Junker JB33DP50 User manual

2
éInhoudsopgave
[nl]Gebruiksaanwijzing
Belangrijke veiligheidsvoorschriften ....................................... 3
Oorzaken van schade ........................................................................4
Energieen milieutips................................................................ 5
Energie besparen ...............................................................................5
Milieuvriendelijk afvoeren ..................................................................5
Uw nieuwe oven ......................................................................... 5
Bedieningspaneel ...............................................................................5
Functies ................................................................................................6
Binnenruimte........................................................................................6
De toebehoren............................................................................ 6
Toebehoren..........................................................................................6
Toebehoren inschuiven .....................................................................6
Inschuifhoogtes ...................................................................................7
Extra toebehoren.................................................................................7
Voor het eerste gebruik............................................................. 7
Tijd instellen .........................................................................................7
Apparaat reinigen ...............................................................................7
Apparaat bedienen .................................................................... 8
Apparaat inschakelen ........................................................................8
Apparaat uitschakelen. ......................................................................8
Basisinstellingen wijzigen..................................................................8
Automatische veiligheidsuitschakeling ...........................................8
Elektronische klok ..................................................................... 9
Klokdisplay...........................................................................................9
Kookwekker .........................................................................................9
Gebruiksduur .......................................................................................9
Gebruikseinde .................................................................................. 10
Voorkeuzefunctie ............................................................................ 10
Tijd instellen ...................................................................................... 10
Snelvoorverwarming........................................................................ 10
Instellingen controleren, corrigeren of wissen ........................... 10
Kinderslot ................................................................................. 11
Blokkering ......................................................................................... 11
Permanente blokkering................................................................... 11
Bakken ...................................................................................... 11
Baktabel voor basisdeeg en kleingebak..................................... 11
Broodbakstand................................................................................. 13
Baktabel voor gerechten en diepvries kant-en-klaar producten.
............................................................................................................. 13
Tips en trucs ..................................................................................... 14
Braden ...................................................................................... 14
Open braden..................................................................................... 14
Gesloten braden .............................................................................. 14
Braadtabel......................................................................................... 15
Tips en trucs ..................................................................................... 16
Grillen........................................................................................ 16
Rondom-grillen ................................................................................. 16
Vlakgrillen .......................................................................................... 17
Hetelucht eco ........................................................................... 18
Ontdooien................................................................................. 19
Bereiden met stoom ................................................................ 19
Yoghurt ..................................................................................... 19
Inmaak ...................................................................................... 20
Ovenreiniging............................................................................20
Belangrijke aanwijzingen................................................................ 20
Voor de reiniging ............................................................................. 21
Reinigingsstand instellen ............................................................... 21
Na afloop van de reiniging ............................................................ 21
Onderhoud en reiniging...........................................................21
Schoonmaakmiddelen .................................................................... 21
Inhangroosters reinigen.................................................................. 22
Ovendeur verwijderen en inbrengen............................................ 22
Deurafscherming afnemen............................................................. 23
Deurruiten verwijderen en inbrengen........................................... 23
Storingen en reparaties............................................................24
Storingstabel..................................................................................... 24
Ovenlamp aan het plafond vervangen ........................................ 25
Glazen afscherming ........................................................................ 25
Servicedienst ............................................................................26
Testgerechten ...........................................................................26

3
: Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed
en veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van
transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting
maakt u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg
ervoor dat het apparaat onder toezicht
gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken
in gesloten ruimtes.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving
toebehoren in de gebruiksaanwijzing.
Risico van brand!
■Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen
vlam vatten. Bewaar geen brandbare
voorwerpen in de binnenruimte. Open
nooit de deur wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het apparaat. Het
toestel uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het
bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam
vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er
nooit bakpapier los op de toebehoren
liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met
een vorm. Bakpapier alleen op het
benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
Risico van verbranding!
■Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico va n verbranding!
■Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico va n verbranding!
■Alcoholdampen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten
klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank met een hoog
alcoholpercentage gebruiken. De deur
van het toestel voorzichtig openen.
Kans op verbranding!
■Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico va n verbranding!
■Bij het openen van de apparaatdeur kan
hete stoom vrijkomen. De deur van het
toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■Door water in de hete binnnruimte kan
hete waterdamp ontstaan. Nooit water in
de hete binnenruimte gieten.
Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.

4
Kans op een elektrische schok!
■Ondeskundige reparaties zijn
gevaarlijk.Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit
het stopcontact of schakel de zekering in
de meterkast uit. Contact opnemen met
de klantenservice.
Kans op een elek trische schok!
■De kabelisolatie van hete
toestelonderdelen kan smelten. Zorg
ervoor dat er nooit aansluitkabels van
elektrische toestellen in contact komen
met hete onderdelen van het apparaat.
Kans op een elek trische schok!
■Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elek trische schok!
■Bij vervanging van de lamp in de
binnenruimte staan de contacten van de
lampfitting onder stroom. Trek voordat u
tot vervanging overgaat de netstekker uit
het stopcontact trekken of schakel de
zekering in de meterkast uit.
Kans op een elek trische schok!
■Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Risico van brand!
■Losse voedselresten, vet en braadjus
kunnen tijdens de zelfreiniging vlam
vatten. Verwijder voor de zelfreiniging altijd
de grove verontreiniging uit de
binnenruimte en van de toebehoren.
Risico van brand!
■De buitenkant van het apparaat wordt
tijdens de zelfreiniging zeer heet. Nooit
brandbare voorwerpen, zoals bijv.
droogdoeken, aan de deurgreep hangen.
Zorg ervoor dat de voorkant van het
toestel vrij blijft. Zorg ervoor dat er geen
kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■De binnenruimte wordt tijdens de
zelfreiniging zeer heet. Nooit de
apparaatdeur openen of de
vergrendelingshaak met de hand
verschuiven. Het toestel laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Ris ico van verbran ding!
■;De buitenkant van het apparaat wordt
tijdens de zelfreiniging zeer heet. De
apparaatdeur nooit aanraken. Het
apparaat laten afkoelen. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Ernstig gezondheidsrisico!
Het toestel wordt zeer heet tijdens de
zelfreiniging. De antiaanbaklaag van
bakplaten en vormen wordt aangetast en er
ontstaan giftige gassen. Nooit platen en
vormen met een antiaanbaklaag
meereinigen bij de zelfreiniging. Alleen
geëmailleerde toebehoren meereinigen.
Oorzaken van schade
Attentie!
■Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
■Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
■Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
■Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
■Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
■Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
■Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
■Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
■Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.

5
Energieen milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden kunt besparen op energie en het apparaat op de juiste
manier afvoert.
Energie besparen
■De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
■Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
■Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het
tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen
naast elkaar in de oven plaatsen.
■Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Uw nieuwe oven
In dit hoofdstuk vindt u informatie over
■het bedieningspaneel
■de functies
■de binnenruimte
Bedieningspaneel
Indrukbare bedieningsknoppen
De draai-, temperatuuren functiekeuzeknop zijn indrukbaar.
Om in en uit te schakelen op de betreffende knop drukken.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
Bedieningselement Gebruik
KJ Klokfunctietoets Gewenste klokfunctie of de functie Snel voorverwarmen kiezen (zie het
hoofdstuk: Elektronische klok)
Draaiknop Instellingen binnen een klokfunctie uitvoeren of de functie Snel voorverwarmen inscha-
kelen (zie het hoofdstuk: Elektronische klok)
Functiekeuzeknop Gewenste functie kiezen (zie het hoofdstuk: Apparaat inschakelen)
±Infotoets Ingeschakeld apparaat: actuele oventemperatuur tijdens het opwarmen weergeven
(zie het hoofdstuk: Apparaat inschakelen)
Uitgeschakeld apparaat: menu Basisinstellingen opvragen (zie het
hoofdstuk: Basisinstellingen wijzigen)
Temperatuurkeuzeknop Ingeschakeld apparaat: temperatuur instellen (zie het
hoofdstuk: Apparaat inschakelen)
Uitgeschakeld apparaat: Instellingen in het menu Basisinstellingen wijzigen (zie het
hoofdstuk: Basisinstellingen wijzigen)
(OHNWURQLVFKHNORN
)XQFWLHNHX]HNQRS'UDDLNQRS ,QIRWRHWV
.ORNIXQFWLHWRHWV
7HPSHUDWXXUGLVSOD\
7HPSHUDWXXU
NHX]HNQRS

6
Functies
Hier vindt u een overzicht van de functies van uw apparaat.
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.Bij
de zelfreiniging gaat de lamp uit..
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur. Let op! De ventilatiesleuven
niet afdekken. Anders raakt de oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
De toebehoren
In dit hoofdstuk vindt u informatie over
■de toebehoren
■de manier waarop de toebehoren op de juiste manier in de
binnenruimte worden geschoven
■de inschuifniveaus
■de extra toebehoren
Toebehoren
Bij de levering van uw apparaat zijn de volgende toebehoren
inbegrepen:
Aanwijzing: De bakplaat en braadslede kunnen tijdens het
gebruik van het toestel iets kromtrekken. De oorzaak hiervan
zijn grote temperatuurverschillen bij de toebehoren. Deze
kunnen zich voordoen wanneer er slechts op een deel van de
toebehoren gerechten zijn geplaatst of diepvriesproducten,
zoals pizza's, op de toebehoren zijn gelegd.
Toebehoren inschuiven
De toebehoren zijn voorzien van een vergrendelingsfunctie. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren kantelen
wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren dienen op de
juiste wijze in de binnenruimte te worden geschoven, zodat de
kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op
■dat de ontgrendelnok (a) naar beneden wijst
■dat de ontgrendelnok (a) zich achter het rooster bevindt
Functie Toepassing
~Hete lucht voor het bakken en braden op één of twee niveaus
|Hete lucht eco* om energiegeoptimaliseerd te bakken en braden op één niveau. Het apparaat hoeft niet
te worden voorverwarmd
%Boven- en onderwarmte voor het bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor taarten met een voch-
tige bedekking (bijv. kwarktaart)
}Pizzastand voor diepvries kant-en-klaar producten en voor gerechten die veel warmte aan de onder-
kant nodig hebben (zie het hoofdstuk: Bakken)
{Broodbakstand voor bakwaren die bij een hoge temperatuur gebakken moeten worden
$Onderwarmte voor gerechten en bakwaren die aan de onderkant sterker gebruind of krokant moeten
worden. Schakel de onderwarmte aan het einde van de baktijd slechts kort in.
™Rondomgrillen voor gevogelte en grotere stukken vlees
šGrill, groot voor grote hoeveelheden vlakke, kleine gerechten van de grill (bijv. steaks, worstjes)
yGrill, klein voor kleine hoeveelheden platte, kleine gerechten van de grill (bijv. steaks, toast)
zStoomstand voor het gezond bereiden van groente, vlees en vis
xOvenreiniging automatische reiniging van de binnenruimte. De oven warmt op tot de verontreiniging
wordt afgebroken
\Ovenverlichting als hulp bij het onderhoud en reinigen van de binnenruimte
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse overeenkomt met EN50304.
Bakplaat, geëmailleerd
voor het bakken van plaatgebak en
klein gebak
Rooster
voor het bakken in vormen, het
braden in braadservies en het
grillen
Braadslede, geëmailleerd
voor het bakken van vochtig gebak,
voor het braden, het grillen en het
opvangen van afdruipende vloeistof
D
D

7
Let er bij het inschuiven van de bakplaat of de braadslede op
■dat de ontgrendelnok (a) zich achter de toebehoren bevindt
■dat de schuine kant van de toebehoren tijdens het inschuiven
naar de deur van het toestel is gericht
Inschuifhoogtes
De binnenruimte heeft vier inschuifhoogtes. De inschuifhoogtes
worden van beneden naar boven geteld.
Aanwijzing: Bij het bakken en braden met hete lucht 3
inschuifhoogte 2 niet gebruiken. Dit heeft invloed op de
luchtcirculatie, met als gevolg een slechter bak- en
braadresultaat.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de klantenservice of in
speciaalzaken.
Voor het eerste gebruik
In dit hoofdstuk leest u
■hoe u na de elektrische aansluiting van uw apparaat de tijd
instelt
■hoe u het apparaat voor het eerste gebruik schoonmaakt
Tijd instellen
Aanwijzing: Wanneer u op de klokfunctietoets KJ drukt, heeft
u 3 seconden de tijd om de tijd met de draaiknop in te stellen.
Was dit te kort, dan kunt u de tijd later nog veranderen.
Op het klokdisplay knippert ‹:‹‹.
1. Klokfunctietoets KJ kort indrukken om naar de instelmodus
te gaan.
De symbolen KJ en 3zijn verlicht. Op het klokdisplay
verschijnt ‚ƒ:‹‹.
2. Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
Uw instelling wordt na 3 seconden automatisch
overgenomen.
Tijd wijzigen
Om de tijd achteraf te veranderen, drukt u zo vaak op de
klokfunctietoets KJ tot de symbolen KJ en 3weer verlicht
zijn. Met de draaiknop de tijd wijzigen.
Apparaat reinigen
Maak het apparaat voor het eerste gebruik schoon
1. Toebehoren en verpakkingsresten uit de binnenruimte
verwijderen.
2. Toebehoren en binnenruimte schoonmaken met warm
zeepsop (zie het hoofdstuk: Reiniging en onderhoud).
3. Boven- en onderwarmte %op 240 °C 60 minuten lang
verwarmen.
4. De afgekoelde binnenruimte met warm zeepsop afnemen.
5. Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte,
vochtige doek en zeepsop.
DD
Toebehoren Bestelnr.
Bakplaat, aluminium JZ 1332 X0
Bakplaat, geëmailleerd JZ 1342 X0
Braadslede met inzetrooster JZ 1242 X1
Inzetrooster om te braden en te grillen, voor
gebruik in de braadslede
740766
Bak- en braadrooster JZ 1432 X1
Pizzavorm JZ 1352 X0
Systeem-stoomapparaat JZ 1282 X3
3voudige telescopische uitschuifvoorziening JZ 1742 X2
4voudige volledig uitschuifbare telescopi-
sche voorziening
JZ 1755 X2

8
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk leest u
■hoe u het apparaat in- en uitschakelt
■hoe u een functie en temperatuur kiest
■hoe u de basisinstellingen kunt wijzigen.
■wanneer u het apparaat automatisch uitschakelt
Apparaat inschakelen
1. Aan de functieschakelaar draaien, totdat het symbool voor de
gewenste functie wordt verlicht.
Op het temperatuurdisplay verschijnt een voorgestelde
temperatuur.
2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien om de voorgestelde
temperatuur te wijzigen.
Het apparaat begint op te warmen.
Aanwijzing: Wordt er geen voorgestelde temperatuur
weergegeven, dan is de temperatuur van de gekozen functie
een vaste instelling. U kunt deze temperatuur niet veranderen.
Actuele temperatuur
Druk op de infotoets ±. De actuele temperatuur verschijnt
gedurende 3 seconden.
Aanwijzing: De actuele temperatuur kan alleen worden
weergegeven bij functies met een temperatuurvoorstel.
Verwarmingscontrole
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de
binnenruimte weer.
■Temperatuur bereikt (Afbeelding A)
■Apparaat warmt na (Afbeelding B)
Apparaat uitschakelen.
Draai de functiekeuzeknop naar de stand Ûterug. Het apparaat
is uitgeschakeld.
Het apparaat heeft een koelventilator. Na het uitschakelen kan
de koelventilator nalopen.
Op het temperatuurdisplay ziet u of de restwarmte in de
binnenruimte hoog of laag is.
Basisinstellingen wijzigen
Uw apparaat heeft verschillende standaard basisinstellingen. U
kunt deze basisinstellingen naar wens veranderen.
Het apparaat moet uitgeschakeld en mag niet geblokkeerd zijn.
1. Infotoets ±3 seconden lang indrukken om in het
menu Basisinstellingen te komen.
Op het temperatuurdisplay verschijnt ™‚‹.
2. Infotoets ±zo vaak kort indrukken tot het instelsymbool van
de actuele basisinstelling van een submenu op het
temperatuurdisplay wordt weergegeven (bijv. ™„ƒ).
3. Met de temperatuurkeuzeknop de gewenste basisinstelling
binnen een submenu instellen (bijv. ™„„).
4. Infotoets ±3 seconden lang indrukken.
Uw basisinstelling wordt opgeslagen.
U kunt de volgende basisinstellingen wijzigen.
Automatische veiligheidsuitschakeling
De automatische veiligheidsuitschakeling wordt geactiveerd
wanneer u langere tijd geen instellingen op uw ingeschakelde
apparaat uitvoert.
De tijdsduur waarna uw apparaat uitgaat, is afhankelijk van uw
instellingen.
Op het temperatuurdisplay knippert ‹‹‹. De werking van het
apparaat wordt onderbroken.
Draai de functiekeuzeknop naar de stand Ûterug om het te
deactiveren.
Functie Voorgestelde
temperatuur in
°C
Temperatuur-
bereik in °C
~Hete lucht 160 40 - 200
|Hete lucht eco 160 40 - 200
%Boven- en onder-
warmte
170 50 - 275
}Pizzastand 220 50 - 275
{Broodbakstand 200 180 - 220
$Onderwarmte 200 50 - 225
™Rondom-grillen 170 50 - 250
šGrill, groot 220 50 - 275
yGrill, klein 180 50 - 275
zStoomstand Vaste instelling -
xOvenreiniging Stand 0 1, 2 en 3
\Verlichting van de
binnenruimte
Vaste instelling -
$ %
Temperatuurdis-
play
Betekenis
•Restwarmte hoog (boven de 120 ºC)
œRestwarmte laag (tussen
60 °C en 120 °C)
Menu Basisinstellingen
Submenu Basisinstelling Instel-sym-
bool
Kinderslot Apparaat gedeblokkeerd ™‚‹
Apparaat geblokkeerd ™‚‚
Apparaat permanent
geblokkeerd
™ƒ‚
Geluidssignaal Geluidssignaal uit ™„‹
Geluidssignaal 30 secon-
den.
™„‚
Geluidssignaal 2 minuten ™„ƒ
Geluidssignaal 10 minuten ™„„

9
Elektronische klok
In dit hoofdstuk leest u
■hoe u de kookwekker instelt
■hoe u het apparaat automatisch uitschakelt
■hoe u het apparaat automatisch in- en uitschakelt
(voorkeuze-functie)
■hoe u de tijd instelt
■hoe u de snelvoorverwarming inschakelt
Klokdisplay
Aanwijzingen
■Tussen ƒƒ:‹‹ en †:†Š uur wordt het klokdisplay
verduisterd wanneer u in deze tijd niets instelt of als er geen
klokfunctie geactiveerd is.
■Bij het instellen van een klokfunctie wordt het tijdsinterval
langer wanneer u hogere waarden instelt (bijv. gebruiksduur
tot‚:‹‹œ met een precisie van één minuut, hoger dan
‚:‹‹œ
met een precisie van 5 minuten in te stellen).
■Bij de klokfuncties Kookwekker Q, Gebruiksduur x,
Gebruikseinde yen Voorkeuzefunctie klinkt na afloop van
de instellingen een signaal en het symbool Qresp. y
knippert. Wilt u het geluidssignaal voortijdig beëindigen, druk
dan op de klokfunctietoets KJ.
■Druk steeds maar slechts kort op de klokfunctietoets KJ
om een klokfunctie te kiezen. U heeft dan 3 seconden de tijd
om de geselecteerde klokfunctie in te stellen. Hierna wordt
de instelmodus automatisch verlaten.
Klokdisplay uit- en inschakelen
1. Klokfunctietoets KJ 6 seconden lang indrukken.
Het klokdisplay gaat uit. Is er een klokfunctie actief, dan blijft
het bijbehorende symbool verlicht.
2. Klokfunctietoets KJ kort indrukken.
Het klokdisplay gaat aan.
Kookwekker
1. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en Qverlicht zijn.
2. Met de draaiknop de tijdsduur instellen (bijv. †:‹‹ minuten).
De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt
weer de tijd weergegeven en de kookwekker loopt af.
Gebruiksduur
Automatisch uitschakelen na een ingestelde tijdsduur.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en xverlicht zijn.
3. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. ‚:„‹ uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt
weer de tijd weergegeven en de ingestelde gebruiksduur
loopt af.
.ORNIXQFWLHWRHWV 'UDDLNQRS
Klokfunctie Gebruik
QKookwekker U kunt de wekker gebruiken als een kook- of eierwekker. Het apparaat gaat niet automa-
tisch aan of uit.
xGebruiksduur Het apparaat gaat na een ingestelde gebruiksduur (bijv. ‚:„‹ uur) automatisch uit
yGebruikseinde Het apparaat gaat op een ingesteld tijdstip (bijv. ‚ƒ:„‹ uur) automatisch uit
Voorkeuzefunctie Het apparaat wordt automatisch in- en uitgeschakeld. Gebruiksduur en gebruikseinde
worden gecombineerd
3Tijd Tijd instellen
fSnel voorverwarmen Opwarmtijd verkorten

10
Na afloop van de gebruiksduur schakelt het apparaat
automatisch uit.
1. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û
draaien.
2. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te
beëindigen.
Gebruikseinde
Automatisch uitschakelen op een ingesteld tijdstip.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en yverlicht zijn.
3. Met de draaiknop het gebruikseinde instellen
(bijv. ‚ƒ:„‹ uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt
weer de tijd weergegeven.
Op het tijdstip van het ingestelde gebruikseinde schakelt het
apparaat automatisch uit.
1. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û
draaien.
2. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te
beëindigen.
Voorkeuzefunctie
Het apparaat schakelt automatisch in en op het tijdstip van het
gekozen gebruikseinde uit. Combineer hiervoor de klokfuncties
Gebruiksduur en Gebruikseinde.
Let erop dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in
de binnenruimte mogen staan.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en xverlicht zijn.
3. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. ‚:„‹ uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen.
4. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en yverlicht zijn.
5. Met de draaiknop het gebruikseinde instellen
(bijv. ‚ƒ:„‹ uur).
Het apparaat schakelt uit en wacht op het juiste tijdstip om in
te schakelen (in het voorbeeld om ‚‚:‹‹ uur). Op het
ingestelde gebruikseinde schakelt het apparaat automatisch
uit (‚ƒ:„‹ uur).
6. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û
draaien.
7. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te
beëindigen.
Tijd instellen
U kunt de tijd alleen wijzigen wanneer er geen andere
klokfunctie actief is.
1. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ
en 3verlicht zijn.
2. Met de draaiknop de tijd instellen.
De instelling wordt automatisch overgenomen.
Snelvoorverwarming
Bij de functies Hete lucht ~en Broodbakstand {kunt u de
opwarmtijd verkorten wanneer de ingestelde temperatuur hoger
is dan 100 °C.
Aanwijzing: Plaats tijdens het snel voorverwarmen geen
producten in de binnenruimte zolang het symbool fverlicht is.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. De klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de
symbolen KJ en fverlicht zijn en Œin het klokdisplay
verschijnt.
3. De draaiknop naar rechts draaien.
Op het klokdisplay wordt Žweergegeven en het symbool f
is verlicht. De functie Snelvoorverwarming wordt
ingeschakeld.
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur schakelt de
functie Snel voorverwarmen uit. Het symbool fverdwijnt.
Instellingen controleren, corrigeren of wissen
1. Om uw instellingen te controleren drukt u zo vaak op de
klokfunctietoets KJ tot het betreffende symbool verlicht is.
2. Zo nodig kunt u de instelling met de draaiknop corrigeren.
3. Wanneer u de instelling wilt wissen, draait u de draaiknop
naar links terug op de oorspronkelijke waarde.

11
Kinderslot
In dit hoofdstuk leest u
■hoe u het apparaat blokkeert
■hoe u het apparaat permanent blokkeert
Blokkering
Het vergrendelde apparaat kan niet per ongelijk of door
onbevoegden (bijv. spelende kinderen) worden ingeschakeld.
Om het apparaat weer in te schakelen moet u het deblokkeren.
Na gebruik wordt het apparaat niet automatisch geblokkeerd.
Blokkeer het eventueel opnieuw of activeer de permanente
blokkering.
Apparaat blokkeren
1. Apparaat uitschakelen.
2. Infotoets ±ingedrukt houden tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™‚‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
4. Infotoets ±ingedrukt houden tot het symbool ‚op het
temperatuurdisplay verschijnt.
Aanwijzing: Wordt geprobeerd het geblokkeerde apparaat in
te schakelen, dan verschijnt -†- op het temperatuurdisplay.
Apparaat deblokkeren
1. Infotoets ±ingedrukt houden tot ™‚‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
2. Aan de temperatuurknop draaien tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Infotoets ±ingedrukt houden tot het symbool ‚verdwijnt.
Permanente blokkering
Het permanent geblokkeerde apparaat kan niet per ongeluk of
door onbevoegden (bijv. spelende kinderen) worden
ingeschakeld.
Om het apparaat in te schakelen moet u de permanente
blokkering tijdelijk onderbreken. Nadat u het apparaat
uitgeschakeld heeft, wordt het weer automatisch geblokkeerd.
Apparaat permanent blokkeren
1. Apparaat uitschakelen.
2. Infotoets ±ingedrukt houden tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
4. Infotoets ± 3 seconden indrukken.
Uw apparaat wordt na 30 seconden geblokkeerd. Op het
temperatuurdisplay verschijnt het symbool ‚.
Aanwijzing: Wordt geprobeerd het geblokkeerde apparaat in
te schakelen, dan verschijnt -†˜ op het temperatuurdisplay.
Permanente blokkering onderbreken .
1. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™ƒ‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Infotoets ±ingedrukt houden tot het symbool ‚verdwijnt.
De permanente blokkering is onderbroken.
4. Apparaat binnen 30 seconden inschakelen.
Na het uitschakelen wordt de permanente blokkering na
30 seconden weer geactiveerd.
Apparaat permanent deblokkeren .
1. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™ƒ‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Infotoets ± ingedrukt houden tot het symbool ‚verdwijnt.
4. Binnen 30 seconden de infotoets opnieuw 3 seconden lang
indrukken.
5. Aan de temperatuurknop draaien tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
6. Infotoets ± 3 seconden indrukken.
Het apparaat is permanent gedeblokkeerd.
Bakken
Bakvormen
Gebruik donkere bakvormen van metaal. Door blank metalen of
glazen vormen wordt de baktijd verlengd en bruint het gebak
niet gelijkmatig.
Bakplaten
Wij raden u aan uitsluitend de originele bakplaten te gebruiken,
omdat deze optimaal op de binnenruimte en de functies zijn
afgestemd.
Schuif de bakplaten altijd voorzichtig tot de aanslag in de oven.
Let erop dat de schuine kant van de bakplaat altijd naar de
deur van het apparaat wijst.
Bakken op één niveau
Bakt u met hete lucht ~, let dan op het volgende:
Gebak in vormen, inschuifhoogte 2
Gebak op de plaat: inschuifhoogte 3.
Bakken op twee niveaus
Gebruik hete lucht ~.
Braadslede op inschuifhoogte 3
Bakplaat op inschuifhoogte 1.
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven
niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Baktabel voor basisdeeg en kleingebak
De waarden in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor
geëmailleerde bakplaten en donkere bakvormen. De waarden
kunnen variëren, afhankelijk van de soort en hoeveelheid deeg
en de bakvorm.
Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de
opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de
lagere temperatuur een gelijkmatigere bruining op.
Wanneer u gerechten bakt volgens eigen recept, houd dan de
waarden van gelijksoortig gebak in de tabel aan.
Houd de instructies in de tabel omtrent het voorverwarmen aan.

12
Hete lucht 3/~Boven- en
onderwarmte %
Basisdeeg Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Baktijd in minuten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Roerdeeg
Plaatgebak met bedekking 1 160-170 30-40 3 170-180
1+3 150-170 40-50 - -
Spring/rechthoekige vorm (cake) 1 150-160 60-80 2 160-170
Vorm vruchtentaartbodem 1 160-170 25-35 2 170-180
Zandtaartdeeg
Plaatgebak met droge bedekking, bijv.strooisel 1 160-170 50-70 3 180-190
1+3 160-170 60-80 - -
Plaatgebak met vochtige bedekking, bijv.roomglazuur 1 150-170 60-90 3 170-190
Springvorm, bijv.kwarktaart 1 160-170 70-100 2 170-180
Vorm vruchtentaartbodem 1 160-170 20-30 2 180-190*
Biscuitbeslag
Biscuitrol 1 180-190* 10-15 3 190-200*
Vorm vruchtentaartbodem 1 160-170 20-30 2 170-180
Biscuit (6 eieren) 1 150-160 30-45 2 160-170
Biscuit (3 eieren) 1 150-160 25-45 2 160-170
Gistdeeg
Plaatgebak met droge bedekking, bijv.strooisel 1 160-170 50-70 3 170-180
1+3 160-170 60-80 - -
Plaatgebak met vochtige bedekking, bijv.roomglazuur 1 150-170 60-90 3 170-190
Gistkrans/-vlecht (500 g) 1 160-170 40-50 3 170-180
Springvorm 1 160-170 30-45 2 160-170
Tulbandvorm 1 160-170 40-50 2 170-180
* Oven voorverwarmen
Hete lucht 3/~Boven- en
onderwarmte %
Klein gebak Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Baktijd in minuten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Gistdeeg 1 160-170 20-30 3 170-180
1+3 160-170 30-40 - -
Baisermassa 1 80 100-150 3 80-90
1+3 80 150-170 - -
Bladerdeeg 1 180-200 20-30 3 200-210
1+3 180-200* 25-35 - -
Soezendeeg 1 190-200* 25-35 3 200-210*
1+3 190-200* 30-40 - -
Roerdeeg, bijv. muffins 1 150-160* 20-40 3 160-170*
1+3 160-170 25-35 - -
Zandtaartdeeg, bijv. boterkoekjes 1 140-150* 15-25 3 140-150*
1+3 130-140* 15-25 - -
1+3+4 130-140* 15-25 - -
* Oven voorverwarmen

13
Broodbakstand
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden. Ze kunnen al
naargelang het soort en de hoeveelheid deeg variëren.
De waarden voor brooddeeg gelden zowel voor deeg op de
bakplaat als voor deeg in een rechthoekige vorm.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in de tabel in
acht.
Baktabel voor gerechten en diepvries kant-
en-klaar producten.
De pizzastand }is bijzonder geschikt voor vers bereide
gerechten, die veel warmte van de onderkant nodig hebben, en
voor diepgevroren kant-en-klaar producten.
Let op de volgende punten:
■Bedekt de bakplaat met bakpapier
■Leg de frites niet over elkaar
■Keer diepgevroren aardappelproducten na de helft van de
baktijd
■Diepgevroren aardappelproducten pas na het bakken
kruiden
■Laat bij het opbakken van broodjes wat ruimte tussen de
afzonderlijke broodjes. Leg er niet te veel op een bakplaat
■Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor
geëmailleerde bakplaten. De waarden kunnen variëren,
afhankelijk van de soort en hoeveelheid deeg en de bakvorm.
Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de
opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de
lagere temperatuur een gelijkmatigere bruining op.
De opgaven in de tabel gelden voor het plaatsen in een koude
oven.
Met de pizzastand }kunt u niet op twee niveaus bakken.
Broodbakstand ë/{Boven- en
onderwarmte %
Brood Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Baktijd in minuten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Broodjes 1 220* 10-20 2 240*
Plat rond brood 1 220* 15-20 2 240*
Empanada 1 180* 30-40 2 200*
Brooddeeg 7501000g
Afbakken 1 220* 35-40 2 220*
Brooddeeg 10001250g
Voorbakken 1 220* 10-15 2 240*
Afbakken 1 180 40-45 2 200
Brooddeeg 12501500g
Voorbakken 1 220* 10-15 2 240*
Afbakken 1 180 40-50 2 200
* Oven voorverwarmen
Broodbakstand ë/{Pizzastand 0/}
Gerechten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Baktijd in minuten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Pizza, vers 1 190-210* 20-30 1 180-200
1+3 180-190 35-45 - -
Flammkuchen 1 190-210* 15-25 1 200-220
Quiche 1 180-200* 50-60 1 170-190
Taart 1 180-200* 30-45 1 190-210
Zwitserse vruchtentaart 1 180-190* 45-55 1 170-190
Gegratineerde aardappels van ongekookte aardappels 1 180-200 50-60 1 170-190
Pizza, diepvries
Pizza met dunne bodem 1 180-200 10-20 1 200-220
1+3 180-190 20-30 - -
Pizza met dikke bodem 1 180-200 20-30 1 180-200
1+3 180-190 25-35 - -
Aardappelproducten
Frites 1 190-210 15-25 1 210-230
1+3 180-190 25-35 - -
* Oven voorverwarmen

14
Tips en trucs
Braden
: Kans op letsel door gebruik van niet hittebestendige
schalen!
Gebruik alleen braadvormen die speciaal voor de oven
bestemd zijn.
Open braden
Voor het open braden wordt een vorm zonder deksel gebruikt.
Keer het vlees bij het braden met boven- en onderwarmte %
om nadat ca. de helft of twee derde van de braadtijd verstreken
is.
Bakken in de braadslede
Tijdens het braden in de braadslede ontstaat braadsap. Dit
braadsap kunt u als basis voor een smakelijke saus gebruiken.
Bij het braden in de braadslede kunt u ook bijgerechten (bijv.
groenten) mee laten garen.
Bij kleinere stukken vlees kunt u in plaats van de braadslede
een kleinere braadvorm gebruiken. Plaats deze direct op het
rooster.
Braden op het rooster
Braadt u direct op het rooster, plaats de braadslede dan op
hoogte 1. Het vleessap wordt opgevangen en de binnenruimte
blijft schoner.
Gesloten braden
Voor het gesloten braden wordt een braadvorm met deksel
gebruikt. Gesloten braden is zeer geschikt voor stoofgerechten.
Kroketten 1 180-200 15-30 1 200-220
Rösti, gevulde aardappelflappen 1 180-200 15-25 1 200-220
Brood en banket, diepvries
Broodjes/baguette, voorgebakken 1 180-200 10-20 1 180-200
Afbakbroodjes/baguette 1 180-200 5-15 1 200-220
Zoute krakelingen, niet voorgebakken 1 180-190 15-20 1 170-190
Brood en banket, voorgebakken
Afbakbroodjes/baguette 1 180-200 5-15 1 180-200
Groenteballetjes, diepvries
Vissticks 1 180-200 15-20 1 190-210
Kipsticks, nuggets 1 190-210 15-25 1 200-220
Groenteburgers 1 190-210 35-45 1 200-220
Strudel, diepvries 1 190-210 35-45 1 180-200
Het gebak is te licht Inschuifhoogte en aanbevolen bakgerei controleren. De bakvorm op het rooster en niet
op de bakplaat plaatsen. Langere baktijd of hogere temperatuur aanhouden.
Het gebak is te donker Inschuifhoogte controleren. Een kortere baktijd of lagere temperatuur aanhouden.
Het gebak in de bakvorm is ongelijkma-
tig bruin geworden
Inschuifhoogte en temperatuur controleren. Bakvorm niet direct voor de luchtuitlaat van
de achterwand van de binnenruimte plaatsen. Controleer of de bakvorm goed op het
rooster staat.
Het gebak op de bakplaat is ongelijkma-
tig bruin geworden
Inschuifhoogte en temperatuur controleren. Bij het bakken van klein gebak gelijke groot-
tes en diktes aanhouden.
Het gebak is te droog. Een kortere baktijd en een wat hogere temperatuur aanhouden.
Het gebak is van binnen te vochtig Temperatuur verlagen Let op: baktijden kunnen door hogere temperaturen niet korter
worden (van buiten gaar, van binnen niet). Baktijd verlengen en het deeg langer laten rij-
zen. Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen.
Het gebak zakt in nadat u het uit de
oven heeft genomen.
Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen. Baktijd verlengen of de temperatuur
verlagen.
De opgegeven baktijd is niet juist Controleer bij klein gebak de hoeveelheid op de bakplaat. Klein gebak mag elkaar niet
raken.
Diepvriesproduct is na het bakken niet
overal gelijkmatig bruin geworden
Wanneer diepvriesproducten na het voorbakken in ongelijke mate bruin zijn geworden
blijft dit zo na het bakken.
Diepvriesproduct is niet bruin, niet knap-
perig of de opgegeven tijd is niet juist
Verwijder voor het bakken het ijs van het diepvriesproduct. Gebruik geen sterk met ijs
bedekte diepvriesproducten.
Broodbakstand ë/{Pizzastand 0/}
Gerechten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Baktijd in minuten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
* Oven voorverwarmen

15
Braadtabel
De braadtijd en temperatuur zijn afhankelijk van de grootte, de
hoogte, de kwaliteit en het soort vlees.
In het algemeen geldt: Hoe groter het braadstuk, des te lager
de temperatuur en des te langer de braadduur.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor het
braden zonder deksel. De waarden kunnen variëren, afhankelijk
van het soort en de hoeveelheid vlees en de braadvorm.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat het vlees na afloop van de braadtijd nog ca. 10 minuten
rusten in de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte. Bij de
opgegeven braadtijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven in de tabel gelden voor het inschuiven in de
onverwarmde oven en voor vlees dat direct uit de koelkast
komt.
Hete lucht 3/~Boven- en
onderwarmte %
Vlees Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Braadtijd in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Gehakt van 500 g vlees 1 170-180 60-70 1 200-210
Varkensvlees
Filet, medium (400 g) 1 170-180 30-45 3 200-230
Braadstuk met zwoerd (1,5 kg) 1 160-170 120-150 2 200-220
Braadstuk met zwoerd (2,5 kg) 1 160-170 150-180 2 190-210
Braadstuk, doorregen, zonder zwoerd, bijv. nek (1,5 kg) 1 160-170 100-130 2 190-210
Braadstuk, doorregen, zonder zwoerd, bijv. nek (2,5 kg) 1 160-170 120-150 2 180-200
Braadstuk mager (1kg) 1 170-180 70-90 2 180-200
Braadstuk mager (2kg) 1 170-180 80-100 2 180-200
Casselerrib 1 160-170 70-80 2 190-210
Rundvlees
Filet, medium (1 kg) 1 180-190 45-65 2 200-220
Rosbief, medium (1,5 kg) 1 180-190 30-45 2 200-220
Stoofvlees** (1,5 kg) 1 170-180 120-150 2 200-220
Stoofvlees** (2,5 kg) 1 170-180 150-180 2 190-210
Kalfsvlees
Kalfsvlees/borst (1,5 kg) 1 160-170 90-120 2 180-200
Kalfsvlees/borst (2,5 kg) 1 160-170 120-150 2 170-190
Schenkel 1 160-170 100-130 2 190-210
Lamsvlees
Lamsbout zonder been 1 180-190 70-110 2 200-220
Rug met been 1 180-190* 40-50 2 200-220*
Rug zonder been 1 180-190* 30-40 2 200-220*
Gevogelte (niet gevuld)
Kip, heel (1 kg) 1 170-180 60-70 2 200-220
Eend, heel (2-3 kg) 1 150-160 90-120 2 190-210
Gans, heel (3-4 kg) 1 150-160 130-180 2 180-200
Wild
Reevlees/bout zonder been (1,5kg) 1 160-170 20-30 2 190-210
Wild zwijn (1,5 kg) 1 160-170 120-140 2 190-210
Hertenvlees (1,5 kg) 1 160-170 100-120 2 190-210
Konijn 1 160-170 70-80 2 180-200
Vis
Vis, heel (300 g) 1 160-170 20-30 2 190-210
Vis, heel (700 g) 1 160-170 30-40 2 180-200
*) Oven voorverwarmen
**) Stoofvlees gesloten braden

16
Tips en trucs
Grillen
In dit hoofdstuk vindt u informatie over
■grillen in het algemeen
■rondom grillen ™
■vlakgrillen (groot grill-oppervlak šen klein grill-oppervlak y)
Attentie!
Schade door hoge temperaturen: In de binnenruimte ontstaat
een zeer hoge temperatuur. Laat de deur van het apparaat
tijdens het grillen gesloten. Nooit met een geopende
apparaatdeur grillen.
Aanwijzingen
■Gebruik om te grillen altijd het rooster en de braadslede.
■Leg het rooster in de braadslede en plaats beide op de
inschuifhoogte die in de tabel wordt opgegeven
■Zet de gerechten van de grill altijd midden op het rooster.
■Let er bij het grillen van meerdere vleesstukken op dat het
soort, de dikte en het gewicht van het vlees hetzelfde is.
Rondom-grillen
Rondom grillen ™is bijzonder geschikt voor gevogelte of vlees
(bijv. varkensvlees met zwoerd), dat rondom knapperig gegrild
moet worden.
Keer de gerechten van de grill na ca. de helft tot twee derde
van de grilltijd om.
Steek bij eend en gans het vel onder de vleugels en bouten
vast, zodat het vet er goed uit kan braden.
Bij het rondom-grillen op het rooster kan al naargelang het te
grillen gerecht de binnenruimte sterker vervuild raken. Maak de
binnenruimte na gebruik daarom altijd schoon, zodat het vuil
niet inbrandt.
De gegevens in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor de
geëmailleerde braadslede met rooster. De waarden kunnen al
naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten variëren.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat de gerechten van de grill aan het einde nog ca.
10 minuten rusten in de uitgeschakelde, gesloten oven. Bij de
opgegeven grilltijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven gelden voor het inschuiven in de onverwarmde
oven en voor vlees dat direct uit de koelkast komt.
Korst te dik en/of vlees te droog Inschuifhoogte controleren. Lagere temperatuur of kortere braadtijd aanhouden.
Korst te dun Temperatuur verhogen of na afloop van de braadtijd de grill even inschakelen.
Het vlees is van binnen niet gaar Neem de toebehoren die niet nodig zijn uit de binnenruimte. Braadtijd verlengen. Contro-
leer met behulp van een vleesthermometer de kerntemperatuur van het vlees.
Waterdamp in de binnenruimte slaat
neer op de apparaatdeur
Wanneer het apparaat aan is, verdwijnt de waterdamp geleidelijk. Bij zeer veel water-
damp kunt u kort en voorzichtig de apparaatdeur openen, zodat hij sneller verdwijnt.
Gerechten van de grill Inschuifhoogte Temperatuur in °C Grilltijd in minuten
Varkensvlees
Braadstuk met zwoerd 2 170-190 140-160
Schenkel 2 180-200 120-150
Rundvlees
Rosbief, medium (1,5 kg) 2 220-240 40-50
Lamsvlees
Lamsbout zonder been, medium 2 170-190 120-150
Gevogelte (niet gevuld)
Halve kippen (1-2 stuks) 2 210-230 40-50
Kip, heel (1-2 stuks) 2 200-220 60-80
Eend, heel (2-3 kg) 2 180-200 90-120
Eendenborst 3 230-250 30-45
Gans, heel (3-4 kg) 1 150-170 130-160
Ganzenborst 2 160-180 80-100
Ganzenbout 2 180-200 50-80

17
Vlakgrillen
Gebruik voor grote hoeveelheden platte gerechten de
grill groot š(Afbeelding A).
Gebruik voor kleine hoeveelheden platte gerechten de
grill klein y. Zet de gerechten midden op het rooster
(Afbeelding B). Door het gebruik van de kleine vlakgrill spaart u
energie.
Bestrijk de gerechten naar wens licht met olie.
Keer de gerechten van de grill na ca. de helft tot twee derde
van de grilltijd om.
U kunt het grillresultaat beïnvloeden door het rooster of de
positie van het rooster te veranderen:
Aanwijzing: De braadslede altijd in de normale toestand (niet
omgekeerd) gebruiken.
Tabel Grill, groot +/š
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden. De waarden kunnen
al naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten variëren.
Ze gelden voor het inschuiven in de onverwarmde oven en voor
vlees dat direct uit de koelkast komt.
Tabel Klein grill-oppervlak (/y
De opgaven in de tabellen zijn richtwaarden. De waarden
kunnen al naargelang het soort en de hoeveelheid van het te
grillen product variëren. Deze gelden uitsluitend voor het
plaatsen in een onverwarmde oven en voor vlees direct uit de
koelkast.
$ %
Positie van het
rooster
Gebruik
Het gebogen rooster met de verlaging naar
beneden in de braadslede leggen: geschikt
voor gegrilde gerechten die overwegend
doorbakken moeten zijn
Het gebogen rooster met de verlaging naar
boven in de braadslede leggen: geschikt
voor gegrilde gerechten die overwegend
saignant tot medium moeten zijn
Gerechten van de grill Inschuifhoogte Temperatuur in
°C
Grilltijd in
minuten
Opmerkingen
Varkensvlees
Filetsteaks, medium (3 cm dik) 4 275 12-15
Steaks, doorbakken (2 cm dik) 4 275 15-20
Rundvlees
Filetsteaks (3-4 cm dik) 4 275 15-20 Afhankelijk van de gewenste garing
kunnen grilltijden worden verkort of ver-
lengd.
Tournedos 4 275 12-15
Lamsvlees
Filet 4 275 8-12 Afhankelijk van de gewenste garing
kunnen grilltijden worden verkort of ver-
lengd.
Koteletten 4 275 10-15
Worsten 4 250 10-14 Licht insnijden
Gevogelte
Kippenbouten 3 250 25-30 Door het insteken van de huid kan blaas-
vorming bij het grillen worden voorko-
men.
Kleine kipdelen 3 250 25-30
Vis
Steaks 4 220 15-20 De delen moeten even dik zijn.
Koteletten 4 220 15-20
Hele vis 3 220 20-25
Groente 4 275 15-20
Toast met bedekking 3 220 10-15 De inschuifhoogte wordt bepaald door
de hoogte van de bedekking
Gerechten van de grill Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Grilltijd in
minuten
Opmerkingen
Worsten 4 250 12-16 Licht insnijden
Gevogelte
Kippenbouten 3 250 35-45 Door het insteken van de huid kan blaasvorming bij het
grillen worden voorkomen
Kleine kipdelen 3 250 30-40

18
Hetelucht eco
Met de functie Hetelucht eco “/|kunt u talrijke gerechten
energiegeoptimaliseerd klaarmaken op één niveau.
Aanwijzingen
■Plaats de gerechten in de onverwarmde, lege binnenruimte
■Open de apparaatdeur tijdens de bereiding alleen wanneer
dit beslist noodzakelijk is
In de tabel vindt u een keur aan gerechten die het best geschikt
zijn voor Hetelucht eco “/|.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en geldig voor
geëmailleerde bakplaten, braadsledes en donkere bakvormen.
De waarden kunnen variëren, afhankelijk van de soort en
hoeveelheid van het gerecht en de bakvorm.
Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de
opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de
laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op.
Vis
Steaks 4 230 15-20 Delen moeten even dik zijn
Koteletten 4 230 15-20
Hele vis 3 230 20-25
Groente 4 275 15-20
Toast met bedekking 3 220 12-18 De inschuifhoogte wordt bepaald door de hoogte van
de bedekking
Gerechten van de grill Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Grilltijd in
minuten
Opmerkingen
Gerechten met Hetelucht eco “/|Toebehoren Inschuifhoogte Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur
in minuten
Taart, cake en gebak
Roerdeeg met droge bedekking Bakplaat 1 170 - 190 25 - 30
in vormen Spring/rechthoekige
vorm
1 160 - 170 60 - 80
in vormen Vorm vruchtentaartbo-
dem
1 160 - 170 20 - 30
Klein gebak, bijv. muffins Muffinplaat 1 170 - 180 20 - 30
Zandtaartdeeg met droge bedekking, bijv. notenpunten Bakplaat 1 180 - 200 25 - 30
Klein gebak, bijv. boterkoekjes Bakplaat 1 140 - 150 20 - 25
Biscuitbeslag Biscuitrol Bakplaat 1 180 - 190 15 - 20
in vormen (6 eieren) Springvorm 1 160 - 170 40 - 50
in vormen Vorm vruchtentaartbo-
dem
1 160 - 170 20 - 30
Gistdeeg met droge bedekking Bakplaat 1 170 - 190 30 - 45
in vormen Tulbandvorm 1 170 - 180 40 - 50
Klein gebak Bakplaat 1 180 - 190 20 - 30
Bladerdeeg Klein gebak Bakplaat 1 190 - 200 30 - 35
Soezendeeg Klein gebak Bakplaat 1 190 - 200 35 - 45
Kantenklare diepvriesproducten
Pizza, diepvries met dunne bodem Braadslede 1 180 - 200 15 - 25
met dikke bodem Braadslede 1 180 - 200 20 - 30
Frites Braadslede 1 190 - 200 20 - 30
Broodjes/Baguette voorgebakken Braadslede 1 180 - 200 10 - 20
Ovenschotels
Gegratineerde aard-
appels
van ongekookte aardappels Ovenschaal op het
rooster
1 180 - 200 60 - 80
Lasagne Ovenschaal op het
rooster
1 180 - 190 50 - 60
Zoete ovenschotels Ovenschaal op het
rooster
1 170 - 180 50 - 60

19
Ontdooien
Gebruik voor het ontdooien en garen van diepvriesproducten
Hetelucht ~.
Aanwijzingen
■Ontdooide diepvriesproducten (vooral vlees) hebben kortere
bereidingstijden nodig dan verse producten
■De bereidingstijd van diepvriesvlees wordt verlengd met de
tijd die nodig is voor het ontdooien
■Diepvriesgevogelte dient u voor de bereiding altijd te
ontdooien om de ingewanden te kunnen verwijderen
■Maak diepvriesvis op dezelfde temperatuur klaar als verse vis
■U kunt kant-en-klare diepvriesgroente in aluminiumschalen in
grotere hoeveelheden gelijktijdig in de binnenruimte plaatsen
■Gebruik bij het ontdooien op één niveau inschuifhoogte 1 en
op twee niveaus inschuifhoogte 1 + 3
■Houd u bij diepvrieslevensmiddelen aan de aanwijzingen van
de fabrikant
Bereiden met stoom
De stoomstand zkan alleen samen met het
systeemstoomapparaat (als extra accessoire in de vakhandel
verkrijgbaar) worden gebruikt.
Schakel de stoomstand alleen in wanneer de binnenruimte
volledig is afgekoeld (kamertemperatuur). Wanneer op het
temperatuurdisplay afwisselend • en ¨©¨verschijnt, is de
binnenruimte niet volledig afgekoeld. Wacht tot de binnenruimte
afgekoeld is en schakel de stoomstand opnieuw in. Het
stoomproces wordt automatisch geregeld.
Aanwijzingen
■Gebruik voor de bereiding met stoom alleen de stoomstand
samen met het systeemstoomapparaat.
■Gebruik de stoomstand niet samen met de klokvoorkeuze-
functie
■Verdere nuttige aanwijzingen vindt u in de gebruiksaanwijzing
bij het systeemstoomapparaat
Yoghurt
Met uw apparaat kunt u ook zelf yoghurt maken.
1. Toebehoren verwijderen uit de binnenruimte.
2. 1 liter houdbare melk (3,5 % vet) of gepasteuriseerde verse
melk tot 40 °C verwarmen
of
1 liter verse melk een keer opkoken en tot 40 °C laten
afkoelen.
3. 150 g dikke yoghurt bij de warme melk doen, doorroeren en
gelijkmatig in kommen of schroefglazen doen. Niet meer dan
200 ml per kom of glas.
4. De gevulde glazen/kommen met passend deksel of
vershoudfolie afdekken.
5. Oven met hete lucht ~5 minuten bij 50 °C voorverwarmen.
6. Glazen/kommen op gelijkmatige afstanden van elkaar over
de hele bodem van de binnenruimte verdelen en de deur van
het apparaat sluiten.
7. Na 8 uur de oven uitschakelen en de glazen/kommen
gedurende minimaal 12 uur in de koelkast plaatsen.
Vlees
Gestoofd rundvlees 1 kg Vorm gesloten op het
rooster
1 190 - 200 120 - 150
Varkensnek 1 kg Braadslede 1 180 - 190 110 - 130
Gebraden kalfsvlees 1 kg Braadslede 1 180 - 190 100 - 120
Vis
Forel ca. 400 g Braadslede 1 160 -170 25 - 30
Gerechten met Hetelucht eco “/|Toebehoren Inschuifhoogte Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur
in minuten
Diepvriesgerecht Tempera-
tuur in °C
Ontdooitijd
in minuten
Rauwe diepvriesproducten/ diep-
vrieslevensmiddelen
50 30 - 90
Brood/broodjes (750 - 1500 g) 50 30 - 60
Droog diepvriesplaatgebak 60 45 - 60
Vochtig diepvriesplaatgebak 50 50 - 70

20
Inmaak
: Risico van letsel!
Weckflessen met levensmiddelen die niet goed zijn ingekookt
kunnen barsten. Let op de volgende punten:
■Fruit en groente moeten vers en in perfecte staat zijn.
■Gebruik uitsluitend schone en onbeschadigde weckflessen
■De weckflessen mogen tijdens het inkoken in de
binnenruimte niet met elkaar in contact komen
In de binnenruimte kunt u de inhoud van maximaal zes
weckflessen met ½, 1 of 1½ liter tegelijkertijd met hete lucht ~
inmaken.
Let hierbij op de volgende punten:
Aanwijzingen
■Gebruik bij een inmaakproces alleen weckflessen van gelijke
grootte en met dezelfde levensmiddelen
■Zorg er voor dat u bij het voorbereiden en afsluiten van de
weckflessen schoon werkt
■Gebruik uitsluitend hittebestendige rubber afdichtringen
■De volgende levensmiddelen kunt u niet inmaken met uw
apparaat: de inhoud van blikjes, vlees, vis of paté
Vruchten voorbereiden
1. Fruit wassen en afhankelijk van de soort schillen, ontpitten en
in stukken snijden.
2. Het fruit tot ca. 2 cm onder de rand in de weckflessen doen.
3. Weckflessen met een hete, afgeschuimde suikeroplossing
vullen (ca. Yliter voor een literglas).
Op één liter water:
■ca. 250 g suiker bij zoet fruit
■ca. 500 g suiker bij zuur fruit
Groenten voorbereiden
1. Groenten wassen en afhankelijk van de soort schoonmaken
en in stukken snijden.
2. De groente tot ca. 2 cm onder de rand in de weckflessen
doen.
3. Weckflessen direct vullen met heet gekookt water.
Weckflessen sluiten
1. Randen van de weckflessen met een schone, vochtige doek
afnemen.
2. Rubberen ring en deksel plaatsen en de weckflessen met
klem sluiten.
Inmaken starten
1. Braadslede op inschuifhoogte 1 plaatsen.
2. Weckflessen in een driehoek opstellen, zonder dat ze elkaar
aanraken.
3. ½ liter heet water (ca. 80 °C) in de braadslede gieten.
4. Hete lucht ~met 160 °C instellen.
■Weckflessen met ½ of 1 liter vormen belletjes na ca.
50 minuten
■Weckflessen met 1½ liter vormen belletjes na ca. 60
minuten
5. Apparaat uitschakelen, zodra alle weckflessen belletjes
vormen.
6. Weckflessen nog enkele minuten in de gesloten binnenruimte
laten.
Frambozen, aardbeien, kersen of augurken:
ca. 5-10 minuten
Inmaken beëindigen
Bij fruit, augurken en tomatenpuree:
1. Apparaat uitschakelen, zodra alle weckflessen belletjes
vormen.
2. Weckflessen nog enkele minuten in de gesloten binnenruimte
laten.
■Frambozen, aardbeien, kersen of augurken:
ca. 5-10 minuten
■Ander fruit:
ca. 10-15 minuten
■Tomatensaus of appelmoes:
ca. 15-20 minuten
Bij groente:
1. Temperatuur tot 100 °C reduceren, zodra alle weckflessen
belletjes vormen. Weckflessen ca. 60 minuten in de gesloten
binnenruimte laten doorkoken.
2. Apparaat uitschakelen.
3. Weckflessen nog ca.15-30 minuten in de gesloten
binnenruimte laten staan.
Weckflessen uit de oven nemen
1. Weckflessen op een schone doek plaatsen, afdekken en
beschermen tegen tocht.
2. Klemmen pas verwijderen wanneer de glazen koud zijn.
Ovenreiniging
Bij de ovenreiniging warmt de oven op tot ca. 500 °C. Op deze
manier verbranden resten van het braden, grillen of bakken en
hoeft u slechts nog de as uit de binnenruimte te verwijderen.
U kunt drie reinigingsstanden kiezen.
Hoe sterker en ouder de verontreinig is, des te hoger moet de
reinigingsstand zijn. Het is voldoende wanneer u de
binnenruimte elke twee tot drie maanden reinigt. Voor een
reiniging is slechts ca. 2,5 - 4,7 kWh nodig.
Belangrijke aanwijzingen
Voor uw veiligheid vergrendelt de ovendeur automatisch. U
kunt de ovendeur pas weer openen wanneer de binnenruimte
enigszins is afgekoeld. Probeer niet de haken met de hand te
verschuiven.
De ovendeur niet openen zolang de reiniging wordt uitgevoerd.
Daardoor kan het reinigen worden afgebroken.
De lamp in de binnenruimte is niet aan tijdens de reiniging.
: Risico van brand!
De oven wordt aan de buitenkant zeer heet. Let erop dat de
voorkant van de oven vrij blijft. Nooit brandbare voorwerpen,
bijv. theedoeken, aan de deurgreep hangen. Houd kinderen uit
de buurt.
Stand Reinigingsgraad Tijdsduur
1 licht ca. 1 uur, 15 minuten
2 gemiddeld ca. 1 uur, 30 minuten
3 intensief ca. 2 uur
Table of contents
Languages:
Other Junker Oven manuals

Junker
Junker JB23UK.2 User manual

Junker
Junker JB13AC 0 Series User manual

Junker
Junker JB13AB 0 Series User manual

Junker
Junker JB33UC.1 User manual

Junker
Junker JB33AC50 User manual

Junker
Junker JB11AC 0 Series User manual

Junker
Junker JB23UK 1 Series User manual

Junker
Junker JB11AB 0 Series User manual

Junker
Junker JB23UA 0 Series User manual

Junker
Junker JB23UK.0 User manual
Popular Oven manuals by other brands

Alfa Pizza
Alfa Pizza PIZZA E BRACE Technical manual

Proline
Proline CNC65WH2 operating instructions

Morgan
Morgan MEO-HC23B user manual

Miele
Miele H 4171 Pyrolytic OPERATING AND INSTALLATION Manual

Electrolux
Electrolux EOG 621 Instruction booklet

Tricity Bendix
Tricity Bendix BS670 Operating and installation instructions