Pelgrim PF8165WIT User manual

Gebruiksaanwijzing
Fornuis
Instructions for use
Cooker
PF8165WIT
PF8265WIT
PF8265RVS
PFW8265WIT
PFW8265RVS

NL Handleiding NL 3 - NL 27
EN Manual EN 3 - EN 27
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijke informatie - Important information
Tip - Tip

NL 3
INHOUD
Uw fornuis
Inleiding 4
Bedieningspaneel 5
Oven beschrijving 6
Toebehoren 6
Gaskookplaat beschrijving 7
Sierdeksel 8
Eerste gebruik
Om te beginnen 9
Oven gebruiken 9
Gebruik
Ovenfuncties 11
Gaskookplaat gebruiken 12
Bediening
Oven bedienen 13
Timer 13
Extra functies kiezen 14
Kookplaat bedienen 16
Reiniging
Let op 18
Algemeen 18
Oven reinigen 19
Geleiderails demonteren en reinigen 19
Ovendeur demonteren 20
Ovenvenster demonteren 20
Aqua Clean-functie 21
Ovenlampje vervangen 21
Problemen oplossen
Algemeen 23
Gaskookplaat 23
Oven 24
Installatie
Algemeen 25
Gasaansluiting 25
Elektrische aansluiting 26
Installatie 26
Oven en milieu
Apparaat en verpakking afvoeren 27

NL 4
Inleiding
Gefeliciteerd met de aankoop van dit fornuis. Dit product is ontworpen voor optimale
gebruiksvriendelijkheid. Het fornuis heeft vele verschillende instellingen, waardoor u telkens
de juiste bereidingswijze kunt kiezen.
In deze handleiding leest u hoe u het fornuis optimaal kunt gebruiken. Naast informatie over de
bediening van de oven vindt u hier ook achtergrondinformatie die van pas kan komen als u het
apparaat gebruikt.
Lees vóór gebruik van het apparaat de afzonderlijk
meegeleverde veiligheidsinstructies!
Lees deze handleiding vóór gebruik van het apparaat en berg de handleiding daarna veilig
op voor toekomstig gebruik.
UW FORNUIS

NL 5
UW FORNUIS
Bedieningspaneel
1. Regelknop brander linksachter
2. Regelknop brander linksvoor
3. Ovenfunctietoets
4. Display (bereidingsinformatie en timer)
a. bediening oven
b. symbool bereidingstijd
c. symbool eindtijd
d. symbool keukenwekker
e. symbool klok
f. symbool verwarming/temperatuur
5. Kinderslot
6. Minder
7. Timertoets
8. Meer
9. Start/stop
10. Temperatuurknop
11. Regelknop brander rechtsvoor
12. Regelknop brander rechtsachter
Voor de beste toetsrespons raakt u de toets met een groot deel van uw vingertop aan.
Telkens wanneer u tijdens het gebruik van de oven een toets indrukt, klinkt er een korte toon.
1
ba fc d e
10 11 12
2 3 54 6 7 8 9

NL 6
Beschrijving oven
2
1
4
niveau 1
niveau 2
niveau 3
niveau 4
3
5
6
1. Sierdeksel
2. Bedieningspaneel
3. Geleiderails
4. Ovendeur
5. Handvat
6. Opberglade/klapdeurtje (afhankelijk van model)
7. Stelvoetjes
Geleiderails/telescoopgeleiders
• Afhankelijk van het model beschikt de oven over vier of vijf geleiderails (niveau 1 tot 4/5).
Niveau 1 wordt voornamelijk gebruikt in combinatie met onderwarmte. De twee bovenste
niveaus worden voornamelijk gebruikt voor de grillfunctie.
• Plaats het ovenrooster, de bakplaat of de stoomschaal in de ruimte tussen de geleiders
van de rails.
• Afhankelijk van het model zijn bij een aantal inschuifniveaus telescoopgeleiders aangebracht
die volledig uittrekbaar zijn.
UW FORNUIS
7

NL 7
• Trek de telescoopgeleiders volledig uit de ovenruimte en plaats er het ovenrooster,
de bakplaat of de stoomschaal op. Schuif de telescoopgeleiders vervolgens met het
ovenrooster, de bakplaat of de stoomschaal terug in de ovenruimte.
• Sluit de ovendeur pas nadat de telescoopgeleiders volledig in de ovenruimte zijn geschoven.
Toebehoren
Het apparaat wordt geleverd met een reeks toebehoren. Welke dit zijn, is afhankelijk van
het model. Gebruik alleen originele toebehoren; deze zijn speciaal geschikt voor gebruik
met het apparaat. Zorg ervoor dat alle gebruikte toebehoren bestand zijn tegen de
temperatuurinstellingen van de ovenfunctie die u hebt gekozen.
Niet alle toebehoren zijn geschikt en/of beschikbaar voor elk apparaat (dit kan ook per
land verschillen). Zorg dat u bij aanschaf over het exacte identificatienummer van het
apparaat beschikt. Raadpleeg de verkoopbrochures of bezoek de website voor meer
informatie over optionele toebehoren.
Toebehoren die bij het apparaat kunnen worden meegeleverd (afhankelijk van het model)
Geëmailleerde bakplaat; wordt gebruikt voor gebak en cakes.
• Gebruik de geëmailleerde bakplaat niet bij magnetronfuncties!
• Geschikt voor pyrolysereiniging.
Ovenrooster; wordt voornamelijk gebruikt voor de grillfunctie.
Eenstoomschaal of een pan met voedsel kan ook op het
ovenrooster worden geplaatst.
• Het ovenrooster is voorzien van een veiligheidspin. Til het rooster
iets op aan de voorkant zodat u het uit de oven kunt schuiven.
Geëmailleerde diepe bakplaat; te gebruiken voor het braden
van vlees en het bakken van vochtig gebak. De plaat kan ook als
vangschaal worden gebruikt. Plaats de diepe bakplaat op het eerste
niveau om de plaat te gebruiken als vangschaal bij grillen.
• Gebruik de geëmailleerde diepe bakplaat niet bij magnetronfuncties.
Raadpleeg de bereidingsrichtlijnen in deze gebruikershandleiding om het
toebehoren te kiezen dat past bij het gerecht dat u bereidt.
Deur
• De deurschakelaars onderbreken de werking van de oven wanneer de deur wordt geopend
terwijl de oven in gebruik is. De werking wordt hervat nadat de deur is gesloten.
• Deze oven heeft een systeem waarmee de ovendeur zachtjes wordt gesloten
(afhankelijk van het model). Wanneer u de ovendeur sluit, wordt met dit systeem de kracht
van de beweging vanaf een bepaalde hoek afgeremd en wordt de deur rustig gesloten.
UW FORNUIS

NL 8
Gaskookplaat beschrijving
14 5 6
23
14 5 6
23
1. Normaalbrander
2. Normaalbrander
3. Sudderbrander
4. Sterkbrander of wokbrander (afhankelijk van het model)
5. Pandragers
6. Vangschaal
Sierdeksel
• Open het sierdeksel altijd voordat u kookplaat gebruikt. Controleer of het sierdeksel droog
is voordat u de kap opent.
• Het sierdeksel kan door hitte breken. Zorg ervoor dat alle branders/kookzones uitgeschakeld
en afgekoeld zijn voordat u het sierdeksel sluit.
• Wanneer er water op het sierdeksel staat, maakt u het deksel eerst droog voordat u het
opent. Anders kan er vocht in de eenheid komen.
• Gebruik het sierdeksel niet als kookoppervlak.
UW FORNUIS

NL 9
Eerste gebruik
Huidige tijd instellen
Wanneer u het apparaat voor het eerst aansluit op het lichtnet, licht de display op. Na drie
seconden licht het kloksymbool op en op de display knippert de aanduiding '12:00'.
1. Stel de huidige tijd in met de 'meer'-toets of met de 'minder'-toets.
U stelt waarden op de display sneller in als u de toetsen langer ingedrukt houdt.
2. U bevestigt de instellingen door op start/stop te drukken.
3. Als u nergens op drukt, worden de instellingen na drie seconden automatisch opgeslagen.
U kunt de huidige tijd altijd instellen door tweemaal op de timertoets te drukken. Op de
display licht het kloksymbool op en gaat de tijdindicator knipperen. Stel vervolgens de
huidige tijd in met de 'meer'-toets of met de 'minder'-toets. Bevestig de instellingen door
op de timertoets te drukken.
Oven gebruiken
• Verwijder alle losse toebehoren uit de oven en reinig ze met warm zeepsop. Gebruik geen
agressieve reinigingsmiddelen.
• Zet de oven een uur lang op de hoogste stand met onder- en bovenwarmte (zie 'Oven bedienen').
Hierdoor wordt het in de fabriek aangebrachte beschermende vet verwijderd.
• Als de oven voor de eerste keer wordt gebruikt, zult u een 'nieuwigheidsluchtje' ruiken.
Dit is normaal. Zet indien nodig de afzuigkap aan.
• Nadat de oven is afgekoeld, reinigt u de oven met warm water.
• Verwarm de oven alleen voor als dit volgens het recept moet.
Energiebewust gebruik van de oven
• Maak de ovendeur zo weinig mogelijk open.
• Bereid gerechten met dezelfde kooktemperatuur (bijvoorbeeld een appeltaart en een
ovenschotel) tegelijk en op hetzelfde rek, of onder elkaar met gebruik van hete lucht.
U kunt tegelijkertijd ook vlees stoven.
• Bereid meerdere gerechten na elkaar, bijvoorbeeld eerst een cake, gevolgd door een
ovenmaaltijd. Omdat de oven dan al heet is, duurt de bereidingstijd van het tweede gerecht
vaak 10 minuten korter.
• Doordat de oven geïsoleerd is, kunnen met de restwarmte gerechten worden bereid die
langer in de oven moeten blijven (vanaf 1 uur). Zet de oven 10 minuten eerder uit dan
aangegeven, maar laat de deur dicht.
• Voorverwarmen is meestal niet nodig, behalve voor gerechten met een bereidingstijd korter
dan 30 minuten of wanneer dit in het recept is aangegeven.
• Haal alle toebehoren die u niet nodig hebt voor het bereiden van het gerecht uit de oven.
• Zet na de bereiding de oven uit voordat u het gerecht uit de oven haalt.
EERSTE GEBRUIK

NL 10
Ovengerei
• In principe kunt u elk type ovengerei gebruiken dat hittebestendig is.
• Reinig glazen ovengerei na gebruik niet direct met koud water. Door het plotselinge
temperatuurverschil kan het glas breken.
• Gebruik zwarte of donkere bakblikken. Die geleiden de warmte beter, zodat het voedsel
gelijkmatiger wordt gebakken.
Dek de bodem van de oven niet af
• Wanneer u de bodem van de oven afdekt, bijvoorbeeld met aluminiumfolie of een bakplaat,
kan de oven oververhit raken, met beschadiging van het email tot gevolg.
• U kunt voorkomen dat springvormen op de bodem van de oven lekken door van
aluminiumfolie een container te maken en die op het rooster onder de vorm te plaatsten
of door er bakpapier onder te leggen.
Voedsel warm houden
• U kunt de oven gebruiken om reeds bereide gerechten warm te houden. Daarvoor kiest
u de instelling warme lucht en een temperatuur van 75 °C. Dek het gerecht dat u warm wilt
houden af om uitdrogen te voorkomen.
Vlees braden
• Grote stukken vlees, met een gewicht vanaf 1 kg, zijn hiervoor het meest geschikt.
Het vlees krijgt een regelmatige, krokante korst en er treedt vrijwel geen gewichtsverlies op.
• Wrijf het vlees vijftien minuten vooraf in met zout en kruiden. Gebruik voor het braden
80 tot 100 g boter of vet (of een mengsel van beide) per 500 g vlees.
Bereidingstijd
• Voor dunne, platte stukken vlees is de bereidingstijd ongeveer vijf minuten korter dan voor
dikke stukken vlees of een lap vlees die is opgerold. Bij het braden van grotere stukken
vlees is de bereidingstijd per extra 500 gram 15 tot 20 minuten langer.
Leg het vlees in de braadpan en bak het rondom in de hete boter of het hete vet bruin. Leg het
vlees met de vette kant naar boven in de pan. Bedruip vlees zonder vette kant elke 15 minuten
met het braadvocht. Vlees met een vette kant moet elke 30 minuten worden bedropen.
• Als de jus te donker is, voegt u tijdens het braden af en toe een paar eetlepels water toe.
• Dek het vlees losjes af met aluminiumfolie en laat het vlees 10 minuten rusten voordat
u het serveert.
Geleiders
• Aan de ovenwanden bevinden zich geleiders waarmee het rooster of de bakplaat op
verschillende niveaus kan worden geplaatst. Voor de juiste hoogte raadpleegt u een
bakgids of de instructies op de verpakking van het voedsel.
EERSTE GEBRUIK

NL 11
GEBRUIK
Ovenfuncties
Het apparaat beschikt over een aantal ovenfuncties die per model verschillen.
Kies de gewenste functie aan de hand van de tabel. Raadpleeg ook de bereidingsinstructies
op de verpakking van het gerecht.
Ovenfuncties (symbolen op de ovenfunctieknop)
Symbool Beschrijving
Snel voorverwarmen
• Met deze functie kunt u de oven snel opwarmen tot de gewenste temperatuur.
• Deze functie is niet geschikt voor het bereiden van voedsel. Het verwarmingsproces
is voltooid wanneer de oven tot op de gewenste temperatuur is verwarmd.
Bovenwarmte + onderwarmte
• Verwarming door middel van de elementen voor boven- en onderwarmte.
• Deze modus kan worden gebruikt voor traditioneel bakken en braden.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Grill
• Verwarmen met behulp van het grillelement.
• Deze modus kan gebruikt worden voor het grillen van enkele belegde boterhammen,
saucijsjes en voor het roosteren van brood.
• Plaats het ovenrooster op niveau 4 en de bakplaat op niveau 3.
• Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge temperatuur kan het
gerecht snel aanbranden.
Grote grill
• Verwarming door middel van het element voor bovenwarmte en het grillelement.
• Deze modus kan worden gebruikt voor schotels en gebakken gerechten die een echte
bodemkorst of bruining nodig hebben. Gebruik dit net voor het einde van de bak- of braadtijd.
• Plaats het ovenrooster op niveau 4 en de bakplaat op niveau 3.
• Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge temperatuur kan het gerecht
snel aanbranden.
Grill + ventilator
• Verwarming door middel van de elementen voor bovenwarmte. De warmte wordt door
de ventilator verspreid.
• Deze modus kan worden gebruikt voor het grillen van vlees, vis en groenten.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge temperatuur kan het gerecht
snel aanbranden.
Bovenwarmte + onderwarmte met ventilator
• De lucht in de oven wordt verwarmd met de elementen voor boven- en onderwarmte.
De ventilator in de achterwand van de oven zorgt voor circulatie van de hete lucht.
• Deze modus kan worden gebruikt voor traditioneel bakken en braden.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Hete lucht
• De ventilator in de achterwand zorgt voor circulatie van de hete lucht in de oven.
• U kunt meerdere niveaus van de oven tegelijk gebruiken. Zo bespaart u energie.
• De convectieventilator is ideaal voor het bakken van cake, koekjes en appeltaart.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.

NL 12
Hete lucht met onderwarmte
• De lucht wordt verhit door het onderelement en door de ventilator verspreid.
• Deze methode wordt gebruikt voor het bakken van pizza, vochtig gebak, vruchtencakes,
gistdeeg en kruimeldeeg.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
Onderwarmte + ventilator
• Deze combinatie wordt gebruikt voor het bakken van laagrijzend gistdeeggebak en voor
het conserveren van groenten en fruit.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
Verwarmen
• Met deze functie verwarmt u serviesgoed (borden, kommen) voor, voordat u het eten
serveert. Hierdoor koelt het eten minder snel af.
Ontdooien
• Met deze functie circuleert de lucht door middel van de ventilator. Gebruik deze functies
voor het ontdooien van bevroren gerechten.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 3.
Aqua Clean
• Warmte wordt alleen uitgestraald door het onderelement. Gebruik deze functie voor het
verwijderen van vlekken en voedselresten uit de oven. Het programma duurt 30 minuten.
Gaskookplaat gebruiken
• Controleer regelmatig of de doppen en ringen van de brander goed op de basis zitten.
Bij onjuiste plaatsing werkt de ontbranding niet goed en door onregelmatige vlammen kan
de dop beschadigd raken. Na verloop van tijd kan het email van de steunpunten inbranden
doordat de pandragers erg warm worden. Dit is onvermijdelijk en het valt daarom niet
onder de garantie.
• Zorg ervoor dat de vlammen altijd onder de pan blijven. Als er vlammen onder de pan
uitkomen, gaat er veel energie verloren. Bovendien kunnen de handvaten te heet worden.
• Voor bakken, roerbakken, verhitten van grote hoeveelheden en frituren is het beter om de
normaalbrander, de sterkbrander of de wokbrander te gebruiken.
• De sudderbrander is het meest geschikt voor het bereiden van sauzen, voor sudderen en
voor koken. Als de hoge instelling is geselecteerd, is deze brander groot genoeg om voedsel
volledig te garen. Voor alle andere gerechten gebruikt u de normaalbranders.
• Houd tijdens de bereiding het deksel op de pan. Op deze manier bespaart u tot wel 50% energie.
• Gebruik altijd pannen met een platte, schone, droge bodem. Pannen met een platte bodem
staan stabiel, en een schone bodem zorgt voor een effectievere verwarming van het voedsel.
• Met de wokbrander (afhankelijk van het model) kunt u gerechten op een zeer hoge
temperatuur bereiden.
GEBRUIK

NL 13
Oven bedienen
1. Kies de gewenste ovenfunctie met de ovenfunctieknop.
Kies aan de hand van de tabel in het hoofdstuk Ovenfuncties de gewenste functie.
Raadpleeg ook de bereidingsinstructies op de verpakking van het gerecht.
2. Stel, indien nodig, een bereidingstijd in door op de timertoets te drukken en de 'meer'-toets of de
'minder'-toets te gebruiken om de gewenste tijd in te stellen. Raadpleeg het hoofdstuk 'Timer'.
3. Stel met de temperatuurknop de oventemperatuur in (tussen 50 en 270 ºC).
Het lampje van de oventhermostaat licht op.
Verwarm, indien nodig, de oven voor voordat u het gerecht in de oven plaatst.
Timer
Timer instellen
• Druk tweemaal op de timertoets.
Op de display licht het kloksymbool op en gaat de tijdindicator knipperen.
• Stel de huidige tijd in met de 'meer'-toets of met de 'minder'-toets.
• Druk ter bevestiging op de timertoets.
Bereidingstijd instellen
Met deze instelling geeft u aan hoelang de oven aan moet staan (bereidingstijd).
• Kies met de ovenfunctieknop de gewenste ovenfunctie en stel de temperatuur in.
• Druk op de timertoets om de functie voor bereidingstijd te kiezen.
Op de display licht het pictogram voor de bereidingstijd op.
• Stel de bereidingstijd in met de 'meer'-toets of met de 'minder'-toets.
• Druk op de timertoets om de ingestelde tijd op te slaan.
• Druk op de start-stoptoets om het bereidingsproces te starten.
De verstreken bereidingstijd wordt weergegeven.
BEDIENING

NL 14
Eindtijd instellen
Met deze instelling geeft u aan hoe laat de oven moet worden uitgeschakeld. Er moet eerst een
bereidingstijd worden ingesteld. Zorg dat de klok nauwkeurig is ingesteld op de huidige tijd.
1. Druk tweemaal op de timertoets.
Op de display licht het pictogram voor de eindtijd op.
2. Stel de eindtijd in met de 'meer'-toets of met de 'minder'-toets.
3. Druk op de start-stoptoets om het bereidingsproces te starten.
4. De oven stopt op de eindtijd die is ingesteld.
Bereidingstijd en eindtijd instellen
1. Kies met de ovenfunctieknop de gewenste ovenfunctie en stel de temperatuur in.
2. Druk op de timertoets om de functie voor bereidingstijd te kiezen.
Op de display licht het pictogram voor de bereidingstijd op.
3. Druk op de 'meer'-toets of op de 'minder'-toets om de bereidingstijd in te stellen.
4. Druk op de timertoets om de ingestelde tijd op te slaan.
5. Druk nogmaals tweemaal op de timertoets.
Op de display licht het pictogram voor de eindtijd op.
6. Stel de eindtijd in met de 'meer'-toets of met de 'minder'-toets.
7. Druk op de start-stoptoets om het bereidingsproces te starten.
De oven start op de ingestelde tijd minus de bereidingstijd.
De verstreken bereidingstijd wordt dan weergegeven.
Keukenwekker
• De keukenwekker kan onafhankelijk van de oven worden gebruikt.
• De hoogst instelbare tijdsduur is 23 uur en 59 minuten.
• De laatste minuut van de looptijd wordt in seconden weergegeven.
U annuleert alle timerfuncties door de tijd in te stellen op '0'.
Als het apparaat enkele minuten niet actief is geweest, wordt er overgeschakeld naar
stand-by. Het huidige tijdstip verschijnt en de gekozen timerfunctie licht op.
Extra functies kiezen
Bepaalde instellingen zijn niet voor alle programma's beschikbaar. Als u een van deze instellingen
kiest, klinkt er een geluidssignaal.
BEDIENING

NL 15
Kinderslot
Met het kinderslot vergrendelt u het bedieningspaneel van de oven om onbedoeld gebruik te
voorkomen. U activeert het kinderslot door de kinderslottoets enkele seconden ingedrukt te houden.
• Op de display is gedurende 5 seconden het bericht 'Loc' af te lezen. Hiermee wordt
aangegeven dat alle functies vergrendeld zijn.
• Druk gedurende enkele seconden nogmaals op de toets om het kinderslot te deactiveren.
Als het kinderslot is geactiveerd en er geen timerfunctie is ingesteld (alleen de klok wordt
weergegeven), werkt de oven niet. Wanneer het kinderslot wordt geactiveerd nadat er
een timerfunctie is ingesteld, zal de oven gewoon werken; de instellingen kunnen dan
echter niet worden gewijzigd.
Als het kinderslot is geactiveerd, kunnen er geen ovenfuncties of extra functies worden gewijzigd.
Het bereidingsproces kan alleen worden beëindigd door de ovenfunctieknop naar positie '0' te draaien.
Het kinderslot blijft geactiveerd, ook nadat de oven is uitgeschakeld. U moet eerst het kinderslot
uitschakelen voordat u een nieuw programma kunt kiezen.
Ovenlamp
De ovenlamp gaat automatisch branden als er een ovenfunctie is gekozen en er op de
start-stoptoets is gedrukt.
Geluidssignaal
Het volume van het geluidssignaal is instelbaar indien de timerfunctie niet is geactiveerd
(alleen de tijd wordt weergegeven).
• Houd de 'minder'-toets gedurende 5 seconden ingedrukt.
• Op de display verschijnt de melding 'Vol', gevolgd door enkele balken die volledig zijn verlicht.
• Druk op de 'meer'-toets of op de 'minder'-toets om een van de drie mogelijke
geluidsniveaus (weergegeven door een, twee of drie balken) of geen geluid (Uit) te kiezen.
• Na 3 seconden wordt de instelling automatisch opgeslagen en wordt de tijd weergegeven.
Contrast van display verminderen
• Houd de 'meer'-toets gedurende 5 seconden ingedrukt.
• Op de display verschijnt de melding 'Bri', gevolgd door een aantal balken die volledig zijn verlicht.
• Druk op de 'meer'-toets of op de 'minder'-toets om het dimniveau (weergegeven door een,
twee of drie balken) aan te passen.
• Na drie seconden wordt de instelling automatisch opgeslagen.
Na een stroomstoring blijven de instellingen van de extra functies slechts enkele minuten
opgeslagen. Alle instellingen, met uitzondering van het geluidssignaal en het kinderslot,
worden teruggezet naar de fabrieksstandaard.
BEDIENING

NL 16
Gaskookplaat bedienen
Symbool op de regelknop van de brander
Positie Hoog (vonkontsteking)
Positie Laag
• Druk de regelknop van de gewenste brander in en draai de knop linksom naar de hoogste
stand (vonkontsteking).
Er ontstaan vonken rond de brander, die daardoor wordt ontstoken.
• U kunt de gasvlam traploos instellen van hoog naar laag. Wanneer de brander na herhaalde
pogingen niet aangaat, controleert u of de kap van de brander goed op zijn plaats zit.
Wanneer de vlam per ongeluk uitgaat, draait u de knop naar 'uit' en wacht u 60 seconden
voordat u de brander op de beschreven manier opnieuw ontsteekt.
Vlambeveiliging
• Als de vlam tijdens het koken uitgaat, wordt de gastoevoer door de vlambeveiliging afgesloten.
• Houd de regelknop ongeveer 5 seconden in de hoge stand ingedrukt.
De vlambeveiliging wordt ingeschakeld.
Braadpannen
De aanbevolen afmetingen zijn:
• Voor de sterkbrander, min. 22-26 cm;
• Voor de normaalbrander, min. 16-20 cm;
• Voor de sudderbrander, min. 12-14 cm;
BEDIENING

NL 17
BEDIENING
Fout:
Een groot deel van de warmte gaat langs de zijkanten van de pan verloren.
Goed:
De warmte wordt gelijkmatig over de onderkant van de pan verdeeld.
Laat tijdens het koken het deksel op de pan, om energie te besparen.

NL 18
Let op!
Koppel het apparaat los van de stroomvoorziening voordat u een reparatie
gaat uitvoeren. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact, schakel
de zekeringen uit of zet in de meterkast de schakelaar in de nulstand.
Draai de hoofdgaskraan dicht.
Gebruik geen stoomreiniger of hogedrukstoomreiniger om het apparaat te reinigen.
Algemeen
Voorzijde van apparaat
• Reinig het oppervlak met een vloeibaar, niet-schurend reinigingsmiddel voor gladde
oppervlakken en met een zachte doek. Breng het reinigingsmiddel aan op de doek en
veeg het vuil weg. Spoel het oppervlak vervolgens af met water.
• Breng het reinigingsmiddel niet rechtstreeks aan op het oppervlak. Gebruik geen harde
of bijtende reinigingsmiddelen, scherpe voorwerpen of staalwol, omdat dit krassen
kan veroorzaken.
Roestvrijstalen voorpanelen
• Reinig het oppervlak met een mild reinigingsmiddel (zeepsop) en een zachte spons die geen
krassen op het oppervlak kan veroorzaken.
• Gebruik voor het reinigen geen schuurmiddelen of oplosmiddelen. Als u deze instructies
negeert, kunt u de behuizing beschadigen.
Gelakte en kunststof oppervlakken
• Reinig de knoppen met een zachte doek en een vloeibaar reinigingsmiddel dat geschikt
is voor gladde, gelakte oppervlakken.
• U kunt ook een reinigingsmiddel gebruiken dat speciaal is ontwikkeld voor dit soort
oppervlakken. Volg in dat geval de instructies van de fabrikant op.
Geëmailleerde onderdelen
• Het gehele oveninterieur en de bakplaten zijn volledig geëmailleerd. U kunt ze het best
reinigen met warm zeepwater.
Glas
• Reinig de glazen onderdelen met zeepwater.
REINIGING

NL 19
Oven reinigen
Reinig de oven regelmatig om te voorkomen dat vet en voedselresten zich ophopen,
vooral op de interne en externe oppervlakken, de deur en de afdichting.
• Reinig de oppervlakken aan de buitenkant met een zachte doek en warm zeepwater.
Neem vervolgens de oppervlakken af met een schone, vochtige doek en maak ze droog.
• Verwijder spatten en vlekken op de oppervlakken van de binnenkant met een doek en een
sopje. Neem vervolgens de oppervlakken af met een schone, vochtige doek en maak ze droog.
• Reinig het interieur van de oven.
Belangrijk
▷Zorg ervoor dat er GEEN water in de ventilatieopeningen komt.
▷Gebruik NOOIT schurende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen.
▷Zorg ervoor dat de afdichting van de deur ALTIJD schoon is.
Dit voorkomt dat er zich vuil ophoopt waardoor de deur niet goed meer sluit.
Geleiderails demonteren en reinigen
Gebruik alleen conventionele reinigingsmiddelen voor het reinigen van de geleiderails.
• Pak de geleiderails aan de onderkant beet en kantel ze naar het midden van de oven (A).
• Haal de geleiderails los uit de gaten in de achterwand (B).
A
B
REINIGING

NL 20
REINIGING
Ovendeur demonteren
1. Open eerst de deur volledig (zo ver mogelijk).
2. Draai de blokkeerhendels 90° terug.
3. Sluit de deur langzaam totdat de blokkeerhendels zich op één lijn bevinden met de
scharnieruitsparingen. Til bij een hoek van 15° (ten opzichte van de positie van de gesloten
deur) de deur enigszins op en trek hem los uit beide scharnieruitsparingen op het apparaat.
Herhaal deze acties in omgekeerde volgorde als u de deur wilt vervangen. Als de deur niet goed
opent of sluit, controleert u of de scharnieren goed in de sleuven zijn geplaatst.
Zorg ervoor dat de sluitingen goed in hun openingen vallen. Laat de
scharnierbevestiging nooit naar buiten springen, omdat de centrale veren
erg sterk zijn en verwondingen kunnen veroorzaken.
Ovenvenster demonteren
Het glas van de ovendeur kan van binnen worden gereinigd, maar u moet daarvoor het glas eerst
uit de deur verwijderen. Demonteer eerst de ovendeur (zie het hoofdstuk 'Ovendeur demonteren').
1. Til de beugels aan de linker- en rechterkant van de deur een beetje op (tot markering
1 op de beugel) en trek ze iets van het glas af (tot markering 2 op de beugel).
2. Pak het glas aan de onderkant beet en til het voorzichtig uit de ondersteuning.
3. Het binnenste derde glas (afhankelijk van het model) kan worden gedemonteerd door het
voorzichtig op te tillen en te verwijderen. Verwijder ook de rubber afdichting rond het glas.
This manual suits for next models
4
Table of contents
Languages:
Other Pelgrim Range manuals
Popular Range manuals by other brands

GE
GE JGSP30 Use and care guide

Officine Gullo
Officine Gullo OGG366F Instructions for installation and use

Frigidaire
Frigidaire FEF365CGBD Factory parts catalog

Maytag
Maytag MER6875BAS - Convection Double Oven Range Use and care guide

Whirlpool
Whirlpool WFG374LVS0 Tech sheet

GIGA
GIGA K2F Instructions for installation, use and maintenance

GE
GE JGBC15 Use and care & installation guide

Kenmore
Kenmore 30" FREESTANDING ELECTRIC RANGE WITH DOUBLE... installation instructions

Samsung
Samsung NX58K9850S series Service manual

GE
GE JCSS630 quick start guide

KitchenAid
KitchenAid KDRP407H Dimension Guide

Signature Kitchen Suite
Signature Kitchen Suite SKSDR360GS owner's manual