Marklin Digital 49961 User manual

Modell eines Einheitsmesswagens

Informationen zum Vorbild
Zu den technisch anspruchvollsten Wagen bei der
Deutschen Bundesbahn gehören die diversen
Messwagen, die zum Überprüfen von Fahrzeugen,
von Strecken oder zur Untersuchung bestimmter
physikalischer oder technischer Grenzbereiche die-
nen. Ausgelegt für eine Geschwindigkeit von bis zu
300 km/h zeichnet sich zum Beispiel das Fahrwerk
durch einen sehr ruhigen Lauf aus. Durch die einge-
bauten Führerstände in den Wagen ist eine Messung
in Gegenrichtung ohne aufwändige Rangiermanöver
möglich. Der Innenbereich der Wagen beinhaltet
neben den Arbeitsräumen wie Messraum, Werkstatt
oder Auswerteraum auch ein Wohn- und Schlaf-
bereich und eine Küche zur Selbstversorgung der
in diesem Wagen arbeitenden Techniker und Inge-
nieure. Mit einer Länge von 26,4 m, einer Breite von
2,825 m und einer Dachhöhe von 4,05 m entspricht
der Messwagen in den Abmessungen den üblichen
Werten bei den heutigen vierachsigen Personen-
wagen. Durch die Fülle an eingebauter Technik und
Zusatzeinrichtungen fällt der Wagen der Baureihe
Dienstüm 312 mit einem Gewicht von 62,8 t jedoch
deutlich schwerer aus.
Information about the Prototype
The various measurement cars use for testing loco-
motives and cars, track routes, or for investigating
particular physical or technical border areas are
among the most technically demanding cars on the
German Federal Railroad. They are designed for
speeds up to 300 km/h /188 mph and their frames
and running gear feature very quiet running. The
built-in engineer’s cabs in the cars allow measure-
ments in the opposite direction without time consu-
ming switching maneuvers. The interior of the cars
also contains crew’s quarters and a galley in addition
to the work spaces such as the measurement room,
workshop or evaluation room so that the technicians
and engineers who work in these cars can take care
of themselves. Each car is 26.4 meters / 86 feet
7-3/8 inches long, 2.825 meters / 9 feet 3-1/4 inches
wide and 4.05 meters / 13 feet 3-7/16 inches high,
and they are basically the same in overall dimen-
sions as the current generation of 4-axle passenger
cars. With the abundance of built-in technology and
auxiliary equipment, these type Dienstüm 312 cars
are considerably heavier at 62.8 metric tons.
2

Informations concernant le modèle réel
Parmi les wagons techniques les plus sophistiqués
de la Deutsche Bundesbahn, on peut citer diverses
voitures de mesure dont le rôle consiste à tester des
véhicules ferroviaires, des lignes ou encore à explorer
certaines sphères physiques ou techniques. Conçu
pour rouler à une vitesse pouvant atteindre 300 km/h,
le véhicule de mesure se distingue entre autres par
un roulement très silencieux. Grâce aux postes de
pilotage intégrés, il est possible de procéder à des
mesures à contresens sans devoir effectuer des
manœuvres de retournement. L’intérieur de la voiture
contient, en plus des espaces de travail comme la
salle de mesure, l’atelier ou la salle de dépouillement
des mesures, un espace dortoir et restauration ainsi
qu’une cuisine pour le ravitaillement des techniciens
et ingénieurs embarqués. D’une longueur de 26,4 m,
d’une largeur de 2,825 m et d’une hauteur de toiture
de 4,05 m, la voiture de mesure a les dimensions
des voitures usuelles actuelles à 4 essieux. Du fait
des équipements techniques et autres accessoires
embarqués, la voiture se révèle cependant nette-
ment plus lourde et fait ainsi partie de la série
Dienstüm 312 avec un poids de 62,8 t.
Informatie over het voorbeeld
Tot de technisch meest geavanceerde rijtuigen bij de
Deutschen Bundesbahn behoren de verschillende
meetrijtuigen die voor het controleren van voertuigen,
trajecten of voor het onderzoeken van bepaalde
natuurkundige of technische grenswaarden gebruikt
worden. Gebouwd voor een snelheid tot 300 km/h
heeft het rijtuig opvallend rustige loop eigenschappen.
Door de aan beide zijden in het rijtuig ingebouwde
besturingscabines zijn metingen in tegengestelde
richting mogelijk zonder extra rangeerbewegingen.
Het interieur van het rijtuig beschikt naast de werk-
ruimtes als, meetkamer, werkplaats of resultaten-
ruimte ook nog over een verblijf- en slaapruimte en
een keuken voor de verzorging van de in het rijtuig
werkende technici en ingenieurs. Met een lengte van
26,40 m, een breedte van 2,825 m en een dakhoogte
van 4,05 m komen de afmetingen van het meetrijtuig
overeen met de gewone vier-assige reizigersrijtuigen.
Door de hoeveelheid aan ingebouwde techniek
en de extra inrichting valt het rijtuig van de serie
“Dienstüm 312” met een gewicht van 62,8 t toch
beduidend zwaarder uit.
3

Funktion
●Dieses Modell ist hauptsächlich für den Betrieb
mit der Control-Unit 6021 konzipiert. Nur mit
diesem Betriebssystem können die zusätzlich
eingebauten Messfunktionen genutzt werden.
Im Betrieb mit Wechselstrom, Märklin Delta oder
mit der früheren Central-Unit 6020 kann das Modell
nur hinter einer Lokomotive mitgeführt werden.
●Dieses Modell ist nur zum Betrieb auf
Märklin H0- C-, M- oder K-Gleisen
mit einem Mindestradius von 360 mm geeignet.
●Anzahl der einstellbaren Digital-Adressen: 80.
●Eingestellte Adresse ab Werk: 78.
●Stirnbeleuchtung vorne und hinten simultan
im Digitalbetrieb oder im Betrieb mit der
Delta-Control 4 f (66045) einschaltbar. Im Wechsel-
strombetrieb ist die Stirnbeleuchtung in der Inten-
sität abhängig von der Versorgungsspannung
am Gleis. Im Betrieb mit der Delta-Station 6607
ist die Stirnbeleuchtung eingeschaltet. Im Betrieb
mit der Delta-Control (6604) ist die Stirnbeleuch-
tung ausgeschaltet.
Zusätzliche Funktionen nur im Betrieb
mit der Control-Unit 6021:
●Separat bewegliche Pantographen vorne
und hinten.
●Messmöglichkeit, ob Spannung an der Ober-
leitung anliegt.
●Messmöglichkeit, ob die Oberleitung innerhalb
der zulässigen Toleranzen bezüglich der seitlichen
Abweichung montiert ist.
●Messmöglichkeit, ob Verbindungsstellen in der
Oberleitung leitend sind.
●Messmöglichkeit, ob Trennstellen in der Ober-
leitung funktionieren.
4

Function
●This model is mainly designed for operation with
the 6021 Control-Unit. The additional built-in
measurement functions can only be used with
this operating system. The model can only be
pulled behind a locomotive when operated with
AC power, Märklin Delta, or with the earlier
6020 Central-Unit.
●This model can only be used on Märklin H0 C, M,
or K Track with a minimum radius of 360 mm /
14-3/16”.
●Number of digital addresses that can be set: 80.
●Address set at the factory: 78.
●Headlights / marker lights front and rear can be
turned on simultaneously in digital operation or
in operation with the Delta-Control 4 f (66045).
The headlights / marker lights vary in brightness
in operation with AC power, depending on the
voltage present in the track. The headlights /
marker lights are turned on in operation with
the 6607 Delta-Station 6607. The headlights /
marker lights are turned off in operation with the
Delta-Control (6604).
Additional functions available only in operation
with the 6021 Control-Unit:
●Separately movable pantographs front and rear.
●Measurement of whether voltage is present in the
catenary.
●Measurement of whether the catenary is mounted
within the permissible tolerances regarding side
movement.
●Measurement of whether connections in the
catenary are conducting current.
●Measurement of whether isolation points in
the catenary are functioning.
5

Fonction
●Ce modèle réduit est principalement conçu pour
une exploitation avec la Control-Unit 6021. Ce n’est
qu’avec cet appareil de contrôle qu’il est possible
d’utiliser les fonctions de mesure intégrées. En
exploitation avec du courant alternatif, avec Märklin
Delta ou avec l’ancienne Central-Unit 6020, le
modèle ne peut qu’être un simple véhicule remor-
qué par une locomotive.
●Ce modèle réduit convient uniquement pour être
utilisé sur les voies Märklin H0 du type C, M ou K
avec un rayon minimal de 360 mm.
●Nombre d’adresses Digital encodables: 80.
●Adresse encodée en usine: 78.
●Feux de signalisation avant et arrière activables
simultanément en exploitation Digital ou en exploi-
tation avec le Delta-Control 4 f (66045). En exploi-
tation avec du courant alternatif, l’intensité des
feux est tributaire de la tension appliquée à la
voie. En exploitation avec la Delta-Station 6607,
les feux de signalisation sont activés. En exploitation
avec le Delta-Control (6604), les feux sont dés-
activés.
Fonctions complémentaires uniquement
en exploitation avec la Control-Unit 6021:
●Pantographes avant et arrière mobiles.
●Possibilité de mesurer si la caténaire est sous
tension.
●Possibilité de mesurer si le fil de contact de la
caténaire est monté dans les limites permises
de débattement latéral.
●Possibilité de mesurer si les liaisons entre élé-
ments de caténaire sont conductrices.
●Possibilité de mesurer si les éléments de coupure
dans la caténaire sont fonctionnels.
6

Werking
●Dit model is hoofdzakelijk ontworpen voor het
gebruik met de Control-Unit 6021. Alleen met dat
bedrijfssysteem kunnen de extra ingebouwde
meetfuncties gebruikt worden. In het bedrijf met
wisselstroom, Märklin Delta of met de vroegere
Central-Unit 6020 kan het model slechts achter
een locomotief meegevoerd worden.
●Dit model is alleen geschikt voor het gebruik op
Märklin H0- C-, M-, of K-rails met een minimum
radius van 360 mm.
●Aantal instelbare digitale adressen: 80.
●Ingesteld adres vanaf de fabriek: 78.
●Frontverlichting voor en achter simultaan schakel-
baar in het digitale bedrijf of in het bedrijf met
de Delta-Control 4 f (66045). In het wisselstroom-
bedrijf is de intensiteit van de frontverlichting
afhankelijk van de voedingsspanning op de rails.
In het bedrijf met het Delta-Station 6607 is de
frontverlichting continu ingeschakeld. In het
bedrijf met de Delta-Control (6604) is de front-
verlichting uitgeschakeld.
Extra functies alleen in het bedrijf
met de Control-Unit 6021:
●Apart beweegbare pantografen voor en achter.
●Meetmogelijkheid, of er spanning op de boven-
leiding staat.
●Meetmogelijkheid, of de bovenleiding binnen de
toegelaten zijdelingse tolerantie boven het spoor
is gemonteerd.
●Meetmogelijkheid, of de verbindingen in de
bovenleiding geleidend zijn.
●Meetmogelijkheid, of scheidingen in de boven-
leiding correct werken.
7

8
Gehäuse abnehmen
Removing the body
Enlever le boîtier
Kap afnemen

Hinweis:
●Ein Umrüsten dieses Modells mit stromführender
Kurzkupplung ist nicht möglich.
●Ein Auswechseln der Pantographen inklusive
deren Antrieb ist nur bei speziell geschulten
Fachbetrieben (z. B. autorisierte Märklin-Service-
Fachbetriebe) möglich.
Important:
●This model cannot be equipped with current-c
onducting close couplers.
●The pantographs and their mechanism can only be
changed out by specially trained service centers
(example: authorized Märklin service centers).
Remarque:
●L’équipement de ce modèle avec des attelages
conducteurs de courant n’est pas possible.
●Le remplacement des pantographes y compris
leur moteur ne peut être réalisé que par un
professionnel spécialement formé à cet effet
(par ex. les ateliers Märklin Service autorisés).
Opmerking:
●Het ombouwen met stroomvoerende kortkoppe-
lingen is niet mogelijk.
●Het vervangen van de beweegbare pantografen
inclusief hun aandrijving is uitsluitend mogelijk
bij hiervoor speciaal geschoolde vakbedrijven
(bijv. geautoriseerde Märklin-service-centra’s).
9

●Geeignete Betriebsart:
Nur Märklin Digital mit der Control-Unit 6021.
●Vor dem ersten Betrieb:
Pantographen ausrasten
(Transportsicherung).
●Vor dem Verpacken oder Lagern:
1. Pantographen in Stellung
oben ausfahren.
2. Pantographen manuell
nach unten drücken
und einrasten
(Transport-
sicherung).
●Frühestens ca. 5 Sekunden nach jedem Einschalten
der Anlage können die Pantographen bewegt
werden. Nach dem Bewegen der Pantographen
sollten mindestens 3 Sekunden bis zum Abschalten
der Anlage vergehen.
●Funktion ein: Pantograph fährt nach oben.
Funktion aus: Pantograph fährt nach unten.
●f2: Pantograph (vorne).
f3: Pantograph (hinten).
●Beim Betrieb mit Märklin Delta oder mit einer alten
Märklin Zentraleinheit (z. B. Central-Unit 6020,
Central-Control 6022, Central-Control I 6023)
sollten die Pantographen immer in der unteren
Position eingerastet bleiben.
●Zum Abnehmen des Gehäuses empfiehlt es sich
die Pantographen auszurasten.
●Sollten die Pantographen nach dem Ausrasten
nicht selbsttätig in die obere Position springen,
so ist das Gehäuse zu lösen und anzuheben bis
die Pantographen selbsttätig in die obere Position
gehen. Auf keinen Fall die Pantographen
10
Hinweise zu den motorisch betriebenen Pantographen: