijn
opgenomen te volgen om een maximale veiligheid voor de gebruikers te garanderen
en elk risico op schade aan het apparaat te voorkomen. Bewaar
deze gebruikershandleiding op een veilige plek voor toekomstige raadpleging.
Warmtepompen zijn apparaten die beschikbaar zijn voor het publiek en zijn
ontworpen voor het verwarmen en koelen van water voor zwembaden thuis.
Deze pomp mag niet worden gebruikt in combinatie met andere
verwarmingssystemen zoals elektrische verwarmingen. Deze handleiding geeft
instructies voor het installeren en gebruiken van de
warmtepomp. Lees vóór het installeren deze handleiding zorgvuldig. Worden de
instructies in deze handleiding niet opgevolgd, kan persoonlijk letsel en materiële
schade ontstaan en de pomp beschadigd raken. Worden de instructies in deze
handleiding niet opgevolgd, vervalt direct de volledige garantie. Leverancier is niet
aansprakelijk voor schade als gevolg van het verkeerd gebruik van de warmtepomp.
De handleiding moet compleet en in goede conditie worden gehouden. Deze moet bij
het buiten werking stellen van de warmtepomp worden meegeleverd. Bij storingen de
handleiding raadplegen en indien nodig contact opnemen met gespecialiseerde
technici. Installatie- en onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door
gekwalificeerde technici, tenzij anders is aangegeven in de handleiding. Werken aan
de warmtepomp terwijl deze is aangesloten op het elektrische net is streng verboden.
Begin pas met eventuele werkzaamheden nadat de veiligheidsmaatregelen zijn
getroffen.
De warmtepomp is niet geschikt voor mensen met aan fysieke, motorieke
en geestelijke beperkingen of mensen met onvoldoende ervaring. Houd toezicht op
kinderen, zodat ze niet met het apparaat spelen.

2
2. KENMERKEN
1. Warmtewisselaar van ‘high performance’ titanium.
2. Gevoelig en nauwkeurig beheer van de temperatuur van het water.
3. Beveiliging hoge en lage druk.
4. Automatische beveiliging zeer lage temperaturen.
5. Kwalitatieve compressor
6. Eenvoudige installatie en gebruik.
3.VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Stel een comfortabele watertemperatuur in; voorkom te hoge temperaturen die tot
oververhitting leiden of te lage temperaturen waardoor het water te koud is. Tijdens
normale zwemactiviteiten wordt een water temperatuur van 26÷30 [°C] aanbevolen.
Een watertemperatuur van 30 [°C] wordt alleen geschikt geacht voor volwassenen
in goede gezondheid. De zwembadtemperatuur mag nooit hoger zijn dan 40
[°C]. Drink geen alcoholische dranken vóór, na en tijdens het zwemmen.
Alcoholgebruik kan sufheid, bewusteloosheid en verdrinking als gevolg hiervan
veroorzaken. Zwemmen in zwembaden met temperaturen boven 38 [°C] wordt
afgeraden voor zwangere vrouwen. Mensen die leiden aan diabetes, hartkwalen,
bloedcirculatie- of bloeddrukproblemen,moeten een arts raadplegen voordat ze
gebruik maken van hete zwembaden. Bij het gebruik van medicijnen die
slaapverwekkend zijn, zwemmen in verwarmde zwembaden vermijden.
Langdurige onderdompeling in heet water kan oververhitting veroorzaken, terwijl
onderdompeling in koud water onderkoeling kan veroorzaken, met symptomen
zoals: Duizeligheid, flauwvallen, sufheid, lusteloosheid. Gevolgen van
oververhitting en onderkoeling kunnen zijn: onbewust zijn van direct gevaar,
gebrek aan gevoel voor heet of koud, het niet bewust zijn van de noodzaak het
zwembad uit te gaan, fysieke belemmering bij het verlaten van het zwembad,
aantasting van de foetus bij zwangere vrouwen, bewusteloosheid en daardoor
verdrinkingsrisico.
Zorg dat er geen elementen zijn die de aan- of afvoer van de luchtcirculatie kunnen

3
verstoppen. Het apparaat werkt dan minder efficiënt of helemaal niet.
Houd uw handen niet voor de afvoer van de verwarmingspomp en raak nooit het
beschermingsrooster van de ventilator aan.
Als u een storing of defect constateert zoals een geluid, rook, geur of een elektrisch
lek, schakel dan onmiddellijk het apparaat uit en neem contact op met een
professionele installateur. Probeer nooit zelf het apparaat te repareren.
Gebruik en bewaar geen gas of vloeibare brandstoffen zoals
verdun-/oplosmiddelen, verf of benzine in de nabijheid van het apparaat, dit kan
brand veroorzaken.
De pomp moet minimaal 3.5 meter van het zwembad verwijderd zijn
De hoofdschakelaar van het apparaat moet zich buiten het bereik van kinderen
bevinden.
Als zich een stroomstoring voordoet en de stroom vervolgens weer wordt
ingeschakeld, zal de verwarmingspomp automatisch weer aanslaan. Zorg dat het
apparaat is uitgeschakeld bij een stroomstoring en voer een reset van de temperatuur
uit als de stroom weer is ingeschakeld.
Zorg dat de hoofdschakelaar van het apparaat is uitgeschakeld in geval van onweer,
zo voorkomt u eventuele bliksemschade aan het apparaat
Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, schakel het dan uit en laat al het water uit
het apparaat lopen door de kraan van de toevoerslang open te draaien
4. ENERGIEBESPARING
De warmtepomp warmt het zwembadwater langzaam op. Bij niet dagelijks gebruik
wordt aangeraden de zwembadtemperatuur op de gewenste waarde te houden. Als
de temperatuur aanzienlijk is afgenomen kan een aantal dagen nodig zijn voor het
weer bereiken van de gewenste temperatuur. Wordt het zwembad langere tijd (meer
dan één week) niet gebruikt, raden we u aan de warmtepomp uit te schakelen of de
temperatuur enkele graden lager in te stellen om energie te besparen.
Het verschil tussen de buitenluchttemperatuur en watertemperatuur mag nooit
groter zijn dan 15 [°C]. Gebruik daarom de warmtepomp niet als de

4
buitenluchttemperatuur lager is dan 15 [°C]. Deze pomp is het meest efficient bij
een luchttemperatuur tussen +15 °C~+25 °C. Voor optimale verwarming de
hydraulische leidingen tussen het zwembad en de verwarmingspomp isoleren.
Gebruik een passende afdekking voor het zwembad als de verwarmingspomp in
werking is.
Indien het hydraulische circuit tussen het zwembad en het apparaat een lengte heeft van
meer dan 10 mtr kan de efficiëntie van de verwarming verminderen.
5. INSTALLEREN
Deze verwarmingspomp moet geïnstalleerd worden door een professionele
installateur. De eindgebruiker is niet gekwalificeerd om een dergelijke installatie
zelf uit te voeren omdat dit risico op schade aan het apparaat of een veiligheidsrisico
voor de gebruiker kan opleveren.
- De warmtepomp moet buiten worden geïnstalleerd. Hij mag niet binnenworden
geïnstalleerd en moet minimaal 3,5 [m] van het zwembadoppervlak liggen
- De verwarmingspomp moet in een goed geventileerde ruimte worden geïnstalleerd.
- De kast van de pomp moet op een betonnen basis bevestigd worden met moeren
(M10) of hoekijzers. De betonnen fundering moet stabiel en solide zijn, de hoekijzers
moeten met een antiroestmiddel worden behandeld. Het funderingsoppervlak moet iets
worden gekanteld om ervoor te zorgen dat regenwater en condens goed worden
afgevoerd van de bodem van het apparaat. De helling van het funderingsoppervlak
mag maximaal 2% zijn.
- Zorg dat de ventilatieopeningen niet verstopt zijn, de lucht moet vrij kunnen
circuleren. Er moet minstens 50 cm vrije ruimte zijn rond het apparaat, minder
ruimte kan leiden tot efficiëntieverlies of stoppen van het apparaat.
- Het apparaat vereist het gebruik van een extra pomp (door de gebruiker voorzien).
- Als het apparaat in werking is, komt aan de onderkant condens vrij. Plaats het
afvoeraccessoire in de opening en clip dit correct vast. Bevestig hieraan een slang om
de condens af te voeren.
- Zorg dat de warmtepomp niet blootstaat aan regenwaterstromen van gebouwen in

5
de buurt. Uitstekende daken zonder goten kunnen zorgen voor een aanzienlijke
hoeveelheid water en/of vuil op de warmtepomp en deze beschadigen. Indien nodig
goten en afvoeren maken om de warmtepomp te beschermen.
Als de warmtepomp onder het zwembadniveau wordt geïnstalleerd, kunnen
waterlekkages aanzienlijke wateroverlast en overstromingen veroorzaken. De
leverancier is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van deze lekkages en
overstromingen.
Zorg ervoor dat de warmtepomp niet in het bereik staat van mogelijke
sproeisystemen. Indien nodig geschikte afdekkingen installeren.
- Bekabeling
- Het apparaat moet worden aangesloten op de geschikte voltage die overeen
moet komen met de nominale voedingstroom van de producten.
- Zorg dat het apparaat correct geaard is.
- De bekabeling moet worden uitgevoerd door een professionele installateur en
conform het bijgeleverde bekabelingschema.
- Er moet een aardlek beveiliging geïnstalleerd worden conform de wetgeving
betreffende aansluiting (installatieautomaat ≤ 30mA).
- De installatie van de voedingskabel en de interfacekabel moet volgens de normen
gebeuren en deze kabels mogen niet onderling afhankelijk zijn.
Schakel de stroom in als de volledige installatie van de kabel voltooid en
nogmaals getest is.
- Wateraansluiting
De wateraansluitingen van de warmtepomp moet worden aangelegd door
gespecialiseerde technici volgens de actuele nationale voorschriften.
Voorkom het gebruik van open vlammen in de buurt of in de warmtepomp bij het
maken van de wateraansluitingen.
De volgende in de handel verkrijgbare componenten worden aanbevolen voor de

6
wateraansluiting.
Afsluitkranen stroomopwaarts en stroomafwaarts van de warmtepomp voor
onderhoud en/of het overbruggen van de warmtepomp in het
zwembadwatersysteem.
Watervul- en aftapkraan voor de waterpomp.
Bypasskraan voor het watercircuit
Mechanisch filter stroomopwaarts van de warmtepomp, doorgaans een
zandfilter.
Terugslagklep, tussen het zwembad en de warmtepomp uitlaataansluiting om
terugstromen van water te voorkomen.
Voor de aansluitingen van de warmtepomp stroomopwaarts en stroomafwaarts
worden leidingen met dezelfde diameter als de warmtepompaansluitingen
aangeraden. Als de warmtepomp langere perioden niet wordt gebruikt, bijv. tijdens
de winter, tap dan het water uit het warmtepompcircuit en de warmtepomp af.
Doseerinrichtingen voor chemicaliën moeten, indien van toepassing,
stroomafwaarts van de warmtepomp en terugslagklep worden geïnstalleerd. Dit
voorkomt het terugstromen van het water met chemicaliën, waardoor de
warmtepomp kan beschadigen.
-Installatieschema watercircuit.
Het watercircuit waarin de warmtepomp is geïnstalleerd moet worden aangelegd
volgens het volgende basisschema.

7
Schema hydraulische aansluitingen (Opmerking: dit schema wordt ter referentie
weergegeven. Het weergegeven hydraulische circuit is slechts een basis.)
-Basis installatieschema watercircuit.
De wateraansluitingen van de warmtepomp moeten worden aangesloten met PVC
leidingen met een buitendiameter van 50 mm. De leidingen moeten 1÷2 cm in de
aansluitingen worden gestoken en worden geborgd met de wartelmoeren,
De minimale inlaatdoorstroomhoeveelheid van de warmtepomp mag niet
onder het voor het betreffende model aangegeven minimum komen.
Bij een systeemopbouw zoals aangegeven in bovenstaande tekening kan de
waterstroom worden geregeld met de bypassklep.
-Elektrische aansluitingen.
De elektrische aansluitingen van de warmtepomp moet worden aangelegd door
gespecialiseerde technici volgens de actuele nationale voorschriften.
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen onder spanning is verboden. Zorg
ervoor dat vóór aanvang van de werkzaamheden de stroomtoevoer naar de
warmtepomp is onderbroken.
Modificaties aan de elektrische aansluitingen binnenin de warmtepomp, zonder
autorisatie van de fabrikant, is ten strengst verboden.

8
Opmerking: de verwarmingspomp moet correct geaard zijn.
-Voorschriften voor kabeldoorsnede en elektrische beveiliging
De gegevens die hierboven zijn vermeld, kunnen gewijzigd worden.
Opmerking: De bovenstaande gegevens komen overeen met een voedingssnoer ≤ 10
m. Als het snoer langer dan 10 m is, moet een grotere kabeldoorsnede gebruikt
worden. Deze kabel kan maximaal 50 m lang zijn.
De netspanning mag niet meer dan 10% variëren ten opzichte van de nominale
waarde. Deze moet liggen tussen 207~253 V. Als de netspanning onderhevig is aan
frequentieschommelingen, neem dan contact op met gespecialiseerde technici voor
geschikte beschermingsinrichtingen.
Installeer een beveiligingsinrichting, zekeringautomaat met een vertraagde 16 A
zekering in de voedingsleiding naar de warmtepomp. Deze beveiligingsinrichting
mag alleen dienen voor de warmtepomp. Installeer eveneens een aardlekschakelaar
Model EL 011941
THP04N
Hoofdschakelaar
Nominale stroom (A) 7.0
Nominale reststroom (mA) 30
Zekering (A) 7.0
Doorsnede kabel (mm
2) 3×1,5
Signaalkabel (mm
2) 3×0,5
A. Voor voeding 230V 50Hz

9
met een nominale verschilstroom van maximaal 30 mA.
De elektrische netaansluiting van de warmtepomp moet geaard zijn.
Als een stekker wordt gemonteerd voor de netaansluiting, moet deze een
beschermingsgraad hebben van minimaal IPX4 en geaard zijn. Het zelfde geldt
voor het aarden van de netaansluiting.
-Technische specificaties
* variabel op basis van omgevingstemperatuur
Model
EL 011941
THP04N
Thermisch vermogen KW (bij buitentemp.26 ℃/ water 26 ℃)
Thermisch vermogen KW 3,6
C.O.P – prestatiecoëfficiënt 5,2
Thermisch vermogen KW (bij buitentemp.15 ℃ / water 26 ℃ )
Thermisch vermogen KW 2,7
C.O.P – prestatiecoëfficiënt 4,1
Aanbevolen waterdoorlaat m³/u 2-3
Beschermingsgraad IPX4
Koudemiddel R410a/600g
Voltage 230V/1PH/50Hz
Opgenomen vermogen KW* 0,66
Nominale stroom A* 3
Max. opgenomen stroom A* 5.5
Aansluiting afvoer mm 50
Nettogewicht/brutogewicht kg 31/36

10
-Technische parameters
1. Dit product werkt goed bij luchttemperaturen tussen 0°C~+43°C, buiten dit
temperatuurbereik is doeltreffende werking niet gegarandeerd. Wij wijzen u erop
dat de prestatie en de parameters van uw verwarmingspomp voor zwembaden
kunnen variëren afhankelijk van verschillende gebruiksomstandigheden.
2. Deze referentieparameters kunnen, afhankelijk van productontwikkeling en
technische verbeteringen zonder kennisgeving geregeld gecorrigeerd worden. Voor
meer informatie verwijzen wij u naar de naam van het model die op het label is
vermeld.
6. BEDIENING EN GEBRUIK
Lees alstublieft de paragraaf over energiebesparing.
Voorzorgsmaatregelen.
Zorg ervoor dat er water in het zwembad is, dat de aanzuiging en
aanzuigaansluitingen, indien geïnstalleerd, zijn ondergedompeld, dat de
afsluitkranen de waterstroom van het zwembad naar de warmtepomp en vice versa
niet belemmeren en dat de circulatiepomp aan is, voordat de warmtepomp wordt
ingeschakeld.
Eerste start, voorbereidende controles.
Bij het voor het eerst starten van de pomp ervoor zorgen dat:
o De elektrische netaansluitingen zijn aangelegd volgens de actuele nationale
voorschriften
o Er geen koudemiddellekkages zijn door het controleren van de druk op de
manometer maak gebruik van lekdetectie -inrichtingen.
o Zorg dat alle wateraansluitingen goed zijn aangesloten
o Zorg dat alle panelen van de behuizing op hun plek en vastgezet zijn.
o Zorg dat er geen belemmeringen zijn voor een vrije waterstroom van het
zwembad naar de warmtepomp en vice versa.

11
Schema bedieningstoetsen
1. Weergavefuncties
Als het apparaat in werking is, geeft het scherm de temperatuur van het
zwembadwater weer.
2. De aanbevolen temperatuur instellen
A. Deze functie is altijd beschikbaar, ongeacht of het apparaat aan of uit staat;
B. Druk op de toets of om de temperatuur in te stellen. Het
controlescherm geeft een knipperende temperatuur aan. Druk op of
om de gewenste temperatuur in te stellen;
C. Na 5 seconden gaat het controlescherm terug naar de normale stand.
Power On/Off
Watertemperatuur en
instellen tijd
Verwarming

12
Testen van het apparaat
1.Controle voor gebruik
A. Controleer de installatie van het apparaat en de hydraulische aansluiting met
behulp van het hydraulische schema.
B.Controleer de elektrische kabels met behulp van het elektrische schema en
controleer of de kabels correct geaard zijn.
C.Verzeker u ervan dat de hoofdschakelaar op ‘off’ staat.
D.Controleer de instelling van de temperatuur.
E.Controleer of de lucht aan- en afvoer niet verstopt zijn.
2.Test
A.De gebruiker moet altijd ‘eerst de pomp en dan het apparaat aanzetten, en eerst
het apparaat en dan de pomp uitzetten’. Als dit niet in deze volgorde gebeurt, wordt
het apparaat onherstelbaar beschadigd.
B. D e gebruiker start de pomp van het zwembad en controleert of er geen lekken
zijn, vervolgens stelt hij de temperatuur in die is aangepast op de
thermostaat en schakelt de voeding in.
C. Om de verwarmingspomp voor het zwembad te beschermen, is het apparaat
voorzien van een startfunctie. Bij het starten van het apparaat slaat de blower een
minuut aan voordat de compressor aangaat.
D.Als het apparaat is gestart, controleert u of het apparaat geen abnormale
geluiden maakt.
Routinematig, gepland en speciaal onderhoud.
Periodieke controles zijn noodzakelijk om de warmtepomp in een goed werkende
toestand te houden en de opgegeven prestaties en het veiligheidsniveau te
garanderen. Sommige controles kunnen worden uitgevoerd door de gebruiker,
terwijl andere moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerde technici.
Tijdens normaal gebruik produceert de platenwarmtewisselaar van de
warmtepomp condens. De hoeveelheid geproduceerde condens varieert met de
buitenluchtomstandigheden. Hoe hoger de luchtvochtigheid, hoe hoger de

13
geproduceerde hoeveelheid condens zal zijn. Het onderste paneel van de
warmtepomp dient als condens opvangbak. Houd het afvoergat schoon.
Controles door de gebruiker
Gebruikers van de warmtepomp moeten het volgende periodiek controleren:
Dat er zich geen vuil heeft verzameld in de buurt van de warmtepomp (bladeren,
papier, etc.). Het wekelijks uitvoeren van deze controle wordt aangeraden. Wees
voorzichtig in de buurt van de platenwarmtewisselaar, de platen zijn nogal scherp.
Dat er geen lekkages zijn in het watercircuit. Voer deze controle maandelijks
uit.
Dat de net aansluitdraden en aansluitingen in een goede toestand zijn. Het
maandelijks uitvoeren van deze controle wordt aangeraden.
Dat de juiste chemische balans van het zwembadwater is gegarandeerd, om
hygiënisch acceptabele omstandigheden en een lange warmtepomplevensduur te
garanderen. Het dagelijks uitvoeren van deze controle met in de handel
verkrijgbare kits wordt aangeraden.
Dat de op de manometer weergegeven waarden correct zijn.
Dat het condens afvoergat open is.
Controles door gespecialiseerde technici.
De volgende controles moeten worden minimaal jaarlijks worden uitgevoerd door
een gespecialiseerde technicus, om een veilige en efficiënte werking van de
warmtepomp te garanderen:
Elektrische net aansluitkabel en goede toestand van de aansluitingen.
Toestand van watercircuit.
Inspecteren en reinigen van de platenwarmtewisselaar.
Controleren of de warmtepomp goed werkt
Controleren of de op de manometer weergegeven waarden normaal zijn
Controleren of er geen olielekkages zijn bij de compressor.
Bescherming in de winter.
De volgende instructies moeten worden opgevolgd om de warmtepomp in de
winter te beschermen:

14
Schakel de netvoeding uit via de zekeringautomaat en/of hoofdschakelaar,
Tap het watersysteem van de warmtepomp af via de afsluiter
Bescherm de platenwarmtewisselaar en ventilator tegen vervuiling. Omwikkel
de warmtepomp niet met plastic of ander materiaal dat warmte en/of vocht kan
vasthouden in het apparaat.
Inbedrijfstelling
De volgende instructies moeten worden opgevolgd bij inbedrijfstelling van de
warmtepomp:
Verwijder de beschermingen tegen de winter
Vul het watersysteem van de warmtepomp via de afsluiter
Controleer de chemische samenstelling van het water,
onderneem de nodige acties.
Schakel de netvoeding weer in via de zekeringautomaat en/of hoofdschakelaar
7. ALGEMENE INSTRUCTIES
Het verzamelen van herbruikbaar materiaal, zowel van de verpakking (karton,
plastic, etc.) en materialen die vervangen zijn tijdens preventief en extra onderhoud
wordt aangeraden. Het op de juiste wijze verzamelen van afvalmateriaal voor
recycling, verwerking en milieuvriendelijke afvoer, draagt bij aan het voorkomen
van negatieve invloed op het milieu en de gezondheid en bevordert het hergebruik
en/of de recycling van materialen van het apparaat.
Onjuist afvoeren van afval door de gebruiker kan strafbaar zijn op basis van lokale
wetgeving.
Belangrijk!:
Schroef de verbindingskoppeling van de toevoerslang
los en laat het water uit het apparaat lopen.
Als er in de winter water in het apparaat zit dat bevriest, kan dit
schade veroorzaken aan de titanium wisselaar

15
Warmtepomp buiten werking stellen.
Als de eenheid het einde van z'n levensduur bereikt en moet worden verwijderd
en/of vervangen, volg dan de volgende instructies:
o Koudemiddelgas moet worden opgevangen door gespecialiseerde technici
en naar een inzamelplaats worden gebracht.
o Compressorsmeerolie moet worden opgevangen door gespecialiseerde
technici en naar een inzamelplaats worden gebracht.
o De behuizing en diverse onderdelen moeten, indien ze niet meer kunnen
worden hergebruikt, worden ontmanteld op basis van de materiaalsoort
(bijv. koper, aluminium, kunststof, etc.) en naar inzamelplaatsen worden gebracht.
Afvoer van elektrisch/elektronisch afval.
Dit moet gebeuren volgens de "implementatie van richtlijnen
2002/95/CE, 2002/96/CE en 2003/108/CE" m.b.t. gebruik van bepaalde
gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (RoHs).
Het doorkruiste afvalemmersymbool op de apparatuur en verpakking
geeft aan dat het product gescheiden van ander afval moet worden
afgevoerd na z'n levensduur. Daarom moet de gebruiker de apparatuur aan het eind
van de levensduur naar inzamelplaatsen voor elektrotechnisch afval brengen of
terugsturen naar de dealer bij het aankopen van vergelijkbare nieuwe apparatuur,
een op een. Het op de juiste wijze verzamelen van buiten werking gestelde
apparatuur voor recycling, verwerking en milieuvriendelijke afvoer, draagt bij aan
het voorkomen van negatieve invloed op het milieu en de gezondheid en bevordert
het hergebruik en/of de recycling van materialen van het apparaat. Onjuist afvoeren
van afval door de gebruiker kan strafbaar zijn op basis van lokale wetgeving.

16
Afmetingen
Deze gegevens kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Opmerking:
Het bovenstaande schema van de verwarmingspomp dient als referentie voor de
installatie van het apparaat door een installateur. Het product kan geregeld zonder
kennisgeving verdere ontwikkelingen ondergaan.
A B C D E F G H
EL 011941/ THP04N 275 395 266 300 641 260 73 493

17
8. STORINGEN EN OORZAKEN
Opmerking: Als u een van de volgende gevallen constateert, moet u het
apparaat onmiddellijk uitschakelen, de stroom afsluiten en contact opnemen
met een professionele installateur:
a)Een onverwachte storing
b)De zekering springt geregeld of de hoofdschakelaar slaat af.
Probleem Oorzaak
Dit is geen
storing
A. U ziet fijne waterdamp of
witte lucht
B. Druppelend geluid
A. De ventilatormotor stopt automatisch om te
ontdooien
B. Geluid van de elektromagnetische afsluiter aan het
begin en het einde van het ontdooiingproces
C. Tijdens het functioneren of bij stopzetting hoort u een
geluid van stromend water, met name de 2-3 minuten bij
het starten van het apparaat. Dit geluid wordt veroorzaakt
door stromende koelvloeistof of door de ontvochtiging.
D. Dit druppelende geluid tijdens gebruik wordt
veroorzaakt door de wisselaar die in geval van
temperatuursvariaties bij warmte uitzet en bij kou
krimpt.
Voer een
nieuwe
controle uit
De warmtepomp functioneert
niet
A. Defect in de elektrische voeding
B. Controleer de manuele schakelaar voor
stroomtoevoer en controleer of het apparaat
correct is aangesloten.
C. De zekering is gesprongen
D. Als de beveiliging aanslaat (de diode inschakeling
is verlicht)
Functioneert, maar verwarmt
niet
Controleer of de luchtcirculatie bij de in- of uitgang niet
verstopt is.

18
Foutmeldingen
N° Foutmeldin
g
Beschri
j
vin
g
van de storin
g
1 EE 1 Beveiliging hoge druk
2 EE 2 Beveiliging lage druk
3 EE 3 Beveiliging te laag waterdebiet
4 EE 4 1 fase storing apparaat vanwege verlies
PROT2-bekabeling op de elektronische kaart
5 P
P
1 Defect aan de sonde van
d
e verwarmin
g
s
p
om
p
6 PP 2 Defect aan de luchtafvoersonde
7 P
P
3 Defect aan de sonde van de
g
eribbelde slan
g
8 P
P
4 Defect aan de sonde o
p
het toevoerci
r
cuit
9 PP 5 Defect aan de luchttemperatuursonde
10 PP 6 Beveiliging tegen overdruk op de afvoer van de compressor
11 PP 7 Als de luchttemperatuur minder dan
<
0 °C is,
schakelt he
t
apparaat uit (dit is een beveiligingsmechanisme, geen
storing)
12 EE8/888/Andere
meldingen
Communicatie fout tussen printplaat en led / Electrische
storing
This manual suits for next models
1
Table of contents
Other ORILUX Heat Pump manuals
Popular Heat Pump manuals by other brands

Viessmann
Viessmann VITOCAL 300-G PRO Type BW 2150 Installation and service instructions

TLV
TLV SS1NL instruction manual

Aspira
Aspira ASPIRCOMFORT PRO X 460 H Installation, use and maintenance manual

Wolf
Wolf BWL-1S-05 Installation and operating instructions

Mitsubishi Electric
Mitsubishi Electric PUHZ-W85VHA Service manual

Dimplex
Dimplex WI 140TUR+ Installation and operating instructions