Titaniumbaby Nitro 360 User manual

i Safety autostoel 0 - 36 kg
Gebruiksaanwijzing
i Safety car seat 0 - 36 kg
Instructions for use
Model No. 5980
0 - 12 jaar
Group 0/I/II/III
NL
EN
Nitro 360

NL
Notities

NL
Mededeling over semi-universeel ISOFIX-kinderbeveiligingssysteem (Groep
0+, I, gebruik ISOFIX + steunpoot)
1. Dit is een ISOFIX-KINDERBEVEILIGINGSSYSTEEM. Het is goedgekeurd
krachtens Reglement nr. 44, wijzigingenreeks 04, voor algemeen gebruik
in voertuigen die uitgerust zijn met een ISOFIX-verankeringssysteem.
2. Het past in voertuigen met plaatsen die als ISOFIX-posities zijn
aangemerkt (meer bijzonderheden in de handleiding bij het voertuig),
afhankelijk van de categorie van het kinderzitje en van het profiel.
3. Dit systeem is bestemd voor de volgende massagroep en ISOFIX-
formaat klasse: Groep I, B1 en Groep 0+, D.
Mededeling over de categorie universeel (installatie van Groep 0+, I, II, III
gebruik autogordel)
1. Dit is een “universeel” kinderbeveiligingssysteem. Het is goedgekeurd
krachtens Reglement nr. 44, wijzigingenreeks 04, voor algemeen gebruik
in voertuigen en past op de meeste, maar niet op alle autostoelen.
2. Het systeem kan waarschijnlijk op correcte wijze worden geïnstalleerd als
de voertuigfabrikant in de gebruiksaanwijzingen bij het voertuig verklaart
dat het voertuig met een “universeel” kinderbeveiligingssysteem voor
deze leeftijdsgroep kan worden uitgerust.
3. Om het label “universeel” te krijgen, heeft dit kinderbeveiligingssysteem
aan strengere voorwaarden moeten voldoen dan eerdere modellen die
niet van dit label zijn voorzien.
4. Raadpleeg bij twijfel de fabrikant van het kinderbeveiligingssysteem of de
verkoper.
Mededeling over de categorie semi-universeel (Groep 0+, I, gebruik ISOFIX
+ steunpoot; Groep II, III, gebruik ISOFIT + autogordel)
Dit kinderbeveiligingssysteem is bestemd voor “beperkt/semi-universeel”
gebruik en kan op de volgende zitplaatsen van de volgende voertuigen worden
geïnstalleerd:
Zitplaatsen in andere auto’s kunnen eveneens geschikt zijn voor dit kinder-
beveiligingssysteem. Raadpleeg bij twijfel de fabrikant van het kinderbeveili-
gingssysteem of de verkoper. Alleen geschikt als de goedgekeurde voertui-
gen uitgerust zijn met driepuntsgordels met oprolmechanisme, goedgekeurd
krachtens VN/ECE-Reglement nr. 16 of een andere gelijkwaardige norm.
GEBRUIK NAAR ACHTEREN GERICHTE SYSTEMEN NIET OP ZITPLAATSEN
WAAR EEN AIRBAG IS GEÏNSTALLEERD.
AUTO
Raadpleeg
voertuig lijst
VOORIN ACHTERIN
Buitenkant
Ja Ja Nee
Midden

NL
Inhoud
Belangrijke mededeling vóór gebruik
Onderdelen van het kinderzitje
Installatiepositie
Groep 0+, I, gebruik ISOFIX + steunpoot;
Groep II, III, gebruik ISOFIT + autogordel
De kinderstoel vastmaken
Correctie installatie van Groep 0+, I
Groep II, III (gebruik ISOFIT + autogordel)
ISOFIX-connector losmaken
Installatie van Groep 0+, I, II, III (gebruik atogordel)
Installatie van Groep 0+ (gebruik autogordel)
Installatie van Groep I (gebruik autogordel)
Installatie van Groep II, III (gebruik autogordel)
Groep 0+/I kind vastmaken
De hoek van het kinderzitje aanpassen
Het kinderzitje draaien / richting aanpassen
5-punts harnassysteem aanpassen
De hoogte van de hoofdsteun aanpassen
Van Groep I naar Groep II/III
(5-puntsharnassysteem verbergen)
De bekleding verwijderen/aanbrengen
Het kinderzitje onderhouden/wassen
Het kinderzitje opbergen
Garantie
Pagina
01
04
06
07
08
10
12
13
14
15
17
19
20
22
23
25
26
26
28
30
30
31

1
NL
1. GEEN enkel kinderbeveiligingssysteem kan volledige bescherming tegen letsel
bij een ongeval garanderen. Het correcte gebruik van dit kinderbeveiligingssys-
teem beperkt echter het risico van ernstig of dodelijk letsel van uw kind.
2. Zorg ervoor dat alle gebruikers de installatiemethode van dit zitje goed be-
grijpen.
3. Dit kinderbeveiligingssysteem mag ALLEEN worden gebruikt voor een kind
dat minder weegt dan 36 kg (circa 12 jaar of jonger).
4. Gebruik het kinderbeveiligingssysteem NIET naar voren gericht zolang het
kind minder dan 9 kg weegt.
5. De riemen die het beveiligingssysteem met het voertuig verbinden, moeten
aangespannen zijn; de riemen die het kind op zijn plaats houden, moeten aan
de lichaamsbouw van het kind zijn aangepast en de riemen mogen niet wor-
den verdraaid.
6. Gebruik of installeer dit kinderbeveiligingssysteem NIET totdat u de in-
structies in deze handleiding en in het instructieboekje van uw voertuig hebt
gelezen en begrijpt.
7. Lees de instructies over ISOFIX-punten in het handboek van de fabrikant van
uw voertuig aandachtig door.
8. Wijzigingen of toevoegingen aan het systeem die niet door de typegoedkeurings-
instantie zijn goedgekeurd, kunnen gevaar opleveren, net als het niet opvolgen
van de installatie-instructies van de fabrikant van het kinderbeveiligingssysteem.
9. Laat uw kind NIET in niet-passende kleding in dit beveiligingssysteem zitten in
de baby- of peuterstand, anders wordt uw kind hierdoor niet goed en stevig
vastgehouden door de schoudergordels en de gordels tussen de dijen.
10. Gebruik dit systeem NIET als het beschadigd is of als onderdelen ontbreken.
11. Als u dit systeem in de baby- of peuterstand gebruikt, moet u de veiligheids-
gordel correct gebruiken en ervoor zorgen dat elke heupgordel laag wordt
gedragen, zodat het bekken goed vastzit.
12. Laat dit beveiligingssysteem NIET los of niet goed bevestigd in uw voertuig staan,
omdat een niet goed vastgezet systeem rondgeslingerd kan worden en de inzit-
tenden kan verwonden bij een scherpe bocht, plotseling remmen of een botsing.
13. Het kind mag niet zonder toezicht in het kinderbeveiligingssysteem worden
achtergelaten.
14. Gebruik NOOIT een tweedehands kinderbeveiligingssysteem of een systeem
waarvan u de herkomst niet kent, omdat dit structurele schade kan hebben
die de veiligheid van uw kind in gevaar brengt.
BELANGRIJKE MEDEDELING VÓÓR GEBRUIK
Lees de onderstaande instructie aandachtig door om
maximale veiligheid van uw kind te waarborgen.
Waarschuwing!

2
NL
15. Stel dit systeem niet bloot aan direct zonlicht, anders kan het te heet worden
voor de huid van het kind.
16. Een niet-gecertificeerd of een aangepast product is gevaarlijk. Het is tevens
gevaarlijk om niet de door de fabrikant geleverde installatie-instructies te
hebben.
17. Installeer het zitje overeenkomstig de installatiemethode in deze handleiding.
Zo voorkomt u dat het tijdens gebruik vast komt te zitten tussen de stoelen
of portieren van het voertuig.
18. Gebruik dit kinderbeveiligingssysteem NIET als een normale stoel, omdat het
kan omvallen en het kind kan verwonden.
19. Demonteer de onderdelen van het kinderzitje NIET en maak de gordels niet
op een andere manier vast, tenzij er een beschrijving in de handleiding staat.
20. Gebruik dit kinderzitje niet als de autogordel het belangrijkste krachtdragen-
de punt van het zitje belemmert. Neem in geval van vragen hierover contact
op met de fabrikant van het kinderzitje.
21. Een kinderzitje mag niet op een neerklapbare autostoel worden gezet als
deze niet correct is vergrendeld. Bij een noodremactie zonder vergrendeling
kan het zitje bekneld raken.
22. Het kinderbeveiligingssysteem mag niet zonder de zachte onderdelen worden
gebruikt.
23. De zachte onderdelen mogen alleen worden vervangen door onderdelen die
door de fabrikant worden aanbevolen, omdat deze een integraal onderdeel
vormen van de werking van het kinderzitje.
24. Gebruik UITSLUITEND de aanbevolen binnenkussens in dit kinderbeveili-
gingssysteem. Het is niet toegestaan om iets onder het kinderzitje te plaat-
sen om het te verhogen, omdat dit gevaar kan opleveren bij een ongeval.
25. Draag dit kinderbeveiligingssysteem NIET als er een kind in zit.
26. Bagage of andere voorwerpen die de inzittenden bij een ongeval kunnen
verwonden, moeten goed worden vastgemaakt.
27. Voorkom dat de gordels of gespen van het kinderbeveiligingssysteem be-
kneld raken tussen de stoel of het portier van het voertuig.
28. Verwijder dit kinderbeveiligingssysteem van de autostoel als het langere tijd
niet wordt gebruikt.
29. Als het kind per ongeluk de autogordel of het harnassysteem heeft losge-
maakt, moet u het voertuig op een veilige plek parkeren en alles weer vast-
maken voordat u verder rijdt.
30. Om verstikking te voorkomen, moet u de plastic zak en alle verpakkingsmate-
rialen verwijderen voordat u dit product gaat gebruiken. Houd de plastic zak
en verpakkingsmaterialen buiten bereik van baby’s en kinderen.

3
NL
31. Neem contact op met de distributeur als u vragen hebt over onderhoud,
reparaties en het vervangen van onderdelen.
32. Gebruik GEEN andere dragende contactpunten dan diegene die worden
omschreven in de instructies en die op het kinderbeveiligingssysteem zijn
gemarkeerd.
33. Controleer regelmatig of de ISOFIX-geleiders vuil zijn en maak ze indien no-
dig schoon. Vuil, stof, etensresten etc. kunnen een nadelige invloed hebben
op de betrouwbaarheid.
34. Zet het kinderbeveiligingssysteem niet op zitplaatsen voorin met een airbag
terwijl uw kind nog achteruit kijkend zit.
35. Het systeem moet worden vervangen als het tijdens een ongeval aan hevige
schokken is blootgesteld.
36. Dit kinderbeveiligingssysteem mag NIET worden aangepast of samen met
onderdelen van andere fabrikanten worden gebruikt.
37. Gebruik NOOIT touwen of dergelijke ter vervanging van autogordels; anders
kan het beveiligingssysteem letsel veroorzaken.
38. Als het kind per ongeluk de autogordel heeft losgemaakt, moet u het voer-
tuig op een veilige plek parkeren en deze weer vastmaken voordat u verder
rijdt.
39. Leer uw kind wat veiligheid inhoudt, geef het goede voorbeeld en doe een
gordel om. Laat u niet afleiden door huilende kinderen.

4
NL
Onderdelenlijst
Hoofdsteun
Gordelgeleidingshaak
voor Groep II, Groep III
Schouderkussentje
Gesp
Gespkussentje
Gordelinsteller
Verstelbare
steunpoot
Instelhendel voor
draaien/
hoekverstelling
Gordelinsteller teun

5
NL
Berg reserveonderdelen goed op. Neem in geval van verlies
contact op met de fabrikant. Onderdelen van beschadigde
kinderzitjes mogen niet worden gebruikt.
Adaptieve zijsteun
(SAS)
Autogordelgeleider
voor Groep II,
Groep III
ISOFIX-ontgrende-
lingsknop
Beugel van ISOFIX-
connector
ISOFIX-connector

6
NL
Positie installatie
Installeer dit kinderbevei-
ligingssysteem NIET onder
de volgende omstandighe-
den:
1. Voertuig is uitgerust met een tweepuntsgordel.
2. Autostoelen die opzij of naar achteren zijn gericht ten
opzichte van de rijrichting van de auto.
3. Instabiele autostoelen tijdens installatie.
Het toepasselijke automodel dient uitgerust te zijn met een
driepuntsgordel overeenkomstig GB14166 of ECE R16.
De geschikte locaties voor
installatie in het voertuig zijn
links te zien:
Zet het kinder
beveiligingssysteem in dit
voertuig niet op een zit-
plaats voorin met een airbag
terwijl uw kind nog achteruit
kijkend zit.
De optimale plek voor
het kinderbeveiligings-
systeem.
De vloer vóór de
installatiepositie moet
vlak zijn, en niet verhoogd.
De installatiepositie moet
beschikken over een
driepuntsgordel.

7
NL
Groep 0+, I, gebruik ISOFIX en steunpoot; Groep II, III,
gebruik ISOFIT + autogordel
Dit kinderzitje is geschikt voor vier massagroepen op basis van (GB27887-
2011) en (ECE R44/04). Het gewicht van het kind bepaalt voor welke configu-
ratie en installatie moet worden gekozen.
13
0+
9-18
I
15-25
II
22-36
III
Pasgeborene t/m 18 maanden
9 maanden t/m 4 jaar
3 t/m 6 jaar
6 t/m 12 jaar
P8 P10 P20
P8 P11 P20
P8 P12
P8 P12

8
NL
Het kinderzitje aan de stoel vastmaken (gebruik ISOFIX)
Verbind de ISOFIX-bevestigings-
geleiders met de ISOFIX-anker-
punten.
Verleng de ISOFIX-connectors
door de ontgrendelingsknop in te
drukken. Stel de ISOFIX-connec-
tor in op de juiste lengte.
Click
Zorg ervoor dat beide ISO-
FIX-connectors goed zijn verbon-
den met de ISOFIX-ankerpunten.
De kleur van de indicatoren op
beide ISOFIX-connectors moet
volledig groen zijn.
Druk de rugsteun van het zitje
stevig tegen de autostoel, maak de
ISOFIX zo kort mogelijk. Contro-
leer vervolgens of het kinderzitje
goed vastzit door het naar voren
en achteren te bewegen.
Stevig
aandruk-
ken

9
NL
Houd de verstelknop van de
steunpoot ingedrukt.
Pas de lengte van de steunpoot
aan tot deze de vloer raakt, laat de
verstelknop los.
P23
Controleer of de onderkant van
het kinderzitje goed past op de
autostoel, er mag geen ruimte
tussen zitten.
De hoek van de steunpoot mag
niet groter zijn dan 90°. Plaats de
steunpoot niet op een verhoogde
vloer.
Draai het kinderzitje: naar achte-
ren voor Groep 0 of naar voren
voor Groep I, II, III.

10
NL
Pasgeborene (Groep 0+): gebruik ISOFIX + steunpoot
Group 0+
0-13 kg
1. Maak het kinderzitje vast aan de
autostoel.
2. Draai het kinderzitje in de rich-
ting tegenovergesteld aan de
rijrichting.
3. Zorg ervoor dat het kind goed
vastzit in het kinderzitje.
Geschikt voor kinderen met
een gewicht van
(pasgeborene t/m 18 maan-
den)

11
NL
Peuter (Groep I): gebruik ISOFIX + steunpoot
Group I
9-18 kg
1. Maak het kinderzitje vast aan de
autostoel.
2. Draai het kinderzitje met de voor-
kant in de rijrichting
3. Zorg ervoor dat het kind goed
vastzit in het kinderzitje;
Geschikt voor kinderen met
een gewicht van
(9 maanden t/m 4 jaar oud)

12
NL
Groep II, III naar voren gericht (gebruik ISOFIT + autogordel)
Group II
Group III
15-36 kg
Position 1
Draai het kinderzitje naar voren ge-
richt, aanpassen naar groep II/III.
ISOF IT
Installeer de ISOFIT-interface en
trek vervolgens aan de autogor-
del.
De schoudergordel moet door de
schoudergordelgeleider worden
gevoerd. De heupgordel moet door
de heupgordelgeleiders worden
gevoerd.
Bij het installeren en aanpassen van de veiligheidsgordels moet u ervoor zorgen dat
zowel de schoudergordel als de heupgordel niet verdraaid is of een goede positionering
van de veiligheidsgordels hindert. Let op: de correcte positie van de gordel is boven het
bekken van het kind.
23
24
26
Geschikt voor kinderen met
een gewicht van
(3 t/m 12 jaar oud)

13
NL
ISOFIX ontgrendelen
1
2
3
1. Druk met uw knieën tegen het
kinderzitje.
2. Druk op de ontgrendelknop en
trek terug om de ISOFIX-con-
nector te ontgrendelen. 3
Schuif de steunpoot in door op
de knop van de steunpoot te
drukken.
Verwijder het kinderzitje van de
autostoel, klap de steunpoot in.
Berg de ISOFIX-geleiders goed
op.
Drukken
Installeer het kinderzitje NOOIT
met alleen de autogordel. Zie
het blauwe deel op deze pagina
als het u niet lukt de ISOFIX te
ontgrendelen.
Ga voorzichtig te werk Voorkom
schade aan onderdelen
WAARSCHUWING

14
NL
Dit kinderzitje is geschikt voor vier massagroepen op basis van (GB27887-2011) en
(ECE R44/04). Het gewicht van het kind bepaalt voor welke configuratie en installatie
moet worden gekozen.
Installatie van Groep 0+, I, II, III (gebruik autogordel)
13
0+
9-18
I
15-25
II
22-36
III
Pasgeborene t/m 18 maanden
9 maanden t/m 4 jaar
3 t/m 6 jaar
6 t/m 12 jaar
P8 P10 P20
P8 P11 P20
P8 P12
P8 P12

15
NL
Group 0+
Suitable for
children weighing
0-13 kg
(New born to 18 months)
Installatie van Groep 0+ (gebruik autogordel)
23
Draai het kinderzitje naar
achteren gericht.
Plaats het kinderzitje naar achte-
ren gericht op de
installatiepositie.
Trek de autogordel volledig uit.
Voer de autogordel door het zitje
zoals afgebeeld.
Group 0+
0-13 kg
Geschikt voor kinderen met
een gewicht van
(pasgeborene t/m 18 maan-
den)

16
NL
Click
Ontgrendel het harnas en til het
binnenkussen op.
Voer de autogordel door het
zitje zoals afgebeeld, plaats het
binnenkussen terug.
Vergrendel de gordel. Trek de gordel goed vast.
Controleer of elke gordel goed
vastzit door het kinderzitje naar
voren en naar achteren te bewe-
gen.
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages: