Pelgrim IDK650 User manual

handleiding
notice d'utilisation - anleitung - manual
IDK650
700001620000
Dit plaatje bevindt zich aan de bovenzijde van het toestel.
Cette plaque se trouve sur le dessus de l'appareil.
Dieses Schild befindet sich an der Oberseite des Gerätes.
This card is located on the top of the appliance.
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling,
de productiecode (PCODE)
en het volledige itemnummer (ITEMNR) bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous
le code de production (PCODE) et le numéro complet de l'article (ITEMNR).
Halten Sie den Produktionscode (PCODE) und die vollständige Itemnummer
(ITEMNR) bereit, wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department, have the production code (PCODE)
and complete item number (ITEMNR) to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
plak hier het toestel-identificatieplaatje
placez ici la plaque d'identification de l'appareil
kleben Sie hier das Gerätetypenschild ein
stick the appliance identification card here

inhoud
3
uw inductiekookplaat
Beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
veiligheid
Waar u op moet letten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
bediening
Instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 – 15
pannen
De kookplaat optimaal gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 – 18
comfortabel koken
Kooktabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19 – 20
onderhoud
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
storingen
Tabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .23
milieuaspecten
Verpakking en toestel afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
installatievoorschrift
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 – 28
Inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 – 33
2
NL
handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 – 34
FR
notice d'utilisation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 – 66
DE
Anleitung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 – 98
GB
manual . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99 – 130
gebruikte pictogrammen - pictogrammes utilisés
benutzte Piktogramme - pictograms used
belangrijk om te weten - important à savoir
Wissenswertes - important information
tip - conseil - Tipp - tip

uw inductiekookplaat uw inductiekookplaat
4 5
Inleiding
Deze inductiekookplaat is ontworpen voor de echte kookliefhebber. Koken op
een inductiekookplaat heeft een aantal voordelen. Het is comfortabel, omdat
de kookplaat snel reageert en ook op een zeer laag vermogen is in te stellen.
Dankzij het hoge vermogen gaat het aan de kook brengen zeer snel.
De ruime afstanden tussen de kookzones maken het koken comfortabel.
De kookzones zijn nauwkeurig regelbaar door middel van tiptoetsen. De
standen zijn bedoeld als referentie, hierdoor kunt u snel een bepaalde
instelling kiezen.
Koken op een inductiekookplaat verschilt met koken op een traditioneel
toestel. Inductiekoken maakt gebruik van een magnetisch veld om warmte op
te wekken. Dit betekent dat u niet zomaar een willekeurige pan kunt gebruiken.
Het hoofdstuk pannen geeft u hierover meer informatie.
Voor optimale veiligheid is de inductiekookplaat uitgerust met meerdere
temperatuurbeveiligingen en een restwarmtesignalering die aangeeft welke
kookzones nog heet zijn.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de inductiekookplaat
zo optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de bediening treft u
ook achtergrondinformatie aan die van dienst kan zijn bij het gebruik van dit
product.
Daarnaast zijn kooktabellen en onderhoudstips opgenomen.
De veiligheidsvoorschriften die van belang zijn tijdens de installatie zijn
opgenomen in het hoofdstuk 'installatievoorschrift'.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig. De handleiding dient als referentie
voor de servicedienst. Plak daarom het gegevensplaatje welke op de
glasplaat geplakt is op de achterzijde van deze handleiding in het
daarvoor bestemde kader.
Zodra u de servicedienst belt zullen de medewerkers vragen naar de gegevens
op het bijgeleverde gegevensplaatje. Wanneer u deze gegevens niet hebt is
het verlenen van een goede service moeilijker.
Veel kookplezier!
1. kookzone linksvoor 50 - 3000 Watt
2. kookzone linksachter 50 - 2000 Watt
3. kookzone rechtsachter 50 - 2800 Watt
4. kookzone rechtsvoor 50 - 2800 Watt
5. aan/uittoets
6. vermogensregeling +/-
7. automatische timer
8. kinderslot
9. koppeltoets
1
23
4
5 6 7
89
Beschrijving

veiligheid
7
Waar u op moet letten
Inductiekoken is uiterst veilig. Omdat de warmte in de pan wordt opgewekt en
de glasplaat niet warmer wordt dan de inhoud van de pan, is de kans klein dat
u zich aan het toestel zou branden. Toch zijn er, net als bij elk toestel, een
aantal zaken waar u op moet letten.
Aansluiten en reparatie
■Dit toestel mag alleen door een erkend installateur worden aangesloten.
■Open nooit de behuizing van het toestel. Alleen een servicetechnicus mag
het toestel openen. Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie
wordt gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te halen, de
(automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in de
toevoerleiding op de nul te zetten bij een vaste aansluiting.
■Gebruik een toestel dat een breuk of scheurtjes vertoont niet meer. Schakel
het toestel onmiddellijk uit, maak het spanningsloos om elektrische
schokken te voorkomen en bel de servicedienst.
Eerste keer gebruiken
■Als de kookplaat voor de eerste keer gebruikt wordt zult u een
'nieuwigheidsluchtje' ruiken. Het is de lak van het toestel die opgewarmd
wordt. Dit is normaal. Door te ventileren verdwijnt de geur vanzelf.
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik
■Houd natuurlijke ventilatieopeningen open.
Wanneer er zich een lade onder de kookplaat bevindt
■Zorg voor enkele centimeters afstand tussen de kookplaat en de inhoud van
de lade.
■Leg geen brandbare voorwerpen in de lade.
De kookzones worden warm tijdens gebruik en blijven na gebruik
ook een tijd warm ( zie ook 'restwarmte-indicator', verderop in deze
handleiding)
■Laat geen kleine kinderen in de buurt tijdens en vlak na het koken.
uw inductiekookplaat
6
Algemeen
Werking inductie
In het toestel wordt een magnetisch veld opgewekt. Door een pan met een
ijzeren bodem op een kookzone te plaatsen ontstaat in de panbodem een
inductiestroom. Deze inductiestroom wekt warmte op in de panbodem.
De spoel (1) in de kookplaat (2) wekt
een magnetisch veld (3) op. Door een
pan met een ijzeren bodem (4) op de
spoel te plaatsen ontstaat in de
panbodem een inductiestroom.
Comfortabel
De elektronische regeling is nauwkeurig en eenvoudig in te stellen. Op de
laagste stand kunt u bijvoorbeeld chocolade direct in de pan smelten of
ingrediënten bereiden die u gewoonlijk au bain marie verwarmt.
Snel
Door het hoge vermogen van de inductiekookplaat gaat het aan de kook
brengen erg snel. Het doorkoken kost even veel tijd als koken op een andere
kookplaat.
Schoon
De kookplaat is eenvoudig te reinigen. Doordat de kookzones niet heter
worden dan de pan zelf, kunnen voedselresten niet inbranden.
Veilig
De warmte wordt opgewekt in de pan zelf. De glasplaat wordt niet warmer dan
de pan. Hierdoor blijft de kookzone een stuk koeler dan die van bijvoorbeeld
een keramische kookplaat of een gasbrander. Na het wegnemen van een pan is
de kookzone snel afgekoeld.
4
3
2
1

Tijdens gebruik
■Houd rekening met de zeer snelle opwarmtijd op de hogere standen. Blijf er
altijd bij staan als u een kookzone op een hoge stand heeft ingesteld.
■Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan. Hoewel de
kookzone beveiligd is tegen oververhitten, wordt de pan zeer heet en bestaat
de kans dat deze beschadigd raakt.
■Houd tijdens het gebruik van de inductiekookplaat magnetiseerbare
voorwerpen (creditcards, bankpasjes, diskettes, horloges e.d.) uit de buurt
van het toestel. Wij adviseren pacemaker-dragers om eerst de hartspecialist
te raadplegen.
■Gebruik het toestel niet beneden 5 °C.
veiligheid
9
veiligheid
8
Gebruik van vet en olie
■Vet en olie zijn bij oververhitting ontvlambaar.
■Ga niet te dicht bij de pan staan.
■Indien de olie vlam vat, doof het vuur nooit met water.
■Plaats onmiddellijk een deksel erop en schakel de kookzone uit.
Gebruik van andere apparaten in de buurt van de kookplaat
■Voorkom dat snoeren van elektrische apparaten, zoals van een mixer
bijvoorbeeld, terechtkomen op de hete kookzones.
Flambeer nooit onder de afzuigkap
■Door de hoge vlammen kan brand ontstaan, ook bij een uitgeschakelde
afzuigkap.
Hogedrukreiniger of stoomreinigers
■Gebruik nooit een hogedrukreiniger of stoomreinigers.
Glasplaat
■Dit kooktoestel is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het alleen
voor het bereiden van gerechten.
■Let op dat de pan niet droogkookt. Schade ontstaan door droogkoken valt
buiten de garantie.
■De glaskeramische plaat is zeer sterk, maar niet onbreekbaar. Wanneer er
bijvoorbeeld een kruidenpotje of een puntig voorwerp op zou vallen, kan er
een breuk ontstaan.
■Gebruik het kookvlak niet als opslagplaats.
■Leg geen metalen voorwerpen, zoals bakvormen, koektrommels, deksels van
pannen of bestek op de kookzone. Deze kunnen zeer snel heet worden en
brandwonden veroorzaken.

bediening
11
De kookzone die u het laatst inschakelt gaat tot stand 5. Wilt u deze zone op
een hoger vermogen instellen, stel dan eerst een andere zone in op een lager
vermogen.
Maximale combinaties:
Achter elkaar liggende zones beïnvloeden elkaar. Zones naast elkaar kunnen
tegelijkertijd op een hoge stand worden ingesteld. U hoort een tikkend geluid
als twee achter elkaar liggende zones tegelijk ingeschakeld zijn. Dit wordt
veroorzaakt doordat het toestel overschakelt van de achterste naar de voorste
kookzone en omgekeerd.
Twee naast elkaar liggende
kookzones beïnvloeden elkaar niet.
U kunt ze dus gelijktijdig op een
hoge stand instellen.
Even wennen...
In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het toestel. Vooral het aan
de kook brengen op een hogere stand gaat zeer snel. Om overkoken of
droogkoken te voorkomen, kunt u er het beste altijd bij blijven staan. Bij
inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut waar de pan op staat.
Gebruikt u een kleine pan op een grote zone, dan zal het vermogen zich
aanpassen aan de diameter van de pan. Het vermogen zal dus kleiner zijn en
het zal langer duren voordat het gerecht in de pan aan de kook is. Het beste
resultaat bereikt u door een pan te nemen die dezelfde afmetingen heeft als de
kookzone. Als een te kleine pan gebruikt wordt zal de kookzone niet
inschakelen. De minimum diameter is 12 cm.
bediening
10
Instellen
De inductiekookplaat is voorzien van een restwarmte-indicatie, automatische
timer, automatische kookduurbegrenzing en kinderslot. Op deze en de
volgende pagina's kunt u lezen hoe u gebruik maakt van deze voorzieningen.
Inschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Druk op de centrale aan/uit toets.
In de displays verschijnen liggende streepjes. Door
op de plustoets van de desbetreffende zone te
drukken kunt u het gewenste vermogen instellen.
Indien u geen kookvermogen ingeeft, zullen de
kookzones automatisch worden uitgeschakeld.
Vermogen instellen
1. Druk op de + toets.
2. Stel een hogere of lagere stand in door nog een
keer op de + of - toets te drukken.
De kookzones hebben 12 standen.
Dit zijn: 1 / 2 / 3 / 4 / 4. / 5 / 5. / 6 / 6. / 7 / 8 en 9
Uitschakelen
Schakel de zone meteen uit met de centrale aan/uit toets of druk net zo lang
op de - toets totdat er een liggend streepje staat.
Vermogen
Het vermogen voor de zone linksvoor is instelbaar van 50 tot 3000 Watt, voor
linksachter van 50 tot 2000 Watt en voor de rechter zones van 50 tot 2800 Watt.
Twee achter elkaar liggende kookzones worden bestuurd door één generator.
Dit heeft als voordeel dat per kookzone een hoog vermogen gerealiseerd kan
worden. Dit is ideaal voor het zeer snel aan de kook brengen van gerechten en
vloeistoffen, frituren of het aanbraden van grote hoeveelheden.
Wanneer beide achter elkaar liggende kookzones tegelijk ingeschakeld zijn,
wordt het vermogen automatisch verdeeld. Tot stand 5 heeft dit geen
consequenties. Stelt u echter een kookzone in op stand 5 of hoger dan zal de
andere kookzone automatisch terugschakelen (zie tabel pag. 11).
Voorste zone Achterste zone
5 9
5 met punt 8
7 7
85 met punt
9 5

bediening
13
De kookduur kunt u op elk moment wijzigen. Als de ingestelde tijd verstreken is
hoort u een pieptoon en schakelt de desbetreffende zone uit. U kunt de
pieptoon uitschakelen d.m.v. de + en - toets van de timer. Wanneer u dit niet
doet, zal de pieptoon na 30 minuten automatisch uitschakelen.
Kookduurbegrenzing
ls de tijd verstreken is schakelt de zone automatisch uit. Kookduurbegrenzing is
een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze stopfunctie wordt automatisch
ingeschakeld indien u uw kookplaat na een bereiding vergeet uit te zetten:
bediening
12
Stand 9
Stand 9 is geschikt voor het aan de kook brengen van water. Deze stand is te
hoog voor het verhitten van boter of melk en veel te hoog voor ontdooien.
Raadpleeg om de techniek te leren kennen de kooktabel in het hoofdstuk
comfortabel koken.
Stand 8
Stand 8 is de grillstand. Deze stand is geschikt om vlees te bakken. Op stand 9
gaat dit veel te hard; de melkbestanddelen in de margarine verbranden
voordat de margarine gesmolten is.
Restwarmte-indicator
Na een intensief gebruik van een kookzone kan de gebruikte zone nog enkele
minuten warm blijven.
Zolang de kookzone te warm blijft, zal er een
“H” in het display blijven staan.
Automatische timer
De uitschakeltimer kunt u als kookwekker of als uitschakeltimer voor alle
kookzones gebruiken.
1. Zet een pan op de kookzone.
2. Schakel deze kookzone in.
3. Stel een tijd in (0-99 min.) d.m.v. de + en -
toetsen van de timer.
4. Koppel de juiste kookzone aan de timer
met de koppeltoets.
De uitschakeltimer werkt op alle ingeschakelde kookzones. Van een kookzone
die werkt op de timer wisselt de lichtintensiteit. De volgorde is:
Koppeltoets niet bediend De timer werkt als kookwekker. Wanneer de ingestelde tijd
verstreken is veranderen de ingestelde kookstanden niet.
Koppeltoets 1x bediend: de timer schakelt de kookzone linksvoor automatisch uit
Koppeltoets 2x bediend: de timer schakelt de kookzone linksachter automatisch uit
Koppeltoets 3x bediend: de timer schakelt de kookzone rechtsachter automatisch uit
Koppeltoets 4x bediend: de timer schakelt de kookzone rechtsvoor automatisch uit
Koppeltoets 5x bediend: de timer werkt als kookwekker
Kookstand Uren
1 9
2 9
3 5
4 5
4. 5
5 4
5. 4
6 4
6. 3
7 2
8 1
9 1

bediening
15
Oververhittingsbeveiligingen
Het toestel kan oververhit raken, wanneer:
■de pan de warmte niet goed geleidt;
■vet of olie op een hoge stand verhit wordt;
■er onvoldoende luchtcirculatie is (zie ook ventilatiebeveiliging bij het in-
stallatievoorschrift).
In geval van oververhitting leidt dit bij de desbetreffende kookzone,
respectievelijk alle kookzones, tot een van de volgende reacties:
■de kookplaat zal het toegevoerde vermogen iets laten afnemen (in de
displays zal af en toe een F7 verschijnen);
■wanneer dit niet helpt zal de kookplaat uitschakelen en een F8 in de displays
laten zien.
Wanneer de kookplaat voldoende is afgekoeld verdwijnt de melding F8 weer.
Het toestel blijft uitgeschakeld.
Voorkom dat de oververhittingsbeveiliging van het toestel geactiveerd wordt
door:
■pannen te gebruiken die de warmte goed geleiden;
■vet of olie op een lagere stand te verhitten;
■voldoende luchtcirculatie.
Neem contact op met de servicedienst of een erkend vakman indien de
oververhittingsbeveiliging desondanks opnieuw geactiveerd wordt.
bediening
14
Kinderslot
Uw kookplaat beschikt over een kinderslot waarmee u de kookplaat kunt
vergrendelen:
■op het moment dat de kookplaat is uitgeschakeld (met het oog op reiniging
van de kookplaat) of om onbedoeld inschakelen (bijv. door kinderen) te
voorkomen;
Gebruik het kinderslot niet tijdens het koken. De kookzone zal dan
uitschakelen.
Inschakelen
Druk de aan/uit toets 3 seconden in.
Het lampje boven de toets gaat branden.
Uitschakelen
Druk de aan/uit toets 3 seconden in.
Het lampje boven de toets gaat uit.
Extra zekerheid
Veiligheid kookplaat
■Een sensor controleert ononderbroken de temperatuur van de onderdelen
van de kookplaat. Bij een te hoge temperatuur wordt het vermogen van de
kookplaat automatisch verlaagd.
■Zodra u de kookpan van de kookplaat verwijdert, stopt automatisch de
kookactiviteit. Wen uzelf echter aan altijd de kookplaat of zone na gebruik
uit te schakelen om onbedoeld inschakelen te voorkomen.
Veiligheid kookpannen
Elke kookzone is voorzien van een sensor die ononderbroken de temperatuur
van de bodem van de kookpan controleert om elk risico op oververhitting bij
bijvoorbeeld een drooggekookte pan te vermijden.
Veiligheid metalen voorwerpen
Een klein voorwerp zoals een te kleine kookpan (kleiner dan 12 cm), een vork of
een lepel wordt door de kookplaat niet als een kookpan gedetecteerd. Het
display van de zone knippert en de kookplaat wordt niet ingeschakeld.

pannen
17
U kunt zelf met een magneet controleren of uw pannen geschikt zijn.
Een pan is geschikt wanneer:
■de panbodem wordt aangetrokken door een magneet;
■de pan geschikt is voor elektrisch koken.
Gebruik alleen pannen met een dikke (minimaal 2,25 mm), vlakke bodem die
geschikt zijn voor inductiekoken. Het beste zijn pannen met het "Class
Induction" keurmerk.
Pannen, waarvan de bodem niet magnetisch is of niet geschikt zijn voor
elektrisch koken, zijn ongeschikt voor gebruik op de inductiekookplaat.
Geschikt
■speciale roestvrijstalen pannen voor inductiekoken;
■solide geëmailleerde pannen;
■geëmailleerde gietijzeren pannen.
Ongeschikt
Aardewerk, aluminium, kunststof, koper, porselein, roestvrijstaal
Wees voorzichtig met plaatstaal geëmailleerde pannen. Deze kunnen
beschadigd raken als ze gebruikt worden voor inductiekoken. Met name
wanneer deze pannen een te dunne bodem hebben.
Bij plaatstaal geëmailleerde pannen kan:
■email afspringen (het email laat los van het staal) wanneer u de kookplaat op
een hoge stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is;
■de panbodem kromtrekken door bijvoorbeeld oververhitting of door gebruik
van een te hoog vermogen.
Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem
kan de werking van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel
wordt te warm. Hierdoor kan de glasplaat barsten en de panbodem smelten.
Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt
buiten de garantie.
pannen
16
De kookplaat optimaal gebruiken
Het warmteverlies is minimaal omdat de warmte in de pan zelf opgewekt wordt.
Bij kleinere pannen wordt alleen dat deel van de zone geactiveerd dat contact
maakt met de panbodem. Een bijkomend voordeel is dat de handgrepen van
de pan niet warm worden door stralingswarmte langs de pan.
1. Warmteverlies en hete
handgrepen bij een
conventionele kookplaat.
2. Geen warmteverlies en koude
handgrepen bij inductiekoken.
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn.
■Zet alleen pannen met een schone bodem op het kookvlak.
■Til pannen altijd op als u ze verplaatst.
■Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
Schuif de panbodem over een (vochtige) doek, voordat u de pan op het
kookvlak zet. Dit voorkomt dat er zandkorreltjes en dergelijke op het kookvlak
terechtkomen.
Til pannen altijd op;
schuif er nooit mee.
Kook altijd met het deksel op de
pan om energieverlies te
voorkomen.
Bij inductiekoken wordt gebruik gemaakt van een magnetisch veld om warmte
op te wekken. Daarom moet de panbodem ijzer bevatten en dus magnetisch
zijn. De kookzones van de kookplaat hebben de volgende diameters:
rechtsvoor en rechtsachter 18 cm, linksvoor 21 cm en linksachter 16 cm. De
kookplaat past zich echter automatisch aan bij gebruik van kleinere of grotere
pannen. Bij kleinere pannen is er dus geen energieverlies, maar het vermogen
is lager dan bij grotere pannen. De panbodem moet altijd groter zijn dan
12 cm. Dit is de binnenste cirkel die in de kookzone op de glasplaat staat
aangegeven.
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12
6
10
12

comfortabel koken
19
Kooktabel
De onderstaande tabel is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat de
instelwaarde afhankelijk is van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht
en de pan.
Gebruik de hoogste stand voor:
■snel aan de kook brengen;
■slinken van bladgroenten;
■blancheren van groenten;
■verhitten van olie en vet;
■bakken van biefstuk (saignant, rood);
■onder druk brengen van een snelkookpan;
■koken van glad gebonden pudding en vla.
Gebruik een iets lagere stand voor:
■aanbraden van vlees;
■bakken van platvis, dunne moten of filet;
■bakken van gare aardappelen;
■bereiden van glad gebonden soepen en sauzen;
■bakken van omeletten;
■bakken van biefstuk (medium, rozerood);
■frituren (afhankelijk van de temperatuur en de hoeveelheid).
Gebruik een stand iets boven de middelste stand voor:
■bakken van dikke pannenkoeken;
■bakken van dik, gepaneerd vlees;
■gaar bakken van dun vlees;
■doorbraden van groot vlees;
■uitbakken van spek of bacon;
■bakken van rauwe aardappelen;
■bakken van wentelteefjes;
■bakken van gepaneerde vis;
■bakken van dun, gepaneerd vlees;
■bakken van omeletten.
pannen
18
Geluid in de bodem van de pan
Tijdens het koken kunt u een ratelend geluid horen in de bodem van de pan.
Dit is onschuldig. Het geluid wordt veroorzaakt doordat het hoge vermogen
van de kookzone inwerkt op de panbodem.
Verminder het ratelende geluid door een lagere stand te kiezen.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen. De kookzone
reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk is. Zodra u een
kookzone uitschakelt stopt het kookproces direct.
Gebruikte pannen
■Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer
bruikbaar voor inductie.

onderhoud
21
Algemeen
Dagelijkse reiniging
Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het aanbeveling de
kookplaat direct na gebruik schoon te maken. Voor de dagelijkse reiniging kunt
u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld
afwasmiddel, te verwijderen. Verwijder waterkringen en kalkresten met
schoonmaakazijn. Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak
lastig te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar in de handel.
Overgekookte voedselresten verwijderen met een glasschraper. Ook gesmolten
kunststof en suiker kunt u verwijderen met een glasschraper.
Nooit gebruiken
Schuurmiddelen mag u nooit gebruiken. Deze veroorzaken krasjes waarin zich
kalk en vuil ophopen. Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
comfortabel koken
20
Gebruik de middelste standen voor:
■doorkoken van grote hoeveelheden;
■ontdooien van harde groenten, bijvoorbeeld sperziebonen.
Gebruik de laagste standen voor:
■trekken van bouillon;
■rood koken van stoofperen;
■bereiden van stoofvlees;
■doorkoken van gerechten;
■smoren van groenten.

storingen
22
Tabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw inductiekookplaat betekent dit
niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten:
23 storingen
Algemeen
Raadpleeg bij storingen het telefoonnummer van de servicedienst. Zie hiervoor
de bijgeleverde garantiekaart of raadpleeg de internet site www.hps.nl.
Indien u een barstje of scheurtje (hoe klein ook) op de glasplaat vaststelt,
schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, haal meteen de stekker van de
kookplaat uit het stopcontact, verbreek de (automatische) zekering(en) in de
meterkast of zet de schakelaar in de toevoerleiding op nul bij een vaste
aansluiting. Neem vervolgens contact op met de servicedienst.
Alleen een erkend elektrotechnisch installateur mag dit toestel aansluiten!
De installatie moet geschieden volgens de nationale en lokale geldende
voorschriften.
Schade ontstaan door verkeerd aansluiten of verkeerd inbouwen valt niet onder
de garantie.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het in werking stellen verschijnt
er tekst in de displays.
Normale werking. NIETS: zie hoofdstuk “inbouwen” bij
het installatievoorschrift.
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat de zekering van uw
installatie door.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische aansluiting.
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat. Dit is normaal.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets op het display.
Geen stroomtoevoer door defecte
voeding of foutieve aansluiting.
Controleer de zekering of de
elektrische veiligheidsschakelaar (bij
een toestel zonder stekker).
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld blijft het display
knipperen.
De gebruikte kookpan is niet geschikt
voor koken op inductie of heeft een
diameter die kleiner is dan 12 cm.
Zie hoofdstuk “Comfortabel koken”.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie van de
kookplaat naar de kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit normaal
bij bepaalde types van kookpannen.
Dit is niet schadelijk voor de pannen
of de kookplaat.
De kookplaat geeft bij de eerste
kookbeurten een lichte geur af.
Normaal voor een nieuw apparaat. Dit verdwijnt na enkele keren koken.
U hoort een licht tikkend geluid op
uw kookplaat.
Dit wordt veroorzaakt door de
vermogensverdeling van de voorste
en achterste zone. Ook bij lage
kookstanden kan een zacht tikkend
geluid optreden.
Dit is normaal.
Een kookzone stopt plotseling met
de werking en u hoort een
pieptoon.
De tijd van de schakelklok is voorbij. Schakel de pieptoon uit met de + of -
toets van de timer.
Foutcode F01...F08 Een toets wordt te lang bediend of er
ligt een voorwerp op de toets.
Voorwerp verwijderen. Kookplaat
opnieuw inschakelen.
Foutcode F0 De kookplaat is verkeerd aangesloten
of de netspanning is te laag.
Aansluiting controleren. Neem
contact op met uw energieleverancier
als het probleem blijft bestaan.
Foutcode F1...F6 Generator defect. Neem contact op met de
serviceorganisatie.
Foutcode F7 Kookplaat is heet en regelt het
vermogen terug.
Kies een lagere kookstand.
Foutcode F8 Kookplaat oververhit. De kookplaat is uitgeschakeld door
oververhitting. Laat de kookplaat
afkoelen en gebruik een lagere
kookstand.
Foutcode F9 De kookplaat is verkeerd aangesloten
of de netspanning is te hoog.
Laat uw aansluiting wijzigen.
Foutcode F99 U hebt 2 of meerdere toetsen tegelijk
bediend.
Bedien niet meer dan 1 toets tegelijk.
Continu pieptoon De kookplaat is verkeerd aangesloten
of de netspanning is te hoog.
Laat uw aansluiting wijzigen.

24 25 installatievoorschrift
Verpakking en toestel afvoeren
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame
materialen. Dit toestel moet aan het eind van zijn levenscyclus op verantwoorde
wijze worden afgevoerd. De overheid kan u hieromtrent informatie verschaffen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
■karton;
■polyethyleenfolie (PE);
■CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim);
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de overheidsbepalingen
afvoeren.
Op het typeplaatje is het symbool
van een doorgekruiste vuilnisbak
aangebracht:
Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij het
gewone huisvuil mag worden gevoegd, maar naar een speciaal centrum voor
gescheiden afvalinzameling van de gemeente moet worden gebracht of naar
een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat zoals deze kookplaat
voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die
door een ongeschikte verwerking ontstaat en zorgt ervoor dat de materialen
waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te verkrijgen.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een
doorgekruiste vuilnisbak aangebracht.
milieuaspecten
Algemeen
Dit toestel voldoet aan alle relevante CE richtlijnen.
Op het gegevensplaatje aan de onderzijde van het toestel wordt de totale
aansluitwaarde, de vereiste spanning en de frequentie aangegeven.
Veiligheid
Alleen een erkend elektrotechnisch installateur mag dit toestel aansluiten. De
aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
Het toestel moet altijd geaard zijn.
Schade ontstaan door verkeerd aansluiten, verkeerd inbouwen of verkeerd
gebruik valt niet onder de garantie.
Voor een goede werking van het toestel is het van belang dat:
■de aansluitkabel vrij hangt en niet door een lade wordt aangestoten;
■het werkblad vlak is.
De wanden en het werkblad rondom het toestel moeten van hittebestendig
(>85 °C) materiaal zijn. Ook al wordt het toestel zelf niet warm, door de warmte
van bijvoorbeeld een hete braadpan zou de wand kunnen verkleuren of
beschadigen.

26 27 installatievoorschrift
installatievoorschrift
Elektrische aansluiting
Gebruik voor het aansluiten een goedgekeurde kabel, afhankelijk van de
voorschriften. De kabelommanteling moet van rubber zijn.
Raadpleeg bij storingen de tabel op pagina 22. Aan de onderzijde van het
toestel bevindt zich een etiket met daarop de aansluitschema's. De
aansluitklemmen zijn bereikbaar nadat u het aansluitkastje aan de onderzijde
hebt geopend. Open de deksel van het aansluitkastje met behulp van een
schroevendraaier.
Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor dat er een omnipolaire
schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm in de toevoerleiding
wordt aangebracht.
Vermogenstabel
Kookplaattype IDK650
Inductie x
Aansluiting
230 V - 50 Hz x
Maximale vermogen kookzones
Linksvoor 3000 W
Linksachter 2000 W
Rechtsachter 2800 W
Rechtsvoor 2800 W
Aansluitwaarde
L1 3000 W
L2 2800 W
Totale aansluitwaarde 5800 W
Het toestel kan op de volgende manieren worden aangesloten:
1 fase aansluiting (1 1N a.c. 230 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fase en de nul is 230 V a.c.
Breng verbindingsbruggen aan tussen de aansluitpunten 1-2 en 4-5.
Uw groep moet afgezekerd zijn met minimaal 32 A. De aansluitkabel moet een
aderdoorsnede hebben van minimaal 6 mm2.
2 fasen met 2 nullen aansluiting (2 2N a.c. 230 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fase en de nul is 230 V a.c. Tussen de fasen kan een
spanning van 0 V staan wanner deze in de meterkast zijn aangesloten op
dezelfde fase maar ook 400 V wanneer deze zijn aangesloten op
2 verschillende fasen. Uw groepen moeten afgezekerd zijn met
minimaal 16 A (2x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van
minimaal 2,5 mm2.
inductiegenerator rechts
inductiegenerator links
inductiegenerator rechts
inductiegenerator links

installatievoorschrift
28 29 installatievoorschrift
2 fasen met 1 nul aansluiting (2 1N a.c. 400 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V ac. Tussen de fasen staat een
spanning van 400 V. Wanneer er geen spanning van 400 V tussen de fasen
aanwezig is, is er sprake van twee draden die van dezelfde fase zijn af
getakt in de meterkast en moet de kookplaat worden aangesloten met
2 nuldraden, zoals hiervoor genoemd bij 2 fasen met 2 nullen.
Breng een verbindingsbrug aan tussen de aansluitpunten 4-5.
Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (2x). De aansluitkabel
moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm2.
3 fasen met 1 nul aansluiting (3 1N a.c. 400 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V ac.
Tussen de fasen staat een spanning van 400 V. Breng een verbindingsbrug aan
tussen de aansluitpunten 4-5. Fase 3 wordt niet belast. Uw groepen moeten
afgezekerd zijn met minimaal 16 A (3x). De aansluitkabel moet een
aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm2.
inductiegenerator rechts
inductiegenerator links
inductiegenerator rechts
inductiegenerator links
3 fasen aansluiting (3 a.c. 230 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fasen is 230 V a.c. Breng een verbindingsbrug aan tussen
de aansluitpunten 4-5. Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A
(3x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm2.
Met de op het aansluitblok aanwezige bruggen kunt u de vereiste doorverbin-
dingen maken zoals in voorgaande illustraties staat aangegeven. In het deksel van
het aansluitkastje en in onderstaande illustratie staat aangegeven hoe u de
bruggen aan moet brengen. Deze moeten niet meteen bovenop de aansluit-
draden worden geplaatst, maar tussen de schroefkop en de klem om de
aansluitdraad.
Zet de kabel vast met de trekontlasting en sluit het deksel.
Veiligheidsvoorschriften
Voor een goede werking van het toestel is het volgende van
belang:
■Dat er voldoende ventilatie aanwezig is voor het koelen van de kookplaat, een
en ander volgens de in dit hoofdstuk gespecificeerde mogelijkheden.
■De ventilatielucht die de kookplaat aanzuigt mag niet warmer zijn dan 35 °C.
Houd hier rekening mee als u een oven onder de kookplaat inbouwt.
■Dat de aansluitkabel vrij hangt en niet door een lade aangestoten wordt.
■Het aanrechtblad moet minimaal 2,8 cm en mag maximaal 5 cm dik zijn.
■Dat het aanrechtblad vlak is.
inductiegenerator rechts
inductiegenerator links

3130 installatievoorschrift
Beluchting
De elektronica in het toestel heeft
koeling nodig. Aan de onderzijde van
het toestel bevinden zich de
ventilatieopeningen. Door deze
openingen moet koele lucht
aangezogen kunnen worden. Aan de
voorzijde en onderzijde is het toestel
voorzien van uitblaasopeningen.
Voor een optimale koeling van het kooktoestel moet u enkele wijzigingen
aanbrengen in het keukenmeubel.
Boven lade, deur of vaste blende
Zaag de beluchtingsopeningen (min.
100 cm2) uit. Beluchting vindt plaats
via plint en achterzijde kast.
Een lade mag de ventilatieopeningen
aan de onderzijde van het toestel niet
afsluiten.
Bij een lade moet er aan de voorzijde
een opening gemaakt worden van
minimaal 560 x 6 mm. De afstand
tussen lade A en de kookplaat moet
minimaal 10 mm bedragen. Bij een
vaste blende hoeven geen extra
aanpassingen voor beluchting te
geschieden.
150
A
min.
560 x 6 mm
min.
10 mm
installatievoorschrift
Inbouwen
Uitsparing in werkblad zagen
Zaag de uitsparing in het werkblad. Doe dit zeer nauwkeurig (zie tabel). Zaag
ook eventueel aanwezige tussenschotten uit. De afstanden van de zaagmaat tot
de achterwand en/of zijwand staan vermeld in de tabel.
Tabel:
Benodigde vrije ruimte rondom:
Kookplaattype IDK650
Toestel breedte x diepte 602 x 512 mm
Inbouwhoogte vanaf bovenkant werkblad 48 mm
Zaagmaat breedte x diepte 560 x 490 mm
Afstand zaagmaat tot achterwand Minimaal 50 mm
Afstand toestel tot zijwand Minimaal 40 mm
min. 600 mm
min. 650 mm
min. 450 mm
min. 40 mm
afzuigkap
kast
zijwand
kookplaat
min. 40 mm
602 512
48
560 490
min.50

3332 installatievoorschrift
Installatie van de inductiekookplaat boven een combitron, magnetron,
Pelgrim oven van 90 cm of een oven van een ander merk.
Zaag de beluchtingsopening(en) uit
zodat de totale oppervlakte van de
gaten minimaal 100 cm2is. Zie
bijvoorbeeld figuur met twee gaten van
50 cm2.
Plaats een schermplaat tussen de oven
en de kookplaat. De plaat moet
minimaal 10 mm dik zijn en
hittebestendig (85 °C). De ruimte
tussen de onderzijde van de kookplaat
en schermplaat moet minimaal 50 mm
bedragen.
Plaats, voor afscherming van de
luchtstroom, een schermpaneel van het
zelfde materiaal als de schermplaat
tussen de schermplaat en de
kookplaat. Beluchting vindt plaats via
de naastliggende kasten.
Installeer de kookplaat zo dat de stekker altijd gemakkelijk bereikbaar
blijft.
2
50 cm
e
r
t
e
er
t
50
48
min.
560 x 6 mm
installatievoorschrift
Ventilatiebeveiliging
De elektronica moet gekoeld worden. De koele lucht wordt achter het
keukenkastje aangezogen en aan de onderzijde en voorzijde van de kookplaat
weer uitgeblazen. Het toestel kan daarom alleen functioneren als er voldoende
lucht kan circuleren.
Het toestel schakelt zich na korte tijd uit wanneer er onvoldoende lucht
circuleert.
Zorg ervoor dat de traverselat de luchtdoorvoer niet hindert. Schaaf of zaag de
lat desnoods schuins af.
Boven een 60 cm oven van het merk Pelgrim
Nismaat minimaal 600 mm hoog.
Beluchting vindt plaats via plint en
achterzijde oven. Bij een oven moet er
aan de voorzijde een spleet gemaakt
worden van minimaal 560 x 6 mm. Zaag
de beluchtingsopeningen "A" + "B"
uit (100 cm2). Maak een uitsparing "C"
in de zijwand van de keukenkast voor
het doorvoeren van de aansluitkabel.
De kookplaat mag alleen met Pelgrim-ovens worden gecombineerd, niet met
combitrons.
Let er op dat de aansluitkabels vrij hangen. Is er een lade onder de
inductiekookplaat, zorg er dan voor dat de lade niet boven de rand gevuld is
om de beluchting niet te belemmeren.
600
C
B
A

table des matières
35
votre plaque de cuisson induction
Description . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Introduction . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Généralités . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
securité
Les points qui méritent votre attention . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 – 41
commande
Régler . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 – 47
casseroles
Utilisation optimale . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 – 50
cuisiner confortablement
Tableaux de cuisson . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 – 52
entretien
Généralités . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
pannes
Tableau . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Généralités . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
environnement
Que faire de l'emballage et de l'appareil usé . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
instructions d'installation
Généralités . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Branchement électrique . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58 – 61
Encastrement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 – 66
34 installatievoorschrift
1. Controleer of het keukenmeubel en de uitsparing voldoen aan de gestelde
eisen (uitsparing in werkblad zagen).
2. Verwijder de beschermfolie van het afdichtband (A) en plak het band in de
groef van de aluminium profielen of op de rand van de glasplaat. Plak het
afdichtband niet door de hoek, maar knip 4 stukken die goed aansluiten in
de hoek.
3. Als het werkblad van hout is, behandel dan de kopse kanten van het
werkblad met afdichtvernis, om uitzetten van het werkblad door vocht te
voorkomen.
4. Keer het toestel om en leg het in de uitsparing.
5. Sluit het toestel aan op het elektriciteitsnet. Het toestel zal een korte piep
geven en alle displays zullen even oplichten. Het toestel is nu gebruiksklaar.
6. Controleer de werking.
Indien het toestel fout is aangesloten zal het een piepsignaal geven of niets
in de displays laten zien.
7. Overhandig de gebruiksaanwijzing aan uw cliënt.
Direct na het inschakelen zal de ventilator even inschakelen. Het toestel
controleert zichzelf nu gedurende een aantal seconden.
A

votre plaque de cuisson induction
37
Introduction
La présente plaque de cuisson céramique à été conçue pour le véritable
amateur de cuisine. Cuire sur une plaque de cuisson à induction présente un
certain nombre d'avantages. C'est confortable du fait que la plaque de cuisson
réagit rapidement et aussi parce qu'il est possible de la régler sur une
puissance très basse. Grâce à la puissance élevée, le point d'ébullition est très
vite atteint.
Les grands espaces entre les zones de cuisson permettent de cuisiner
confortablement.
Il est possible de régler avec précision les zones de cuisson en utilisant les
touches sensitives. Les positions sont données à titre de référence. Elles vous
permettent de sélectionner rapidement un certain réglage. Cuire sur une
plaque de cuisson à induction est autre chose que cuire sur un appareil
traditionnel. La cuisson à l'induction utilise un champ magnétique pour générer
de la chaleur.
Ceci veut dire que vous ne pouvez pas utiliser n'importe quelle casserole. Le
chapitre "casseroles" vous fournira de plus amples informations sur ce sujet. En
vue d'assurer une sécurité optimale, la plaque de cuisson en induction est
équipée avec un dispositif de sécurité pour la surchauffe et un voyant de
chaleur résiduelle. Il signale les zones de cuisson qui sont encore chaudes.
Ce manuel décrit la manière d'utiliser au mieux la plaque de cuisson en
céramique. En plus d'une information sur la commande, vous trouverez
également une information de base qui vous sera utile pour utiliser ce produit.
Ce livret comprend également des tableaux de cuisson et des conseils
d'entretien. Les consignes de sécurité qui sont importantes pour l'installation,
se trouvent dans le chapitre 'installation'.
Conservez correctement ce manuel. Le manuel sert de référence au service
après-vente. Il vous faut donc coller la plaquette signalétique située sur la
plaque en verre au dos de ce manuel dans le cadre prévu à cet effet.
Les données qui se trouvent sur cette plaquette vous seront demandées par les
employés du service après-vente dès que vous les contactez. Si vous ne
détenez pas ces données, il sera plus difficile de fournir un service correct.
Nous vous souhaitons bien du plaisir à cuisiner !
votre plaque de cuisson induction
36
1. zone de cuisson avant-gauche
50 - 3000 Watt
2. zone de cuisson arrière-gauche
50 - 2000 Watt
3. zone de cuisson arrière droite
50 - 2800 Watt
4. zone de cuisson avant droite
50 - 2800 Watt
5. touche marche/arrêt
6. puissance +/-
7. minuterie/minuteur coupe-circuit
8. verrouillage enfants
9. la touche de connexion
1
23
4
5 6 7
89
Description

securité
39
Les points qui méritent votre attention
La cuisson à induction est extrêmement sûre. Parce que la chaleur est générée
dans la casserole et que la plaque de cuisson ne devient pas plus chaude que
le contenu de la casserole, il y a peu de danger de se brûler à l'appareil.
Pourtant, comme pour tous les autres appareils, il faut tenir compte de
plusieurs facteurs.
Branchement au secteur et réparation
■Seul un installateur agréé est autorisé à effectuer le branchement de cet
appareil.
■Avant de réparer l'appareil, couper le courant. De préférence, en
débranchant, en déconnectant le/les fusible(s) (automatiques) ou en cas
d'une connexion fixe, en mettant sur zéro l'interrupteur situé dans la
conduite d'alimentation.
■N'utilisez plus un appareil qui présente un fêlure ou fissure. Eteignez
l'appareil immédiatement, mettez hors tension et contactez le service après
vente.
Première utilisationn
■Lors de la première utilisation de la plaque de cuisson, une odeur de neuf va
se dégager. Ceci vient de ce que la laque de l'appareil chauffe. C'est
normal. Une aération suffit à éliminer.
Veillez à une bonne aération pendant l'utilisation
■Maintenez les points d'aération naturels ouverts.
En cas de tiroir sous la plaque de cuisson
■Respectez une distance appropriée entre la plaque de cuisson et le contenu
du tiroir.
■Ne mettez pas d'objets inflammables dans le tiroir.
Les zones de cuisson deviennent très chaudes pendant l'utilisation et
restent encore chaudes après utilisation (voir aussi "voyant de
chaleur résiduelle")
■Pendant et après la cuisson, tenez les enfants éloignés de l'appareil.
votre plaque de cuisson induction
38
Généralités
Opération induction
Un champ magnétique est activé dans l'appareil. En plaçant sur une zone de
cuisson une casserole avec un fond en fer, un courant à induction va se
présenter dans le fond de la casserole. Ce courant à induction génère de la
chaleur dans le fond de la casserole.
La bobine (1) située dans la plaque de
cuisson (2) active un champ
magnétique (3). En plaçant une
casserole avec un fond en fer (4) sur la
bobine, un courant à induction va se
présenter dans le fond de la casserole.
Confortable
Le réglage électronique se fait avec précision et simplicité. Sur la position la
plus basse, vous pouvez, par exemple, faire fondre du chocolat directement
dans la casserole ou préparer des ingrédients que vous réchauffez d'habitude
au bain-marie.
Rapide
En raison de la puissance élevée de la plaque de cuisson à induction, le point
d'ébullition est très vite atteint. Après ébullition, la cuisson demande autant de
temps que la cuisson qui se produit sous un autre mode.
Propre
La plaque de cuisson est facile à nettoyer. Comme les zones de cuisson ne
chauffent pas plus que la casserole en question, les dépôts alimentaires ne
peuvent pas brûler.
Sûr
La chaleur est activée dans la casserole en question. La plaque en verre ne
chauffe pas plus que la casserole. En raison de cela, le risque que vous vous
brûliez à l'appareil est vraiment minime. Après avoir enlevé la casserole, la zone
de cuisson se refroidit très vite.
4
3
2
1
Table of contents
Languages:
Other Pelgrim Hob manuals

Pelgrim
Pelgrim GKB 277 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK784 User manual

Pelgrim
Pelgrim IKR8083 Series User manual

Pelgrim
Pelgrim IK3062 Series User manual

Pelgrim
Pelgrim GKB410 User manual

Pelgrim
Pelgrim CKB 640 User manual

Pelgrim
Pelgrim IKR2083RVS/P02 User manual

Pelgrim
Pelgrim PKI260RVS User manual

Pelgrim
Pelgrim GK364 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK5104 User manual

Pelgrim
Pelgrim GK299 User manual

Pelgrim
Pelgrim PK754 Series User manual

Pelgrim
Pelgrim GK410 User manual

Pelgrim
Pelgrim CK1064R User manual

Pelgrim
Pelgrim CKT745 User manual

Pelgrim
Pelgrim PK560 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK664 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK694 User manual

Pelgrim
Pelgrim IK4062R User manual

Pelgrim
Pelgrim GK964 User manual