ETNA OM170RVS User manual

700005916000
OM170RVS
GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTRUCTIONS FOR USE
OVEN
FOUR
OFEN
OVEN
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department,
have the complete type number to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Het toestel-identificatieplaatje bevindt zich aan de binnenkant van het toestel.
La plaque d’identification de l’appareil se trouve sur l’intérieur de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befindet sich an der Innenseite des Gerätes.
The appliance identification card is located on the inside of the appliance.

NL
Handleiding NL 3 - NL 22
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 22
DE
Anleitung DE 3 - DE 22
EN
Manual EN 3 - EN 22
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip

NL 3
INHOUD
Uw oven
Inleiding 4
Bedieningspaneel 5
Beschrijving 6
Gebruik
Eerste gebruik 7
Bediening 8
Oveninstellingen 9
Beschrijvingen van de functies 10
Gebruik van de klok 13
Reinigen
De oven reinigen 17
Inschuifgeleiders verwijderen 17
Ovenlamp vervangen 18
Problemen oplossen
Algemeen 19
Technische specificaties 20
Uw oven en het milieu
Afvoer van het apparaat en de verpakking 21
Informatie betreffende verordening (EU) 66/2014 22

NL 4
Inleiding
Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Etna oven. In het ontwerp
van dit product heeft optimale gebruikersvriendelijkheid centraal gestaan.
De oven biedt een uitgebreide reeks instellingen, zodat u altijd de juiste
bereidingswijze kunt kiezen.
In deze handleiding leest u hoe u deze oven het best kunt gebruiken.
Naast informatie over de bediening, vindt u hier ook achtergrondinformatie
die u tijdens het gebruik van het apparaat van pas kan komen.
Lees eerst de afzonderlijke veiligheidsinstructies
voordat u het apparaat gaat gebruiken!
Lees deze handleiding door voordat u het apparaat in gebruik neemt,
en berg de handleiding daarna veilig op voor toekomstig gebruik.
De installatie-instructies worden afzonderlijk meegeleverd.
UW OVEN

NL 5
UW OVEN
Bedieningspaneel
1. Ovenfunctieknop / ‘uit’-stand
2. Ovenverlichting
3. Ontdooien
4. Grill met ventilator
5. Grote grill
6. Kleine grill
7. Bovenwarmte + onderwarmte + ventilator
8. Bovenwarmte + onderwarmte
9. Onderwarmte
10. Hetelucht
11. ‘-’ toets klok
12. Kloktoets
13. ‘+’ toets klok
14. Temperatuurknop
15. Indicatielampje oventhermostaat
57 6 4 389 1411 12 13 13
1210

NL 6
UW OVEN
Beschrijving
1. Bedieningspaneel
2. Insteekniveau’s
3. Ovendeur
4. Handgreep
De volgende toebehoren worden bij uw oven geleverd:
• Bakplaat
• Ovenrooster
Opmerking
Raadpleeg de bereidingsrichtlijnen in deze handleiding om het juiste
accessoire voor uw gerechten te bepalen.
1
3
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 5
Niveau 4
2
4

NL 7
GEBRUIK
Eerste gebruik
Gebruiksklaar maken
• Haal alle toebehoren uit de oven en reinig deze grondig met
een warm sopje. Sluit de deur en schakel de lege oven ongeveer
30 minuten in op de maximum temperatuur. Schakel hierna
gedurende 15 minuten het grillelement in. Na het afkoelen
de oven met warm water schoonmaken.
11 12 13
Dagtijd instellen
• Als de oven op het lichtnet wordt aangesloten verschijnt ‘12:30’ in
de display en knippert de ‘uren’ aanduiding. Druk op + (13) of - (11)
toets om de juiste uurtijd in te stellen. Druk op de kloktoets (12) om
te bevestigen. Daarna gaat de minutenaanduiding knipperen. Druk
op + (13) of - (11) toets om de juiste minuten in te stellen. Druk op
de kloktoets (12) om te bevestigen.
• De dagtijd kan aangepast worden door de + (13) en - (11) toets
gelijktijdig ingedrukt te houden totdat de ‘uren’ aanduiding gaat
knipperen. Stel dan de klok in zoals hierboven beschreven.
Geen aluminium op de ovenbodem
• Bedek de ovenbodem nooit met aluminiumfolie en plaats ook geen
bakblikken of -vormen op de ovenbodem. De folie houdt namelijk
de hitte tegen, waardoor emailschade ontstaat en het bakresultaat
ongunstig beïnvloed wordt.
Direct schoonmaken
• Gemorste suikerhoudende gerechten of vruchtensappen, zoals
pruimennat of rabarber, kunnen de kleur van het email aantasten.
Het verdient aanbeveling dit direct schoon te maken.

NL 8
Opmerkingen
• Als de oven voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u een
“nieuwigheidsluchtje” ruiken. Dit is normaal.
• De temperatuur kan tijdens de bereidingstijd worden gewijzigd.
• Bereidingstijden zijn ruwe schattingen en kunnen afhankelijk van
een aantal voorwaarden variëren.
• Voor een aantal gerechten moet de oven worden voorverwarmd.
• Als u ovenpapier gebruikt, moet dit bestand zijn tegen hoge
temperaturen.
• Tijdens het bereiden van grotere stukken vlees of gerechten waarin
deeg is verwerkt, zoals pastei, komt veel stoom vrij dat op de
ovendeur kan condenseren. Dit is een normaal verschijnsel dat
niet van invloed is op het functioneren van het apparaat. Veeg na
beëindiging van het bereidingsproces de deur en het glas droog.
• Voorkom dat er condensatie (dauw) ontstaat en laat een gerecht dat
is verhit niet afkoelen in een gesloten oven.
Bediening
De oven gebruiken
De oven heeft 8 ovenfuncties. Raadpleeg ‘Oveninstellingen’ en
‘Beschrijvingen van de functies’ om de juiste ovenfunctie voor bereiding
van het gerecht te kiezen.
1. Stel (indien nodig) de klok in op handbediening door de kloktoets
(12) ingeduwd te houden totdat het ovensymbool in de display
verschijnt.
2. Zet het gerecht in de oven.
Voor de meeste gerechten moet u de oven eerst voorverwarmen.
3. Draai de ‘ovenfunctieknop’ naar de gewenste instelling.
De ovenverlichting gaat branden.
4. Stel met de ‘temperatuurknop’ de gewenste temperatuur in
(tussen 50-250 °C).
Druk kloktoets (12) en de ‘+’ toets klok (13) tegelijk in om de oven
naar de stand-by stand te schakelen (ovensymbool verdwijnt uit de
display).
GEBRUIK

NL 9
Oveninstellingen
Kies aan de hand van de tabel de juiste ovenfunctie. Raadpleeg ook de
bereidingsinstructies op de verpakking van het gerecht.
Functie Beschrijving Aanbevolen
temp. °C
Ontdooien
• De lucht circuleert zonder dat de verwarmingselementen zijn
geactiveerd. Alleen de ventilator wordt geactiveerd.
• Dit wordt gebruikt voor het langzaam ontdooien van bevroren voedsel.
Grill + ventilator
• De warmte die door de bovenste verwarmingselementen wordt
gegenereerd, wordt door de ventilator verspreid.
• Deze functie kan worden gebruikt voor het grillen van vlees en vis.
200
Grote grill
• Het gerecht wordt verwarmd door het bovenste verwarmingselement en
het grillelement.
• Deze functie wordt gebruikt voor schotels en gebakken gerechten die
bruining nodig hebben.
210
Grill
• Het gerecht wordt verwarmd door het binnenste grillelement.
• Deze functie kan gebruikt worden voor het gratineren van
boterhammen, het roosteren van brood en saucijsjes.
210
Bovenwarmte + onderwarmte + ventilator
• De combinatie van bovenwarmte, onderwarmte en ventilator zorgt voor
een gelijkmatige verhitting en is ideaal voor bakken.
180
Bovenwarmte + onderwarmte
• Het gerecht wordt verwarmd door verwarmingselementen boven en
onder in de ovenruimte.
• Deze functie is geschikt voor traditioneel bakken en braden.
200
Onderwarmte
• Het gerecht wordt verwarmd door het onderste verwarmingselement.
Schakel deze stand in net voor het einde van de bak- of braadtijd.
• Deze functie wordt gebruikt voor gerechten die een bodemkorst of
bruining nodig hebben.
160
Heteluchtstand
• Het gerecht wordt verwarmd door hete lucht die vanuit de achterkant
van de oven wordt aangevoerd.
• Deze instelling maakt gebruik van gelijkmatige verhitting en is ideaal
voor bakken.
180
GEBRUIK

NL 10
Beschrijvingen van de functies
Grill + ventilator
De warmte die door het bovenste verwarmingselement wordt gegenereerd,
wordt door de ventilator verspreid. Deze functie kan worden gebruikt voor
het grillen van vlees, vis, gevogelte en groenten. U hoeft het voedsel niet
om te draaien en het krijgt een knapperige textuur.
• Voor het grillen wordt het grillrooster doorgaans op niveau 4 geplaatst,
en de bakplaat op niveau 2.
• Temperatuurstand: 50 - 250 °C
• Houd het bereidingsproces steeds in de gaten. Door de hoge
temperatuur kan het vlees snel aanbranden.
• Verwarm de oven 5 minuten voor.
Grote grill
Het gerecht wordt verwarmd door het bovenelement en het
grillelement. Deze instelling wordt gebruikt voor schotels en gebakken
gerechten die bruining nodig hebben.
• Plaats voor het grillen het ovenrooster op het vierde inschuifniveau en
de bakplaat op het tweede inschuifniveau.
• Temperatuurinstelling: 50 - 250 °C
GEBRUIK

NL 11
Grill
Het gerecht wordt verwarmd door het grillelement.
Deze instelling kan gebruikt worden voor het gratineren van
boterhammen, het roosteren van brood en saucijsjes.
• Plaats voor het grillen het ovenrooster op het vierde inschuifniveau en
de bakplaat op het tweede inschuifniveau.
• Temperatuurinstelling: 50 - 250 °C
• Controleer regelmatig de bereiding. Door de hoge temperatuur kan
het vlees snel aanbranden.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Bovenwarmte + onderwarmte + ventilator
Het gerecht wordt verwarmd door hete lucht, afkomstig van het boven-
en onderelement, die egaal verdeeld wordt door de ventilator. Deze
instelling maakt gebruik van gelijkmatige verhitting en is ideaal voor
bakken.
• Plaats de bakplaat op het tweede inschuifniveau.
• Temperatuurstand: 50 - 250 °C*
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
GEBRUIK

NL 12
GEBRUIK
Bovenwarmte + onderwarmte
Het gerecht wordt verwarmd door verwarmingselementen boven en
onder in de ovenruimte. Deze instelling is geschikt voor traditioneel
bakken en braden.
• Plaats de bakplaat op het tweede inschuifniveau.
• Temperatuurinstellingen: 50 - 250 °C*
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Onderwarmte
Het gerecht wordt verwarmd door het onderste verwarmingselement.
Schakel deze functie in net voor het einde van de bak- of braadtijd.
Deze instelling wordt gebruikt voor gerechten die een bodemkorst of
bruining nodig hebben.
• Plaats de bakplaat op het tweede inschuifniveau.
• Temperatuurinstellingen: 50 - 250 °C*

NL 13
Hetelucht
Het gerecht wordt verwarmd door hete lucht afkomstig van de
ventilator en het verwarmingselement achter in de oven. Deze instelling
maakt gebruik van gelijkmatige verhitting en is ideaal voor bakken.
• Plaats de bakplaat op het tweede inschuifniveau.
• Temperatuurstand: 40 - 250 °C*
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
* De glazen schalen die u gebruikt, moeten bestand zijn tegen
temperaturen van 40 - 250 °C.
Gebruik van de klok
De klok heeft een keukenwekkerfunctie, een automatische
uitschakelfunctie (bereidingstijd of eindtijd) en een automatische in- en
uitschakelfunctie.
Om de klokfuncties te kunnen gebruiken moet de oven op
‘ovenstand’ staan. Druk net zo lang op de kloktoets tot het
ovensymbool (B) in de display verschijnt.
11
BCA
12 13
GEBRUIK

NL 14
GEBRUIK
Keukenwekker
5. Stel de oven in op de ovenstand door net zo lang op de kloktoets
(12) te drukken tot het ovensymbool in de display verschijnt.
6. Druk op de kloktoets (12) om de keukenwekkerfunctie te selecteren.
Het kloksymbool (C) knippert in de display.
7. Stel met de ‘-’ (11) en ‘+’ (13) toetsen een keukenwekkertijd in. Stel
eerst de uren (U) in en bevestig met de kloktoets (12). Stel daarna
de minuten (M) in.
8. Druk op de kloktoets (12) om de ingestelde tijd te bevestigen.
Het kloksymbool (C) gaat branden. 23:59 is de maximaal in te
stellen tijd.
Als de ingestelde tijd is verstreken klinkt er een geluidssignaal en gaat
het kloksymbool knipperen. Druk op een van de toetsen (minimaal
3 seconden) om het geluidssignaal te stoppen. Het kloksymbool
verdwijnt uit de display.
Schakel de kookwekkerfunctie uit door de kookwekkertijd op ‘0’ te
zetten. Druk daarna op de kloktoets (12) om de kookwekkerfunctie uit
te schakelen.
Als de oven niet gebruikt wordt schakel dan de klok naar de stand-by
stand. Houd de ‘+’ toets (13) en de kloktoets (12) tegelijk minimaal 3
seconden ingeduwd om de klok naar stand-by te schakelen.
Automatische uitschakelfunctie met bereidingstijd
Schakelt de oven uit op een van te voren ingestelde bereidingstijd.
1. Stel de oven in op de ovenstand door net zo lang op de kloktoets
(12) te drukken tot het ovensymbool in de display verschijnt.
2. Stel een oventemperatuur.
3. Druk en aantal keren op de kloktoets (12) totdat ‘dur’ in de display
verschijnt.
4. Stel met de ‘-’ (11) en ‘+’ (13) toetsen een bereidingstijd in
(maximaal 10 uur).
5. Druk op de kloktoets (12) om de ingestelde tijd te bevestigen.
6. Stel een ovenfunctie in.
De dagtijd verschijnt in de display. Het ovensymbool (B) en het
‘auto’ symbool (A) gaan branden. De oven start met verwarmen.
UM

NL 15
7. Zodra de ingestelde bereidingstijd is verstreken, weerklinkt een
geluidssignaal en wordt de oven uitgeschakeld.
‘Auto’ symbool knippert in de display.
8. Schakel de oven uit door de ovenknoppen op
de ‘0’ stand te draaien.
9. Druk op een van de toetsen (minimaal 3 seconden) om het
geluidssignaal te stoppen.
Het ‘auto’ symbool verdwijnt uit de display.
Automatische uitschakelfunctie met eindtijd
Schakelt de oven uit op een van te voren ingestelde eindtijd.
1. Stel de oven in op de ovenstand door net zo lang op de kloktoets
(12) te drukken tot het ovensymbool in de display verschijnt.
2. Stel een oventemperatuur.
3. Druk en aantal keren op de kloktoets (12) totdat ‘End’ in de display
verschijnt.
4. Stel met de ‘-’ (11) en ‘+’ (13) toetsen een eindtijd in (maximaal 10 uur).
5. Druk op de kloktoets (12) om de ingestelde tijd te bevestigen.
De dagtijd verschijnt in de display. Het ovensymbool (B) en het
‘auto’ symbool (A) gaan branden. De oven start met verwarmen.
6. Stel een ovenfunctie in.
7. Zodra de eindtijd is bereikt, weerklinkt een geluidssignaal en wordt
de oven uitgeschakeld.
‘Auto’ symbool (A) knippert in de display.
8. Schakel de oven uit door de ovenknoppen op de ‘0’ stand te
draaien.
9. Druk op een van de toetsen (minimaal 3 seconden) om het
geluidssignaal te stoppen.
Het ‘auto’ symbool verdwijnt uit de display.
Automatische in- en uitschakelfunctie
Schakelt de oven in en uit op een van te voren ingestelde bereidingstijd
en eindtijd.
1. Stel de oven in op de ovenstand door net zo lang op de kloktoets
(12) te drukken tot het ovensymbool in de display verschijnt.
2. Stel een oventemperatuur.
3. Druk en aantal keren op de kloktoets (12) totdat ‘dur’ in de display
GEBRUIK

NL 16
verschijnt.
4. Stel met de ‘-’ (11) en ‘+’ (13) toetsen een bereidingstijd in
(maximaal 10 uur).
5. Druk op de kloktoets (12) om de ingestelde tijd te bevestigen.
De dagtijd verschijnt in de display. Het ovensymbool (B) en het
‘auto’ symbool (A) gaan branden.
6. Druk opnieuw een aantal keren op de kloktoets (12) totdat ‘End’ in
de display verschijnt.
7. Stel met de ‘-’ (11) en ‘+’ (13) toetsen een eindtijd in.
8. Druk op de kloktoets (12) om de ingestelde tijd te bevestigen.
De dagtijd verschijnt in de display. Het ovensymbool (B) gaat uit en
het ‘auto’ symbool (A) blijft branden.
9. Stel een ovenfunctie in.
Er kan een eindtijd worden gekozen die 23:59 uur na de bij de dagtijd
opgestelde bereidingstijd ligt. De oven start automatisch op de eindtijd
minus de bereidingstijd en stopt op de ingestelde eindtijd.
10.Zodra de eindtijd is bereikt, weerklinkt er een geluidssignaal en
wordt de oven uitgeschakeld.
‘Auto’ symbool knippert in de display.
11.Schakel de oven uit door de ovenknoppen op de ‘0’ stand te
draaien.
12.Druk op een van de toetsen (minimaal 3 seconden) om het
geluidssignaal te stoppen.
Het ‘auto’ symbool verdwijnt uit de display.
GEBRUIK

NL 17
De oven reinigen
Reinig de oven regelmatig om te voorkomen dat vet- en voedselresten
zich ophopen, met name op de oppervlakken aan de binnen- en
buitenkant, de deur en de afdichting.
• Reinig de oppervlakken aan de buitenkant met een zachte doek
en warm water met zeep. Veeg na met een schone natte doek en
droog de oppervlakken af.
• Verwijder spetters en vlekken op de oppervlakken aan de binnenkant
met een doek met zeep. Veeg na met een schone natte doek en
droog de oppervlakken af.
• Reinig de binnenkant van de oven.
Belangrijk
• Let erop dat er GEEN water in de ventilatieopeningen komt.
• Gebruik NOOIT schurende schoonmaakmiddelen of chemische
oplosmiddelen.
• Zorg er ALTIJD voor dat de afdichting van de deur schoon is.
Zo voorkomt u de ophoping van vuil en kunt u de deur goed sluiten.
Inschuifgeleiders verwijderen
Gebruik conventionele schoonmaakmiddelen om de inschuifgeleiders
te reinigen.
• Verwijder de schroef (A) aan de onderzijde van de inschuifgeleiders.
• Pak de inschuifgeleiders aan de onderkant vast en kantel ze naar
het midden van de oven (B).
• Haal de inschuifgeleiders los uit de gaten in de achterwand (C).
B
A
C
REINIGEN

NL 18
Ovenlamp vervangen
De lamp (E14, 230-240 V, 25 W, 300 °C) is een gebruiksartikel en valt
daarom niet onder de garantie.
Maak het toestel spanningsloos door de stekker uit de stopcontact
te verwijderen of de zekering in de meterkast uit te schakelen!
1. Draai het afdekkapje linksom om het te verwijderen.
2. Draai de lamp uit de fitting en vervang deze door eenzelfde lamp.
Let op; de lamp kan zeer heet zijn! Gebruik bescherming voor het
verwijderen van de lamp.
REINIGEN

NL 19
PROBLEMEN OPLOSSEN
Algemeen
Probeer onderstaande oplossingen als u problemen hebt met uw oven.
Mogelijk bespaart u zich zo de tijd en moeite van een onnodig telefoontje
naar de klantenservice.
Het gerecht wordt niet bereid
• Sluit de deur goed.
• Controleer of er geen zekering is doorgebrand en er geen
stroomonderbreker is geactiveerd.
Gerecht is te gaar of niet gaar genoeg
• Controleer of de juiste temperatuur is ingesteld.
Er zit condens aan de binnenkant van de oven
• Dit is normaal. Veeg de oven na gebruik schoon.
De ventilator blijft werken nadat de oven is uitgeschakeld
• Dit is normaal. De koelventilator blijft, nadat de oven is gestopt,
mogelijk nog een tijdje werken.
Er is een luchtstroom voelbaar bij de deur en de buitenkant van
het apparaat
• Dit is normaal.
Er ontsnapt stoom bij de deur of de ventilatieopeningen
• Dit is normaal.
De oven opbergen of repareren
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerde
servicemonteur. Als er onderhoud moet worden gepleegd, haalt
u de stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met de
klantenservice van Etna.
Houd de volgende informatie bij de hand wanneer u belt:
• Het modelnummer, serienummer (vermeld op de binnenzijde van de
ovendeur) en garantiegegevens
• Een duidelijke omschrijving van het probleem
Kies een schone, droge plek als u de oven tijdelijk moet opbergen,
aangezien stof en vocht het apparaat kunnen beschadigen.

NL 20
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Model OM170RVS
Voedingsbron 230 V ~ 50 Hz
Energieverbruik
Maximaal vermogen
Grillfunctie (klein)
Grillfunctie (groot)
Bovenwarmte
Onderwarmte
Hetelucht
2950 W
2000 W
2950 W
950 W
1100 W
2000 W
Koelmethode Motor koelventilator
Afmetingen
Afmetingen apparaat:
Afmetingen bij inbouw:
B 595 x H 595 x D 575 mm
B 560 x H 600 x D 570 mm
Volume netto 70 L
Other manuals for OM170RVS
1
Table of contents
Languages:
Other ETNA Oven manuals