- 17 -
Beschrijving van het apparaat
Lampenglas
Borgschroef
Lampbehuizing
Wandhouder
LED-lichtkrans
Power-LED-effectlicht
Minisensorunit (uitneembaar voor een comfortabele
functie-instelling)
Afdichtingsdopje
Gebruiksaanwijzing
Geachte klant,
Hartelijk dank voor het vertrouwen dat u met de aanschaf van
uw nieuwe STEINEL-sensorlamp in ons stelt. U heeft een hoog-
waardig kwaliteitsproduct gekocht, dat met uiterste zorgvuldig-
heid vervaardigd, getest en verpakt werd.
NL
Veiligheidsvoorschriften
nBij de montage moet de aan te sluiten elektrische kabel
spanningsvrij zijn. Daarom eerst de stroom uitschakelen en
op spanningsloosheid testen met een spanningstester.
nTijdens de installatie van de sensorlamp wordt gewerkt aan
de netspanning. Dit moet vakkundig en volgens de gebrui-
kelijke installatievoorschriften en aansluitingsvoorwaarden
worden uitgevoerd. (NL: NEN 1010, B: (AREI) NBN 15-101)
(D- VDE 0100, A- ÖVE / ÖNORM E8001-1,
- SEV 1000)
Lees voor de installatie deze gebruiksaanwijzing nauwkeurig
door, want alleen een vakkundige installatie en ingebruikneming
garanderen een duurzaam, betrouwbaar en storingvrij gebruik.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe sensorlamp van
STEINEL.
nGebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
nReparaties mogen uitsluitend door een vakbedrijf worden
uitgevoerd.
nHet lampenglas moet met de afdichtring aan de
lampbehuizing worden vastgeschroefd.
Afdichtring
Blokkering voor het uitnemen van de sensorunit
Tijdsinstelling
Schemerinstelling
Programma-instelling
Het principe
Afstelling registratiebereik
Functie voor permanente verlichting
Gebruik / onderhoud
Het principe
LED-lichtkrans en power-LED-effectlicht
De LED's branden schemeringgestuurd. Dat is ideaal om
bijv. huisnummers permanent te verlichten. Indien gewenst
ook alleen bij beweging.
Extra ingeschakelde led-lamp bij herkenning van personen
Als de minisensor een persoon herkent, wordt de led-lamp
voor de ingestelde tijd ingeschakeld.
De geïntegreerde, sterke infraroodsensor bestaat uit een 360°
dubbele sensor, die de onzichtbare warmtestraling van bewe-
gende mensen, dieren enz. registreert.
Deze zo geregistreerde warmtestraling wordt elektronisch
omgezet en schakelt hierdoor de lamp automatisch aan. Door
hindernissen, zoals muren of ruiten, wordt geen warmtestra-
ling herkend,dus vindt ook geen schakeling plaats. Er wordt
een registratiehoek van 360° met een openingshoek van 90°
bereikt. Een registratie onder de sensor is gegarandeerd door
een onderkruipbescherming.
Belangrijk: De beste bewegingsregistratie heeft u als de sen-
sorlamp zijdelings in de looprichting wordt gemonteerd en
geen hindernissen (zoals bomen, muren enz.) het zicht van de
sensor belemmeren.
De reikwijdte is beperkt als u recht op de lamp toeloopt.
Installatie
De plaats van montage moet minimaal 50 cm van een lamp
verwijderd zijn, omdat warmtestraling de sensor kan active-
ren. Om de aangegeven reikwijdte van 8 m te bereiken, moet
de montagehoogte ca. 1,8 – 2 m zijn.
Aansluiting van netsnoer en toevoer verbruiker (zie afb.)
De stroomtoevoer bestaat uit een 3-polige kabel:
L= fase (meestal zwart of bruin)
N= nuldraad (meestal blauw)
PE = aardedraad (groen/geel)
In geval van twijfel moeten de draden met een spanningstes-
ter worden geïdentificeerd; vervolgens weer spanningsvrij
maken. De fase (L) en de nuldraad (N) worden in het kroon-
steentje aangesloten. Verwisseling van de aansluitingen leidt
in het apparaat of in uw meterkast tot kortsluiting. In dit geval
moeten de afzonderlijke kabels geïdentificeerd en opnieuw
aangesloten worden. Aardedraad (PE) isoleren en gewoon
toevoegen.
Opmerking: In de stroomtoevoerkabel kan natuurlijk een net-
schakelaar voor in- en uitschakelen worden gemonteerd. Voor
de functie permanente verlichting is dit zelfs noodzakelijk (zie
hoofdstuk Permanente verlichting) .
8.1
8.1
- 16 -
La lampe à détecteur s’allume de façon
intempestive
Changement de la portée de la lampe à
détecteur
La LED clignote rapidement
nLe vent agite des arbres et des
arbustes dans la zone de détection
nDétection de voitures passant sur la
chaussée
nVariations subites de température
dues aux intempéries (vent, pluie,
neige) ou à des courants d'air
provenant de ventilateurs ou de
fenêtres ouvertes
nModifier la zone
nModifier la zone
nModifies la zone, monter l'appareil à
un autre endroit
nVariations de la température ambiante nRéglage de précision de la zone de
détection par caches enfichables
nLe fusible intégré à la lampe
à détecteur est activé
nÉteindre la lampe à détecteur et la
rallumer après env. 5 s
La couronne lumineuse LED est éteinte
malgré l'obscurité nLes programmes 3 ou 4 ont été
sélectionnés
nModifier le programme
Dysfonctionnements
La lampe à détecteur n’est pas
sous tension
La lampe à détecteur ne s'allume pas
La lampe à détecteur ne s'éteint pas
Problème
nFusible défectueux, appareil hors
circuit, câble coupé
nCourt-circuit
nChanger le fusible défectueux, mettre
l'interrupteur en circuit ; vérifier le
câble à l'aide d'un testeur de tension
nVérifier le branchement
nEn fonctionnement diurne, le réglage
de crépuscularité est positionné sur
fonctionnement nocturne
nAmpoule LED défectueuse
nInterrupteur en position ARRÊT
nFusible défectueux
nRéglage incorrect de la zone de
détection
nLe fusible intégré au détecteur a été acti-
vé (la LED rouge clignote rapidement)
nLa borne de raccordement au secteur
n'est pas correctement enfichée
nRégler à nouveau (bouton )
nChanger l'ampoule
nEnclencher
nChanger le fusible, éventuellement
vérifier le branchement
nRégler à nouveau
nÉteindre la lampe à détecteur et la
rallumer après env. 5 s
nBien enfoncer la borne
nMouvement continu dans la zone
de détection
nLe détecteur n’est pas bien inséré
nContrôler la zone de détection,
éventuellement la régler à nouveau
nEncliqueter le détecteur en exerçant
une légère pression
Les LED ne s'éteignent pas comme
souhaité aux environs de minuit nUne autre source lumineuse pro-
voque l’extinction de la lampe à
détection
nIsoler de l’autre source de lumière,
observer la lampe à détecteur pen-
dant plusieurs jours, elle a besoin de
quelques temps pour s'ajuster à
nouveau à la bonne valeur
Les LED ne s'éteignent pas
complètement nSélection programme confort nSélectionner le programme 4
Cause Remède
Service après-vente et garantie
Ce produit STEINEL a été fabriqué avec le plus grand soin.
Son fonctionnement et sa sécurité ont été contrôlés suivant
des procédures fiables et il a été soumis à un contrôle final
par sondage. STEINEL garantit un état et un fonctionnement
irréprochable. La durée de garantie est de 36 mois et débute
au jour de la vente au consommateur. Nous remédions aux
défauts provenant d'un vice de matière ou de construction.
La garantie sera assurée à notre discrétion par réparation ou
échange des pièces défectueuses. La garantie ne s'applique
ni aux pièces d'usure, ni aux dommages et défauts dus à une
utilisation ou maintenance incorrectes. Les dommages consé-
cutifs causés à d'autres objets sont exclus de la garantie.
La garantie ne s’applique que si l’appareil non démonté est
retourné à la station de service après-vente la plus proche,
dans un emballage adéquat, accompagné d’une brève des-
cription du défaut et d’un ticket de caisse ou d’une facture-
portant la date d’achat et le cachet du vendeur.
Service de réparation :
Une fois la garantie expirée ou en cas de
vices non couverts par la garantie, veuillez
contacter la station de service après-vente
la plus proche pour savoir si une remise en
état est possible.
NL