ETNA A3911RVS User manual

700004242000
A3911RVS
GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D’EMPLOI
BEDIENUNGSANLEITUNG
INSTRUCTIONS FOR USE
OVEN
FOUR
OFEN
OVEN
Houd, wanneer u contact opneemt met de serviceafdeling, het complete typenummer bij de hand.
En cas de contact avec le service après-vente, ayez auprès de vous le numéro de type complet.
Halten Sie die vollständige Typennummer bereit,
wenn Sie mit der Kundendienstabteilung Kontakt aufnehmen.
When contacting the service department,
have the complete type number to hand.
Adressen en telefoonnummers van de serviceorganisatie vindt u op de garantiekaart.
Les adresses et les numéros de téléphone du service après-vente se trouvent sur la carte de garantie.
Adressen und Telefonnummern der Kundendienstorganisation finden Sie auf der Garantiekarte.
You will find the addresses and phone numbers of the service organisation on the guarantee card.
Het toestel-identificatieplaatje bevindt zich aan de binnenkant van het toestel.
La plaque d’identification de l’appareil se trouve sur l’intérieur de l’appareil.
Das Gerätetypenschild befindet sich an der Innenseite des Gerätes.
The appliance identification card is located on the inside of the appliance.

NL
Handleiding NL 3 - NL 25
FR
Notice d’utilisation FR 3 - FR 25
DE
Anleitung DE 3 - DE 25
GB
Manual GB 3 - GB 25
Gebruikte pictogrammen - Pictogrammes utilisés
Benutzte Piktogramme - Pictograms used
Belangrijk om te weten - Important à savoir
Wissenswertes - Important information
Tip - Conseil - Tipp - Tip

NL 3
INHOUD
Uw oven
Inleiding 4
Beschrijving 5
Bedieningspaneel 6
Veiligheid
Aansluiten en reparatie 7
Elektrische veiligheid 7
Tijdens gebruik 8
Gebruik
Voor het eerste gebruik 10
Bak- en braadtips 10
Braden 11
Grillen 12
Bediening
Instellen van de klok 14
Bediening van de oven 14
Ovenfuncties 15
Kookwekker 16
Uitschakeltimer 16
De toon van het geluidssignaal instellen 19
Onderhoud
Reinigen 20
Ovendeur demonteren 21
Ovenlamp vervangen 21
Storingen
Storingstabel 22
Installatie
Inbouwmaten 23
Technische gegevens 24
Milieu aspecten Afvoeren toestel en verpakking 25

NL 4
Inleiding
U heeft gekozen voor een oven van Etna. Optimaal gebruikscomfort en
een eenvoudige bediening stonden voorop bij de ontwikkeling van dit
product. De uitgebreide instelmogelijkheden maken het mogelijk exact
dìe bereidingswijze te kiezen die u voor ogen staat. De ovenfuncties zijn
in een logische volgorde op de functieknop ondergebracht.
Daarnaast heeft de oven een kookwekker. Deze schakelt de oven
automatisch uit als de bereidingstijd verstreken is. Doelmatig en zonder
poespas.
In deze handleiding staat beschreven op welke manier u de oven zo
optimaal mogelijk kunt benutten. Naast informatie over de bediening
treft u ook achtergrondinformatie aan die van dienst kan zijn bij het
gebruik van dit product. Tevens zijn onderhoudstips opgenomen.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing geheel en aandachtig door
voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig
voor latere raadpleging.
De handleiding dient bovendien als referentie voor de servicedienst.
Het gegevensplaatje bevat alle informatie die de servicedienst nodig
heeft om adequaat op uw vragen te reageren.
Veel kookplezier!
Uw OveN

NL 5
Beschrijving
1. Deurgreep
2. Bedieningspaneel
3. Glazen overdeur
4. Ovenverlichting
5. Bovenelement
Uw OveN
8909 BD Massief 90 oven electronisch 07-06-99
1
2
3
4 45

NL 6
Bedieningspaneel
1. Thermostaatknop
2. Indicatielampje oventhermostaat. Brandt
gedurende het opwarmen van de oven.
Het lampje dooft als de ingestelde
temperatuur bereikt is.
3. Display
4. + toets voor de kookwekker/timer
5. Kookwekker-/timertoets
6. - toets voor de kookwekker/timer
7. Functieknop
8. Indicatielampje ovenfunctie. Brandt bij het
inschakelen van één van de ovenfuncties.
9. Verwarmsymbool
10. AUTO (verschijnt bij gebruik van de timer)
11. Belsymbool (verschijnt bij het instellen
van de kookwekker)
Uw OveN
1
7
2
8
3
4
5
6
10 11
9

NL 7
Aansluiten en reparatie
• Dit toestel mag alleen door een hiertoe bevoegd installateur
geïnstalleerd worden. Hierbij dienen de installatie voorschriften en
de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften gevolgd te worden.
• Controleer het toestel op transportschade. Sluit een beschadigd
toestel niet aan.
• Open nooit de behuizing van het toestel. Alleen een service -
technicus mag het toestel openen.
• Maak het toestel spanningsloos voordat met de reparatie wordt
gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te nemen,
de (automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in
de meterkast op nul te zetten bij een vaste aansluiting.
Elektrische veiligheid
• Mocht er een storing optreden of is het toestel beschadigd, laat het
dan eerst deskundig repareren voordat u het in gebruik neemt.
• Reparaties mogen uitsluitend uitgevoerd worden door technici die
zijn geïnstrueerd door de servicedienst. Is het apparaat defect,
schakel dan de zekering in de meterkast uit of haal de netstekker
uit het stopcontact. Neem contact op met de klantenservice.
• Om onveilige situaties te vermijden moet een beschadigde
aansluitkabel door de servicedienst worden vervangen.
• Zorg ervoor dat de aansluitkabel niet in contact kan komen met
delen van de oven die heet kunnen worden.
• Het toestel is voorzien van een stekker en mag alleen op een
geaard stopcontact worden aangesloten. De groepen in de
meterkast moeten gezekerd zijn met minimaal 16 A (C of B
karakteristiek installatie-automaat).
• Als de stekker na installatie niet meer bereikbaar is, moet de
aansluiting voorzien worden van een omnipolaire schakelaar met
een contactafstand van minimaal 3 mm.
• Gebruik geen adapters of verlengsnoeren. Deze kunnen warm
worden tijdens gebruik, waardoor brand kan ontstaan.
• Wees voorzichtig met snoeren van elektrische apparaten, zoals van
een mixer. Deze kunnen bekneld raken tussen de deur van de hete
oven.
veIlIgHeID

NL 8
Tijdens gebruik
• Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd. Gebruik
het uitsluitend voor het bereiden van gerechten.
• Houd kinderen op veilige afstand van de oven tijdens het bakken of
braden. De oven wordt heet tijdens gebruik. Raak de elementen en
het intereur pas aan nadat de oven volledig is afgekoeld.
• De buitenzijde van de oven kan warm worden nadat de oven
gedurende een lange periode bij hoge temperaturen is gebruikt.
Ook de ovenruit kan door langdurig gebruik van de oven op de
maximale temperatuur (bijv. bij het grillen) warm worden. Let op als
er kinderen in de buurt zijn.
• De oven is optimaal geïsoleerd. Desondanks vindt er altijd enige
warmteoverdracht plaats, waarbij de buitenzijde van het toestel
opwarmt. Deze opwarming valt ruimschoots binnen de normen.
• De oven heeft een ventilator die de ovenmantel koelt. Nadat de
oven is uitgeschakeld, kan deze ventilator nog enige tijd nadraaien.
• Controleer of het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp
vervangt om het risico op een elektrische schok te vermijden.
• Zet geen oventoebehoren op de open ovendeur.
• Sluit de ovendeur tijdens het bakken en braden.
• Wees tijdens het bakken voorzichtig met het openen van de deur
omdat warme stoom kan ontsnappen.
• Bewaar geen brandbare materialen in de oven.
• Let op bij het bereiden van gerechten die alcohol bevatten.
Alcoholdamp kan vlam vatten wanneer zij bij hoge temperatuur in
contact komt met de hete ovendelen.
• Verwarm nooit gesloten conservenblikken. Er ontstaat een overdruk
in het blik, waardoor het kan exploderen.
• Diepvriesgerechten (pizza) altijd op een rooster bereiden. De
bakplaat kan vervormen door de grote temperatuurverschillen die
in de bakplaat ontstaan.
• De ovenbodem nooit afdekken met aluminiumfolie. Aluminiumfolie
houdt warmte tegen en geeft daardoor slechte bakresultaten.
Bovendien kan het emaille van de ovenbodem beschadigd raken.
• Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende verhit worden. De
tijd die daarvoor nodig is hangt van vele factoren af, zoals de
hoeveelheid en het soort gerecht. De eventueel in het voedsel
aanwezige bacteriën worden alleen gedood als het voedsel
minimaal 10 minuten bij een temperatuur hoger dan 70 °C verhit
veIlIgHeID

NL 9
wordt. Laat het voedsel wat langer garen als u niet zeker weet of
het voedsel genoeg verhit is.
• Kleinere hoeveelheden vragen een kortere bereidingstijd. Wanneer
de in recepten aangegeven bereidingstijden worden toegepast
kunnen ze verbranden.
• Gebruik nooit een hogedrukreiniger of stoomreiniger voor het
reinigen van de oven.
• Giet nooit koud water op de warme ovenbodem. Het emaille kan
beschadigd raken.
• Door vruchtensappen kunnen moeilijk te verwijderen vlekken
achterblijven op de ovenbodem. Gebruik daarom bij het bereiden
van vochtig gebak (appeltaart) de diepe braadslede als vangschaal.
• Gemorste suikerhoudende gerechten of vruchtensappen, zoals
pruimennat of rabarber, kunnen de kleur van het email aantasten.
Het verdient aanbeveling dit direct schoon te maken.
• Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door hulpbehoevenden,
kleine kinderen en/of personen met gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij zij goede begeleiding krijgen of geïnstrueerd zijn in het veilig
gebruiken van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
• Het apparaat is niet bedoeld om te worden bediend door middel
van een externe timer of een apart afstandsbedieningssysteem.
• Indien de aansluitkabel beschadigd is mag deze alleen worden
vervangen door de fabrikant, zijn service-organisatie of gelijkwaardig
gekwalificeerde personen, teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
veIlIgHeID

NL 10
Voor het eerste gebruik
• Verwijder alle delen van het toebehoren uit de oven en reinig ze met
een warm sopje. Gebruik geen schurende schoonmaakmiddelen.
• Schakel de oven één uur lang in op MAX met boven- en
onderwarmte (zie pagina 14 en 15). Tijdens de fabricage gebruikte
beschermingsvetten worden dan verwijderd.
• Als de oven voor de eerste maal sterk verhit wordt, zult u een
‘nieuwigheidsluchtje’ ruiken. Dit is normaal. Schakel eventueel de
wasemkap in.
• Na het afkoelen de oven met warm water reinigen.
• Verwarm de oven alleen voor als dit in het recept of in de tabellen
van deze gebruiksaanwijzing is vermeld.
Bak- en braadtips
Energiebewust ovengebruik
• Open de ovendeur zo weinig mogelijk.
• Bereid gerechten met ongeveer dezelfde bereidingstemperatuur
(bijvoorbeeld appeltaart en een ovenschotel) tegelijk op hetzelfde
rooster of met een hete lucht functie boven elkaar. Vlees laten
meestoven kan ook.
• Bereid meer gerechten na elkaar, bijvoorbeeld een ovenmaaltijd na
een cake. Vaak kan de bereidingstijd van het tweede gerecht dan
10 minuten korter zijn omdat de oven nog veel warmte in zich heeft.
• Dankzij de ovenisolatie kunnen gerechten met een langere
bereidingstijd (vanaf 1 uur) nagaren op de restwarmte van de oven.
Schakel de oven 10 minuten eerder uit dan aangegeven staat, maar
laat de deur dicht.
• Voorverwarmen is in het algemeen niet nodig, met uitzondering van
gerechten waarvan de bereidingstijd korter dan 30 minuten is of
wanneer een recept dit aangeeft.
• Haal alles wat u niet nodig heeft voor de bereiding uit de oven.
• Schakel de oven uit voordat u het gare gerecht eruit haalt.
Ovenservies
• In principe kunt u elk soort hittebestendig servies gebruiken.
• Spoel glazen servies niet direct na gebruik af onder koud water.
Door het plotselinge temperatuurverschil kan het glas barsten.
• Gebruik donkere of zwarte bakvormen. Deze geleiden de warmte
beter en laten het gerecht gelijkmatiger garen.
gebrUIk

NL 11
Bodem niet afdekken
• Het afdekken van de ovenbodem met bijvoorbeeld aluminiumfolie
of een bakplaat kan tot oververhitting en beschadiging van het
email leiden.
• Vervuiling van de ovenbodem door het lekken uit een springvorm
wordt voorkomen door van aluminiumfolie een bakje te vouwen en
dat onder de vorm op het rooster te zetten of door bakpapier onder
de vorm te leggen.
Tijdinstelling
• Kies een 5 minuten kortere bereidingstijd dan in het recept staat
aangegeven. Daardoor kunt u in de laatste fase controleren of
het gerecht of gebak gaar en goed van kleur is. Zo niet, sluit dan
de ovendeur en controleer na enige tijd opnieuw. Het openen en
sluiten van de deur moet langzaam gebeuren. Bij voorkeur niet
voordat driekwart van de bereidingstijd is verstreken.
Warm houden
• U kunt de oven gebruiken voor het warm houden van reeds bereide
gerechten. Kies hiervoor de hete lucht functie en een temperatuur
van 75 °C. Dek gerechten die u warm wilt houden af om uitdrogen
te voorkomen.
Braden
Vlees braden
• Het meest geschikt is ‘groot vlees’ vanaf 1 kg. Het vlees krijgt
een regelmatig gevormde, krokante korst, waarbij vrijwel geen
gewichtsverlies optreedt.
• Wrijf het vlees een kwartier van tevoren in met zout en kruiden.
Gebruik voor het braden 80 tot 100 g boter of vet (of een mengsel
hiervan) per 500 g vlees.
Braadtijden
• Platte, dunne stukken hebben gemiddeld 5 minuten minder
braadtijd nodig dan dikke of opgerolde stukken vlees. Bij gebruik
van grotere stukken vlees moet per 500 gram meer een 15 tot
20 minuten langere braadtijd worden aangehouden.
• Leg het vlees in een braadslede en overgiet het met hete boter en/
of vet. Als het vlees een vette kant heeft, dan legt u deze tijdens
gebrUIk

NL 12
gebrUIk
het braden boven. Vlees zonder vette kant om de 15 minuten
bedruipen. Vlees met vette kant om de 30 minuten bedruipen.
• Voeg, als de jus te donker wordt, tijdens het braden nu en dan
enkele lepels water toe.
• Laat het vlees na de bereiding 10 minuten rusten, afgedekt met
aluminiumfolie, voordat u het aansnijdt.
Grillen
Algemene tips
• Bij het roosteren van vlees, wild, gevogelte en vis wordt het vlees
of de vis onmiddellijk dichtgeschroeid, waardoor de voedings- en
smaakstoffen behouden blijven. Boter of olie is daarvoor niet nodig.
Het meest geschikt zijn dikkere stukken klein vlees, dunne moten
vis of hele vissen.
Tips voor vlees
• Gebruik alleen vlees van goede kwaliteit. Reken per persoon
75-100 g vlees of 125-175 g vlees met been.
• Zet altijd een passende braadslede onder de gerechten om
afdruipend vet op te vangen. Droog het vlees zonodig met
keukenpapier, voordat u het onder de grill legt.
• Giet voor gerechten met een lange grilltijd, bijvoorbeeld rollade en
kip, ± 2,5 dl water in de braadslede.
Tips voor vis
• Reken per persoon 150-200 g moten of hele vis of 100-125 g
gefileerde vis. Laat bij grotere vissen de kop verwijderen.
• Was de vis. Afdrogen met keukenpapier. Kerf dikke vis in. Leg de
vis op het rooster en schuif er een braadslede onder.
Garneringen en sausjes
• Garnering kan meegegrilld worden, zoals bijvoorbeeld plakken
appel, ananas of halve tomaatjes.
• Plakken kaas de laatste minuten op het vlees leggen en laten
smelten. Bestrooi het vlees pas na het grillen met peper en zout.
De dikte van het vlees bepaalt de plaats onder de grill. Over het
algemeen geldt dat dunne stukken hoog moeten worden geplaatst
(altijd op minstens 5 cm afstand van de grill) en dikkere stukken,
die gaar moeten worden, wat lager.

NL 13
gebrUIk
• Draai dunne stukken vlees om met een vleestang. Gebruik een
ovenwant. Prik niet in het vlees omdat er dan vleessap verloren
gaat. Bij gegrilld vlees, waarbij immers geen jus wordt gevormd,
kan desgewenst afzonderlijk een saus of kruidenboter worden
gegeven.
• Snijd gegrilld vlees en dergelijke niet direct aan maar laat het eerst
enkele minuten afkoelen. Er zal dan bij het aansnijden minder
vleessap verloren gaan.

NL 14
Instellen van de klok
Als u het toestel voor de eerste keer aansluit, knipperen de symbolen
‘AUTO’ en ‘0 00’. U kunt nu de klok instellen.
1. Druk gedurende 3 seconden op de kookwekker-/timertoets.
Het verwarmsymbool verschijnt en de punt gaat knipperen.
2. Stel (als de punt nog knippert) met de + en de - toets de juiste
tijd in en wacht op een geluidssignaal dat aangeeft dat de tijd is
opgeslagen.
De huidige tijd verschijnt in de display.
▷Indien de punt niet meer knippert, kunt u de tijd niet instellen.
U kunt de tijd nu aanpassen door de - toets en de + toets
gelijktijdig in te drukken en vast te houden totdat de punt weer
gaat knipperen.
Bediening van de oven
1. Selecteer een temperatuur met de thermostaatknop en een
ovenfunctie met de functieknop.
▷Zie pagina 15 voor meer informatie over de verschillende
ovenfuncties die u kunt kiezen.
2. Zet de thermostaatknop en de functieknop na afloop van de
bereidingstijd op ‘0’ om de oven uit te schakelen.
beDIeNINg

NL 15
Ovenfuncties
Ovenverlichting (blijft altijd branden tijdens de werking)
Boven- en onderwarmte (conventioneel)
Een boven- en onderelement verwarmen het gerecht, geschikt voor de bereiding
van één gerecht. Deze functie wordt gebruikt voor luchtig gebak en taarten, waarbij
de warmtetoevoer van boven en onder gelijk moet zijn om een luchtig resultaat te
krijgen. Het gerecht bij voorkeur in een voorverwarmde oven plaatsen, d.w.z. als het
indicatielampje naast de thermostaatknop uitgegaan is. Instelling temperatuur van
50 °C tot MAX.
Conventioneel met ventilator
Het boven- en onderelement zijn ingeschakeld. De ventilator verspreidt de warmte
gelijkmatig door de ovenruimte. Deze functie is geschikt voor het braden van vlees
en het bakken van taarten. Met deze functie kunt u ook voedsel ontdooien. Zet
hiervoor de thermostaatknop op ‘0’. Instelling temperatuur van 50 °C tot MAX.
Onderwarmte met ventilator
Het onderelement is ingeschakeld. De ventilator laat de hete lucht circuleren. Deze
functie is ideaal voor het bakken van pizza, quiche, appel- en kwarktaart. Instelling
temperatuur van 50 °C tot MAX.
Grill (met beperkt oppervlak en vermogen)
Het bovenelement is ingeschakeld. Deze functie is vooral voor kleinere hoeveelheden
geschikt, zoals stokbrood, visfilet of het gratineren van een ovenschotel. De
buitenkant krijgt een bruine kleur, zonder dat de binnenkant van het gerecht
beïnvloed wordt. Plaats het gerecht in het midden van het ovenrooster omdat het
element zich in het midden van de oven bevindt. Instelling temperatuur van 50 °C tot
200 °C.
Grill (met groot oppervlak)
Beide bovenelementen verhitten het gerecht. Deze functie is geschikt voor het
grillen van biefstuk, worstjes en tosties. De ventilator verspreidt de warmte van
het grillelement door de oven. Hierdoor worden de gerechten gelijkmatig gaar.
Ideaal voor grotere grillgerechten zoals gevogelte en grotere stukken vlees. Zet
een ovenschaal onder het gerecht om afdruipend vet op te vangen. Instelling
temperatuur van 50 °C tot 200 °C.
Hete lucht (rond verwarmingselement met ventilator)
Gerechten worden verwarmd door de hete lucht die is opgewarmd met het element
in de achterzijde van de oven. Door de gelijkmatige verhitting van de oven is deze
functie geschikt voor zowel het verwarmen van diepvries gerechten als het bakken
van cake en croissants. Met hete lucht kunt u meerdere niveau’s gelijktijdig benutten.
Instelling temperatuur van 50 °C tot MAX.
beDIeNINg

NL 16
Kookwekker
Met de kookwekker kunt u een bepaalde tijdsduur instellen. Is de tijd
verstreken, dan klinkt er een geluidssignaal. De kookwekker heeft geen
invloed op de werking van de oven, dus na afloop blijft de oven gewoon
functioneren.
1. Druk gedurende 3 seconden op de kookwekker-/timertoets.
Het belsymbool verschijnt en gaat knipperen.
2. Stel (als het belsymbool nog knippert) met de + en de - toets de
juiste tijd in en wacht op een geluidssignaal dat aangeeft dat de tijd
is opgeslagen.
De huidige tijd verschijnt in de display en het belsymbool stopt met
knipperen.
▷Indien het belsymbool niet meer knippert, kunt u de tijd niet
instellen. Druk weer gedurende 3 seconden op de kookwekker-/
timertoets totdat het belsymbool gaat knipperen.
▷Wilt u de ingestelde tijd bekijken of aanpassen, dan moet u weer
gedurende 3 seconden op de kookwekker-/timertoets drukken.
De tijd van de kookwekker verschijnt dan gedurende een aantal
seconden in de display.
3. Als de tijd is verstreken, hoort u een geluidssignaal en knippert
het belsymbool. Om het geluidssignaal uit te schakelen, drukt u
op een willekeurige toets. Het geluidssignaal schakelt uit, maar
het belsymbool blijft knipperen. Als u vervolgens lang op de
kookwekker-/timertoets drukt, verdwijnt het belsymbool.
Uitschakeltimer
De uitschakeltimer kunt u op verschillende manieren gebruiken:
• U kunt de tijdsduur van het bakken/braden/grillen bepalen. De
oven schakelt uit zodra de ingestelde tijd is verstreken. Is de tijd
verstreken, dan klinkt er een geluidssignaal.
• Ook kunt u met de timer de tijd instellen waarop het bakken/
braden/grillen moet eindigen. De oven zal tot de ingestelde tijd op
de vooringestelde temperatuur en functie functioneren. Is de tijd
verstreken, dan klinkt er een geluidssignaal.
• Tot slot kunt u zowel een tijdsduur als ook een eindtijd ingeven
(een automatisch bakproces). De oven start automatisch en eindigt
automatisch. Als het automatische bakproces is afgelopen, klinkt er
een geluidssignaal
beDIeNINg

NL 17
De duur van de baktijd programmeren
1. Druk gedurende 3 seconden op de kookwekker-/timertoets.
Het belsymbool verschijnt en gaat knipperen.
2. Druk nogmaals op de kookwekker-/timertoets.
In de display knippert ‘dur’ en ‘AUTO’, afgewisseld met ‘0 00’.
3. Stel (als de display nog knippert) met de + en de - toets de
gewenste baktijd in en wacht op een geluidssignaal dat aangeeft
dat de tijd is opgeslagen.
De huidige tijd verschijnt in de display en ‘AUTO’ stopt met
knipperen. De oven zal gedurende de ingestelde tijd op de
vooringestelde temperatuur en functie functioneren.
▷Indien de display niet meer knippert, kunt u de tijd niet instellen.
Herhaal stap 1 en 2.
4. Als de tijd is verstreken, hoort u een geluidssignaal, knippert
‘AUTO’ en de oven schakelt uit. Om het geluidssignaal uit te
schakelen, drukt u op een willekeurige toets. Het geluidssignaal
schakelt uit, maar ‘AUTO’ blijft knipperen. Als u vervolgens lang op
de kookwekker-/timertoets drukt, verdwijnt ‘AUTO’.
Het einde van de baktijd programmeren
1. Druk gedurende 3 seconden op de kookwekker-/timertoets.
Het belsymbool verschijnt en gaat knipperen.
2. Druk nogmaals twee keer achter elkaar op de kookwekker-/
timertoets.
In de display knippert ‘End’ en ‘AUTO’, afgewisseld met de huidige
tijd.
3. Stel (als de display nog knippert) met de + en de - toets de
gewenste eindtijd in en wacht op een geluidssignaal dat aangeeft
dat de tijd is opgeslagen.
De huidige tijd verschijnt in de display en ‘AUTO’ stopt met
knipperen. De oven zal tot de ingestelde tijd op de vooringestelde
temperatuur en functie functioneren.
▷Indien de display niet meer knippert, kunt u de tijd niet instellen.
Herhaal stap 1 en 2.
4. Als de tijd is verstreken, hoort u een geluidssignaal, knippert
‘AUTO’ en de oven schakelt uit. Om het geluidssignaal uit te
schakelen, drukt u op een willekeurige toets. Het geluidssignaal
schakelt uit, maar ‘AUTO’ blijft knipperen. Als u vervolgens lang op
de kookwekker-/timertoets drukt, verdwijnt ‘AUTO’.
beDIeNINg

NL 18
Programmering van het automatische bakproces
1. Druk gedurende 3 seconden op de kookwekker-/timertoets.
Het belsymbool verschijnt en gaat knipperen.
2. Druk nogmaals op de kookwekker-/timertoets.
In de display knippert ‘dur’ en ‘AUTO’, afgewisseld met ‘0 00’.
3. Stel (als de display nog knippert) met de + en de - toets de
gewenste baktijd in en wacht op een geluidssignaal dat aangeeft
dat de tijd is opgeslagen.
De huidige tijd verschijnt in de display en ‘AUTO’ stopt met
knipperen.
▷Indien de display niet meer knippert, kunt u de tijd niet instellen.
Herhaal stap 1 en 2.
4. Druk weer gedurende 3 seconden op de kookwekker-/timertoets.
5. Druk nogmaals twee keer achter elkaar op de kookwekker-/
timertoets.
In de display knippert ‘End’ en ‘AUTO’, afgewisseld met de huidige
tijd.
6. Stel (als de display nog knippert) met de + en de - toets de
gewenste eindtijd in en wacht op een geluidssignaal dat aangeeft
dat de tijd is opgeslagen.
De huidige tijd verschijnt in de display en ‘AUTO’ stopt met
knipperen.
▷Indien de display niet meer knippert, kunt u de tijd niet instellen.
Herhaal stap 1 en 2.
• Voorbeeld:
Huidige tijd: 12.36
Ingestelde duur van het bakproces: 10 minuten
Ingestelde eindtijd van het bakproces: 14.00 uur
De oven start om 13.50 uur met het bakproces op de
vooringestelde temperatuur en functie en zal om 14.00 uur stoppen.
7. Als de tijd is verstreken, hoort u een geluidssignaal, knippert
‘AUTO’ en de oven schakelt uit. Om het geluidssignaal uit te
schakelen, drukt u op een willekeurige toets. Het geluidssignaal
schakelt uit, maar ‘AUTO’ blijft knipperen. Als u vervolgens lang op
de kookwekker-/timertoets drukt, verdwijnt ‘AUTO’.
beDIeNINg

NL 19
De toon van het geluidssignaal instellen
Het geluidssignaal is op drie verschillende tonen in te stellen;
• Hoge toon
• Gemiddelde toon
• Lage toon
1. Druk gedurende drie seconden gelijktijdig op de - toets en de
+ toets.
2. Druk daarna op de kookwekker-/timertoets.
In de display gaat ‘ton1’ knipperen’.
3. Druk herhaaldelijk op de - toets om een andere toon te kiezen.
4. Druk tot slot weer op de kookwekker-/timertoets om de gewenste
toon in te stellen.
beDIeNINg

NL 20
Reinigen
Let op
• Maak de oven en toebehoren pas schoon nadat deze volledig zijn
afgekoeld. Door de oven regelmatig schoon te maken, voorkomt u
hard nekkige verontreinigingen.
• Maak het toestel spanningsloos voordat met de reiniging wordt
gestart. Bij voorkeur door de stekker uit het stopcontact te nemen,
de (automatische) zekering(en) uit te schakelen of de schakelaar in
de meterkast op nul te zetten bij een vaste aansluiting.
Geëmailleerde delen
De binnenkant van de ovendeur, de zijwanden, de ovenbodem en
de bak- en braad plaat zijn geheel geëmailleerd. U kunt ze het beste
reinigen met een warm sopje, eventueel met vloeibare zeep en
nabehandelen met schoon water.
Chroom
Reinig richels en ovenrooster met een warm sopje of vloeibare zeep.
Behandel na met schoon water.
Kunststof/glas
Maak de handgreep en knoppen met een sopje of met glasreiniger
schoon.
Afdichtrubber
Reinig het met een warm sopje en behandel na met schoon water.
Oven interieur
Voor het reinigen van de oven gebruikt u een schone doek en een sopje
van een mild schoonmaakmiddel.
• Gebruik geen schuurmiddelen of schuursponsjes.
• Gebruik een speciale ovenreiniger om hardnekkige vlekken te
verwijderen.
• De ovenwanden reinigen met een sopje van een schoonmaakmiddel
en een nylon borstel.
• Gebruik bij het schoonmaken nooit agressieve schoonmaak-
middelen, harde borstels, schuursponsjes, staalwol of een mes.
ONDerHOUD
Table of contents
Languages:
Other ETNA Oven manuals