
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik neemt, dient u als volgt te werk te gaan: pak de kookplaat voorzichg uit
en verwijder al het verpakkingsmateriaal en eventuele promoonele sckers. De verpakking (plasc zakken en karton) buiten
het bereik van kinderen houden. Controleer na het uitpakken het apparaat zorgvuldig op uiterlijke schade, mogelijk ontstaan
jdens transport.
Tijdens het gebruik wordt de kookplaat heet, en ook na gebruik blij de kookplaat enige jd heet. Monteer de meegeleverde
handgrepen zodat u de kookplaat desgewenst veilig kunt oppakken en verplaatsen zonder zich te verbranden.
Schroef de handgrepen vast aan weerszijden van de kookplaat met behulp van de meegeleverde schroeven.
Plaats de kookplaat op een stevige, vlakke en hiebestendige ondergrond. Maak de kookplaat schoon met een licht vochge
doek. De kookplaten zijn voorzien van een beschermlaag die voor het eerste gebruik verwijderd dient te worden. Dit doet
u door de kookplaat ongeveer 4 à 5 minuten op de maximumstand aan te laten staan. Doe dit in een goed gevenleerde
ruimte! Er kan een lichte rookontwikkeling ontstaan door de beschermlaag die nu van de kookplaat brandt. Na het verwijderen
van de beschermlaag kunt u de kookplaat uitschakelen of gaan gebruiken.
GEBRUIK
Zet beide thermostaatknoppen op «MIN». Steek daarna pas de stekker in het stopcontact. Draai de thermostaatknop van
de te gebruiken kookplaat rechtsom naar de gewenste stand. Het bijbehorende controlelampje gaat branden.
Stand «MIN» van de kookplaat is de laagste stand en stand «MAX» is de hoogste stand.
Gebruik een lage stand [ MIN tot 4 ] om iets zachtjes aan de kook te houden of te sudderen en gebruik een hogere stand
[ 5 tot MAX ] om te koken en te bakken.
De thermostaatknop is traploos regelbaar:
MIN = laag
1-4 = warmhouden-sudderen
5= koken en bakken
MAX = hoog
Het duurt ongeveer 10 minuten voordat de kookplaat de maximum-temperatuur hee bereikt (op de maximumstand van
de thermostaatknop). Indien de ingestelde temperatuur bereikt is, gaat het controlelampje uit. Na een temperatuurdaling,
door warmteafgie aan de pan, schakelt de thermostaat weer in. Het controlelampje brandt weer. Door de construce van
de kookplaat zal deze nog enige jd warm blijven na het uitschakelen. Deze restwarmte kan gebruikt worden om het voedsel
een korte jd warm te houden.
LET OP: HET APPARAAT KAN TIJDENS HET GEBRUIK ERG WARM WORDEN, ZET HET APPARAAT DAAROM TIJDENS HET GEBRUIK
OP EEN HITTEBESTENDIGE PLAAT EN ZET HET BIJVOORBEELD NOOIT OP EEN KUNSTSTOF TAFEL, KUNSTSTOF TAFELKLEED
OF OP EEN KOELKAST.
Gebruik alleen pannen met een bodem die dezelfde doorsnede hebben als de verwarmingsplaat zelf. Bij een kleinere doorsnede
zal dit tot energieverlies leiden.
Raak de kookplaat niet aan wanneer de kookplaat ingeschakeld is. Let erop dat de kookplaat na uitschakeling niet direct
afgekoeld is. Draai de thermostaatknop op de «MIN» stand en verwijder na elk gebruik de stekker uit het stopcontact.
NL - 8