Junker JB33DF 1 Series User manual

2
éInhoudsopgave
[nl]Gebruiksaanwijzing
Belangrijke veiligheidsvoorschriften ....................................... 2
Energieen milieutips................................................................ 4
Uw nieuwe apparaat .................................................................. 4
De toebehoren............................................................................ 5
Voor het eerste gebruik............................................................. 6
Apparaat bedienen..................................................................... 7
Elektronische klok ..................................................................... 8
Kinderslot ................................................................................. 10
Bakken ...................................................................................... 11
Braden ...................................................................................... 14
Grillen........................................................................................ 15
Hetelucht eco ........................................................................... 16
Bereiden met stoom ................................................................ 17
Ontdooien................................................................................. 17
Yoghurt ..................................................................................... 18
Reiniging en onderhoud.......................................................... 18
Storingen en reparaties........................................................... 21
Testgerechten........................................................................... 23
: Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed
en veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van
transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting
maakt u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg
ervoor dat het apparaat onder toezicht
gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken
in gesloten ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving
toebehoren in de gebruiksaanwijzing.
Aluminium kan als gevolg van mechanische
slijtage en zuur-, loog- of zouthoudende
levensmiddelen, bijv. vruchtensap of
looggebak, losraken van de aluminium
bakplaat. Levensmiddelen niet direct op de
bakplaat leggen.De bakplaat met bakpapier
bedekken. Gebruik geen metalen, puntige
voorwerpen. Gebruik geen scherpe of
schurende reinigingsmiddelen.
Risico van brand!
■Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen
vlam vatten. Bewaar geen brandbare
voorwerpen in de binnenruimte. Open
nooit de deur wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het apparaat. Het
toestel uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het
bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam
vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er
nooit bakpapier los op de toebehoren
liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met
een vorm. Bakpapier alleen op het
benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.

3
Risico van verbranding!
■Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■Alcoholdampen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten
klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank met een hoog
alcoholpercentage gebruiken. De deur
van het toestel voorzichtig openen.
Kans op verbranding!
■Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■Bij het openen van de apparaatdeur kan
hete stoom vrijkomen. De deur van het
toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■Door water in de hete binnnruimte kan
hete waterdamp ontstaan. Nooit water in
de hete binnenruimte gieten.
Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■Ondeskundige reparaties zijn
gevaarlijk.Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit
het stopcontact of schakel de zekering in
de meterkast uit. Contact opnemen met
de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■De kabelisolatie van hete
toestelonderdelen kan smelten. Zorg
ervoor dat er nooit aansluitkabels van
elektrische toestellen in contact komen
met hete onderdelen van het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■Bij vervanging van de lamp in de
binnenruimte staan de contacten van de
lampfitting onder stroom. Trek voordat u
tot vervanging overgaat de netstekker uit
het stopcontact trekken of schakel de
zekering in de meterkast uit.
Kans op een elektrische schok!
■Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Oorzaken van schade
Attentie!
■Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
■Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
■Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
■Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
■Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
■Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
■Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
■Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
■Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.

4
Energieen milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden kunt besparen op energie en het apparaat op de juiste
manier afvoert.
Aanwijzing: Voor dit apparaat is een energie-verbruikswaarde
conform DIN EN 50304/DIN EN 60350 vastgesteld. Deze
energie-verbruikswaarde ligt 30% onder de waarde voor
energie-efficiëntieklasse A.
Energie besparen
De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
Open de apparaatdeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Hierdoor kan de baktijd voor de
tweede taart of cake korter zijn.
Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor het
einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken..
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Uw nieuwe apparaat
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het toestel en de
functies.
Bedieningspaneel
Druk op de indrukbare bedieningsknoppen om ze in en uit te
klikken.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
Bedieningselement Gebruik
Elektronische klok
1 Klokdisplay Klok of klokfunctie wordt weergegeven
2KJ Klokfunctietoets Klokfunctie kiezen (zie het hoofdstuk: Elektronische klok)
3 Draaiknop Instellingen binnen een klokfunctie uitvoeren
Oven
4 Functiekeuzeknop Functie kiezen (zie het hoofdstuk: Apparaat bedienen)
Temperatuurdisplay
5 Temperatuurdisplay Temperatuur of instelling wordt weergegeven
6±Info-toets Ingeschakeld apparaat: Actuele temperatuur tijdens het opwarmen weergeven
Uitgeschakeld apparaat: Basisinstellingen opvragen (zie
het hoofdstuk: Basisinstellingen wijzigen)
7 Temperatuurkeuzeknop Ingeschakeld apparaat: Temperatuur kiezen
Uitgeschakeld apparaat: Basisinstellingen wijzigen (zie het hoofdstuk: Basisinstellingen
wijzigen)

5
Functies
De toebehoren
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de toebehoren, de
plaatsing van de toebehoren in de binnenruimte, de
inschuifhoogtes en de speciale toebehoren.
Toebehoren
Bij de levering van uw apparaat zijn de volgende toebehoren
inbegrepen:
Aanwijzingen
■Levensmiddelen niet direct op de aluminium bakplaat leggen.
De aluminium bakplaat bedekken met bakpapier.
■Als gevolg van grote temperetuurvershillen (bijv. wanneer
diepvriesproducten in de hete binnenruimte worden
geplaatst) kunnen de bakplaat en braadslede kromtrekken.
Toebehoren inschuiven
De toebehoren zijn voorzien van een vergrendelingsfunctie. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren kantelen
wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren dienen op de
juiste wijze in de binnenruimte te worden geschoven, zodat de
kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op
■dat de ontgrendelnok (a) naar beneden wijst
■dat de ontgrendelnok (a) zich achter het rooster bevindt
Let er bij het inschuiven van de bakplaat of de braadslede op
■dat de ontgrendelnok (a) zich achter de toebehoren bevindt
■dat de schuine kant van de toebehoren tijdens het inschuiven
naar de deur van het toestel is gericht
Functie Toepassing
~Hete lucht voor het bakken en braden op één of twee niveaus
|Hetelucht Eco* Om energiegeoptimaliseerd te bakken en braden op één niveau, zonder voorverwarmen.
%Boven- en onderwarmte voor het bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor taarten met een voch-
tige bedekking (bijv. kwarktaart)
}Pizzastand voor diepvries kant-en-klaar producten en voor gerechten die veel warmte aan de onder-
kant nodig hebben (zie het hoofdstuk: Bakken)
{Broodbakstand voor bakwaren die bij een hoge temperatuur gebakken moeten worden
$Onderwarmte voor gerechten en bakwaren die aan de onderkant sterker gebruind of krokant moeten
worden. Schakel de onderwarmte aan het einde van de baktijd slechts kort in
™Rondom-grillen voor gevogelte en grotere stukken vlees
šGrill, groot voor grote hoeveelheden vlakke, kleine gerechten van de grill (bijv. steaks, worstjes)
yGrill, klein voor kleine hoeveelheden platte, kleine gerechten van de grill (bijv. steaks, toast)
zStoomstand voor het gezond bereiden van groente, vlees en vis
De stoomstand zkan alleen samen met het systeemstoomapparaat (als extra acces-
soire in de vakhandel verkrijgbaar) worden gebruikt.
>Hydro clean® vergemakkelijkt het reinigen van de binnenruimte
\Ovenverlichting als hulp bij het onderhoud en de reiniging van de binnenruimte
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse overeenkomt met EN50304
Bakplaat, aluminium
voor het bakken van plaatgebak en
klein gebak
Rooster
voor het bakken in vormen, het
braden in braadservies en het
grillen
Braadslede, geëmailleerd
voor het bakken van vochtig gebak,
voor het braden, het grillen en het
opvangen van afdruipende vloeistof
D
D

6
Inschuifhoogtes
De binnenruimte heeft vier inschuifhoogtes. De inschuifhoogtes
worden van beneden naar boven geteld.
Bij het bakken en braden met hete lucht ~inschuifhoogte 2
niet gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als
gevolg een slechter bak- en braadresultaat.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de klantenservice of in
speciaalzaken.
Voor het eerste gebruik
Stel de tijd in en maak het apparaat schoon voor de eerste keer
dat u het gebruikt.
Tijd instellen
Aanwijzing: Wanneer u op de klokfunctietoets KJ drukt, heeft
u 3 seconden de tijd om de tijd met de draaiknop in te stellen.
Was dit te kort, dan kunt u de tijd later nog veranderen.
Op het klokdisplay knippert ‹:‹‹.
1. Klokfunctietoets KJ kort indrukken om naar de instelmodus
te gaan.
De symbolen KJ en 3zijn verlicht. Op het klokdisplay
verschijnt ‚ƒ:‹‹.
2. Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
Uw instelling wordt na 3 seconden automatisch
overgenomen.
Tijd wijzigen
Om de tijd achteraf te veranderen, drukt u zo vaak op de
klokfunctietoets KJ tot de symbolen KJ en 3weer verlicht
zijn. Met de draaiknop de tijd wijzigen.
Apparaat reinigen
Maak het apparaat voor het eerste gebruik schoon
1. Toebehoren en verpakkingsresten uit de binnenruimte
verwijderen.
2. Toebehoren en binnenruimte schoonmaken met warm
zeepsop (zie het hoofdstuk: Reiniging en onderhoud).
3. Boven- en onderwarmte %op 240 °C 60 minuten lang
verwarmen.
4. De afgekoelde binnenruimte met warm zeepsop afnemen.
5. Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte,
vochtige doek en zeepsop.
DD
Toebehoren Bestelnr.
Bakplaat, aluminium JZ 1332 X0
Bakplaat, geëmailleerd JZ 1342 X0
Braadslede met inzetrooster JZ 1242 X1
Inzetrooster om te braden en te grillen, voor
gebruik in de braadslede
740766
Bak- en braadrooster JZ 1432 X1
Pizzavorm JZ 1352 X0
Systeem-stoomapparaat JZ 1282 X3
3voudige telescopische uitschuifvoorziening JZ 1742 X2
4voudige volledig uitschuifbare telescopi-
sche voorziening
JZ 1755 X2

7
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk leest u hoe u het apparaat bedient, de
basisinstellingen wijzigt en wanneer uw apparaat automatisch
wordt uitgeschakeld.
Apparaat inschakelen
1. Aan de functiekeuzeknop draaien tot het symbool voor de
gewenste functie verlicht is.
Op het temperatuurdisplay verschijnt een voorgestelde
temperatuur.
2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien om de voorgestelde
temperatuur te veranderen.
Het apparaat begint op te warmen.
Aanwijzingen
■De functies Stoomstand zen Hydro clean® >kunt u alleen
starten wanneer op het temperatuurdisplay geen • of œ
wordt weergegeven.
■Wordt er geen voorgestelde temperatuur weergegeven, dan
is de temperatuur van de gekozen functie een vaste
instelling. U kunt deze temperatuur niet veranderen.
Actuele temperatuur
Druk op de infotoets ±. De actuele temperatuur verschijnt
gedurende 3 seconden.
Aanwijzing: De actuele temperatuur kan alleen worden
weergegeven bij functies met een temperatuurvoorstel.
Verwarmingscontrole
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de
binnenruimte weer.
■Temperatuur bereikt (Afbeelding A)
■Apparaat warmt na (Afbeelding B)
Apparaat uitschakelen.
Draai de functiekeuzeknop naar de stand Ûterug. Het apparaat
is uitgeschakeld.
Het apparaat heeft een koelventilator. Na het uitschakelen kan
de koelventilator nalopen.
Op het temperatuurdisplay ziet u of de restwarmte in de
binnenruimte hoog of laag is.
Basisinstellingen wijzigen
Uw apparaat heeft verschillende standaard basisinstellingen. U
kunt deze basisinstellingen naar wens veranderen.
Het apparaat moet uitgeschakeld en mag niet geblokkeerd zijn.
1. Infotoets ± 3 seconden lang indrukken om in het
menu Basisinstellingen te komen.
Op het temperatuurdisplay verschijnt ™‚‹.
2. Infotoets ± zo vaak kort indrukken tot het instelsymbool van
de actuele basisinstelling van een submenu op het
temperatuurdisplay wordt weergegeven (bijv. ™„ƒ).
3. Met de temperatuurkeuzeknop de gewenste basisinstelling
binnen een submenu instellen (bijv. ™„„).
4. Infotoets ± 3 seconden lang indrukken.
Uw basisinstelling wordt opgeslagen.
U kunt de volgende basisinstellingen wijzigen.
Functie Voorgestelde
temperatuur in
°C
Temperatuur-
bereik in °C
~Hete lucht 160 40 - 200
|Hetelucht eco 160 40 - 200
%Boven- en onderwarmte 170 50 - 275
}Pizzastand 220 50 - 275
{Broodbakstand 200 180 - 220
$Onderwarmte 200 50 - 225
™Rondom-grillen 170 50 - 250
šGrill, groot 220 50 - 275
yGrill, klein 180 50 - 275
zStoomstand Vaste instelling -
>Hydro clean® Vaste instelling -
\Ovenverlichting Vaste instelling -
Temperatuurdis-
play
Betekenis
•Restwarmte hoog (boven de 120 ºC)
œRestwarmte laag (tussen
60 °C en 120 °C)
Menu Basisinstellingen
Submenu Basisinstelling Instel-sym-
bool
Kinderslot Apparaat gedeblokkeerd ™‚‹
Apparaat geblokkeerd ™‚‚
Apparaat permanent
geblokkeerd
™ƒ‚
Geluidssignaal Geluidssignaal uit ™„‹
Geluidssignaal 30 secon-
den.
™„‚
Geluidssignaal 2 minuten ™„ƒ
Geluidssignaal 10 minuten ™„„
$ %

8
Automatische veiligheidsuitschakeling
De automatische veiligheidsuitschakeling wordt geactiveerd
wanneer u langere tijd geen instellingen op uw ingeschakelde
apparaat uitvoert.
De tijdsduur waarna uw apparaat uitgaat, is afhankelijk van uw
instellingen.
Op het temperatuurdisplay knippert ‹‹‹. De werking van het
apparaat wordt onderbroken.
Draai de functiekeuzeknop naar de stand Ûterug om het te
deactiveren.
Elektronische klok
In dit hoofdstuk leest u
■hoe u de kookwekker instelt
■hoe u het apparaat automatisch uitschakelt
■hoe u het apparaat automatisch in- en uitschakelt
(voorkeuze-functie)
■hoe u de tijd instelt
■hoe u de snelvoorverwarming inschakelt
Klokdisplay
Aanwijzingen
■Tussen ƒƒ:‹‹ en †:†Š uur wordt het klokdisplay
verduisterd wanneer u in deze tijd niets instelt of als er geen
klokfunctie geactiveerd is.
■Bij het instellen van een klokfunctie wordt het tijdsinterval
langer wanneer u hogere waarden instelt (bijv. gebruiksduur
tot‚:‹‹œ met een precisie van één minuut, hoger dan
‚:‹‹œ
met een precisie van 5 minuten in te stellen).
■Bij de klokfuncties Kookwekker Q, Gebruiksduur x,
Gebruikseinde yen Voorkeuzefunctie klinkt na afloop van
de instellingen een signaal en het symbool Q resp. y
knippert. Wilt u het geluidssignaal voortijdig beëindigen, druk
dan op de klokfunctietoets KJ.
■Druk steeds maar slechts kort op de klokfunctietoets KJ
om een klokfunctie te kiezen. U heeft dan 3 seconden de tijd
om de geselecteerde klokfunctie in te stellen. Hierna wordt
de instelmodus automatisch verlaten.
Klokdisplay uit- en inschakelen
1. Klokfunctietoets KJ 6 seconden lang indrukken.
Het klokdisplay gaat uit. Is er een klokfunctie actief, dan blijft
het bijbehorende symbool verlicht.
2. Klokfunctietoets KJ kort indrukken.
Het klokdisplay gaat aan.
Kookwekker
1. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en Qverlicht zijn.
2. Met de draaiknop de tijdsduur instellen (bijv. †:‹‹ minuten).
De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt
weer de tijd weergegeven en de kookwekker loopt af.
Gebruiksduur
Automatisch uitschakelen na een ingestelde tijdsduur.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en xverlicht zijn.
3. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. ‚:„‹ uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt
weer de tijd weergegeven en de ingestelde gebruiksduur
loopt af.
.ORNIXQFWLHWRHWV 'UDDLNQRS
Klokfunctie Gebruik
QKookwekker U kunt de wekker gebruiken als een kook- of eierwekker. Het apparaat gaat niet automa-
tisch aan of uit.
xGebruiksduur Het apparaat gaat na een ingestelde gebruiksduur (bijv. ‚:„‹ uur) automatisch uit
yGebruikseinde Het apparaat gaat op een ingesteld tijdstip (bijv. ‚ƒ:„‹ uur) automatisch uit
Voorkeuzefunctie Het apparaat wordt automatisch in- en uitgeschakeld. Gebruiksduur en gebruikseinde
worden gecombineerd
3Tijd Tijd instellen
fSnel voorverwarmen Opwarmtijd verkorten

9
Na afloop van de gebruiksduur schakelt het apparaat
automatisch uit.
1. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û
draaien.
2. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te
beëindigen.
Gebruikseinde
Automatisch uitschakelen op een ingesteld tijdstip.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en yverlicht zijn.
3. Met de draaiknop het gebruikseinde instellen
(bijv. ‚ƒ:„‹ uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt
weer de tijd weergegeven.
Op het tijdstip van het ingestelde gebruikseinde schakelt het
apparaat automatisch uit.
1. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û
draaien.
2. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te
beëindigen.
Voorkeuzefunctie
Het apparaat schakelt automatisch in en op het tijdstip van het
gekozen gebruikseinde uit. Combineer hiervoor de klokfuncties
Gebruiksduur en Gebruikseinde.
Let erop dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in
de binnenruimte mogen staan.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en xverlicht zijn.
3. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. ‚:„‹ uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen.
4. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en yverlicht zijn.
5. Met de draaiknop het gebruikseinde instellen
(bijv. ‚ƒ:„‹ uur).
Het apparaat schakelt uit en wacht op het juiste tijdstip om in
te schakelen (in het voorbeeld om ‚‚:‹‹ uur). Op het
ingestelde gebruikseinde schakelt het apparaat automatisch
uit (‚ƒ:„‹ uur).
6. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û
draaien.
7. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te
beëindigen.
Tijd instellen
U kunt de tijd alleen wijzigen wanneer er geen andere
klokfunctie actief is.
1. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ
en 3verlicht zijn.
2. Met de draaiknop de tijd instellen.
De instelling wordt automatisch overgenomen.
Snelvoorverwarming
Bij de functies Hete lucht ~en Broodbakstand {kunt u de
opwarmtijd verkorten wanneer de ingestelde temperatuur hoger
is dan 100 °C.
Aanwijzing: Plaats tijdens het snel voorverwarmen geen
producten in de binnenruimte zolang het symbool fverlicht is.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. De klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en fverlicht zijn en Œin het klokdisplay
verschijnt.
3. De draaiknop naar rechts draaien.
Op het klokdisplay wordt Žweergegeven en het symbool f
is verlicht. De functie Snelvoorverwarming wordt
ingeschakeld.
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur schakelt de
functie Snel voorverwarmen uit. Het symbool fverdwijnt.

10
Instellingen controleren, corrigeren of wissen
1. Om uw instellingen te controleren drukt u zo vaak op de
klokfunctietoets KJ tot het betreffende symbool verlicht is.
2. Zo nodig kunt u de instelling met de draaiknop corrigeren.
3. Wanneer u de instelling wilt wissen, draait u de draaiknop
naar links terug op de oorspronkelijke waarde.
Kinderslot
In dit hoofdstuk leest u
■hoe u het apparaat blokkeert
■hoe u het apparaat permanent blokkeert
Aanwijzing: Een event. aangesloten kookplaat wordt niet
beïnvloed door het kinderslot op de oven.
Blokkering
Het vergrendelde apparaat kan niet per ongelijk of door
onbevoegden (bijv. spelende kinderen) worden ingeschakeld.
Om het apparaat weer in te schakelen moet u het deblokkeren.
Na gebruik wordt het apparaat niet automatisch geblokkeerd.
Blokkeer het eventueel opnieuw of activeer de permanente
blokkering.
Apparaat blokkeren
1. Apparaat uitschakelen.
2. Infotoets ±ingedrukt houden tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™‚‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
4. Infotoets ±ingedrukt houden tot het symbool ‚op het
temperatuurdisplay verschijnt.
Aanwijzing: Wordt geprobeerd het geblokkeerde apparaat in
te schakelen, dan verschijnt -†- op het temperatuurdisplay.
Apparaat deblokkeren
1. Infotoets ±ingedrukt houden tot ™‚‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
2. Aan de temperatuurknop draaien tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Infotoets ±ingedrukt houden tot het symbool ‚verdwijnt.
Permanente blokkering
Het permanent geblokkeerde apparaat kan niet per ongeluk of
door onbevoegden (bijv. spelende kinderen) worden
ingeschakeld.
Om het apparaat in te schakelen moet u de permanente
blokkering tijdelijk onderbreken. Nadat u het apparaat
uitgeschakeld heeft, wordt het weer automatisch geblokkeerd.
Apparaat permanent blokkeren
1. Apparaat uitschakelen.
2. Infotoets ±ingedrukt houden tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
4. Infotoets ± 3 seconden indrukken.
Uw apparaat wordt na 30 seconden geblokkeerd. Op het
temperatuurdisplay verschijnt het symbool ‚.
Aanwijzing: Wordt geprobeerd het geblokkeerde apparaat in
te schakelen, dan verschijnt -†˜ op het temperatuurdisplay.
Permanente blokkering onderbreken .
1. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™ƒ‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Infotoets ±ingedrukt houden tot het symbool ‚verdwijnt.
De permanente blokkering is onderbroken.
4. Apparaat binnen 30 seconden inschakelen.
Na het uitschakelen wordt de permanente blokkering na
30 seconden weer geactiveerd.
Apparaat permanent deblokkeren .
1. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™ƒ‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Infotoets ± ingedrukt houden tot het symbool ‚verdwijnt.
4. Binnen 30 seconden de infotoets opnieuw 3 seconden lang
indrukken.
5. Aan de temperatuurknop draaien tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
6. Infotoets ± 3 seconden indrukken.
Het apparaat is permanent gedeblokkeerd.

11
Bakken
Bij het bakken met hete lucht ~inschuifhoogte 2 niet
gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als
gevolg een slechter bak- en braadresultaat.
Toebehoren voor het bakken
Bakvormen
Gebruik donkere bakvormen van metaal. Blikken en glazen
vormen verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig. Wilt u met blikken vormen en boven- en
onderwarmte %bakken, gebruik dan inschuifhoogte 1.
Plaats een rechthoekige vorm altijd diagonaal en een ronde
bakvorm altijd in het midden van het rooster.
Bakplaten
Wij raden u aan uitsluitend de originele bakplaten te gebruiken,
omdat deze optimaal op de binnenruimte en de functies zijn
afgestemd.
Schuif de bakplaten altijd voorzichtig in tot de aanslag. Let erop
dat de schuine kant van de bakplaat altijd naar de
apparaatdeur wijst.
Aanwijzing: Levensmiddelen niet direct op de aluminium
bakplaat leggen. De aluminium bakplaat bedekken met
bakpapier.
Bakken op twee niveaus
Gebruik bij het bakken op twee niveaus bij voorkeur bakplaten
en schuif deze tegelijkertijd in.
Houd er rekening mee dat uw gebak op de verschillende
niveaus niet even snel bruin wordt. Het gebak op het onderste
niveau wordt het snelst bruin en kan vroeger uit de oven
worden genomen.
Baktabel voor basisdeeg
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor
bakplaten van aluminium en donkere bakvormen. De waarden
kunnen variëren, afhankelijk van de soort en hoeveelheid deeg
en de bakvorm.
Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de
opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de
laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op.
Wanneer u gerechten bakt volgens eigen recept, houd dan de
waarden van gelijksoortig gebak in de tabel aan.
Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in de tabel in
acht.
Hete lucht ~Boven- en
onderwarmte %
Basisdeeg Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Tijdsduur in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Roerdeeg
Plaatgebak met bedekking 1 160 - 170 30 - 40 1 180 - 190
1 + 3 160 - 170 45 - 60 - -
Spring/rechthoekige vorm 1 150 - 160 60 - 80 2 160 - 170
Zandtaartdeeg
Plaatgebak met droge bedekking, bijv. strooisel 1 170 - 180 40 - 55 1 190 - 200
1 + 3 160 - 170 55 - 65 - -
Plaatgebak met vochtige bedekking, bijv. roomglazuur 1 170 - 180 60 - 90 1 180 - 190
Springvorm, bijv. kwarktaart 1 150 - 160 50 - 90 2 160 - 180
Vorm vruchtentaartbodem 1 150 - 160* 20 - 35 2 170 - 180*
Biscuitbeslag
Biscuitrol 1 180 - 190* 10 - 15 1 200 - 210*
Biscuit (6 eieren) 1 150 - 160 30 - 45 1 160 - 170
Biscuit (3 eieren) 1 160 - 170* 30 - 40 1 160 - 170*
Gistdeeg
Plaatgebak met droge bedekking, bijv. strooisel 1 160 - 180 40 - 55 1 180 - 200
1 + 3 160 - 170 45 - 65 - -
Gistkrans/-vlecht (500 g) 1 160 - 170 35 - 45 1 180 - 190
Springvorm 1 160 - 170 30 - 40 2 160 - 170
Tulbandvorm 1 160 - 170 35 - 45 2 170 - 180
* Oven voorverwarmen

12
Broodbakstand
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden. Ze kunnen al
naargelang het soort en de hoeveelheid deeg variëren.
De waarden voor brooddeeg gelden zowel voor deeg op de
bakplaat als voor deeg in een rechthoekige vorm.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in de tabel in
acht.
Baktabel voor gerechten en diepvries kant-
en-klaar producten.
De pizzastand }is bijzonder geschikt voor vers bereide
gerechten, die veel warmte van de onderkant nodig hebben, en
voor diepgevroren kant-en-klaar producten.
Let op de volgende punten:
■Bedekt de bakplaat met bakpapier
■Leg de frites niet over elkaar
■Keer diepgevroren aardappelproducten na de helft van de
baktijd
■Diepgevroren aardappelproducten pas na het bakken
kruiden
■Laat bij het opbakken van broodjes wat ruimte tussen de
afzonderlijke broodjes. Leg er niet te veel op een bakplaat
■Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor
geëmailleerde bakplaten. De waarden kunnen variëren,
afhankelijk van de soort en hoeveelheid deeg en de bakvorm.
Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de
opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de
lagere temperatuur een gelijkmatigere bruining op.
De opgaven in de tabel gelden voor het plaatsen in een koude
oven.
Met de pizzastand }kunt u niet op twee niveaus bakken.
Hete lucht ~Boven- en
onderwarmte %
Klein gebak Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Tijdsduur in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Gistdeeg 1 160 - 170 15 - 25 2 180 - 190
1 + 3 160 - 170 20 - 30 - -
Baisermassa 1 80 160 - 180 2 80
1 + 3 80 180 - 200 - -
Bladerdeeg/Branddeeg 1 190 - 200* 30 - 40 1 200 - 220*
1 + 3 190 - 200* 35 - 45 - -
Roerdeeg, bijv. muffins 1 150 - 160* 25 - 35 1 170 - 180*
1 + 3 150 - 160* 25 - 35 - -
Zandtaartdeeg, bijv. boterkoekjes 1 140 - 150* 15 - 20 2 150 - 160*
1 + 3 140 - 150* 20 - 30 - -
* Oven voorverwarmen
Broodbakstand {Boven- en
onderwarmte %
Brood/Broodjes Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Tijdsduur in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Broodjes 1 200* 15 - 25 1 240*
Plat rond brood 1 220* 15 - 25 1 240*
Brooddeeg 750 1000 g
Afbakken 1 220* 35 - 40 2 220*
Brooddeeg 1000 1250 g
Voorbakken 1 220* 10 - 15 2 240*
Afbakken 1 180 40 - 45 2 200
Brooddeeg 1250 1500 g
Voorbakken 1 220* 10 - 15 2 240*
Afbakken 1 180 40 - 50 2 200
* Oven voorverwarmen
Broodbakstand {Pizzastand }
Gerechten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Tijdsduur in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Pizza, vers 1 180 - 190* 25 - 35 1 170 - 180*
1 + 3 180 - 190 35 - 45 - -
* Oven voorverwarmen

13
Tips en trucs
Flammkuchen 1 210 - 230* 15 - 20 1 200 - 220*
Quiche 1 180 - 200 50 - 60 1 170 - 190
Taart 1 190 - 210* 35 - 45 1 190 - 210*
Zwitserse vruchtentaart 1 190 - 210 45 - 55 1 180 - 200
Gegratineerde aardappels van ongekookte aardappels 1 180 - 200 50 - 60 1 170 - 190
Strudel, diepvries 1 200 - 220 35 - 45 1 180 - 200
Pizza, diepvries 1 180 - 200 15 - 25 1 200 - 220
1 + 3 180 - 190 25 - 35 - -
Aardappelproducten, diepvries
Frites 1 200 - 220 20 - 30 1 210 - 230
1 + 3 180 - 200 30 - 40 - -
Kroketten/Rösti 1 180 - 200 20 - 30 1 200 - 220
Brood en banket
Broodjes, diepvries 1 180 - 200 10 - 20 1 180 - 200
Voorgebakken broodjes, diepvries 1 180 - 190 5 - 15 1 180 - 200
Voorgebakken broodjes 1 180 - 200 5 - 15 1 200 - 220
Het gebak is te licht Inschuifhoogte en aanbevolen bakgerei controleren. De bakvorm op het rooster en niet
op de bakplaat plaatsen. Langere baktijd of hogere temperatuur aanhouden.
Het gebak is te donker Inschuifhoogte controleren. Een kortere baktijd of lagere temperatuur aanhouden.
Het gebak in de bakvorm is ongelijkma-
tig bruin geworden
Inschuifhoogte en temperatuur controleren. Bakvorm niet direct voor de luchtuitlaat van
de achterwand van de binnenruimte plaatsen. Controleer of de bakvorm goed op het
rooster staat.
Het gebak op de bakplaat is ongelijkma-
tig bruin geworden
Inschuifhoogte en temperatuur controleren. Bij het bakken van klein gebak gelijke groot-
tes en diktes aanhouden.
Het gebak is te droog. Een kortere baktijd en een wat hogere temperatuur aanhouden.
Het gebak is van binnen te vochtig Temperatuur verlagen Let op: baktijden kunnen door hogere temperaturen niet korter
worden (van buiten gaar, van binnen niet). Baktijd verlengen en het deeg langer laten rij-
zen. Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen.
Het gebak zakt in nadat u het uit de
oven heeft genomen.
Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen. Baktijd verlengen of de temperatuur
verlagen.
De opgegeven baktijd is niet juist Controleer bij klein gebak de hoeveelheid op de bakplaat. Klein gebak mag elkaar niet
raken.
Diepvriesproduct is na het bakken niet
overal gelijkmatig bruin geworden
Wanneer diepvriesproducten na het voorbakken in ongelijke mate bruin zijn geworden
blijft dit zo na het bakken.
Diepvriesproduct is niet bruin, niet knap-
perig of de opgegeven tijd is niet juist
Verwijder voor het bakken het ijs van het diepvriesproduct. Gebruik geen sterk met ijs
bedekte diepvriesproducten.
Broodbakstand {Pizzastand }
Gerechten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Tijdsduur in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
* Oven voorverwarmen

14
Braden
: Kans op letsel door gebruik van niet hittebestendige
schalen!
Gebruik alleen braadvormen die speciaal voor de oven
bestemd zijn.
Bij het braden met hete lucht ~inschuifhoogte 2 niet
gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als
gevolg een slechter braadresultaat.
Open braden
Voor het open braden wordt een vorm zonder deksel gebruikt.
Giet zo nodig wat vloeistof in de braadvorm. Tijdens het braden
verdampt de vloeistof. Voeg zo nodig voorzichtig hete vloeistof
toe.
Keer het vlees bij het braden met boven- en onderwarmte %
om nadat ca. de helft of twee derde van de braadtijd verstreken
is.
Bakken in de braadslede
Tijdens het braden in de braadslede ontstaat braadsap. Dit
braadsap kunt u als basis voor een smakelijke saus gebruiken.
Bij het braden in de braadslede kunt u ook bijgerechten (bijv.
groenten) mee laten garen.
Bij kleinere stukken vlees kunt u in plaats van de braadslede
een kleinere braadvorm gebruiken. Plaats deze direct op het
rooster.
Gesloten braden
Voor het gesloten braden wordt een braadvorm met deksel
gebruikt. Gesloten braden is zeer geschikt voor stoofgerechten.
Braadtabel
De braadtijd en temperatuur zijn afhankelijk van de grootte, de
hoogte, de kwaliteit en het soort vlees.
In het algemeen geldt: Hoe groter het braadstuk, des te lager
de temperatuur en des te langer de braadduur.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor het
braden zonder deksel. De waarden kunnen variëren, afhankelijk
van het soort en de hoeveelheid vlees en de braadvorm.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat het vlees na afloop van de braadtijd nog ca. 10 minuten
rusten in de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte. Bij de
opgegeven braadtijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven in de tabel gelden voor het inschuiven in de
onverwarmde oven en voor vlees dat direct uit de koelkast
komt.
Hete lucht ~Boven- en
onderwarmte %
Vlees Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Braadtijd
in minuten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in°C
Gehakt (van 500 g vlees) 1 170 - 180 60 70 2 200 - 210
Vis, heel (300 g) 1 160 - 170 30 - 40 3 180 - 200
Vis, heel (700 g) 1 160 - 170 40 - 50 2 180 - 200
Varkensvlees
Filet, medium (400 g) 1 170 - 180 30 - 45 3 200 - 220
Braadstuk met zwoerd (1,5 kg) 1 160 - 170 120 - 150 2 190 - 210
Braadstuk, doorregen, zonder zwoerd, bijv. nek (1,5 kg) 1 160 - 170 100 - 130 2 190 - 210
Braadstuk mager (1 kg) 1 170 - 180 80 - 100 2 200 - 220
Casselerrib 1 160 - 180 60 - 80 2 190 - 210
Rundvlees
Filet, medium (1 kg) 1 180 190 40 - 60 2 200 - 220
Rosbief, medium (1,5 kg) 1 180 190 30 - 45 2 200 - 220
Stoofvlees (1,5 kg)* 1 170 - 180 120 - 150 2 200 - 220
Kalfsvlees
Kalfsvlees/borst (1,5 kg) 1 160 - 170 90 - 120 2 180 - 200
Schenkel 1 160 - 170 100 - 130 2 190 - 210
Gevogelte (niet gevuld)
Kip, heel (1 kg) 1 170 - 180 60 70 2 200 - 220
Eend, heel (2 3 kg) 1 160 - 170 90 - 120 2 190 - 210
Gans, heel (3 4 kg) 1 150 - 160 130 - 180 2** 180 - 200
* Stoofvlees gesloten braden
** bij een hoog gerecht inschuifhoogte 1 gebruiken

15
Tips en trucs
Grillen
Attentie!
Schade door hoge temperaturen: In de binnenruimte ontstaat
een zeer hoge temperatuur. Laat de deur van het apparaat
tijdens het grillen gesloten. Nooit met een geopende
apparaatdeur grillen.
Gebruik om te grillen altijd het rooster en de braadslede. Plaats
het rooster op de inschuifhoogte die in de grilltabel wordt
aangegeven. Om verontreiniging te voorkomen plaatst u de
braadslede een niveau lager. Leg de te grillen producten altijd
in het midden van het rooster.
Aanwijzing: De braadslede altijd in de normale toestand (niet
omgekeerd) gebruiken.
Let erop dat bij het grillen van meerdere stukken vlees gelijke
vleessoorten met gelijke dikte en gewicht wordt gebruikt.
Rondom-grillen
Rondom grillen ™is bijzonder geschikt voor gevogelte of vlees
(bijv. varkensvlees met zwoerd), dat rondom knapperig gegrild
moet worden.
Keer de gerechten van de grill na ca. de helft tot twee derde
van de grilltijd om.
Steek bij eend en gans het vel onder de vleugels en bouten
vast, zodat het vet er goed uit kan braden.
Bij het rondom-grillen op het rooster kan al naargelang het te
grillen gerecht de binnenruimte sterker vervuild raken. Maak de
binnenruimte na gebruik daarom altijd schoon, zodat het vuil
niet inbrandt.
De gegevens in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor de
geëmailleerde braadslede met rooster. De waarden kunnen al
naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten variëren.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat de gerechten van de grill aan het einde nog ca.
10 minuten rusten in de uitgeschakelde, gesloten oven. Bij de
opgegeven grilltijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven gelden voor het inschuiven in de onverwarmde
oven en voor vlees dat direct uit de koelkast komt.
Vlakgrillen
Gebruik voor grote hoeveelheden platte grillproducten het grote
grilloppervlak š.
Gebruik voor kleine hoeveelheden platte grillproducten het
kleine grilloppervlak y. Leg de te grillen producten op het
midden van het rooster. Door het gebruik van de kleine vlakgrill
spaart u energie.
Bestrijk het te grillen product indien gewenst licht met olie.
Keer de gerechten van de grill na ca. de helft tot twee derde
van de grilltijd om.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden. De waarden kunnen
al naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten variëren.
Deze gelden uitsluitend voor het plaatsen in een onverwarmde
oven en voor vlees direct uit de koelkast.
Korst te dik en/of vlees te droog Inschuifhoogte controleren. Lagere temperatuur of kortere braadtijd aanhouden.
Korst te dun Temperatuur verhogen of na afloop van de braadtijd de grill even inschakelen.
Het vlees is van binnen niet gaar Neem de toebehoren die niet nodig zijn uit de binnenruimte. Braadtijd verlengen. Contro-
leer met behulp van een vleesthermometer de kerntemperatuur van het vlees.
Waterdamp in de binnenruimte slaat
neer op de apparaatdeur
Wanneer het apparaat aan is, verdwijnt de waterdamp geleidelijk. Bij zeer veel water-
damp kunt u kort en voorzichtig de apparaatdeur openen, zodat hij sneller verdwijnt.
Gerechten van de grill Inschuifhoogte Temperatuur in °C Grilltijd in minuten
Rosbief, medium 2 220 - 240 40 - 50
Lamsbout zonder been, medium 2 170 - 190 120 - 150
Varkensvlees
Gebraden varkensvlees met zwoerd 2 170 - 190 140 - 160
Varkensschenkel 2 180 - 200 120 - 150
Gevogelte (niet gevuld)
Halve kippen, 1 - 2 stuks 2 210 - 230 40 - 50
Kip, heel (1 - 2 stuks) 2 200 - 220 60 - 80
Eend, heel (2 3 kg) 2 180 - 200 90 - 120
Gans, heel (3 4 kg) 2 150 - 170 130 - 160
Gerechten van de grill Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Grilltijd in
minuten
Aanwijzingen
Worsten 4 250 10 - 14 Licht insnijden
Groente 4 270 15 - 20
Toast met bedekking 3 220 10 - 15 De inschuifhoogte wordt bepaald door de hoogte van
het product

16
Hetelucht eco
Met de functie Hetelucht Eco |kunt u gerechten
energiegeoptimaliseerd klaarmaken op één niveau.
Aanwijzingen
■Plaats de gerechten in de onverwarmde, lege binnenruimte
■Open de apparaatdeur tijdens de bereiding alleen wanneer
dit beslist noodzakelijk is
In de tabel vindt u een keur aan gerechten die het meest
geschikt zijn voor Hetelucht eco |.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor
geëmailleerde bakplaten, braadsledes en donkere bakvormen.
De waarden kunnen variëren, afhankelijk van het soort en de
hoeveelheid gerechten en de bakvorm.
Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de
opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de
laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op.
Varkensvlees
Filetsteaks, medium (3 cm dik) 4 270 12 - 15
Steak, doorbakken (2 cm dik) 4 270 15 - 20
Rundvlees
Filetsteaks (3 - 4 cm dik) 4 270 15 - 20 Afhankelijk van de gewenste garing kunnen grilltijden
worden verkort of verlengd
Tournedos 4 270 12 - 15
Lamsvlees
Filets 4 270 8 - 12 Afhankelijk van de gewenste garing kunnen grilltijden
worden verkort of verlengd
Koteletten 4 270 10 - 15
Gevogelte
Kippenbouten 3 250 25 - 30 Door de huid in te steken kan blaasvorming bij het
grillen worden voorkomen
Kleine kipdelen 3 250 25 - 30
Vis
Steaks 4 220 15 - 20 Delen moeten even dik zijn
Koteletten 4 220 15 - 20
Hele vis 3 220 20 - 25
Gerechten van de grill Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Grilltijd in
minuten
Aanwijzingen
Gerechten met hetelucht eco |Toebehoren Inschuifhoogte Tempera-
tuur in°C
Tijdsduur
in minuten
Taart, cake en gebak
Roerdeeg met droge bedekking Bakplaat 1 170 - 190 25 - 30
in vormen Spring/rechthoekige
vorm
1 160 - 170 60 - 80
in vormen Vorm vruchtentaartbo-
dem
1 160 - 170 20 - 30
Klein gebak, bijv. muffins Muffinplaat 1 170 - 180 20 - 30
Zandtaartdeeg met droge bedekking, bijv. notenpunten Bakplaat 1 180 - 200 25 - 30
Klein gebak, bijv. boterkoekjes Bakplaat 1 140 - 150 20 25
Biscuitbeslag Biscuitrol Bakplaat 1 180 190 15 - 20
in vormen (6 eieren) Springvorm 1 160 - 170 40 - 50
in vormen Vorm vruchtentaartbo-
dem
1 160 - 170 20 - 30
Gistdeeg met droge bedekking Bakplaat 1 170 - 190 30 - 45
in vormen Tulbandvorm 1 170 - 180 40 - 50
Klein gebak Bakplaat 1 180 190 20 - 30
Bladerdeeg Klein gebak Bakplaat 1 190 - 200 30 - 35
Branddeeg Klein gebak Bakplaat 1 190 - 200 35 - 45

17
Bereiden met stoom
De stoomstand zkan alleen samen met het
systeemstoomapparaat (als extra accessoire in de vakhandel
verkrijgbaar) worden gebruikt.
Schakel de stoomstand alleen in wanneer de binnenruimte
volledig is afgekoeld (kamertemperatuur). Wanneer op het
temperatuurdisplay afwisselend • en ¨©¨verschijnt, is de
binnenruimte niet volledig afgekoeld. Wacht tot de binnenruimte
afgekoeld is en schakel de stoomstand opnieuw in. Het
stoomproces wordt automatisch geregeld.
Aanwijzingen
■Gebruik voor de bereiding met stoom alleen de stoomstand
samen met het systeemstoomapparaat.
■Gebruik de stoomstand niet samen met de klokvoorkeuze-
functie
■Verdere nuttige aanwijzingen vindt u in de gebruiksaanwijzing
bij het systeemstoomapparaat
Ontdooien
Gebruik voor het ontdooien en garen van diepvriesproducten
Hetelucht ~.
Aanwijzingen
■Ontdooide diepvriesproducten (vooral vlees) hebben kortere
bereidingstijden nodig dan verse producten
■De bereidingstijd van diepvriesvlees wordt verlengd met de
tijd die nodig is voor het ontdooien
■Diepvriesgevogelte dient u voor de bereiding altijd te
ontdooien om de ingewanden te kunnen verwijderen
■Maak diepvriesvis op dezelfde temperatuur klaar als verse vis
■U kunt kant-en-klare diepvriesgroente in aluminiumschalen in
grotere hoeveelheden gelijktijdig in de binnenruimte plaatsen
■Gebruik bij het ontdooien op één niveau inschuifhoogte 1 en
op twee niveaus inschuifhoogte 1 + 3
■Houd u bij diepvrieslevensmiddelen aan de aanwijzingen van
de fabrikant
Kantenklare diepvriesproducten
Pizza, diepvries met dunne bodem Braadslede 1 180 - 200 15 - 25
met dikke bodem Braadslede 1 180 - 200 20 - 30
Frites Braadslede 1 190 - 200 20 - 30
Broodjes/Baguette voorgebakken Braadslede 1 180 - 200 10 - 20
Ovenschotels
Gegratineerde aard-
appels
van ongekookte aardappels Ovenschaal op het
rooster
1 180 - 200 60 - 80
Lasagne Ovenschaal op het
rooster
1 180 190 50 - 60
Zoete ovenschotels Ovenschaal op het
rooster
1 170 - 180 50 - 60
Vlees
Gestoofd rundvlees 1 kg Vorm gesloten op het
rooster
1 190 - 200 120 - 150
Varkensnek 1 kg Braadslede 1 180 190 110 - 130
Gebraden kalfsvlees 1 kg Braadslede 1 180 190 100 120
Vis
Forel ca. 400 g Braadslede 1 160 -170 25 - 30
Gerechten met hetelucht eco |Toebehoren Inschuifhoogte Tempera-
tuur in°C
Tijdsduur
in minuten
Diepvriesgerecht Tempera-
tuur in °C
Ontdooitijd
in minuten
Rauwe diepvriesproducten/ diep-
vrieslevensmiddelen
50 30 - 90
Brood/broodjes (750 - 1500 g) 50 30 - 60
Droog diepvriesplaatgebak 60 45 - 60
Vochtig diepvriesplaatgebak 50 50 - 70

18
Yoghurt
Met uw apparaat kunt u de yoghurt ook zelf maken. Hiervoor
wordt de warmte van de ovenverlichting \gebruikt.
1. Toebehoren en inhangroosters, telescooprails of
afzonderlijke insteeksystemen verwijderen.
2. 1 liter gesteriliseerde melk (3,5 % vet) of gepasteuriseerde
melk tot 40 °C opwarmen
of
1 liter gepasteuriseerde melk één keer opkoken en tot 40 °C
laten afkoelen.
3. 150 g yoghurt bij de warme melk doen, er doorheen roeren
en hier gelijkmatig potjes of kommen mee vullen. Niet meer
dan 200 ml per potje/kom.
4. De potjes of kommen met een passend deksel of plasticfolie
afdekken.
5. Oven met het grote grilloppervlak š15 minuten bij 100 °C
voorverwarmen.
6. Vervolgens de functiekeuzeknop op Ovenverlichting \
zetten.
7. Vormen op gelijke afstand van elkaar verdelen over de hele
bodem van de binnenruimte en de apparaatdeur sluiten.
8. Na 8 uur de ovenverlichting uitschakelen en de vormen
minimaal 12 uur in de koelkast laten staan.
Reiniging en onderhoud
: Risico van kortsluiting!
Gebruik geen hogedrukreiniger of stoomstraalapparaat om uw
apparaat schoon te maken.
Attentie!
Schade aan het oppervlak door verkeerde reiniging: Gebruik
geen
■scherpe of schurende schoonmaakmiddelen
■alcoholhoudende schoonmaakmiddelen
■schurende reinigingshulpen zoals staalwol of schuursponzen.
Houd u aan de opgaven in de tabellen.
Aanwijzing: Via de klantenservice kunt u bijzonder
aanbevelenswaardige schoonmaak- en onderhoudsmiddelen
betrekken. Neem de betreffende aanwijzingen van de fabrikant
in acht.
Het apparaat van buiten reinigen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd raken, dient u
zich te houden aan de opgaven in de tabel.
Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit.
Binnenruimte reinigen
Attentie!
Schade aan het oppervlak! Maak geen gebruik van speciaal
voor ovens bestemde schoonmaakmiddelen.
Aanwijzingen
■Op het email kunnen om technische redenen kleurverschillen
te zien zijn. Dit heeft geen invloed op de werking.
■De randen van dunne platen kunnen ruw zijn. De
bescherming tegen corrosie is echter gegarandeerd.
Verontreiniging vermijden
Maak de binnenruimte na gebruik altijd schoon, omdat het vuil
bij later gebruik inbrandt en moeilijk kan worden verwijderd.
Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd onmiddellijk.
Gebruik zo mogelijk de functie Hete lucht ~. Bij deze functie
treedt minder vervuiling op.
Apparaatonderdeel/
Oppervlak
Reinigingsmiddel/-hulp
Roestvrijstalen
oppervlakken
Schoonmaakmiddelen met een zachte,
vochtige doek of zeem opbrengen; met
een zachte doek nadrogen. Gebruik bij
sterke vervuiling een reinigingsmiddel
voor gematteerd roestvrij staal.
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Ruiten van de deur Glasreinigings- of schoonmaakmiddelen
met een zachte, vochtige doek of zeem
opbrengen; met een zachte doek nadro-
gen.
De binnenste deurruit van de apparaat-
deur heeft een coating die een lichte uit-
straling kan hebben.
Apparaatonder-
deel
Reinigingsmiddel/-hulp
Emaillen vlakken
(glad oppervlak)
Schoonmaakmiddelen of azijnwater met
een zachte, vochtige doek of zeem
opbrengen; met een zachte doek nadro-
gen. Ingebrande voedselresten met een
vochtige doek en schoonmaakmiddel los-
weken. De binnenruimte na het schoon-
maken open laten om te drogen.
Bij sterke verontreiniging adviseren wij
het gebruik van een ovenreiniger. Bij het
schoonmaken met ovenreiniger dient u
zich te houden aan de opgaven van de
fabrikant.
Zelfreinigende
oppervlakken
(ruw oppervlak)
Houd u aan de aanwijzingen in het hoofd-
stuk: Zelfreinigende oppervlakken
Deurdichting Warm zeepsop
Inhangroosters Warm zeepsop:
laten weken en reinigen met een schoon-
maakdoekje of borstel.
Toebehoren Weken in warm zeepsop. Met borstel en
spons schoonmaken of in de vaatwasma-
chine reinigen.

19
Zelfreinigende oppervlakken
De achterwand in de binnenruimte is voorzien van een laagje
zelfreinigend email. Spetters die ontstaan bij het bakken en
braden worden hiervan tijdens het gebruik van de oven
opgezogen en afgebroken.
Grotere spetters verdwijnen pas nadat de oven meerdere keren
gebruikt is.
Verkleuringen op de achterwand hebben geen invloed op de
zelfreinigende functie.
Attentie!
Oppervlakteschade op de zelfreinigende oppervlakken door
het opbrengen van een ovenreiniger. Behandel de
zelfreinigende oppervlakken nooit met ovenreiniger.
Komt er per ongeluk ovenreiniger op de zelfreinigende
oppervlakken, verwijder deze dan direct met een spons en
voldoende water.
Attentie!
Oppervlakteschade op de zelfreinigende oppervlakken door
het gebruik van schurende en zuurhoudende
reinigingsmiddelen en -hulpen!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die schurende stoffen of
zuren bevatten.
Gebruik geen schurende reinigingshulpen zoals bijv. staalwol of
schuursponsjes.
Hydro clean®
Om de binnenruimte gemakkelijker schoon te kunnen maken,
is uw apparaat voorzien van de reinigingshulp hydro clean®
>. Door een automatisch gestuurde verdamping van zeepsop
lossen de vuilresten, zodat ze vervolgens gemakkelijker kunnen
worden verwijderd.
Bij sterkere verontreiniging kunt u
■het zeepsop enige tijd voor het inschakelen van de
reinigingshulp laten inwerken
■de vervuilde plaatsen voor het inschakelen van de
reinigingshulp met een schoonmaakmiddel inwrijven
■de reinigingshulp na het afkoelen van de binnenruimte
herhalen
Voorbereiden en inschakelen
Hydro clean® start alleen wanneer de binnenruimte is
afgekoeld.
Wanneer na het inschakelen van hydro clean® op het
temperatuurdisplay afwisselend •of œ en ’–verschijnen, is de
binnenruimte niet volledig afgekoeld. Wacht tot de binnenruimte
afgekoeld is en schakel hydro clean® opnieuw in.
: Risico van brand en beschadiging van oppervlakken!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat
waterdamp en als gevolg van de plotselinge
temperatuursverandering kan het email beschadigd raken.
1. Toebehoren uit de binnenruimte nemen.
2. 0,4 liter water (niet gedistilleerd) met wat schoonmaakmiddel
voorzichtig in de bodembak van de binnenruimte gieten
(Afbeelding A).
3. Apparaatdeur sluiten.
4. Hydro clean® >
Op het temperatuurdisplay verschijnt ’–. Na afloop van de
reinigingshulp wordt de ovenverlichting ingeschakeld. Er
klinkt een signaal.
5. Klokfunctietoets indrukken om de klokfunctie te beëindigen.
Uitschakelen en nareinigen
Laat het restwater niet lange tijd in de binnenruimte staan (bijv.
's nachts).
1. Deur van het apparaat openen en het restwater met een
goed opnemende sponsdoek opnemen (figuur B).
2. Binnenruimte met een sponsdoek, zachte borstel of een
kunststof schuursponsje reinigen. Nog aanwezige,
hardnekkige resten verwijderen met een schraper voor
glaskeramiek.
3. Kalkranden met een in azijn gedrenkte doek verwijderen,
daarna met schoon water afnemen en met een zachte doek
droogwrijven, ook onder de deurafdichting.
4. Functiekeuzeknop in de stand Ûterugdraaien.
5. De deur van het apparaat na de reiniging nog ca. 1 uur op
een kier laten staan (ca. 30°), zodat de emaillen
oppervlakken in de binnenruimte goed kunnen drogen.
Sneldrogen
1. De deur van het apparaat na de reiniging op een kier (ca.
30°) geopend laten.
2. Hete lucht ~met 50 °C instellen.
3. Na 5 minuten het apparaat uitschakelen en de apparaatdeur
sluiten.
Apparaatdeur verwijderen en inbrengen
Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de apparaatdeur
verwijderen.
: Risico van letsel!
De scharnieren van de apparaatdeur kunnen met grote kracht
terugklappen. Klap de blokkeerhendels van de scharnieren om
de deur te kunnen verwijderen altijd helemaal open en na het
inbrengen weer helemaal dicht. Kom niet met uw handen aan
het scharnier.
: Risico van letsel!
Hangt de apparaatdeur er aan één kant uit, kom dan niet met
uw handen aan het scharnier. Het scharnier kan met grote
kracht terugklappen. Neem contact op met de klantenservice.
Apparaatdeur verwijderen
1. Apparaatdeur helemaal openen.
2. Blokkeerhendels links en rechts helemaal openklappen.
De scharnieren zijn beveiligd en kunnen niet dichtklappen.
3. De apparaatdeur zó ver sluiten tot u merkt dat er een
weerstand is (Afbeelding A).
$ %

20
4. Met beide handen links en rechts vastpakken, iets verder
sluiten en eruit trekken (Afbeelding B).
Apparaatdeur inbrengen
1. De scharnieren in de houders links en rechts plaatsen
(Afbeelding C).
De keep van beide scharnieren moet inklikken.
2. Apparaatdeur helemaal openen.
3. Blokkeerhendels links en rechts helemaal dichtklappen
(Afbeelding D).
De apparaatdeur is beveiligd en kan niet meer worden
verwijderd.
4. Apparaatdeur sluiten.
Ruiten van de deur schoonmaken
Om ze gemakkelijker schoon te maken kunt u de binnenste
ruiten van de apparaatdeur verwijderen.
: Risico van letsel!
De componenten van de apparaatdeur kunnen scherpe randen
hebben. Hierdoor kunt u snijwonden oplopen. Draag
veiligheidshandschoenen.
: Risico van letsel!
Gebruik het apparaat pas weer wanneer de ruiten en de
apparaatdeur naar behoren zijn aangebracht.
Deurruit verwijderen
Aanwijzing: Let er voordat u de ruit verwijdert op in welke
positie hij is ingebracht, zodat u hem later niet verkeerd plaatst.
1. Apparaatdeur verwijderen en met de voorkant naar beneden
op een zachte, schone ondergrond leggen (zie het hoofdstuk:
Apparaatdeur verwijderen en inbrengen).
2. De afscherming bovenaan de apparaatdeur afnemen.
Hiervoor links en rechts het lipje met de vingers indrukken
(Afbeelding A).
3. Deurruit licht optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B).
Middelste ruit verwijderen
Middelste ruit iets optillen en er naar voren uittrekken.
Reinigen
Reinig de deurruiten met glasreiniger en een zachte doek.
: Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten,
kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Middelste ruit inbrengen
Aanwijzing: Let er bij het inbrengen op dat “right above“
linksonder ondersteboven staat.
Middelste ruit schuin naar achteren tot de aanslag inschuiven.
Deurruit inbrengen
1. Deurruit schuin naar achteren in beide houders inschuiven tot
de aanslag. Het gladde vlak moet zich aan de buitenkant
bevinden.
2. De afscherming plaatsen en aandrukken tot hij vergrendeld
is.
3. Apparaatdeur weer inbrengen.
$ %
& '
%$
This manual suits for next models
1
Table of contents
Languages:
Other Junker Oven manuals

Junker
Junker JB23PP50 User manual

Junker
Junker JB23UA 0 Series User manual

Junker
Junker JB23UK.2 User manual

Junker
Junker JB11AC 0 Series User manual

Junker
Junker JB13AC 0 Series User manual

Junker
Junker JB23UK 1 Series User manual

Junker
Junker JB33DP50 User manual

Junker
Junker JB13AB 0 Series User manual

Junker
Junker JB33AC50 User manual

Junker
Junker JB23UK.0 User manual