MW TOOLS WG120I User manual

M1.1.WG120I.NLFREN - 18012023
HANDLEIDING - MODE D’EMPLOI - MANUAL
WG120I (722316593)
Gasverwarming
Chauage au gaz
Gas heater
Dit product is niet geschikt als hoofdverwarmingstoestel!
Ce produit ne convient pas comme appareil de chauage principal !
This product is not suitable for primary heating purposes!
Gelieve te lezen en voor later gebruik bewaren
Veuillez lire et conserver pour consultation ultérieure
Please read and keep for future reference
FR
EN
NL

2
NL
M1.1.WG120I.NLFREN - 18012023
1 GARANTIE
Dit product is gegarandeerd tegen fabricagefouten voor een periode van 12 maanden vanaf de datum van aankoop. Deze
garantie vervalt als blijkt dat het product op een of andere manier is misbruikt of gemanipuleerd, of niet is gebruikt waarvoor
het was bedoeld. Defecte goederen moeten worden teruggestuurd naar de plaats van aankoop, geen enkel product kan naar
ons worden teruggestuurd zonder voorafgaande toestemming.
Deze garantie heeft geen invloed op uw wettelijke rechten.
2 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees, en zorg ervoor dat u de volgende voorzorgsmaatregelen en de gevaren die aan dit soort apparatuur verbonden zijn
volledig begrijpt.
• Controleer het verwarmingstoestel grondig op schade. Gebruik een beschadigd verwarmingstoestel NIET.
• Breng GEEN wijzigingen aan in het verwarmingstoestel en gebruik GEEN verwarmingstoestel dat niet meer in de
oorspronkelijke staat is.
• Gebruik LPG&propaangas.
• Gebruik alleen dampvrije propaantoevoer. Als er vragen zijn over dampafname, vraag het dan aan uw
propaanleverancier.
• Monteer de propaancilinders verticaal (afsluiter naar boven). Beveilig ze tegen vallen of omstoten en bescherm ze tegen
beschadiging.
• Plaats propaantanks op minstens 2,4 meter afstand van de verwarmer en richt de uitlaat niet op de tanks.
• BELANGRIJK: Gebruik alleen de slang en regelaar die bij het verwarmingstoestel zijn geleverd. Controleer de slang voor
elk gebruik van het verwarmingstoestel. Als er sprake is van overmatige slijtage, of als de slang is doorgesneden, vervang
deze dan door de slang die op de onderdelenlijst staat voordat u het verwarmingstoestel gebruikt.
• Niet gebruiken voor de verwarming van bewoonbare delen van woonhuizen; voor gebruik in openbare gebouwen,
raadpleeg de nationale voorschriften.
• Alleen voor gebruik binnenshuis in goed geventileerde ruimtes.
• Indien op enig moment een gasgeur wordt waargenomen, STOP DAN ONMIDDELLIJK het gebruik totdat de gasbron is
opgespoord en verholpen.
• Installeer de verwarmer zodanig dat deze niet direct wordt blootgesteld aan spatwater, regen en/of druipwater.
• Zorg voor een minimale afstand tot normaal brandbaar materiaal (zoals papier).
• Vanwege de hoge oppervlakte- en uitlaattemperaturen moeten volwassenen en kinderen voldoende vrije ruimte in acht
nemen om brandwonden of ontbranding van kleding te voorkomen.
• Alleen gebruiken op een stabiele, vlakke ondergrond.
• Niet gebruiken in combinatie met kanalen. De luchtinlaat of -uitlaat niet beperken.
• Niet verplaatsen, hanteren of onderhouden terwijl het apparaat heet is of brandt.
• Alleen gebruiken in overeenstemming met plaatselijke voorschriften.
• Geen torsiebelasting op de slangen aanbrengen.
2.1 Minimumvereisten voor luchtverversing
• Niet gebruiken in ongeventileerde ruimtes.
• De verbrandings- en ventilatieluchtstroom mag niet worden belemmerd.
AANDACHT: ZORG VOOR EEN OPENING VAN MINSTENS 1M2VERSE, BUITENLUCHT TERWIJL DEZE VERWARMER
WERKT. ALS ER GEEN GOEDE VENTILATIE MET VERSE BUITENLUCHT IS, KAN ER KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING
OPTREDEN.
Inhoud
1. Garantie .............................................................................................................................................................2
2. Veiligheidsvoorschriften .........................................................................................................................................2
3. Technische gegevens.............................................................................................................................................4
4. Installatie.............................................................................................................................................................5
5. Bedieningsinstructies.............................................................................................................................................6
6. Schoonmaak & Onderhoud ...................................................................................................................................7
7. Storingen oplossen ...............................................................................................................................................7
8. Onderdelen.......................................................................................................................................................23
9. EG conformiteitsverklaring ...................................................................................................................................24

3
NL
M1.1.WG120I.NLFREN - 18012023
2.2 Minimum afstand tot brandbare materialen
Voorzijde 2,5m Bovenzijde 1,25m
Zijkanten 1,25m
2.3 Risico’s op koolstofmonoxidevergiftiging
Ook al heeft dit verwarmingstoestel een verbrandingsrendement van bijna 100%, toch produceert het kleine hoeveelheden
koolstofmonoxide.
• Koolstofmonoxide (CO) is giftig.
• Zwangere vrouwen, mensen met een hart- of longaandoening, bloedarmoede of onder invloed van alcohol, of mensen op
grote hoogte lopen meer risico op koolstofmonoxide.
• CO kan zich ophopen in een afgesloten ruimte en als er geen adequate ventilatie is, kan dat fataal zijn.
De vroege symptomen van verstikking door onvoldoende ventilatie zijn:
Hoofdpijn Misselijkheid
Duizeligheid Droge mond of keelpijn
Als iemand deze symptomen vertoont, moet hij ONMIDDELLIJK FRISSE LUCHT KRIJGEN. Schakel de verwarming uit en laat
hem nakijken voordat u hem weer gebruikt. Volg alle waarschuwingen in deze handleiding op.
WE RADEN HET GEBRUIK VAN EEN CO-DETECTOR AAN.
2.4 Als u gas ruikt
Aan LP-gas en aardgas zijn kunstmatige geurstoffen toegevoegd speciaal voor het opsporen van brandstofgaslekken.
Bij een gaslek moet u het gas kunnen ruiken. Aangezien propaan (LP) zwaarder is dan lucht moet u ruiken naar de
gasgeur in de buurt van de vloer. ELKE GASGEUR IS UW SIGNAAL OM ONMIDDELLIJK IN ACTIE TE KOMEN!
1. Verricht geen handelingen die het brandstofgas kunnen ontsteken. Bedien geen elektrische schakelaars. Trek niet aan
voedings- of verlengkabels. Steek geen lucifers of andere vuurbronnen aan. Gebruik geen telefoon.
2. Haal iedereen onmiddellijk uit het gebouw en uit de buurt.
3. Sluit alle brandstoftoevoerkranen van de propaantank of -cilinder, of de hoofdtoevoerkraan bij de meter als u aardgas
gebruikt
4. Propaan (LP) gas is zwaarder dan lucht en kan in lage gebieden neerslaan. Wanneer u reden hebt om een propaanlek te
vermoeden, blijf dan uit alle lage gebieden.
5. Gebruik de telefoon van uw buren en bel uw gasleverancier en de brandweer. Ga het gebouw of het gebied niet opnieuw
binnen.
6. Blijf uit het gebouw en uit de buurt totdat de brandweer en uw gasleverancier het veilig hebben verklaard.
7. TEN SLOTTE. Laat de gasleverancier en de brandweer controleren op ontsnapt gas. Laat hen het gebouw en de omgeving
ventileren voordat u terugkeert. Goed opgeleide servicemensen moeten eventuele lekken repareren, controleren op verdere
lekkages en vervolgens het toestel weer voor u aansteken.
8. Als u ook maar een kleine hoeveelheid gas ruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw gasleverancier. NIET
WACHTEN!
Geen geur waargenomen
1. Sommige mensen kunnen propaan (LP) of aardgas niet ruiken. U moet bepalen of u de geurstof in deze brandstofgassen
kunt ruiken.
2. Leer de geur van propaangas en aardgas te herkennen. Lokale propaan (LP) gas verdelers zullen u graag een kras en ruik
pamet geven. Gebruik het om vertrouwd te raken met de gasgeur.
3. Roken kan uw reukvermogen verminderen. Een tijdlang in de buurt zijn van een geur kan je gevoeligheid voor die
specieke geur beïnvloeden. Geuren in gebouwen waar dieren worden opgesloten kunnen de geur van brandstofgas
maskeren.
Geurvervaging
1. De geurstof in propaangas (LP) en aardgas is kleurloos en de intensiteit van de geur kan onder bepaalde omstandigheden
vervagen.
2. Bij een ondergronds lek kan de beweging van het gas door de bodem de geurstof lteren
3. Propaan (LP) gas geur kan verschillen in intensiteit op verschillende niveaus. Aangezien propaangas zwaarder is dan lucht,
kan de geur op lagere niveaus sterker zijn.
4. Wees altijd gevoelig voor de kleinste gasgeur. Als u een gasgeur blijft waarnemen, hoe klein ook, behandel het dan als
een ernstig lek.

4
NL
M1.1.WG120I.NLFREN - 18012023
Belangrke punten om te onthouden !
1. Propaan (LP) gas heeft een kenmerkende geur. Leer de geuren te herkennen.
2. Een periodieke snuffeltest rond de verbindingen, d.w.z. slang, aansluitingen, enz. is onder alle omstandigheden een goede
veiligheidspraktijk.
2.5 Kenmerken
Inzicht in de basiswerking van het verwarmingstoestel versterkt de noodzaak om het toestel te allen tijde in topconditie te
houden met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften.
Het verwarmingstoestel bestaat uit drie basissystemen:
1. Gas systeem. 2. Ontsteking systeem. 3. Veiligheidscontrole systeem.
2.5.1 Gas systeem
De gastoevoer naar de machine geschiedt via een hogedrukslang, die via een drukregelaar op een LPG-es is aangesloten.
Wanneer de gaskraan wordt geopend, stroomt het gas naar de regelklep en uiteindelijk naar de brander.
Dit toestel is uitsluitend ontworpen voor gebruik met PROPAAN-gas. Gasessen worden niet meegeleverd, maar zijn
gemakkelijk verkrijgbaar bij bouwmarkten of gasleveranciers enz.
Dit toestel is ontworpen voor gebruik met een propaantank van minimaal 9 kg. Het is mogelijk dat u twee of meer tanks nodig
hebt, of een grotere tank bij kouder weer. Gebruik een tank van 45 kg voor langer gebruik of bij zeer koud weer. Bij lagere
temperaturen wordt er minder gas verdampt. Uw plaatselijke propaangasleverancier kan u helpen het juiste toevoersysteem te
kiezen. De minimale omgevingstemperatuur voor elk verwarmingstoestel is < 29°C.
2.5.2 Ontsteking systeem
Bij de branderkop is een piëzo-elektrische ontsteker geplaatst. Wanneer de ontstekingsknop wordt ingedrukt, wordt een vonk
met hoge intensiteit gegenereerd, die het gas ontsteekt. De hitte van de vlam wordt waargenomen door een thermokoppel, dat
verbonden is met de vlamstoringsklep. Terwijl het thermokoppel opwarmt, opent de veiligheidsklep, zodat na korte tijd de knop
van de regelklep kan worden losgelaten en de hoofdvlam tot stand komt.
2.5.3 Veiligheidscontrole systeem
Als de vlam om welke reden dan ook dooft, zal het thermokoppel snel afkoelen, waardoor de vlamstoringsklep sluit en de
gastoevoer wordt afgesloten. Bovendien is het toestel voorzien van een kantelschakelaar, die in werking treedt als het toestel uit
de verticale positie wordt gehaald, d.w.z. omvalt, waardoor het gas wordt afgesloten.
Zorg er ALTIJD voor dat de kantelschakelaar perfect verticaal staat en goed vastzit.
3 TECHNISCHE GEGEVENS
Model WG120I
Vermogen 36,6 kW
Brandstofverbruik 2,6 kg/h
Luchtstroom 400-2.000 m³
Type gas LPG (Propane)
Gastoevoer druk 28-37 bar
Ontsteking Piezo
Netto gewicht 14 kg
Afmetingen 475 x 400 x 1.090 mm

5
NL
M1.1.WG120I.NLFREN - 18012023
4 INSTALLATIE
Lees deze instructies zorgvuldig. Laat niemand die deze instructies niet heeft gelezen deze verwarmer aansteken, afstellen of
bedienen.
Probeer de verwarmer niet te gebruiken met ander gas dan propaan. Deze verwarmer, inclusief slang en regelaar, moet ten
minste eenmaal per jaar door een bevoegd onderhoudspersoon worden geïnspecteerd. Als de slang tekenen van overmatige
slijtage vertoont of als de slang is doorgesneden, moet deze worden vervangen voordat het verwarmingstoestel in gebruik
wordt genomen
4.1 Plaats van het verwarmingstoestel
Hoewel dit verwarmingsapparaat een kantelschakelaar heeft, moeten het verwarmingstoestel en de propaangases op
een hard, vlak en horizontaal oppervlak worden geplaatst om het risico van per ongeluk omvallen te minimaliseren. De
propaangases moet voldoende worden vastgezet om per ongeluk omvallen te voorkomen. Gebruik dit toestel alleen met de
gases rechtop. Dit toestel mag alleen worden geïnstalleerd op plaatsen waar de kans op fysieke schade aan het toestel of aan
personen (brandwonden) tot een minimum wordt beperkt.
Het verwarmingstoestel moet zodanig worden geïnstalleerd dat het niet rechtstreeks wordt blootgesteld aan spatwater, regen
en/of druipwater.
Het gebruik van dit toestel in een tochtige/winderige omgeving vermindert de doeltreffendheid ervan. Gebruik het toestel
indien mogelijk in een tochtvrije ruimte.
Het verwarmingstoestel moet op minstens 2 meter afstand van de propaanes worden geplaatst en mag niet worden gericht op
een gases binnen 6 meter. Als er meer dan één verwarming wordt gebruikt, moeten deze en de gasessen ten minste 6 meter
van elkaar verwijderd zijn.
Plaats de verwarming op een veilige afstand van brandbare materialen.
- Deze verwarmer mag niet op houten vloeren of andere brandbare materialen worden geplaatst.
Bij gebruik dient de verwarming te rusten op geschikt isolatiemateriaal van ten minste 2,5 cm dik, dat zich in alle richtingen ten
minste 1 m buiten de verwarming uitstrekt
4.2 Gasaansluiting
De aansluiting op een propaanes dient te geschieden in een goed geventileerde ruimte met behulp van de bij het toestel
geleverde regelaar en slang. Probeer deze regelaar NIET af te stellen. Deze is in de fabriek ingesteld voor een veilige en
goede werking van het toestel.
Bevestig de regelaar op de gases en zorg ervoor dat de cilinderopening perfect schoon is - blaas zo nodig met perslucht of
open de gaskraan snel en kort om stof of vuil weg te blazen. Draai de moer tegen de wijzers van de klok in - d.w.z. LINKER
HAND DRAAD, totdat deze vastzit. Gebruik GEEN schroefdraadpasta op de schroefdraad. Gebruik ALLEEN zeepwater of
vloeibare zeep om te controleren op lekken
BELANGRK: De gasslang en cilinder moeten ALTD achter de
machine worden geplaatst - op een afstand van ten minste 2 meter.
Om het risico van ijsvorming te verminderen, moet u bij langdurig gebruik van de
maximale capaciteit een gases met een grotere capaciteit of twee/drie essen
parallel gebruiken, zoals afgebeeld. Het T-stuk en de “pigtails” zijn gemakkelijk
verkrijgbaar bij bouwmarkten of gasleveranciers.
AANDACHT: Propaangasessen moeten worden gebruikt en opgeslagen overeenkomstig de
voorschriften van 1972 inzake licht ontvlambare vloeistoen en vloeibaar petroleumgas.
Open de gaskraan van de cilinder en controleer alle gasaansluitingen met een oplossing van water en zeep. GEBRUIK GEEN
VLAM. Gebruik altijd volle cilinders met een goede luchtcirculatie en geen vorst op de cilinders..
AANDACHT: Als u deze instructies niet precies opvolgt, kan er brand of een explosie ontstaan
met materiële schade, persoonlk letsel of levensgevaar als gevolg.

6
NL
M1.1.WG120I.NLFREN - 18012023
5 BEDIENINGSINSTRUCTIES
AANDACHT: VOORDAT U HET VERWARMINGSTOESTEL START, MOET U ERVOOR ZORGEN DAT
DE MINIMALE VENTILATIEVOORSCHRIFTEN IN ACHT WORDEN GENOMEN OM HET RISICO VAN
KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING TE VOORKOMEN
5.1 Eerste gebruik
De verwarming bereikt een zeer hoge temperatuur en tijdens het eerste gebruik kan er een geur uit de verwarming komen - dit
is heel normaal en zal snel verdwijnen (het wordt aanbevolen de verwarming eerst buiten te laten werken om de geur te laten
verdwijnen). De verf op het oppervlak van het verwarmingstoestel zal door de geproduceerde warmte verkleuren
5.2 De verwarming aanzetten
1. Zorg ervoor dat er voldoende gas is en dat het correct is aangesloten en geen
lekken vertoont, draai de regelknop volledig met de klok mee zodat OFF
bovenaan staat. Daartoe moet u de knop eerst lichtjes IN duwen.
2. Zet de gastoevoer aan en controleer alle ttingen en aansluitingen op g
aslekken, door te ruiken en indien nodig met een milde zeep- en
wateroplossing. Gebruik NOOIT een lucifer om gaslekken op te sporen.
3. Wanneer u tevreden bent, draait u de regelknop tegen de klok in naar
de stand “Pilot”.
4. Druk de regelklep volledig in en houd deze ingedrukt, terwijl u de
piëzo-elektrische starter (C) herhaaldelijk indrukt totdat de waakvlam ontsteekt.
De waakvlam kan worden bekeken door het venster bij ‘A’
NOOT: Als een nieuwe gases is aangesloten, kan het enige tijd duren voordat
de gasleiding ontlucht is. Druk de piëzo elektrische knop elke 10-15 seconden tot
de waakvlam ontbrandt
Blijf de bedieningsknop ongeveer 1 minuut ingedrukt houden, of totdat de
waakvlam blijft branden wanneer deze wordt losgelaten
5. Terwijl de waakvlam brandt, de regelklep licht indrukken en tegen de
wijzers van de klok in draaien, zodat ON bovenaan staat.
De brander zal nu ontsteken.
NOOT: Het verwarmingstoestel heeft een vaste, geregelde gasstroom
NOOT: In gevallen waarin lange toevoerleidingen voor het toestel zijn geïnstalleerd, kan het nodig zijn om ingesloten lucht uit
de toevoerleidingen te ontluchten voordat de waakvlam wordt aangestoken. Bij nieuwe installaties moeten de toevoerleidingen
meestal worden ontlucht. Afhankelijk van de lengte van de toevoerleiding kan het enkele minuten duren voordat de waakvlam
kan worden aangestoken
5.2 De verwarming uitzetten
5.2.1 Voor korte periodes
Draai de waakvlamknop naar de waakvlamstand.
5.2.2 Voor langere periodes
1. Draai de waakvlamknop naar de waakvlamstand, druk de knop licht in en draai nog een kwartslag naar de UIT-stand.
2. Sluit de propaantoevoerkraan

7
NL
M1.1.WG120I.NLFREN - 18012023
6 SCHOONMAAK & ONDERHOUD
AANDACHT: PROBEER NOOIT HET VERWARMINGSTOESTEL TE ONDERHOUDEN TERWL HET IS
AANGESLOTEN OP DE PROPAANTOEVOER, WERKT OF HEET IS (ERNSTIGE BRANDWONDEN
KUNNEN ZICH VOORDOEN)
1. Schakel het verwarmingstoestel uit en laat het minstens 20 minuten afkoelen voordat u het schoonmaakt.
2. Houd het verwarmingstoestel schoon. Reinig het verwarmingstoestel jaarlijks of wanneer nodig om stof en vuil te
verwijderen. Als het verwarmingstoestel vuil of stofg is, maak het dan schoon met een vochtige doek. Gebruik
huishoudelijke schoonmaakmiddelen op moeilijke plekken.
3. Controleer het verwarmingstoestel voor elk gebruik. Controleer de aansluitingen op lekkage. Breng een mengsel van
vloeibare zeep en water aan op de aansluitingen. De vorming van bellen wijst op een lek. Verhelp alle lekken onmiddellijk.
4. Reinig de binnenkant van het verwarmingstoestel waar mogelijk met perslucht. Blaas lucht heen en weer langs de gehele
voorkant van de brander totdat al het stof van het oppervlak van het scherm is verwijderd. Blaas lucht door de venturi aan
de kant van het verwarmingstoestel
5. Controleer de slang/regelaar voor elk gebruik. Als de slang sterk versleten of doorgesneden is, moet hij worden
vervangen.
6. Het verwarmingstoestel moet ten minste jaarlijks door een gekwaliceerd persoon
worden geïnspecteerd.
Afstellen van de waakvlam
Trek de bedieningsknop eraf en draai vervolgens de zeskantbout direct onder het
bedieningsblok, zodat de stelschroef zichtbaar wordt (pijl).
Stel de waakvlam zo af dat deze stabiel brandt met een blauwe vlam.
Hij mag niet geel zijn. Plaats de zeskantbout terug.
7 STORINGEN & OPLOSSINGEN
Probleem Mogelke oorzaken Oplossingen
Brander wil niet branden Gastoevoerklep gesloten Open langzaam de gastoevoerklep
Terugslagklep voor overmatige
doorstroming Sluit de propaantoevoerkraan van de gesloten propaantank en langzaam
opnieuw openen
Terugslagklep voor overmatige
doorstroming Branderopening vervangen
Piezo ontsteking vonkt niet
Controleer of de elektrodenafstand
van de ontsteker 5,0 mm is. Controleer
de draad op schade. Vervang indien
nodig de piëzo-ontsteking en/of de
ontstekingselektrode. Buig de elektrode
niet, dit kan breuk veroorzaken.

8
NL
M1.1.WG120I.NLFREN - 18012023
Geen gastoevoer naar de brander De gaskraan van de gases is gesloten Open de gaskraan
De gases is leeg Vervang de gases
De opening is verstopt Verwijder de opening en reinig deze
Gaslek bij de toevoerslang of bij de
gaskraan Gebruik zeepwater om het lek te vinden en te repareren
Lage gasdruk Controleer op goede gastoevoer
Thermokoppel los of moet vervangen
worden Verbinding vastdraaien of thermokoppel vervangen
Automatische regelklep moet vervangen
worden Vervang de automatische regelklep
Losse draden op de kantelschakelaar Draden op kantelschakelaar vastdraaien
Losse of gebroken draad Draad aanspannen of herstellen
Los/verkeerd geplaatst thermokoppel Draai het thermokoppel vast. Zorg
ervoor dat het thermokoppel
correct is geplaatst tussen de regelaar
en de thermokoppeldraad.
Defect thermokoppel Vervang het thermokoppel
Defecte besturing De besturing vervangen
Het verwarmingstoestel stopt tijdens
gebruik Overmatige gastoevoer Controleer de drukregelaar en vervang indien nodig
De kantelschakelaar is geactiveerd Onderzoek de oorzaak,
verwarmingstoestel is omgevallen.
Rechtzetten en onderzoek de oorzaak.
Neem maatregelen om herhaling te
voorkomen.
Onvoldoende gastoevoer door
ijsvorming op de gases
Controleer en gebruik een grotere es of
twee op elkaar aangesloten essen

9
FR
M1.1.WG120I.NLFREN - 18012023
Table des matières
1. Garantie ............................................................................................................................................................ 9
2. Consignes de sécurité ........................................................................................................................................... 9
3. Données techniques............................................................................................................................................ 11
4. Installation......................................................................................................................................................... 12
5. Instructions d’utilisation........................................................................................................................................ 13
6. Nettoyage & Entretien......................................................................................................................................... 14
7. Résolution de pannes.......................................................................................................................................... 14
8. Pièces détachées ................................................................................................................................................ 23
9. Déclaration de conformité CE............................................................................................................................... 24
1 GARANTIE
Ce produit est garanti contre tout défaut de fabrication pendant une période de 12 mois à compter de la date d’achat. Cette
garantie n’est pas valable s’il s’avère que le produit a été utilisé de manière abusive ou modiée de quelque manière que ce
soit, ou qu’il n’a pas été utilisé aux ns pour lesquelles il a été conçu. Les produits défectueux doivent être renvoyés à leur lieu
d’achat. Aucun produit ne peut nous être renvoyé sans autorisation préalable.
Cette garantie n’affecte pas vos droits statutaires.
2 CONSIGNES DE SÉCURITÉ
Lisez et assurez-vous de bien comprendre les précautions suivantes et les dangers associés à ce type d’équipement.
• Vériez soigneusement que l’appareil n’est pas endommagé. NE PAS utiliser un appareil endommagé.
• NE PAS modier le chauffage ou utiliser un chauffage qui a été modié par rapport à son état d’origine.
• Utilisez du gaz GPL&propane.
• N’utilisez qu’une alimentation en propane AVEC RETRAITEMENT DE VAPEUR. Si vous avez des questions sur le retrait des
vapeurs, demandez à votre revendeur de propane.
• Montez les bouteilles de propane verticalement (robinet d’arrêt vers le haut). Empêchez-les de tomber ou d’être renversées
et protégez-les contre les dommages.
• Placez les bouteilles de propane à au moins 2,4 m du chauffage et ne dirigez pas l’échappement vers les bouteilles.
• IMPORTANT: N’utilisez que l’ensemble tuyau et régulateur fourni avec le chauffage. Inspectez le tuyau avant chaque
utilisation du chauffage. En cas d’abrasion ou d’usure excessive, ou si le tuyau est coupé, remplacez-le par le tuyau indiqué
dans la liste des pièces avant d’utiliser le chauffage.
• Ne pas utiliser pour le chauffage des zones habitables des locaux domestiques ; pour l’utilisation dans les bâtiments
publics, se référer aux réglementations nationales.
• A utiliser à l’intérieur uniquement dans des endroits bien ventilés.
• Si, à tout moment, une odeur de gaz est détectée, ARRÊTEZ IMMÉDIATEMENT le fonctionnement jusqu’à ce que la source
de gaz ait été localisée et corrigée.
• Installez le chauffage de manière à ce qu’il ne soit pas directement exposé aux projections d’eau, à la pluie et/ou aux
gouttes d’eau.
• Maintenez une distance minimale par rapport aux matériaux combustibles normaux (par exemple, le papier).
• En raison des températures élevées de la surface et de l’échappement, les adultes et les enfants doivent respecter des
distances sufsantes pour éviter les brûlures ou l’inammation des vêtements.
• N’utilisez l’appareil que sur une surface stable et plane.
• Ne pas utiliser avec des conduits. Ne pas restreindre l’entrée ou la sortie d’air.
• Ne pas déplacer, manipuler ou entretenir l’appareil lorsqu’il est chaud ou brûlant.
• N’utilisez l’appareil qu’en conformité avec les codes locaux.
• Ne soumettez pas les tuyaux à des contraintes de torsion.
2.1 Exigences minimales d’ouverture de ventilation
• Ne pas utiliser dans des zones non ventilées.
• Le ux d’air de combustion et de ventilation ne peut pas être obstrué.
ATTENTION: PRÉVOYEZ UNE OUVERTURE D’AU MOINS 1M2D’AIR FRAIS EXTÉRIEUR LORSQUE VOUS UTILISEZ CE
CHAUFFAGE. SI UNE VENTILATION ADÉQUATE D’AIR FRAIS EXTÉRIEUR N’EST PAS FOURNIE, UNE INTOXICATION
AU MONOXYDE DE CARBONE PEUT SE PRODUIRE.

10
FR
M1.1.WG120I.NLFREN - 18012023
2.2 Distances minmales par rapport aux combustibles
Devant 2,5 m Top 1,25 m
Côtés 1,25 m
2.3 Risques d’intoxication au monoxyde de carbone
Même si ce chauffage fonctionne avec une efcacité de combustion proche de 100 %, il produit tout de même de petites
quantités de monoxyde de carbone.
• Le monoxyde de carbone (CO) est toxique.
• Les femmes enceintes, les personnes souffrant de problèmes cardiaques ou pulmonaires, d’anémie ou sous l’inuence de
l’alcool, ou les personnes vivant à haute altitude, sont plus susceptibles d’être affectées par le monoxyde de carbone.
• Le CO peut s’accumuler dans un espace conné et l’absence de ventilation adéquate peut être fatale.
Les premiers symptômes d’une asphyxie causée par une ventilation inadéquate sont les suivants:
Mal de tête Nausées
Étourdissements Bouche sèche ou mal de gorge
Si une personne présente ces symptômes, elle doit IMMÉDIATEMENT APPORTER DE L’AIR FRAIS. Éteindre le chauffage et le
faire réviser avant de l’utiliser à nouveau. Assurez-vous de suivre tous les avertissements de ce manue.
NOUS RECOMMANDONS L’UTILISATION D’UN DÉTECTEUR DE MONOXYDE DE CARBONE
2.4 Si vous sentez du gaz
Le gaz de pétrole liquéé et le gaz naturel contiennent des substances odorantes articielles ajoutées spéciquement pour la
détection des fuites de gaz combustible. Si une fuite de gaz se produit, vous devez être capable de sentir le gaz combustible.
Comme le propane (GPL) est plus lourd que l’air, vous devez sentir l’odeur de gaz près du sol.
TOUTE ODEUR DE GAZ EST LE SIGNAL D’UNE ACTION IMMÉDIATE !
1. Ne prenez aucune mesure qui pourrait enammer le gaz combustible. N’actionnez pas d’interrupteurs électriques. Ne tirez
pas sur les câbles d’alimentation ou de rallonge. N’allumez pas d’allumettes ou toute autre source de amme. N’utilisez
pas votre téléphone.
2. Faites sortir tout le monde du bâtiment et éloignez-vous de la zone immédiatement
3. Fermez tous les vannes d’alimentation en combustible des réservoirs ou des bouteilles de gaz propane (LP), ou la vanne
principale d’alimentation en combustible située au niveau du compteur si vous utilisez du gaz naturel.
4. Le gaz propane (LP) est plus lourd que l’air et peut se déposer dans les zones basses. Lorsque vous avez des raisons de
soupçonner une fuite de propane, éloignez-vous de toutes les zones basses
5. Utilisez le téléphone de votre voisin et appelez votre fournisseur de gaz combustible et votre service d’incendie. Ne
retournez pas dans le bâtiment ou la zone.
6. Restez à l’extérieur du bâtiment et éloignez-vous de la zone jusqu’à ce que les pompiers et votre fournisseur de gaz
combustible déclarent que la situation est sûre
7. ENFIN, laissez le responsable du service des gaz combustibles et les pompiers vérier s’il y a des fuites de gaz.
Demandez-leur de ventiler le bâtiment et la zone avant votre retour. Le personnel d’entretien correctement formé doit réparer
les fuites, vérier qu’il n’y a pas d’autres fuites et rallumer l’appareil pour vous.
8. Si vous sentez la moindre odeur de gaz, CONTACTEZ IMMÉDIATEMENT VOTRE FOURNISSEUR DE GAZ COMBUSTIBLE.
N’ATTENDEZ PAS !
Aucune odeur détectée
1. Certaines personnes ne peuvent pas sentir l’odeur ajoutée au propane (LP) ou au gaz naturel. Vous devez déterminer si
vous pouvez sentir l’odorant contenu dans ces gaz combustibles.
2. Apprenez à reconnaître l’odeur du gaz propane (GPL) et du gaz naturel. Les revendeurs locaux de gaz propane (GPL)
seront ravis de vous remettre un dépliant sur les odeurs. Utilisez-le pour vous familiariser avec l’odeur du gaz combustible.
3. Fumer peut diminuer votre capacité à sentir. Le fait d’être en contact avec une odeur pendant un certain temps peut affecter
votre sensibilité à cette odeur particulière. Les odeurs présentes dans les bâtiments de connement des animaux peuvent
masquer l’odeur du gaz combustible
Dégradation des odeurs
1. L’agent odorant du gaz propane (LP) et du gaz naturel est incolore et l’intensité de son odeur peut être réduite dans
certaines circonstances.
2. En cas de fuite souterraine, le mouvement du gaz dans le sol peut ltrer l’agent odorant.
3. L’odeur du gaz propane (LP) peut varier en intensité à différents niveaux. Le gaz propane (LP) étant plus lourd que l’air,
l’odeur peut être plus forte à des niveaux inférieurs.
4. Soyez toujours sensible à la moindre odeur de gaz. Si vous continuez à détecter une quelconque odeur de gaz, aussi
minime soit-elle, traitez-la comme une fuite sérieuse.