ETNA FIV560 Series User manual

GEBRUIKSAANWIJZING
INSTRUCTIONS FOR USE
FORNUIS
FIV560---
COOKER

NL Handleiding NL 3 - NL 23
EN Manual EN 3 - EN 23
Gebruikte pictogrammen - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important information
Tip - Tip

NL 3
INHOUD
Uw fornuis
Inleiding 4
Beschrijving van het apparaat 5
Bedieningspaneel 6
Gebruik
De oven gebruiken 7
Ovenfuncties 9
De inductiekookplaat gebruiken 10
Meldingen op de kookplaat displays 12
Kookstanden 13
Bediening
De oven bedienen 14
De kookplaat bedienen 14
Onderhoud
Algemeen 16
Ovenlamp vervangen 17
Ovendeur demonteren 17
Storingen
Storingstabel 18
Installatie
Algemeen 20
Elektrische aansluiting 20
Plaatsing 21
Technische gegevens
Informatie volgens verordening (EU) 66/2014 22
Milieuaspecten
Afvoeren apparaat en verpakking 23

NL 4
UW FORNUIS
Inleiding
Gefeliciteerd met de aankoop van dit fornuis. Dit product is ontworpen voor optimale
gebruiksvriendelijkheid. Het fornuis heeft vele verschillende standen, waardoor u telkens de juiste
bereidingswijze kunt kiezen.
In deze handleiding leest u hoe u het fornuis optimaal kunt gebruiken. Naast informatie over de
bediening van de oven vindt u hier ook achtergrondinformatie die van pas kan komen als u het
apparaat gebruikt.
Lees vóór gebruik van het apparaat de afzonderlijk
meegeleverde veiligheidsinstructies!
Lees deze handleiding vóór gebruik van het apparaat en berg de handleiding
daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
Op onze website kunt u de meest recente versie van de gebruiksaanwijzing vinden.

NL 5
UW FORNUIS
Beschrijving van het apparaat
1. Kookzone ø 16 cm / 1,0 kW - 1,5 kW (boost)
2. Kookzone ø 21 cm / 1,6 kW - 2,0 kW (boost)
3. Kookzone ø 21 cm / 1,6 kW - 2,0 kW (boost)
4. Display kookzone linksvoor
5. Display kookzone linksachter
6. Display kookzone rechtsachter
7. Display kookzone rechtsvoor
8. Kookzone ø 16 cm / 1,0 kW - 1,5 kW (boost)
9. Bedieningspaneel
10. Oven
11. Opberglade
12. Stelvoeten
9
10
11
12
6
7
8
5
4
3
9
P
2
1
0
6
7
8
5
4
3
9
P
2
1
0
6
7
8
5
4
3
9
P
2
1
0
6
7
8
5
4
3
9
P
2
1
0
1
3 4 86
2
5 7

NL 6
UW FORNUIS
Bedieningspaneel
1. Functieknop oven
2. Lampje oventhermostaat
3. Temperatuurknop oven
4. Bedieningsknop kookzone linksvoor
5. Bedieningsknop kookzone linksachter
6. Bedieningsknop kookzone rechtsachter
7. Bedieningsknop kookzone rechtsvoor
6
7
8
5
4
3
9
P
2
1
0
6
7
8
5
4
3
9
P
2
1
0
6
7
8
5
4
3
9
P
2
1
0
6
7
8
5
4
3
9
P
2
1
0
1 32 4 5 6 7

NL 7
GEBRUIK
De oven gebruiken
• Verwijder alle losse toebehoren uit de oven en reinig ze met warm zeepsop.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
• Zet de oven een uur lang op de hoogste stand met onder- en bovenwarmte (zie 'Oven
bedienen'). Hierdoor wordt het beschermende vet verwijderd dat in de fabriek is aangebracht.
• Als de oven voor de eerste keer wordt gebruikt, zult u een 'nieuwigheidsluchtje' ruiken.
Dit is normaal. Zet indien nodig de afzuigkap aan.
• Nadat de oven is afgekoeld, reinigt u de oven met warm water.
• Verwarm de oven alleen voor als dit volgens het recept of volgens de tabellen in deze
handleiding nodig is.
Waarschuwing!
Plaats het ovenrooster in de rail en schuif het zo ver mogelijk in de oven.
Energiebewust gebruik van de oven
• Open de ovendeur zo weinig mogelijk.
• Bereid gerechten met dezelfde bereidingstemperatuur (bijvoorbeeld een appeltaart en
een ovenschotel) tegelijk en op hetzelfde rooster, of onder elkaar met gebruik van de
heteluchtfunctie. U kunt tegelijkertijd vlees laten stoven.
• Bereid verschillende gerechten na elkaar, bijvoorbeeld een ovenmaaltijd na een cake. Vaak is
de bereidingstijd van het tweede gerecht dan 10 minuten korter, doordat de oven al heet is.
• Doordat de oven geïsoleerd is, kunnen met de restwarmte gerechten worden bereid die
langer in de oven moeten blijven (vanaf 1 uur). Zet de oven 10 minuten eerder uit dan
aangegeven, maar laat de deur dicht.
• Voorverwarmen is meestal niet nodig, behalve voor gerechten met een bereidingstijd korter
dan 30 minuten of wanneer dit in het recept is aangegeven.
• Haal alles uit de oven wat u voor het gerecht niet nodig hebt.
• Zet na de bereiding de oven uit voordat u het gerecht uit de oven haalt.

NL 8
GEBRUIK
Ovengerei
• In principe kunt u elk type ovengerei gebruiken dat hittebestendig is.
• Reinig glazen ovengerei niet direct na gebruik met koud water. Door het plotselinge
temperatuurverschil kan het glas breken.
• Gebruik zwarte of donkere bakblikken. Deze geleiden de warmte beter, zodat het voedsel
gelijkmatiger wordt gebakken.
Dek de bodem van de oven niet af
• Wanneer u de bodem van de oven afdekt, bijvoorbeeld met aluminiumfolie of een bakplaat,
kan de oven oververhit raken, met beschadiging van het email tot gevolg.
• U kunt voorkomen dat springvormen op de bodem van de oven lekken door van
aluminiumfolie een bak te vouwen en deze op het rooster onder de vorm te plaatsen of door
er bakpapier onder te leggen.
Vlees braden
• Grote stukken vlees, met een gewicht vanaf 1 kg, zijn hiervoor het meest geschikt. Het vlees
krijgt een regelmatige, krokante korst en er treedt vrijwel geen gewichtsverlies op.
• Wrijf het vlees vijftien minuten vooraf in met zout en kruiden. Gebruik voor het braden
80tot100 g boter of vet (of een mengsel van beide) per 500gvlees.
Bereidingstijd
• Voor dunne, platte stukken vlees is de bereidingstijd ongeveer 5 minuten korter dan voor
dikke stukken vlees of een lap vlees die is opgerold.
• Bij het braden van grotere stukken vlees is de bereidingstijd per extra 500 gram 15 tot 20
minuten langer. Smeer het vlees met boter of vet in en leg het in de braadslede. Leg het
vlees met de vette kant naar boven in de braadslede.
• Bedruip vlees zonder vette kant elke 15 minuten met het braadvocht. Vlees met een vette
kant moet elke 30 minuten worden bedropen.
• Als de jus te donker is, voegt u tijdens het braden af en toe een paar eetlepels water toe.
• Dek het vlees losjes af met aluminiumfolie en laat het vlees voor het serveren 10 minuten rusten.
Geleiders
• Aan de ovenwanden bevinden zich geleiders waarmee het ovenrooster of de bakplaat op
verschillende niveaus kan worden geplaatst. Voor de juiste hoogte raadpleegt u een bakgids
of de instructies op de verpakking van het voedsel.
Ovenlade
• Het fornuis heeft een ovenlade waarin u toebehoren zoals bakplaten, ovenroosters en kleine
potten enpannen kunt bewaren.
Waarschuwing! Tijdens gebruik kan het binnenoppervlak van de ovenlade heet worden.
Bewaar geen voedsel, plastic of ontvlambare materialen in de ovenlade.

NL 9
Ovenfuncties
Het apparaat beschikt over een aantal ovenfuncties. Raadpleeg de tabel voor de gewenste
functie. Raadpleeg ook de bereidingsinstructies opdeverpakking van het gerecht.
Ovenfuncties
Ontdooien
• U kunt ontdooien met de ventilator van de hetelucht oven.
• De ventilator blaast koude lucht.
• Haal de diepvriesprodukten uit de verpakking en leg ze in een schaal.
• Schuif de schaal op het rooster in richel 3.
Onderwarmte
• Verwarming alleen door middel van het element voor onderwarmte.
• Deze functie kan worden gebruikt voor schotels en gebakken gerechten die een
echte bodemkorst of bruining nodig hebben.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Gebruik deze functie net voor het einde van de bak- of braadtijd.
Bovenwarmte + onderwarmte
• Verwarming door middel van de elementen voor boven- en onderwarmte.
• Deze functie kan worden gebruikt voor traditioneel bakken en braden.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Bovenwarmte + onderwarmte + ventilator
• De lucht in de oven wordt verwarmd met de elementen voor boven- en
onderwarmte.
• De ventilator in de achterwand van de oven zorgt voor circulatie van de hete lucht.
Hierdoor worden de gerechten verwarmd.
Grill
• Verwarming door middel van het grillelement.
• Deze functie kan worden gebruikt voor het grillen van een aantal belegde
boterhammen en saucijsjes, en voor het roosteren van brood.
• Plaats het ovenrooster op niveau 4 en de bakplaat op niveau 2.
• Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge temperatuur kan
hetgerecht snel aanbranden.
Grill + ventilator
• U kunt grillen met heteluchtcirculatie.
• De stralingswarmte wordt door de ventilator verspreid rond het gerecht.
• Het gecombineerde effect van de grill en de ventilator geeft uw voedsel een
perfecte knapperigheid en is ideaal voor grillgerechten.
• Warm de oven 5 minuten voor.
• Schuif het rooster in de bovenste roosterpositie.
• Plaats vervolgens een bakplaat op roosterpositie 3 om het vet van het
gerecht op te vangen.
GEBRUIK

NL 10
De inductiekookplaat gebruiken
Zandkorreltjes of andere substanties kunnen krasjes en vlekken veroorzaken
die niet meer te verwijderen zijn. Zet daarom alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak en til pannen altijd op als u ze verplaatst. Gebruik de kookplaat
niet als werkvlak.
Pannen voor inductiekoken
• Pannen waarmee al eerder op een gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer geschikt voor
inductiekoken.
• Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor elektrisch- en inductiekoken met:
▷een dikke bodem van minimaal 2,25 mm;
▷een vlakke bodem.
• Gebruik bij voorkeur pannen met het “Class Induction” keurmerk.
• Wees voorzichtig met dunne plaatstaal geëmailleerde pannen:
▷op een hoge stand kan het emaille er afspringen wanneer de pan te droog is;
▷door het hoge vermogen kan de panbodem gemakkelijk kromtrekken.
• Gebruik nooit pannen met een vervormde bodem. Een holle of bolle bodem kan de werking
van de oververhittingsbeveiliging belemmeren. Het toestel kan dan te warm worden
waardoor de glasplaat kan barsten en de panbodem kan smelten.
• Laat nooit een lege pan op een ingeschakelde kookzone staan. Hoewel de kookzone
beveiligd is tegen oververhitten, wordt de pan zeer heet en bestaat de kans dat deze
beschadigd raakt.
• Kook altijd met het deksel op de pan om energieverlies te voorkomen.
• Gebruik geen pannen die kleiner zijn dan de kookzone. Hiermee vermijdt u dat
voedselresten op de gloeiend hete kookzone terecht komen. Ingebrande voedselresten zijn
moeilijk te verwijderen.
• Schade, ontstaan door het gebruik van ongeschikte pannen of droogkoken, valt buiten de
garantie.
Niet elke pan is geschikt voor inductiekoken. Het is daarom belangrijk om te weten of
de pan is gemaakt van het juiste materiaal. Met een magneet kunt u zelf controleren of
uw pan geschikt is. Als de magneet wordt aangetrokken, kunt de pan gebruiken.
Geschikte pannen Ongeschikte pannen
Speciale roestvrijstalen pannen Aardewerk
Class Induction Roestvrijstaal
Solide geëmailleerde pannen Porselein
Geëmailleerde gietijzeren pannen Koper / Kunststof / Aluminium
GEBRUIK

NL 11
• Minimale pandiameter
▷De minimale pandiameter bedraagt 12 cm.
▷Het beste resultaat bereikt u door een pan te nemen met dezelfde diameter als de
kookzone.
▷Bij te kleine pannen schakelt de kookzone niet in.
• Snelkookpannen
▷Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken in snelkookpannen.
▷De kookzone reageert zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel op druk komt.
Zodra u een kookzone uitschakelt, stopt het kookproces direct.
Inductiegeluiden
• Tikkend geluid
▷Bij kookstanden kan een zacht tikkend geluid optreden.
• Pan maakt geluid
▷De pannen kunnen geluid maken tijdens het koken. Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie van de kookplaat naar de pan.
▷Met name bij een hoge kookstand is dit normaal bij bepaalde pannen. Het is niet
schadelijk voor de pan of de kookplaat.
• Ventilator maakt geluid
▷Om de levensduur van de elektronica te vergroten, is het apparaat voorzien van een
ventilator. Als u het apparaat intensief gebruikt, wordt de ventilator ingeschakeld en hoort
u een zoemend geluid. Ook nadat u het apparaat heeft uitgeschakeld, kan de ventilator
nog geluid maken.
Kookduurbegrenzing
• Als een kookzone gedurende een ongebruikelijk lange tijd in gebruik is, dan wordt deze
automatisch uitgeschakeld.
• Afhankelijk van het gekozen kookvermogen wordt de kookduur als volgt begrensd:
Kookstand De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld na:
1 10 uur
2 - 3 5 uur
4 4 uur
5 3 uur
6-8 2 uur
9 1 uur
GEBRUIK

NL 12
Meldingen op de kookplaat displays
Op
display
Status
Vermogen van kookzone: 1 = lage instelling, 9 = hoge instelling
Boost-functie actief
Geen (geschikte) pan op kookzone (pandetectiesymbool)
Boost-functie uitgeschakeld (na 10 minuten gebruik)
De kookplaat overschrijd het maximale vermogen. De kookzone wordt
automatisch naar een lagere kookstand geschakeld.
Restwarmte-indicator: de kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicator waarmee wordt aangegeven welke kookzone nog warm is. Ondanks
dat de kookplaat is uitgeschakeld, blijft de indicator Hzichtbaar zolang de
kookzone warm is!
Raak de kookzones niet aan wanneer deze indicator brandt.
Gevaar! Risico op brandwonden.
Foutcode: zie de probleemoplossingstabel
GEBRUIK

NL 13
Kookstanden
Het onderstaande overzicht is uitsluitend bedoeld als leidraad, omdat de instelwaarde afhankelijk
is van de hoeveelheid en samenstelling van het gerecht en de pan.
Gebruik ‘boost’ en stand 9 voor:
• snel aan de kook brengen;
• slinken van bladgroenten;
• verhitten van olie en vet;
• onder druk brengen van een snelkookpan.
Gebruik stand 8 voor:
• aanbraden van vlees;
• bakken van vis;
• bakken van omeletten;
• bakken van gekookte aardappelen;
• frituren.
Gebruik stand 7 voor:
• bakken van dikke pannenkoeken;
• bakken van dik, gepaneerd vlees;
• uitbakken van spek of bacon;
• bakken van rauwe aardappelen;
• bakken van wentelteefjes;
• bakken van gepaneerde vis.
Gebruik stand 6 voor:
• doorkoken;
• ontdooien van harde groenten;
• bakken en garen van dun vlees.
Gebruik stand 1 t/m 5 voor:
• trekken van bouillon;
• bereiden van stoofvlees;
• smoren van groenten;
• smelten van chocolade;
• smelten van kaas.
GEBRUIK

NL 14
Oven bedienen
1. Kies de gewenste ovenfunctie met de ovenfunctieknop.
▷Kies aan de hand van de tabel in het hoofdstuk 'Ovenfuncties' de gewenste functie.
▷Raadpleeg ook de bereidingsinstructies op de verpakking van het gerecht.
2. Stel met de temperatuurknop de oventemperatuur in (tussen 50 en 270 ºC).
▷Het lampje van de oventhermostaat licht op.
Verwarm indien nodig de oven voor voordat u het gerecht in de oven plaatst.
Inductiekookplaat bedienen
6
7
8
5
4
3
9
P
2
1
0
Inschakelen en uitschakelen
1. Zet een pan op een kookzone.
2. Draai de bedieningsknop rechtsom in de gewenste stand (zie ‘Kookstanden’).
▷Er klinkt een geluidssignaal.
▷In de display verschijnt de stand die u heeft ingesteld en de kookzone wordt warm.
▷De kookzones zijn in 9 standen instelbaar. Daarnaast is er bij de zones nog de
stand ‘boost’.
3. Draai de bedieningsknop op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
▷Er klinken drie geluidssignalen.
▷Na een aantal seconden schakelt de kookplaat in stand-by.
BEDIENING

NL 15
Boost inschakelen
De ‘boost’ functie kunt u gebruiken om gedurende een korte tijd (10 minuten) op het hoogste
vermogen te koken. Na het verstrijken van de maximale boosttijd schakelt de kookzone uit.
6
7
8
5
4
3
9
P
2
1
0
1. Draai de bedieningsknop op stand ‘P’.
▷Er klinkt een geluidssignaal.
▷De ‘boost’ functie is nu geactiveerd; ‘P’ verschijnt in de display.
▷Na 10 minuten schakelt de boost functie uit; ‘o’ verschijnt in de display.
2. Draai de bedieningsknop op ‘0’ om de kookzone uit te schakelen.
▷Er klinken drie geluidssignalen.
▷Na een aantal seconden schakelt de kookplaat in stand-by.
Niet alle 4 zones kunnen tegelijk op stand 9 (of ‘boost’) worden ingesteld. De 4 zones
kunnen tegelijk maximaal op stand 4 worden ingesteld. Indien een hogere stand
gewenst is dient eerst een andere zone verlaagd of uitgezet te worden. Het toestel geeft
dan een pieptoon en in de display gaat ‘r’ en de gekozen stand knipperen. Stel dan de
zone’s in op een lagere stand!
BEDIENING

NL 16
Algemeen
Maak het apparaat spanningsloos voordat met reparatie of schoonmaken
wordt gestart. Trek bij voorkeur de stekker uit het stopcontact of schakel de
netschakelaar uit.
Maak het apparaat na gebruik schoon. Zo voorkomt u dat voedselresten zich aan het
oppervlak hechten en hardnekkige vlekken vormen.
Fornuis reinigen
• Maak het apparaat dagelijks schoon met water en een schoonmaakmiddel of allesreiniger.
• Verwijder hardnekkige vlekken op het email met een niet-schurend middel of met
eenzachtespons.
• Gebruik nooit schuurpoeder, agressieve schoonmaakmiddelen of een schuurspons.
• Verwijder hardnekkige aanslag met een speciaal reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Veegaltijd in de richting van de structuur van het staal, om glansplekken te voorkomen.
Veeg na met een onderhoudsproduct voor roestvrij staal.
• Schade aan de belettering valt niet onder de garantie.
Oven reinigen
• De binnenkant van de ovendeur, de bodem van de oven, de bakplaat en braadslede zijn
volledig geëmailleerd. Deze delen kunt u het best schoonmaken met warm zeepsop of een
beetje vloeibaar schoonmaakmiddel. Spoel goed na met schoon water.
• Maak de buitenkant van de oven schoon met warm zeepsop of vloeibare zeep.
Spoeldaarna met schoon water na.
• Maak het glas van de ovendeur schoon met zeepsop of een glasreiniger.
Inductiekookplaat reinigen
• Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het aanbeveling de kookplaat
direct na gebruik schoon te maken.
Voor de dagelijkse reiniging kunt u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige
doek gebruiken.
• Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
• Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld afwasmiddel, te
verwijderen.
• Verwijder waterkringen en kalkresten met schoonmaakazijn.
• Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak lastig te verwijderen. Hiervoor
zijn speciale middelen verkrijgbaar.
• Verwijder overgekookte voedselresten met een glasschraper. Ook gesmolten kunststof en
suiker kunt u verwijderen met een glasschraper.
• Gebruik nooit schuurmiddelen. Deze veroorzaken krasjes waarin zich kalk en vuil ophopen.
• Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en schuursponsjes.
ONDERHOUD

NL 17
Ovenlamp vervangen
Maak voor vervangen van de lamp eerst het toestel spanningsloos; trek de stekker
uit de stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit! Laat het toestel
afkoelen. Draag handbescherming wanneer u de lampverwijdert.
Het toestel bevat een lichtbron met energie-efficiëntieklasse G.
1. Draai het glazen afdekkapje linksom los en vervang de ovenlamp.
Plaats een nieuwe lamp met dezelfde specificaties (230 V, 15-25 Watt, type E14, bestand
tegen 300 °C).
2. Draai het glazen afdekkapje weer vast.
De lamp in dit huishoudelijk apparaat is alleen geschikt voor de verlichting van het
apparaat. De lamp is niet geschikt voor het verlichten van een kamer. De lamp is
verbruiksmateriaal en valt niet onder de garantie.
Ovendeur demonteren
Als u de binnenkant van de oven wilt reinigen, kunt u de ovendeur demonteren.
1. Open de ovendeur volledig en draai de pallen zo ver mogelijk terug.
2. Sluit de deur langzaam zodat de klemmen in de flenzen vallen (waarin de pallen passen).
3. Til de deur enigszins op onder een hoek van ongeveer 15° (ten opzichte van de positie van
de gesloten deur) en hef deze uit de beide scharnierhouders.
Ovendeur monteren
1. Plaats de deur onder een hoek van 15° in de scharnieren aan de voorkant van het apparaat.
2. Druk de deur naar voren en naar beneden zodat de scharnieren in de uitsparingen schuiven.
▷Controleer of de scharnieruitsparingen goed zijn geplaatst.
3. Open de ovendeur vervolgens volledig en draai de pallen terug naar hun beginpositie.
4. Sluit de deur langzaam en controleer of deze goed sluit.
▷Als de deur niet goed opent of sluit, controleert u of de scharnieruitsparingen goed in de
scharnierhouders zijn geplaatst.
ONDERHOUD

NL 18
Storingstabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw toestel, betekent dit niet automatisch dat er
een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten in onderstaande tabel of kijk voor meer
informatie op de website ‘www.etna.nl’.
Storing bij de kookplaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat. Normale werking.
De kookplaat geeft bij eerste
gebruik een lichte geur af.
Opwarmen nieuw toestel. Dit is normaal en verdwijnt na
enkele keren koken.Ventileer
de keuken.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie
van de kookplaat naar de
kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit
normaal bij bepaalde pannen.
Dit is niet schadelijk voor de
pannen of de kookplaat.
Nadat u de kookzone heeft
ingeschakeld blijft de display
knipperen.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie.
Gebruik een goede pan.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets in de display.
Geen stroomtoevoer door
defecte voeding of foutieve
aansluiting.
Controleer de zekering of de
elektrische schakelaar (bij
een toestel zonder stekker).
Bij het inschakelen van de
kookplaat slaat de zekering
van de installatie door.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische
aansluiting.
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld verschijnt het
symbool in de display.
De gebruikte kookpan is
niet geschikt voor koken op
inductie of heeft een diameter
die kleiner is dan 12 cm.
Zie hoofdstuk ‘Pannen voor
inductiekoken’.
Foutcode F of C. Toestel oververhit. Het toestel laten afkoelen
en opnieuw beginnen met
koken.
Overige foutcodes Generator defect. Neem contact op met de
servicedienst.
STORINGEN

NL 19
Storing bij de oven Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven werkt niet. Geen ovenfunctie gekozen. Kies een ovenfunctieknop (zie
‘Bediening van de oven’).
Geen temperatuur ingesteld. Stel met de thermostaatknop
de temperatuur in (zie
‘Bediening van de oven’).
Geen spanning aanwezig. Controleer of de stekker in
het stopcontact geplaatst
is. Controleer de zekering in
meterkast.
Rookvorming tijdens de
werking van de oven.
Normaal proces bij het eerste
gebruik van de oven.
Maak de oven regelmatig
schoon. Verminder de
hoeveelheid aan de bakplaat
toegevoegd vet of olie.
Het gerecht is te gaar of niet
gaar genoeg.
Verkeerde oveninstelling. Controleer of de juiste
ovenfunctie is gekozen.
Controleer of de juiste
temperatuur ingesteld is.
Controleer de positie van de
bakplaat.
Er verschijnt condens in de
oven.
Dit is normaal. Veeg de oven na gebruik
schoon.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerde
servicemonteur. Als er een reparatie nodig is, haalt u de stekker uit het
stopcontact en neemt u contact op met de klantenservice van Etna.
Houd de volgende informatie bij de hand wanneer u belt:
• Het modelnummer en serienummer. Deze informatie vindt u op het gegevensplaatje van uw
toestel. U ziet dit plaatje aan de voorzijde als u de deur opent.
• Garantiegegevens.
• Een duidelijke omschrijving van het probleem.
Kies een schone, droge plek als u het toestel tijdelijk moet opbergen, aangezien stof en
vocht het apparaat kunnen beschadigen!
STORINGEN

NL 20
INSTALLATIE
Algemeen
Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten door een erkend installateur.
De elektrische aansluiting moeten voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies!
Let op!
• Het apparaat moet altijd geaard zijn.
• De installatie, het onderhoud en reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
monteurs die daartoe zijn gemachtigd door de fabrikant, omdat anders de garantie komt
tevervallen.
• Het apparaat moet spanningsloos worden gemaakt vóór installatie, onderhoud of reparaties.
Het apparaat is spanningsloos gemaakt als:
▷de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie is uitgeschakeld;
▷de zekering van de elektrische huisinstallatie volledig is verwijderd;
▷de stekker van het apparaat is verwijderd uit het stopcontact.
• Defecte onderdelen mogen alleen worden vervangen door originele Etna-onderdelen.
Alleenvan deze onderdelen garandeert Etna dat ze voldoen aan de veiligheidsvoorschriften.
• Om gevaarlijke situaties te voorkomen, mag een beschadigd elektriciteitssnoer alleen
worden vervangen door de fabrikant, de serviceorganisatie van de fabrikant of door een
erkend vakman.
Elektrische aansluiting
230 V~ / 50/60 Hz
De elektrische aansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
VoorNederland omvat dit onder meer de norm NEN 1010.
• Zorg dat de aansluitstekker en het stopcontact bereikbaar zijn.
• Voorkom dat het netsnoer in contact komt met delen van de oven die heet kunnen worden.
• Als u een vaste aansluiting wilt maken, moet in het netsnoer een omnipolaire schakelaar met
een contactafstand van ten minste 3 mm worden geplaatst.
• Het apparaat mag niet via een stekkerdoos of verlengsnoer op de netspanning worden
aangesloten, aangezien veilig gebruik van het apparaat dan niet langer kan worden
gegarandeerd.
This manual suits for next models
2
Table of contents
Languages:
Other ETNA Cooker manuals

ETNA
ETNA FGV660WIT/E04 User manual

ETNA
ETNA FG890RVS User manual

ETNA
ETNA FG860 Series User manual

ETNA
ETNA EFK769WIT User manual

ETNA
ETNA 1983RVSA User manual

ETNA
ETNA FKV760WIT User manual

ETNA
ETNA FGV150 Series User manual

ETNA
ETNA EFG409H User manual

ETNA
ETNA EFG467HWIT User manual

ETNA
ETNA FG860ZT User manual

ETNA
ETNA 1983RVS User manual

ETNA
ETNA NF941RVSA User manual

ETNA
ETNA FGV350RVS User manual

ETNA
ETNA FI590 Series User manual

ETNA
ETNA FIV760RVS/E07 User manual

ETNA
ETNA FEV150WIT User manual

ETNA
ETNA EFG467HWITAD/E1 User manual

ETNA
ETNA FGV150WIT User manual

ETNA
ETNA EFG659VWIT User manual

ETNA
ETNA FGV561WIT User manual