Pelgrim IK8093R Series User manual

Gebruiksaanwijzing
Inductiekookplaat
Instructions for use
Induction hob
IK8093R---

NL 4
INHOUDSOPGAVE
Uw inductiekookplaat
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Meldingen op het display 7
Veiligheid
Temperatuurbeveiliging 8
Kookduurbegrenzer 8
Vermogensbegrenzer 8
Voor het eerste gebruik
Gebruik van de aanraaktoetsen en de schuifregelaar 9
Inductiegeluiden 9
Geschikte pannen 9
Pandetectie 10
Vermogen instellen 10
Kookinstellingen 11
Bediening
Intelligente kookplaat met automatische pandetectie 12
Inschakelen en vermogen instellen 12
Boostfunctie 13
Klaar met koken 13
Pandetectiesymbool 13
Pan verplaatsfunctie 14
Bridge-inductiekookzones koppelen 14
Grillfunctie 15
Timerbediening 15
Eierwekker 16
Kookduurteller 17
Automatische opwarmfunctie 17
Vergrendelfunctie 18
Pauzefunctie 18
Herstelfunctie 18
Warmhoudfunctie 18

NL 3
Chef Cook functie 19
Automatische kookfuncties 19
De automatische kookfunctie ‘Koken’ 20
De automatische kookfunctie ‘Stomen’ 20
De automatische kookfunctie ‘Pasta’ 21
De automatische kookfunctie ‘Bakken’ 22
De automatische kookfunctie ‘Temperatuur vasthouden’ 23
Gebruikersinstellingen 23
Servicemenu 24
Onderhoud
Reiniging 27
Problemen oplossen
Algemeen 28
Probleemoplossingstabel 28
Technische specificaties
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 30
Milieuaspecten
Verpakking en apparaat afdanken 31
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Verwendete Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wichtig zu wissen - Important information
Handig om te weten - Bon à savoir - Wissenswertes - Nice to know
INHOUDSOPGAVE

NL 4
Inleiding
Gefeliciteerd met uw keuze voor dit toestel. In het ontwerp van dit product heeft eenvoudige
bediening en optimale gebruiksvriendelijkheid centraal gestaan.
In deze handleiding leest u hoe u dit toestel het best kunt gebruiken. Naast informatie over de
bediening, vindt u hier ook achtergrondinformatie die u tijdens het gebruik van het toestel van
pas kan komen.
Lees eerst de separate veiligheidsinstructies voordat u het
toestel gebruikt.
Lees deze handleiding door voordat u het toestel in gebruik neemt, en berg de handleiding
daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
Deze handleiding dient als referentie voor de servicedienst. Plak het typeplaatje in het
daarvoor bestemde kader, achter op de handleiding. Het typeplaatje bevat alle informatie die
de servicedienst nodig heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
Veel kookplezier!
Op onze website kunt u de meest recente versie van de gebruiksaanwijzing vinden.
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 5
Beschrijving
PelgrimIKA8093F
2331 QUARTZGREY, RAL7043 , PANTONE10C
2023-03-30 BFL
Zoneindication: ThinLine: 0,5mm rounded, Thick line (center mark): 1mm rounded, length 10mm (distance left/right 5mm - anchor to anchor)
half roundshape: width always 50mm, diameter = induction coildiameter + 5mm
horizontalline: total width - coil diameter/width + 5mm
3
1
1
1
1
2 2
2
1
1
1. Bridge-inductiekookzone 220 x 185 mm (2,1 kW / 2,6 kW boost / 3,7 kW dubbel boost)
2. Gekoppelde Bridge-inductiekookzone 220 x 390 mm (3,7 kW)
3. Bedieningspaneel
UW INDUCTIEKOOKPLAAT

NL 6
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Bedieningspaneel
4 5 6 10* 11*
2 31 8*7* 9*
Automatische kookfuncties
12 13 14 15 1716
1. Eierwekkertoets
2. Menutoets (Gebruikersinstellingen)
3. Toets ‘Chef Cook’
4. Vergrendeltoets
5. Pauzetoets
6. Aan-/uittoets
7. Pastatoets
8. Toets ‘Temperatuur vasthouden’ (nauwkeurig temperatuurbehoud)
9. Kooktoets
10. Stoomtoets
11. Baktoets
12. Vermogensdisplay / Timerdisplay
13. Timertoets
14. Schuifregelaar (van stand 0 t/m stand P2) voor:
▷het instellen van een waarde voor een kookzone en de timer
15. Warmhoudtoets
16. Grilltoets
17. Bridgetoets
* Dit zijn automatische kookfuncties

NL 7
UW INDUCTIEKOOKPLAAT
Meldingen op het display
Display Beschrijving
Vermogensniveau 0; de kookzone is geactiveerd.
-Vermogensniveau: 1 = lage stand / 9 = hoge stand.
/ Boost actief / Dubbele boost actief.
Geen (geschikte) pan op de kookzone (pandetectiesymbool).
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmte-indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone
nog warm is. Zelfs als de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de
indicator ‘H’ ingeschakeld zolang de kookzone nog warm is! Raak de
kookzones niet aan wanneer deze indicator brandt.
Gevaar! Risico op brandwonden.
Vergrendelfunctie actief.
Automatische verhitting actief.
Warmhoudfunctie actief (44 °C / 70 °C / 94 °C).
Pauzefunctie actief.
Kookfunctie ‘Koken’ actief.
Kookfunctie ‘Stomen’ actief.
Kookfunctie ‘Pasta’ actief.
Kookfunctie ‘Bakken’ actief.
Kookfunctie ‘Temperatuur vasthouden’ actief.
Foutcode.

NL 8
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat in gebruik neemt!
Temperatuurbeveiliging
Een sensor controleert continu de temperatuur van bepaalde onderdelen van de kookplaat.
Elke kookzone is voorzien van een sensor die continu de temperatuur van de bodem van de
pan controleert om risico op oververhitting te voorkomen wanneer een pan droogkookt. Bij een
te hoge temperatuur wordt het vermogen van de kookplaat automatisch verlaagd of wordt de
kookplaat automatisch uitgeschakeld.
Kookduurbegrenzer
De kookduurbegrenzer is een veiligheidsfunctie van uw kookplaat. Deze wordt
geactiveerd als u vergeet de kookplaat uit te schakelen. Afhankelijk van de gekozen
instelling wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand Maximale gebruiks-
tijd (in uren)
Kookstand Maximale gebruiks-
tijd (in uren)
1 - 1,5 10 9 1
2 - 3,5 5 P (boost)
P2 (dubbele boost)
15 minuten
4 - 4,5 4 Warmhouden 2
5 - 5,5 3 Op temperatuur houden 2
6 - 6,5 2 Automatische
kookfuncties
1
7 - 8,5 2 Grillfunctie 2
Vermogensbegrenzer
Kookzones die achter elkaar liggen beïnvloeden elkaar. Wanneer deze kookzones
tegelijk ingeschakeld zijn, wordt het vermogen automatisch verdeeld. Wanneer de
boostfunctie wordt gekozen, wordt de andere kookzone automatisch op een iets
lagere stand gezet. Staat een kookzone op boost en u wilt de andere op stand 9 of
boost zetten, zal de kookzone met boost automatisch naar een lagere stand gaan. Het
vermogensniveau knippert gedurende enkele seconden in de display. Daarna wordt de
maximaal toegestane vermogensstand aangegeven.
Als de kookplaat aangesloten is op 2 fase en de vermogensbegrenzer is ingesteld
op bijhorende configuratie (zie servicemenu), beïnvloeden de middelste en de rechter
kookzones elkaar ook. Zodra de maximale vermogensinstelling is bereikt, knippert het
vermogensniveau gedurende enkele seconden in de display. Daarna wordt de maximaal
toegestane vermogensstand aangegeven.
VEILIGHEID

NL 9
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Gebruik van de aanraaktoetsen en de schuifregelaar
Plaats uw vingertop plat op een toets of op de schuifregelaar voor het beste resultaat. U hoeft
geen druk uit te voeren. De aanraaktoetsen reageren alleen op lichte druk van een vingertop.
Bedien de toetsen niet met andere objecten.
Inductiegeluiden
Een tikkend geluid
Dit wordt veroorzaakt door de vermogensbegrenzer op de kookzones. Ook bij lagere
kookstanden kunt u een tikkend geluid horen.
Pannen maken geluid
Pannen kunnen tijdens het koken geluid maken. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van
de kookplaat naar de pan stroomt. Bij hoge niveaus is dit bij sommige pannen een heel normaal
verschijnsel. Dit is niet schadelijk voor de pannen of de kookplaat.
De ventilator maakt geluid
Het toestel is voorzien van een ventilator om de levensduur van de elektronica te verlengen. Als u
het toestel intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld om het toestel te koelen en hoort
u een zoemend geluid. De ventilator blijft nog enkele minuten doorwerken nadat de kookplaat is
uitgeschakeld.
Geschikte pannen
Voor inductiekoken moet een pan een dikke vlakke bodem hebben (minimaal 2,25 mm). Gebruik
pannen van magnetisch materiaal of pannen met een sandwichbodem. Andere pannen leveren
lagere prestaties. Pannen van koper, aluminium of keramisch materiaal zijn niet geschikt.
Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking
van de droogkookbeveiliging belemmeren; het toestel kan dan te warm worden. Dit
kan tot schade leiden. Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of
droogkoken, valt buiten de garantie.
Pannen die op een gaskookplaat zijn gebruikt, zijn niet meer geschikt voor
inductiekoken.
Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen! Het emaille kan
beschadigen op een hoge stand wanneer de pan te droog is. Door te hoge
vermogensstanden kan de panbodem gemakkelijk kromtrekken.

NL 10
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Minimale pandiameter
• De minimale diameter van de panbodem:
▷100 mm voor een kookzone 220 x 185 mm.
▷240 mm voor een gekoppelde kookzone.
• U bereikt het beste resultaat met een pan van dezelfde diameter als de kookzone. Als de
pan te klein is, wordt de kookzone niet ingeschakeld.
Let op
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken die niet meer te verwijderen zijn. Zet
daarom alleen pannen met een schone bodem op de kookplaat. Wij adviseren om
pannen op te tillen en niet te verschuiven over de kookplaat.
Pandetectie
• Als de kookplaat, na het instellen van het vermogen, geen (ijzerhoudende) pan detecteert,
gaat het symbool voor pandetectie op het display knipperen. De kookzone schakelt na
1 minuut uit.
• Haalt u tijdens het koken een pan van de kookzone af, dan verschijnt het pandetectie-
symbool. De kookzone schakelt uit. Het symbool verdwijnt als u de pan weer terug plaatst.
De kookzone schakelt weer in met het eerder ingestelde vermogensniveau.
• Als de bridge-inductiekookzones gekoppeld zijn, zullen de bijbehorende schuifregelaars
gaan knipperen als er een ongeschikte of te keine pan wordt gebruikt.
Vermogen instellen
De kookzones hebben vermogenniveaus van 0 tot 9 (in halve stappen), een boostniveau (P) en
een dubbel boostniveau (P2). Stel het vermogen in door de schuifregelaar aan te raken. Bij de
eerste aanraking wordt het niveau ingesteld op het deel van de schuifregelaar dat u aanraakt.
Door over de schuifregelaar te vegen, verandert u de instelling. De stand wordt hoger wanneer
u naar rechts schuift. De stand wordt lager wanneer u naar links schuift. Als u uw vinger van de
schuifregelaar haalt, begint de kookzone op de ingestelde stand te verwarmen.

NL 11
Kookinstellingen
Aangezien de instellingen afhankelijk zijn van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht in
de pan, geldt de onderstaande tabel alleen als richtlijn.
Gebruik de boost-instellingen voor:
• snel aan de kook brengen van voedsel of vloeistof;
Gebruik instelling 8,5 - 9 voor:
• aanbraden van vlees;
• bereiden van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren van voedsel.
Gebruik instelling 7 - 8 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees;
• bakken van bacon (vet);
• koken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis;
• doorkoken van pasta;
• bakken van dunne (gepaneerde) lappen vlees.
Gebruik instelling 4 - 6,5 voor:
• doorkoken van grote hoeveelheden;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken van dikke lappen gepaneerd vlees.
Gebruik instelling 1 - 3,5 voor:
• trekken van bouillon;
• stoven van vlees;
• zacht koken van groenten;
• smelten van chocolade;
• pocheren;
• smelten van kaas.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK

NL 12
Lees het hoofdstuk ‘Voor het eerste gebruik’ zorgvuldig door voordat u begint met
koken. Dit voorkomt onjuist gebruik van de kookplaat.
Als de kookplaat voor de eerste keer wordt aangesloten aan de stroomvoorziening of na
een stroomstoring, knippert gedurende 2 minuten de menutoets. De kookplaat staat in
de instelmodus. U kunt de kookplaat gewoon gebruiken door deze in te schakelen met
de aan-/uittoets.
Intelligente kookplaat met automatische pandetectie
Dit is een intelligente kookplaat met automatische pandetectie. Wanneer een pan op een zone
wordt geplaatst, licht de bijbehorende schuifregelaar op en kan het kookproces gestart worden
door bijvoorbeeld een vermogensniveau en een timer te selecteren. Ook de toetsen van de
beschikbare functies die gekozen kunnen worden lichten op. Vermogensstanden of functies die
niet verlicht zijn, kunnen op dat moment niet gekozen worden. Vermogensstanden of functies die
actief zijn, zijn het felst verlicht.
Inschakelen en vermogen instellen
Zorg ervoor dat de onderzijde van de pan en het oppervlak van de kookzone schoon en
droog zijn.
1. Druk op de aan-/uittoets totdat u een geluidssignaal hoort.
▷Er verschijnt een korte animatie.
▷De beschikbare functies worden gedimd weergegeven.
2. Plaats binnen 30 seconden een pan op het midden van een kookzone.
▷Op de desbetreffende kookzonedisplay verschijnt een ‘0’ en de bijbehorende
schuifregelaar licht op.
▷Meer beschikbare functies worden gedimd weergegeven.
3. Gebruik de schuifregelaar van de desbetreffende kookzone om de gewenste stand in te
stellen.
▷De kookzone start automatisch op het ingestelde niveau.
▷De vermogensstand verschijnt in de display en de stand is ook te zien aan de
schuifregelaar (de cijfers zijn feller verlicht).
▷Stel een hoger of lager vermogen in door de schuifregelaar te gebruiken.
De kookplaat gaat uit als er binnen 30 seconden geen instelling wordt gedaan of een
functie wordt gekozen.
BEDIENING

NL 13
Boostfunctie
U kunt de boostfunctie gebruiken om max. 15 minuten op de hoogste kookstand te koken. Er is
een boostniveau (P) en een dubbel boostniveau (P2).
Omdat de boostfunctie hoge temperaturen kan bereiken, mag deze alleen worden
gebruikt voor kookprocessen met water. Olie of vet kunnen gaan verbranden als de
boostfunctie wordt gebruikt.
1. Gebruik de schuifregelaar van de betreffende kookzone om P of P2 in te stellen.
▷Stand ‘P’ of ‘P2’ verschijnt in de display.
▷Na 15 minuten klinkt er een geluidssignaal. Het vermogen wordt verlaagd naar stand 9.
Raak de schuifregelaar aan om de boostfunctie voortijdig te stoppen.
Klaar met koken
1. Zet het vermogensniveau op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
2. Schakel de inductiekookplaat uit door op de aan-/uittoets te drukken totdat u een
geluidssignaal hoort.
Het symbool H wordt weergegeven op het display van de kookzone, als die te
heet is om te worden aangeraakt. Het symbool verdwijnt wanneer het oppervlak is
afgekoeld tot een veilige temperatuur. U kunt ook energie besparen door een nog
hete kookzone te gebruiken om andere pannen te verwarmen.
Als alle kookzones ingesteld zijn op ‘0’ en er geen verdere handeling wordt uitgevoerd,
schakelt de kookplaat na 10 seconden automatisch uit.
Pandetectiesymbool
Wanneer het symbool voor pandetectie knippert op het display:
• hebt u de pan niet op de juiste kookzone geplaatst;
• is de gebruikte pan niet geschikt voor inductiekoken;
• is de pan te klein of niet goed op de kookzone geplaatst.
▷De kookzone werkt niet totdat er een geschikte pan op de kookzone is geplaatst.
BEDIENING

NL 14
Pan verplaatsfunctie
De pan verplaatsfunctie maakt het mogelijk om de vermogensinstellingen en een eventueel
lopende timer over te nemen van de ene kookzone naar de andere kookzone.
Voorwaarden
• De kookplaat staat aan.
• Er wordt minimaal één pan op de kookplaat geplaatst, er wordt een vermogen en eventueel
een timer voor deze pan ingesteld.
• Til de pan op en plaats deze binnen 3 seconden op een andere lege kookzone.
• Het vermogensniveau en een eventueel lopende timer worden automatisch overgedragen
naar de andere kookzone. Het kookproces gaat op dezelfde manier verder als op de vorige
kookzone. De vorige kookzone wordt onmiddellijk uitgeschakeld.
Opmerkingen
• De pan verplaatsfunctie is alleen beschikbaar als permanente pandetectie is ingeschakeld.
• Eventuele actieve automatische kookfuncties kunnen niet worden overgedragen en worden
afgebroken wanneer een pan wordt verplaatst.
• Zorg ervoor dat er slechts één pan tegelijk wordt verplaatst.
Bridge-inductiekookzones koppelen
De Bridge-inductiekookzones kunnen aan elkaar gekoppeld worden. Hierdoor ontstaat één grote
zone. De pan moet groot genoeg zijn om het midden van de voorste en achterste kookzone te
bedekken (> 240 mm).
1. Plaats een pan op het midden van beide bridge-inductiekookzones.
▷De bridgetoets en grilltoets worden zichtbaar.
2. Druk op de bridgetoets.
▷De bridgetoets licht feller op.
▷Op het display van de voorste zone verschijnt een ‘0’.
3. Gebruik een schuifregelaar om het gewenste vermogen in te stellen voor de gekoppelde
kookzones.
▷De stand verschijnt op het display van de voorste zone.
▷De kookzone start automatisch op het ingestelde niveau.
▷Stel een hoger of lager vermogen in door een schuifregelaar te gebruiken.
4. Druk op de bridgetoets om de bridge-inductiekookzones weer los te koppelen.
▷Op beide displays verschijnt een ‘0’.
Als de gebruikte pan de beide zones te weinig bedekt, gaan uit veiligheid beide
schuifregelaars knipperen en kan er geen vermogen worden ingesteld.
BEDIENING

NL 15
Grillfunctie
Met deze functie maakt u optimaal gebruik van een grillplaat met de juiste vermogensstanden.
De stappen tussen de verschillende vermogensstanden zijn voor de grillfunctie vooraf kleiner
gedefinieerd. Op deze manier wordt de temperatuur nauwkeuriger geregeld.
1. Plaats een grillplaat op beide bridge-inductiekookzones.
▷De bridgetoets en grilltoets worden zichtbaar.
2. Druk op de grilltoets.
▷De grilltoets licht feller op.
▷Op het display van de achterste zone verschijnt een ‘0’.
3. Gebruik een schuifregelaar om het gewenste vermogen in te stellen.
▷De stand verschijnt op het display van de achterste zone.
▷De kookzone start automatisch op het ingestelde niveau.
▷Stel een hoger of lager vermogen in door een schuifregelaar te gebruiken.
4. Druk op de grilltoets om de grillfunctie uit te schakelen.
▷Op beide displays verschijnt een ‘0’.
Als de gebruikte grillplaat de beide zones te weinig bedekt, gaan uit veiligheid beide
schuifregelaars knipperen en kan er geen vermogen worden ingesteld.
Timerbediening
De timer is gekoppeld aan een actieve kookzone. Nadat de ingestelde tijd is verstreken, wordt
de kookzone automatisch uitgeschakeld.
De tijd moet per cijfer worden ingesteld. De in te stellen tijdsduur is max. 99 minuten.
1. Raak de timertoets van de betreffende kookzone aan om de timer in te schakelen.
▷De timertoets gaat knipperen. Zolang de toets knippert is de tijd in te stellen.
▷In de display verschijnt ‘--’ waarvan het eerste streepje knippert.
2. Stel een tijd in met de schuifregelaar; eerst het voorste cijfer (kies ‘0’ als u een tijd onder de
10 minuten wilt instellen).
3. Raak de timertoets aan ter bevestiging of wacht totdat het cijfer niet meer knippert.
4. Stel een tijd in met de schuifregelaar; nu het tweede cijfer.
5. Raak de timertoets aan ter bevestiging of wacht totdat het cijfer niet meer knippert.
▷Wanneer de tijd is ingesteld, begint de timer met aftellen.
▷De display toont nu de tijd en niet meer de vermogensstand.
▷Een knipperende stip aan de rechterkant van de tijd geeft aan dat er een timer is
ingesteld voor de betreffende kookzone.
BEDIENING

NL 16
▷De geselecteerde kookzone wordt automatisch uitgeschakeld zodra de ingestelde tijd is
verstreken; er klinkt een geluidssignaal en de display toont ‘00’.
▷Raak de timertoets aan om het alarm uit te schakelen.
Raak de timertoets aan en stel met de schuifregelaar de tijd in op ‘00’ om voortijdig de
timer uit te schakelen.
Om tussendoor het ingestelde vermogen te bekijken of te wijzigen; raak de schuifregelaar
aan. Het vermogen wordt 4 seconden getoond. Daarna wordt de tijd van de timer weer
getoond.
Eierwekker
De eierwekker is niet aan een kookzone gekoppeld. Wanneer de kookplaat wordt uitgeschakeld,
loopt de keukenwekker door. Met de schuifregelaar van de kookzone linksvoor kan de
eierwekker worden ingesteld.
De tijd moet per cijfer worden ingesteld. De in te stellen tijdsduur is max. 99 minuten.
1. Raak de eierwekkertoets aan om de eierwekker in te schakelen.
▷De eierwekkertoets gaat knipperen. Zolang de toets knippert is de tijd in te stellen.
▷In de display van de kookzone linksvoor verschijnt ‘--’ waarvan het eerste streepje
knippert.
2. Stel een tijd in met de schuifregelaar van de kookzone linksvoor; eerst het voorste cijfer
(kies ‘0’ als u een tijd onder de 10 minuten wilt instellen).
3. Raak de eierwekkertoets aan ter bevestiging of wacht totdat het cijfer niet meer knippert.
4. Stel een tijd in met de schuifregelaar; nu het tweede cijfer.
5. Raak de eierwekkertoets aan ter bevestiging of wacht totdat het cijfer niet meer knippert.
▷Wanneer de tijd is ingesteld, begint de eierwekker met aftellen.
▷De display toont nu de tijd en niet meer de vermogensstand indien die is ingesteld.
▷Een knipperende stip aan de linkerkant van de tijd geeft aan dat er een eierwekker is
ingesteld.
▷Zodra de ingestelde tijd is verstreken, klinkt er een geluidssignaal en de display toont
‘00’.
▷Raak de eierwekkertoets aan om het alarm uit te schakelen.
Raak de eierwekkertoets aan en stel met de schuifregelaar de tijd in op ‘00’ om voortijdig
de eierwekker uit te schakelen.
BEDIENING

NL 17
Kookduurteller
Met deze functie weet u hoe lang de kookzone tijdens het kookproces wordt gebruikt.
1. Plaats een pan op het midden van een kookzone en stel het vermogen in.
2. Druk gedurende 3 seconden op de timertoets totdat ‘00’ in de display verschijnt.
▷De kookduurteller is geactiveerd; de tijd telt op.
3. Zet het vermogen van de kookzone op ‘0’ om de kookduurteller te stoppen.
Automatische opwarmfunctie
Met deze functie wordt de kookzone op het hoogste vermogensniveau ingesteld zodat
uw pan snel op de gewenste temperatuur is. Na verloop van een bepaalde tijd keert het
vermogensniveau weer terug naar het ingestelde vermogen. Deze functie is beschikbaar voor
vermogensniveau 1 t/m 8,5.
Vermogensniveau Opwarmtijd (seconden)
1 - 1,5 48
2 - 2,5 144
3 - 3,5 230
4 - 4,5 312
5 - 5,5 408
6 - 6,5 120
7 - 7,5 168
8 - 8,5 216
1. Plaats een pan op het midden van een kookzone.
▷Op de desbetreffende kookzonedisplay verschijnt een ‘0’ en de bijbehorende
schuifregelaar licht op.
2. Gebruik de schuifregelaar van de desbetreffende kookzone om de gewenste stand in te
stellen en houd uw vinger een tijdje op deze stand totdat ‘A’ in de display verschijnt.
▷‘A’ en het gekozen vermogensniveau knipperen afwisselend op het display.
▷Wanneer de tijd voor automatisch opwarmen is verstreken, schakelt de kookzone
automatisch over naar het geselecteerde vermogen.
▷Het geselecteerde vermogen wordt voortdurend op het display weergegeven.
3. Zet het vermogensniveau op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
BEDIENING

NL 18
Vergrendelfunctie
Gebruik deze functie om ongewenst inschakelen van de kookzones te voorkomen.
1. Schakel de kookplaat in.
2. Druk op de vergrendeltoets totdat op alle displays een ‘L’ verschijnt.
▷De vergrendelfunctie is geactiveerd.
3. Bij het opnieuw inschakelen van de kookplaat is de vergrendelfunctie actief.
▷Op alle displays verschijnt ‘L’.
4. Druk weer op de vergrendeltoets totdat op alle displays ‘L’ verdwijnt.
▷De vergrendelfunctie is gedeactiveerd.
Pauzefunctie
U kunt het koken pauzeren (max. 10 minuten) in plaats van de kookplaat uit te zetten.
Ingeschakelde kookzones gaan automatisch naar stand 1 en timers worden gepauzeerd. De
kookplaat gaat uit als de pauzefunctie niet binnen 10 minuten wordt uitgeschakeld.
1. Druk gedurende 2 seconden op de pauzetoets.
▷In alle displays verschijnt het pauzesymbool.
▷De kookplaat staat nu in de pauzestand.
▷Alleen de aan-/uittoets en de pauzetoets zijn actief.
2. Raak nogmaals de pauzetoets aan om de pauzefunctie uit te schakelen.
▷Het kookproces en de timers worden weer hervat.
Herstelfunctie
Als de kookplaat met de aan-/uittoets per ongeluk werd uitgeschakeld, kunnen alle instellingen
worden teruggezet met behulp van de herstelfunctie.
1. Raak binnen 6 seconden de aan-/uittoets aan.
2. Raak binnen 10 seconden de pauzetoets aan.
Warmhoudfunctie
Gebruik deze functie om voedsel na het koken warm te houden op een temperatuur van
+/- 44 °C, 70 °C of 94 °C.
1. Schakel de kookplaat in en zet een geschikte pan op een van de kookzones.
BEDIENING

NL 19
2. Raak de warmhoudtoets eenmaal (44 °C ), tweemaal (70 °C) of driemaal (94 °C) aan.
▷De warmhoudfunctie is actief. Op het display verschijnt het bijbehorende
warmhoudsymbool.
3. Zet het vermogensniveau op ‘0’ om de warmhoudfunctie uit te schakelen.
Chef Cook functie
Met deze functie worden alle kookzones tegelijk ingeschakeld en is de kookplaat verdeeld in drie
gekoppelde zones. De vermogensstanden voor deze zones zijn vooraf gedefinieerd en kunnen
worden gewijzigd tijdens het gebruik van deze functie. De laatst gebruikte instellingen worden
opgeslagen voor het gebruik van de Chef Cook functie de volgende keer.
• Op de kookzones aan de linkerzijde wordt automatisch vermogensniveau 3 geactiveerd.
• Op de kookzones in het midden wordt automatisch vermogensniveau 6 geactiveerd.
• Op de kookzones aan de rechterzijde wordt automatisch vermogensniveau 9 geactiveerd.
1. Plaats een pan (of meerdere pannen) op het midden van een kookzone.
2. Raak de toets ‘Chef Cook’ aan.
▷In de displays verschijnen de vermogensstanden en de bridgetoetsen zijn verlicht.
3. Stel eventueel de vermogensstanden van de zones naar eigen voorkeur in. U kunt ook de
zones loskoppelen en individueel bedienen. De laatste instellingen worden bewaard.
4. Raak de toets ‘Chef Cook’ aan om de Chef Cook functie uit te schakelen.
Automatische kookfuncties
Deze kookplaat beschikt over 5 automatische kookfuncties. De daadwerkelijke prestaties van
deze kookfuncties zijn sterk afhankelijk van het gebruikte kookgerei en van bepaalde andere
parameters:
• De automatische kookfuncties werken het meest nauwkeurig met roestvrijstalen pannen met
een sandwichbodem.
• De automatische kookfuncties werken minder nauwkeurig met kookgerei dat aluminium
bevat of meerlaags pannen.
• Het gebruik van gietijzeren en stalen kookgerei wordt niet aanbevolen.
• Zorg ervoor dat u voor koken, stomen, pasta en bakken een pan gebruikt die kouder is dan
40 °C en een zone zonder restwarmte (kouder dan 60 °C).
• Als de pan van de ene zone naar de andere wordt verplaatst, volgen de automatische
kookfuncties niet.
• Als de pan langer dan 20 seconden wordt opgetild, worden de geactiveerde automatische
kookfuncties geannuleerd.
• U kunt meerdere automatische kookfuncties tegelijkertijd op verschillende zones gebruiken.
• De timer of de kookduurteller kunnen gebruikt worden bij de automatische kookfuncties.
BEDIENING

NL 20
De automatische kookfunctie ‘Koken’
Deze functie brengt het water automatisch tot het kookpunt. Zodra het kookpunt is bereikt,
schakelt de geselecteerde zone standaard over naar vermogensniveau 1 om energie te
besparen. U kunt deze instelling op elk moment op de schuifregelaar wijzigen tijdens gebruik van
deze functie.
Let op
• Er mogen tijdens het koken geen ingrediënten zoals zout of voedsel in de pan aanwezig zijn.
• De waterhoogte in de pan moet tussen 3 cm en 9 cm liggen.
• Het opwarmproces kan met of zonder deksel plaatsvinden.
• Navullen met water tijdens de automatische kookfunctie ‘Koken’ verstoord de
nauwkeurigheid.
1. Plaats een pan op het midden van een kookzone.
▷Op de desbetreffende kookzonedisplay verschijnt een ‘0’ en de bijbehorende
schuifregelaar licht op.
2. Raak de toets ‘Koken’ aan.
▷De toets ‘Koken’ en de schuifregelaar gaan knipperen.
3. Raak de schuifregelaar aan.
▷In de display verschijnt ‘bo’ en de schuifregelaar toont een animatie.
▷Tijdens de animatie knippert vermogensniveau 1; als het water kookt, zal automatisch
dit niveau worden ingesteld voor de kookzone.
▷De geselecteerde zone zal opwarmen en het water naar het kookpunt brengen. Wanneer
het kookpunt bereikt is, klinkt er een geluidssignaal.
4. Zet het vermogensniveau op ‘0’ om de functie ‘Koken’ uit te schakelen.
Raak tijdens de kookfunctie ‘Koken’ de schuifregelaar aan om vermogensniveau 1 naar
wens aan te passen. Als het water kookt, zal automatisch dit nieuwe niveau worden
ingesteld voor de kookzone.
De automatische kookfunctie ‘Stomen’
Deze functie brengt het water automatisch tot het kookpunt en houdt het daar vast, zodat er
voldoende stoom ontstaat voor groenten of ander voedsel. U kunt de hoeveelheid stoom op elk
moment wijzigen door het vermogensniveau op de schuifregelaar te wijzigen. Als al het water is
verdampt, wordt het vermogensniveau uitgeschakeld.
Let op
• De groenten (of ander voedsel) moeten in de pan zitten met minimaal 3 cm water voordat
het stomen wordt geactiveerd.
• De pan moet een deksel hebben.
BEDIENING
Table of contents
Languages:
Other Pelgrim Hob manuals

Pelgrim
Pelgrim GKB410 User manual

Pelgrim
Pelgrim PK560RVSA1E/P02 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK762 User manual

Pelgrim
Pelgrim GK964 User manual

Pelgrim
Pelgrim GKV 120-125 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK862ONY User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK785ONY User manual

Pelgrim
Pelgrim IKR4082F/P01 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK465ONY User manual

Pelgrim
Pelgrim IK5064F User manual

Pelgrim
Pelgrim GK635 User manual

Pelgrim
Pelgrim GK364 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK894ONY User manual

Pelgrim
Pelgrim KI680ZT User manual

Pelgrim
Pelgrim IK5084F User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK832 User manual

Pelgrim
Pelgrim IDK764 User manual

Pelgrim
Pelgrim PKI260RVS User manual

Pelgrim
Pelgrim GK417 User manual

Pelgrim
Pelgrim GKB 310 User manual