Pelgrim PCM142RVS User manual

700004907100
Handleiding
combi-magnetron
Manual
combi-microwave
Manuel
four à micro-ondes combiné
Anleitung
Kombi-Mikrowelle
PCM142RVS
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
If you contact the service department, please have the complete type number on hand.
Lorsque vous prenez contact avec le service après-vente, assurez-vous d’avoir le numéro complet sous
la main.
Halten Sie, wenn Sie mit der Serviceabteilung Kontakt aufnehmen, die komplette Typennummer bereit.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
The service organisation addresses and telephone numbers can be found on the guarantee card.
Vous trouverez les coordonnées du service après-vente sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Serviceorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
Het toestel-identificatieplaatje bevindt zich aan de achterkant van het toestel.
The appliance identification plate is attached to the back of the appliance.
La plaquette signalétique de l’appareil se trouve à l’arrière de l’appareil.
Die Geräteidentifikationsplakette befindet sich auf der Rückseite des Geräts.

NL
Handleiding NL 3 - NL 31
EN
Manual EN 3 - EN 31
FR
Manuel FR 3 - FR 31
DE
Anleitung DE 3 - DE 31
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Pictogrammes utilisés - Verwendete Piktogramme
Belangrijk om te weten - Important information
Important à savoir - Wichtig zu wissen
Tip - Tip - Conseil - Tipp

NL 3
INHOUDSOPGAVE
Uw combi-magnetron
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Veiligheid
Aansluiten en reparatie 7
Veilig gebruik 7
Materialen 11
Gebruik
Plaatsen 12
Vóór het eerste gebruik 12
Bediening
Algemeen 13
Taal instellen 13
Klok instellen 13
Kinderslot 14
Energiespaarstand 14
Magnetron 14
Grill 15
Oven met voorverwarmen 16
Oven 17
Combi oven/magnetron 18
Ontdooien 18
Crisp/Cake 19
Auto cook 20
Memory 23
Snelstart 24
Stop 24
Kooktips 25
Onderhoud
Reinigen 28
Storingen 29
Technische gegevens 30
Milieuaspecten
Afvoeren toestel en verpakking 31

NL 4
Inleiding
U heeft gekozen voor een combi-magnetron van Pelgrim.
Optimaal gebruikscomfort en een eenvoudige bediening stonden
voorop bij de ontwikkeling van dit product.
De combi-magnetron verenigt de eigenschappen van een
magnetron met die van een traditionele oven. De uitgebreide
instelmogelijkheden maken het mogelijk exact die bereidingswijze
te kiezen die u voor ogen staat. De bediening is niettemin een-
voudig. De display informeert en helpt u bij het instellen.
Met deze handleiding willen we vooral inzicht geven in alle
mogelijkheden van dit toestel. In het hoofdstuk bediening zijn de
verschillende functies overzichtelijk gerangschikt. Er zijn ook tips
opgenomen waarmee u uw voordeel kunt doen.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig
door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze
zorgvuldig voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de service-
dienst. Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de service-
dienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
UW MAGNETRON

NL 5
UW MAGNETRON
Beschrijving
1. Display
2. Bedieningspaneel
3. Deurgreep
4. Frame voor draaiplateau (alleen
verwijderen voor reiniging, altijd
terugplaatsen op het koppelstuk
van de aandrijving)
5. Aandrijving
6. Glazen draaiplateau
7. Metalen draaiplateau
8. Metalen rek hoog: gebruik
dit rek samen met een draaiplateau
9. Metalen rek laag: gebruik
dit rek samen met een draaiplateau
1
2
3
4
5
6
7
8
9

NL 6
Bedieningspaneel
1. Indicatie magnetron
2. Indicatie ontdooien
3. Indicatie boven-/onderelement
4. Indicatie oven
5. Indicatie kinderslot
6. Indicatie vermogen
7. Timertoets
8. Taaltoets
9. Memorytoets (geheugen: kies uw
favoriete instellingen)
10. Crisp/Caketoets
11. Ontdooitoets
12. Auto cook toets
13. Grill
14. Oven
15. Magnetron
16. Combi oven/magnetron
17. Functieknop
18. Functietoets
19. Toets ‘meer’
20. Toets ‘minder’
21. Instelknop (tijd/gewicht/aantal)
22. Stoptoets
23. Starttoets
UW MAGNETRON
11
12
8
7
123 456
10
19
21
22
23
18
20
13
15
17
14
16
9

NL 7
Aansluiten en reparatie
• Controleer het toestel op transportschade. Sluit
een beschadigd toestel niet aan.
• De elektrische aansluiting moet voldoen aan de
nationale en lokale voorschriften.
• Wandcontactdoos en stekker moeten altijd
bereikbaar blijven.
• Als u een vaste aansluiting wilt maken, moet u
er voor zorgen dat er een omnipolaire schakelaar
met een contactafstand van minimaal 3 mm in de
toevoerleiding wordt aangebracht.
• Het apparaat mag niet via een verdeelstekker
of verlengsnoer op het elektriciteitsnet worden
aangesloten. Hiermee kan veilig gebruik van het
apparaat niet worden gewaarborgd.
• WAARSCHUWING: open nooit de behuizing van
het toestel. Alleen een servicetechnicus mag het
toestel openen.
• Maak het toestel spanningsloos voordat met de
reparatie wordt gestart.
• Defecte onderdelen mogen alleen vervangen
worden door originele onderdelen. Alleen van die
onderdelen kan de fabrikant garanderen dat zij
aan de veiligheidseisen voldoen.
• Indien de aansluitkabel beschadigd is mag deze
alleen worden vervangen door de fabrikant,
zijn service-organisatie of gelijkwaardig
gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke
situaties te voorkomen.
Veilig gebruik • WAARSCHUWING: dit apparaat en de
toegankelijke delen worden heet tijdens het
gebruik. Zorg dat u de hete delen niet aanraakt.
Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt
tenzij er voortdurend op hen wordt gelet.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen
van 8 jaar en ouder, alsmede personen met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of mentale
vermogens of met ontbrekende ervaring en
kennis, mits zij onder toezicht staan of instructies
krijgen in veilig gebruik van het apparaat en
begrijpen wat de betreffende gevaren zijn.
VEILIGHEID

NL 8
Kinderen mogen niet spelen met het apparaat.
Kinderen mogen het apparaat niet reinigen of
onderhouden als zij niet onder toezicht staan.
• WAARSCHUWING: het is gevaarlijk voor
onbevoegden om reparaties uit te voeren waarbij
het nodig is dat de behuizing van het toestel
geopend wordt. De behuizing beschermt tegen
het vrijkomen van micro-energie.
• WAARSCHUWING: wanneer de deur of de
afdichting beschadigd is, mag de magnetron niet
gebruikt worden totdat de magnetron gerepareerd
is door een hiertoe bevoegd persoon.
• WAARSCHUWING: de inhoud van zuigflessen
en potjes babyvoeding moet geschud en
geroerd worden. Controleer de temperatuur voor
consumptie om verbranding te voorkomen.
• WAARSCHUWING: verwarm nooit gesloten
conservenblikken.
Er ontstaat een overdruk in het blik, waardoor het
kan exploderen.
• WAARSCHUWING: probeer de magnetron niet
te gebruiken met geopende deur. Er kan gevaar
ontstaan door magnetron straling.
• Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk gebruik
bestemd. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten.
• Gebruik het toestel alleen binnenshuis.
• Gebruik het toestel niet in vochtige ruimtes of in
de buurt van een waterkraan.
• Houd het snoer uit de buurt van warme
oppervlakken.
• Dek de ventilatieopeningen nooit af.
• Het apparaat is niet bedoeld om te worden
bediend door middel van een externe timer of een
apart afstandsbedieningssysteem.
• In verband met de elektrische veiligheid mag
het toestel niet met hogedrukreinigers of
stoomreinigers schoongemaakt worden.
• De magnetron is geïsoleerd. Desondanks vindt
er altijd enige warmte-overdracht plaats, waarbij
de buitenzijde van het toestel opwarmt. Deze
opwarming valt ruimschoots binnen de normen.
VEILIGHEID

NL 9
• Bij het bereiden van gerechten die alcohol
bevatten kan de alcohol door de hoge
temperaturen verdampen. De damp kan vlam
vatten als het in aanraking komt met hete delen.
• Gebruik uitsluitend bestek en serviesgoed dat
geschikt is voor gebruik in de magnetron (let op
met goud- of zilverkleurige randjes).
• Gebruik de magnetron niet voor het opbergen
van brandgevaarlijke of licht vervormbare
materialen.
• Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende verhit
worden. De tijd die daarvoor nodig is, hangt
van vele factoren af, zoals de hoeveelheid en
het soort gerecht. De eventueel in het voedsel
aanwezige bacteriën worden alleen gedood
als het voedsel minimaal 10 minuten bij een
temperatuur hoger dan 70 °C verhit wordt. Laat
het voedsel wat langer garen als u niet zeker
weet of het voedsel genoeg verhit is.
• Zet een kunststof lepeltje in het kopje als u
vloeistof (bijvoorbeeld water) wilt koken. Het kan
namelijk gebeuren dat de vloeistof kookt zonder
dat u belletjes ziet. Zodra u het kopje uit de
magnetron neemt, kan de vloeistof opeens heftig
gaan koken en uit het kopje spatten, met het
risico dat u zich brandt.
• Een magnetron is alleen veilig als de deur goed
sluit! Plaats nooit een voorwerp tussen de deur
van de magnetron en zorg dat de deur en de
afdichting altijd schoon zijn.
• Gebruik de magnetron alleen voor het ontdooien,
bereiden en verwarmen van voedsel en niet voor
bijvoorbeeld het drogen van kleding of papier.
Deze kunnen vlam vatten.
• Als u kleine hoeveelheden droge of
poedervormige producten in de magnetron
verwarmt (zoals bij het drogen van kruiden)
bestaat de kans op zelfontbranding. Schakel
de magnetron uit en neem de stekker uit het
stopcontact indien iets in de magnetron vlam vat.
Houd de magnetrondeur dicht.
• Schakel de magnetron uit of trek de stekker
uit het stopcontact wanneer rook wordt
waargenomen. Houd de deur gesloten om
eventuele vlammen te smoren.
VEILIGHEID

NL 10
VEILIGHEID
• Schakel de magnetron niet in als deze leeg is.
De magnetron kan hierdoor beschadigd raken.
• Verwijder metalen sluitstrips van plastic zakken
en gebruik schalen en schotels die geschikt zijn
voor de magnetron.
• Kijk altijd eerst op de verpakking van het gerecht
hoe u het in de magnetron moet plaatsen.
Vloeistoffen of etenswaren in luchtdichte
verpakking mag u meestal alleen opwarmen
indien u een paar gaatjes in de verpakking prikt.
Dit in verband met toename van de druk tijdens
het opwarmen.
• Vloeistoffen en ander voedsel mogen niet worden
verwarmd in hermetisch afgesloten verpakkingen
omdat ze kunnen ontploffen.
• Bij het verwarmen van voedsel in plastic of
papieren verpakkingen is het aanbevolen een
oog te houden op de magnetron in verband met
de mogelijkheid van ontbranding.
• Verwarm nooit langer dan noodzakelijk is, houdt
rekening met het ‘nagaren’.
• Prik met een vork of ander puntig voorwerp even
in het vel van vlees, kip of vis. Hiermee voorkomt
u dat deze gerechten gaan spetteren.
• De magnetron moet regelmatig worden gereinigd
en alle voedselresten moeten worden verwijderd.
Achtergebleven kruimels en vocht absorberen
microgolven en verlengen de kooktijd. Tevens
kan door achtergebleven voedselresten de
binnenzijde beschadigd raken wat tot gevaarlijke
situaties kan leiden.
• Gebruik geen schuurmiddelen of metalen
schrapers voor het reinigen van de glazen deur.
Het oppervlak raakt hierdoor bekrast, waardoor
het glas kan barsten.
Een magnetron is niet geschikt voor:
• het inmaken van voedsel;
• het koken van eieren in de schaal en het verwarmen
van hele hardgekookte eieren, deze spatten uit
elkaar door de druktoename;
• het verhitten van frituurolie.

NL 11
Indien de veiligheidsinstructies en
waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan de
fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor
de schade die daarvan het gevolg is.
Als u besluit het toestel, vanwege een defect,
niet langer te gebruiken, adviseren wij u, nadat u
de stekker uit het stopcontact heeft verwijderd,
het snoer af te knippen. Breng het toestel naar
de betreffende afvalverwerkingsafdeling van uw
gemeente.
Materialen Niet alle materialen kunnen in de magnetron. In de onder-
staande tabel is aangegeven welke materialen u wel en niet
kunt gebruiken.
Materiaal Magnetron
Papier ja*
Aluminiumfolie ja**
Huishoudfolie ja
Aluminium bakjes nee
Hittebestendig plastic ja
Ongeglazuurd aardewerk nee
Metalen kookgerei nee
Normaal glas ja
Pyrex, ander ovenvast glas en keramiek ja
Borden met metaalhoudende sierrand nee
Metalen sluitstrip nee
Kwikthermometer nee
Afgesloten pot nee
Fles met een nauwe hals nee
Braadzakken ja
* Gebruik niet-gedecoreerd keukenpapier voor het afdekken
van een schaal of onder brood bij het ontdooien.
** Door dunnere gedeelten van gerechten (zoals kippenpoten) af
te dekken, voorkomt u dat ze te snel garen.
VEILIGHEID

NL 12
GEBRUIK
Plaatsen
• Plaats de magnetron op een stevige en vlakke ondergrond.
• Zorg voor voldoende ventilatie rondom de magnetron. Houd
aan de bovenzijde 30 cm ruimte vrij. Houd aan de achterzijde
en zijkanten minimaal 7,5 cm ruimte vrij.
• Dek de ventilatieopeningen niet af.
• De stelvoetjes mogen niet verwijderd worden.
• Plaats de magnetron niet in de buurt van warmtebronnen.
• Zend- en ontvangstapparatuur zoals radio’s en
televisietoestellen kunnen de werking van de magnetron
beïnvloeden.
Vóór het eerste gebruik
Neem het toebehoren uit de magnetron en reinig het met een mild
reinigingsmiddel. Plaats daarna het frame weer op de aandrijving.
Let op
Gebruik de magnetron altijd met het frame op de aandrijving in
combinatie met een draaiplateau!
Plaats een hittebestendige schaal met 200 ml water in de
magnetron. Draai aan de functieknop en kies ‘oven’. Stel de tijd
in op 5 minuten en druk op de starttoets. Tijdens de fabricage
gebruikte beschermingsvetten worden dan verwijderd. Laat de
magnetron na afloop van de 5 minuten afkoelen en reinig de
magnetron met warm water. De magnetron is nu klaar voor gebruik.
Opmerking
Als de magnetron voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u een
‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Schakel eventueel de
wasemkap in of open een raam.
7.5 cm
7.5 cm
30 cm
7.5 cm

NL 13
Algemeen
• Als u iets wilt instellen is het belangrijk dat in de display de tijd
(of ‘:0’) staat en geen gekozen functie. Door altijd eerst op de
stoptoets te drukken, bent u er zeker van dit het geval is.
• Is de magnetron klaar met de ingestelde functie, dan klinken
er drie geluidssignalen en ‘OPEN DE DEUR’ verschijnt in de
display. De magnetron zal elke minuut een geluidssignaal geven
totdat op de stoptoets is gedrukt of de deur is geopend.
• De ventilator zal na afloop nog enige tijd doordraaien om te
koelen. In de display verschijnt afwisselend de ingestelde tijd
(of ‘:0’) en ‘KOELEN’.
• Door de deur te openen, wordt een lopend programma
onderbroken. Dit gebeurt ook als u op de stoptoets drukt.
De ventilator blijft wel draaien. U kunt het programma weer
starten door op de starttoets te drukken.
• Gebruik de magnetron niet wanneer deze leeg is.
• Na gebruik van de grill-/oven-/combi-functie moet u de magne-
tron eerst laten afkoelen voordat u deze weer gaat gebruiken.
Taal instellen
Wanneer het toestel voor de eerste keer op het elektriciteitsnet
wordt aangesloten, verschijnt ‘KIES TAAL’ in de display.
1. Druk driemaal op de taaltoets.
In de display verschijnt ‘NEDERLANDS’ en ‘DRUK OP START’.
2. Druk op de starttoets.
In de display verschijnt ‘NEDERLA’ en even later ‘:0’. De taal is
nu ingesteld op Nederlands.
BEDIENING

NL 14
Energiespaarstand
U kunt het toestel op een energiespaarstand zetten. Het toestel
verbruikt dan bijna geen energie. De magnetron blijft aangesloten
op het elektriciteitsnet, maar het display is uit. Als het toestel 10
minuten niet wordt gebruikt, zal het toestel automatisch naar de
energiespaarstand schakelen.
Energiespaarstand inschakelen:
• Druk 3 seconden op de stoptoets.
Het display gaat uit.
Energiespaarstand uitschakelen:
• Open en sluit de deur.
Magnetronfunctie
Bij deze functie kunt u zelf het vermogen kiezen dat u wilt gaan
gebruiken om het gerecht te bereiden. Het hoogste vermogen is
100%, het laagste vermogen is 10%.
1. Draai de functieknop op de functie ‘magnetron’.
In de display verschijnt de magnetronindicatie en afwisselend
verschijnt het vermogen ‘100%’ en ‘STEL DE TIJD IN’.
2. Druk (meerdere keren) op de functietoets om het vermogen in
te stellen. Bij elke druk op de toets wordt het vermogen met
10% verlaagd.
In de display verschijnt afwisselend het ingestelde vermogen en
‘STEL DE TIJD IN’.
3. Draai aan de knop ‘tijd’ om de tijd in te stellen.
▷U kunt een tijd instellen tot 60 minuten.
▷Draai de knop ‘tijd’ linksom om meteen naar 60 minuten te
gaan, draai rechtsom om vanaf 0 seconden te beginnen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd en even later afwisse-
lend het vermogen en de tekst ‘DRUK OP START’.
4. Druk op de starttoets.
De magnetron start met de gekozen instellingen; de magnetron-
verlichting gaat aan, het draaiplateau gaat draaien en de tijd in
de display telt af.
• U kunt de ingestelde tijd tijdens de bereiding vermeerderen of
verminderen met stappen van 1 minuut. Druk hiervoor op de
toets ‘meer’ of de toets ‘minder’.
BEDIENING

NL 15
• U kunt op elk moment tijdens de bereiding het ingestelde
vermogen bekijken door op de functietoets te drukken. In de
display verschijnt drie seconden lang het ingestelde vermogen.
Grill
Met de grillfunctie kunt u gerechten verhitten en van een bruin
korstje voorzien, zonder gebruik te maken van microgolven.
De combi-magnetron heeft een boven- en onderelement die
onafhankelijk van elkaar gebruikt kunnen worden.
1. Draai de functieknop op de functie ‘grill’.
In de display verschijnt de indicatie bovenelement en
afwisselend verschijnt ‘GRILL 1’ en ‘STEL DE TIJD IN’.
2. Druk op de functietoets om ‘GRILL 2’ te kiezen.
▷Bij ‘GRILL 1’ wordt alleen het bovenelement ingeschakeld.
▷Bij ‘GRILL 2’ worden het boven- en onderelement beide
ingeschakeld.
In de display verschijnt afwisselend de gekozen grillfunctie en
‘STEL DE TIJD IN’.
3. Draai aan de knop ‘tijd’ om de tijd in te stellen.
▷U kunt een tijd instellen tot 60 minuten.
▷Draai de knop ‘tijd’ linksom om meteen naar 60 minuten te
gaan, draai rechtsom om vanaf 0 seconden te beginnen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd en even later afwisse-
lend de grillfunctie en de tekst ‘DRUK OP START’.
4. Druk op de starttoets.
De magnetron start met de gekozen instellingen; de magnetron-
verlichting gaat aan, het draaiplateau gaat draaien en de tijd in
de display telt af.
• U kunt de ingestelde tijd tijdens de bereiding vermeerderen of
verminderen met stappen van 1 minuut. Druk hiervoor op de
toets ‘meer’ of de toets ‘minder’.
Oven met voorverwarmen
Bij de ovenfunctie is het raadzaam om eerst voor te verwarmen
(behalve bij een temperatuur van 40 °C). De maximale
voorverwarmtijd is 30 minuten. Indien na deze 30 minuten
voorverwarmen niet gestart wordt met het bereiden van een
gerecht, zal de ovenindicatie en de voorverwarmtemperatuur
worden weergegeven in de display. Na 15 minuten zal het
voorverwarmen automatisch uitschakelen.
1. Draai de functieknop op de functie ‘oven’.
BEDIENING

NL 16
In de display verschijnt de ovenindicatie en de indicatie boven-/
onderelement en afwisselend verschijnt ‘100C’ en ‘DRUK OP
START OM VOOR TE VERWARMEN OF STEL DE TIJD IN’.
2. Druk (meerdere keren) op de functietoets om de temperatuur in
te stellen (van 100 °C t/m 250 °C).
3. Druk op de starttoets.
De magnetron start met voorverwarmen; in de display verschijnt
de tekst ‘VOORVERWARMEN’ en de ovenindicatie knippert.
4. Als het voorverwarmen klaar is klinkt er een geluidssignaal en in
de display verschijnt de oventemperatuur.
5. Open de deur en plaats het gerecht in de magnetron.
In de display staat afwisselend de temperatuur en ‘TIJD
INSTELLEN’.
6. Draai aan de knop ‘tijd’ om de tijd in te stellen.
▷U kunt een tijd instellen tot 60 minuten.
▷Draai de knop ‘tijd’ linksom om meteen naar 60 minuten te
gaan, draai rechtsom om vanaf 0 seconden te beginnen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd en even later afwisse-
lend de gekozen temperatuur en de tekst ‘DRUK OP START’.
7. Druk op de starttoets.
De magnetron start met de gekozen instellingen; de magnetron-
verlichting gaat aan, het draaiplateau gaat draaien en de tijd in
de display telt af.
• U kunt de ingestelde tijd tijdens de bereiding vermeerderen of
verminderen met stappen van 1 minuut. Druk hiervoor op de
toets ‘meer’ of de toets ‘minder’.
• U kunt tijdens het voorverwarmen de ingestelde temperatuur
bekijken door op de functietoets te drukken. In de display
verschijnt drie seconden lang de ingestelde temperatuur.
Oven
Met de ovenfunctie kunt u gerechten bereiden zoals in een
conventionele oven, zonder gebruik te maken van microgolven.
Het boven- en onderelement worden beide ingeschakeld.
1. Draai de functieknop op de functie ‘oven’.
In de display verschijnt de ovenindicatie en de indicatie boven-/
onderelement en afwisselend verschijnt ‘100C’ en ‘DRUK OP
START OM VOOR TE VERWARMEN OF STEL DE TIJD IN’.
BEDIENING

NL 17
BEDIENING
2. Druk (meerdere keren) op de functietoets om de temperatuur in
te stellen (van 100 °C t/m 250 °C).
3. Draai aan de knop ‘tijd’ om de tijd in te stellen.
▷U kunt een tijd instellen tot 60 minuten.
▷Draai de knop ‘tijd’ linksom om meteen naar 60 minuten te
gaan, draai rechtsom om vanaf 0 seconden te beginnen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd en even later afwisse-
lend de gekozen temperatuur en de tekst ‘DRUK OP START’.
4. Druk op de starttoets.
De magnetron start met de gekozen instellingen; de magnetron-
verlichting gaat aan, het draaiplateau gaat draaien en de tijd in
de display telt af.
• U kunt de ingestelde tijd tijdens de bereiding vermeerderen of
verminderen met stappen van 1 minuut. Druk hiervoor op de
toets ‘meer’ of de toets ‘minder’.
• U kunt op elk moment tijdens de bereiding de ingestelde
temperatuur bekijken door op de functietoets te drukken.
In de display verschijnt drie seconden lang de ingestelde
temperatuur.
Combi oven/magnetron
Met deze functie worden de oven- en grillfunctie gecombineerd
met de magnetronfunctie. Traditionele gerechten zijn op deze
manier sneller klaar.
1. Draai de functieknop op de functie ‘combi oven/magnetron’.
In de display verschijnt de magnetronindicatie, de indicatie
boven-/onderelement en de ovenindicatie en afwisselend
verschijnt ‘KOMBI 1’ en ‘STEL DE TIJD IN’.
2. Druk (meerdere keren) op de functietoets om de functie ‘combi
oven/magnetron’ in te stellen.
▷KOMBI 1: magnetron/oven/grill met onderelement (190 °C)
▷KOMBI 2: magnetron/oven/grill met onderelement (200 °C)
▷KOMBI 3: oven/grill met onder- en bovenelement
▷KOMBI 4: magnetron/grill met bovenelement
▷KOMBI 5: magnetron/grill met onder- en bovenelement
3. Draai aan de knop ‘tijd’ om de tijd in te stellen.
▷U kunt een tijd instellen tot 60 minuten.

NL 18
▷Draai de knop ‘tijd’ linksom om meteen naar 60 minuten te
gaan, draai rechtsom om vanaf 0 seconden te beginnen.
In de display verschijnt de ingestelde tijd en even later afwisse-
lend de gekozen functie en de tekst ‘DRUK OP START’.
4. Druk op de starttoets.
De magnetron start met de gekozen instellingen; de magnetron-
verlichting gaat aan, het draaiplateau gaat draaien en de tijd in
de display telt af.
• U kunt de ingestelde tijd tijdens de bereiding vermeerderen of
verminderen met stappen van 1 minuut. Druk hiervoor op de
toets ‘meer’ of de toets ‘minder’.
• U kunt op elk moment tijdens de bereiding de ingestelde functie
bekijken door op de functietoets te drukken.
Ontdooien
Met deze functie kunt u snel vlees, kip, vis of brood ontdooien. U
hoeft alleen maar het juiste gewicht in te stellen en de magnetron
kiest automatisch de juiste ontdooitijd. Tijdens het ontdooien
zal een geluidssignaal u erop attent maken om het gerecht te
controleren. Tevens zal er een melding in de display verschijnen
dat het gerecht moet worden omgedraaid. Zie de tabel voor meer
informatie.
Functie Min. gewicht Max. gewicht Ontdooitijd
1 VLEES 100 g 2000 g 20 - 40 min.
2 GEVOGELTE 100 g 3000 g 1 - 2 uur
3 VIS 100 g 2000 g 10 - 20 min.
4 BROOD 100 g 1000 g 5 min.
1. Druk op de ontdooitoets.
In de display verschijnt de ontdooi-indicatie en afwisselend
verschijnt ‘1 VLEES’ en ‘STEL HET GEWICHT IN’.
2. Druk nogmaals (meerdere keren) op de ontdooitoets om een
ontdooifunctie te kiezen (zie tabel).
3. Draai aan de knop ‘gewicht’ om het gewicht in te stellen (in
stappen van 50 gram).
In de display verschijnt het ingestelde gewicht en even later
afwisselend de gekozen ontdooifunctie en de tekst ‘DRUK OP
START’.
• Raadpleeg de tabel voor de instellingen en kies het juiste
BEDIENING

NL 19
BEDIENING
gewicht; de ontdooitijd (die automatisch wordt gekozen) is
erg belangrijk, met name voor grote stukken voedsel die niet
doorgeroerd kunnen worden. Met de juiste instellingen bent u er
zeker van dat ook het binnenste van de gerechten is ontdooid.
4. Druk op de starttoets.
De magnetron start met de gekozen instellingen; de magnetron-
verlichting gaat aan, het draaiplateau gaat draaien en de tijd in
de display telt af.
• U kunt de ingestelde tijd tijdens de bereiding vermeerderen of
verminderen met stappen van 1 minuut. Druk hiervoor op de
toets ‘meer’ of de toets ‘minder’.
Crisp/Cake
Met deze functie kunt u gerechten met een knapperige korst
bereiden, zoals pizza, cake of brood. Tevens kunt u met deze
functie gerechten gratineren. U stelt het juiste gewicht in en de
magnetron kiest automatisch de juiste tijd.
Functie Min. gewicht Max. gewicht
1 VERSE PIZZA 500 g 1000 g
2 INGEVROREN PIZZA 100 g 900 g
3 VERS GEGRATINEERD GERECHT 500 g 1500 g
4 INGEVROREN GEGRATINEERD
GERECHT
300 g 900 g
1 CAKE 300 g 1500 g
2 BROOD 100 g 1500 g
1. Druk op de crisp/caketoets.
In de display verschijnt de magnetronindicatie, de ovenindicatie
en de indicatie boven-/onderelement en afwisselend verschijnt
‘1 VERSE PIZZA’ en ‘STEL HET GEWICHT IN’.
2. Druk nogmaals (meerdere keren) op de crisp/caketoets om een
functie te kiezen (zie tabel).
3. Draai aan de knop ‘gewicht’ om het gewicht in te stellen (in
stappen van 100 gram).
In de display verschijnt het ingestelde gewicht en even later
afwisselend de gekozen crisp/cakefunctie en de tekst ‘DRUK
OP START’.
• Raadpleeg de tabel voor de instellingen en kies het juiste

NL 20
BEDIENING
gewicht.
4. Druk op de starttoets.
De magnetron start met de gekozen instellingen; de magnetron-
verlichting gaat aan, het draaiplateau gaat draaien en de tijd in
de display telt af.
• U kunt de ingestelde tijd tijdens de bereiding vermeerderen of
verminderen met stappen van 1 minuut. Druk hiervoor op de
toets ‘meer’ of de toets ‘minder’.
Auto cook
Met deze functie kunt u heel eenvoudig populaire gerechten
bereiden. U stelt het juiste gewicht in en de magnetron kiest
automatisch de juiste tijd.
Functie Min. gewicht Max. gewicht
1 GEROOSTERD RUNDVLEES 500 g 2000 g
2 GEROOSTERDE KIP 800 g 3000 g
3 GEROOSTERD VARKENSVLEES 500 g 2000 g
4 GEBAKKEN VIS 300 g 900 g
5 GEBAKKEN AARDAPPELS 1 EA 5 EA
6 GEROOSTERDE AARDAPPELS 400 g 1000 g
7 VERSE GROENTEN 100 g 900 g
8 INGEVROREN GROENTEN 100 g 900 g
9 STOOFSCHOTEL 500 g 2000 g
1. Druk op de auto cook toets.
In de display verschijnt de magnetronindicatie, de ovenindicatie
en de indicatie boven-/onderelement en afwisselend verschijnt
‘1 GEROOSTERD RUNDVLEES’ en ‘STEL HET GEWICHT IN’.
2. Druk nogmaals (meerdere keren) op de auto cook toets om een
functie te kiezen (zie tabel).
3. Draai aan de knop ‘gewicht’ om het gewicht in te stellen (in
stappen van 50 of 100 gram, afhankelijk van de gekozen
functie).
In de display verschijnt het ingestelde gewicht en even later
afwisselend de gekozen auto cook functie en de tekst ‘DRUK
OP START’.
• Raadpleeg de tabel voor de instellingen en kies het juiste
gewicht.