manuals.online logo
Brands
  1. Home
  2. •
  3. Brands
  4. •
  5. NordicTrack
  6. •
  7. Treadmill
  8. •
  9. NordicTrack C4000 Treadmill System manual

NordicTrack C4000 Treadmill System manual

GEBRUIKSAANWIJZING
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa-
raat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
Sticker met serienummer
odelnummer NETL19807.3
Serienummer
Schrijf het serie nummer van het
apparaat hierboven voor toekomstige
referentie.
VRAGEN?
ocht u nog vragen hebben,
mochten sommige onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn
neem dan contact op met de win-
kel waar u dit produkt hebt ge-
kocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu
www.iconeurope.com
INHOUD
DESTICKERSMETWAARSCHUWING ........................................................2
BE ANGRIJKEVOORZORGSMAATREGE EN ..................................................3
VOORDATUBEGINT ......................................................................5
MONTAGE ...............................................................................6
GEBRUIKENBIJSTE EN .................................................................10
DE OOPBANDINK APPENENVERP AATESEN ..............................................11
PROB EMENOP OSSEN..................................................................24
RICHT IJNENVOORHETOEFENEN.........................................................26
IJSTMETONDERDE EN .................................................................29
HETBESTE ENVANONDERDE EN............................................. aatastePagina
RECYC INGINFORMATIE ...................................................... aatastePagina
Aandacht: U kunt in het midden van deze handleiding een GEDETAI EERDE TEKENING vinden.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
2
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt.
Bel, wanneer een sticker ontbreekt of niet
leesbaar is, het nummer op de omslag van
deze handleiding en vraag om een vervan-
gende sticker. Plak de sticker op de aange-
geven plaats. Opmerking: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
DE STICKERS ET WAARSCHUWING
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij-
zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals voorge-
schreven.
4. Plaats de loopband op een vlakke onder-
grond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen, luch-
troosters blokkeert. Leg een kleed onder de
loopband om de vloer te beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die
minder dan 159 kg wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan-
bevolen. Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al-
tijd sportschoenen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 11). Er mag geen ander
apparaat op dezelfde groep zijn aangesloten.
12. ocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een snoer van 1,5 mof korter.
13. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elec-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop-
band niet wanneer het electrische snoer of
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLE EN
OPLOSSEN op pagina 26 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN
TE SCHAKELEN op pagina 13).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
18. De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
metingen beônvloeden. De polssensor is al-
leen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
19. Laat de loopband nooit alleen staan als het
oefentoestel draait. Verwijder altijd de sleutel,
trek het stroomsnoer uit de stekker, en zet de
reset/off stroomonderbreker op de “off”-posi-
tie als de loopband niet wordt gebruikt.
(Raadpleeg de tekening op pagina 5 voor de
positie van de stroomonderbreker.)
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
gebruik van dit produkt.
BELANGRIJKE VOORZORGS AATREGELEN
3
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie ONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa-
gina 24.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om
de loopband te kunnen uitklappen, inklappen
of verplaatsen.
21. Bij het invouwen of verschuiven van de loop-
band dient u erop te letten dat het onderstel
stevig in de opslagstand wordt gehouden.
22. Zorg ervoor dat wanneer u de loopband op-
klapt of verplaatst dat de vergrendelingsknop
het onderstel goed in de opslagpositie ver-
grendelt.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24. Steek nooit iets in welke opening dan ook.
25. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken voor het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en voor
het bijregelen zoals beschreven is in deze
handleiding. Verwijder nooit de motorkap ten-
zij een technicus dat aangeeft. Ander onder-
houd dan datgene wat vermeld staat in deze
handleiding moet door een technicus worden
uitgevoerd.
26. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik
bedoeld. Gebruik de loopband niet commer-
cieel of voor verhuur.
27. Te veel oefenen kan tot blessures of zelf de
dood leiden. Als u zich duizelig voelt of pijn
voelt, stop dan meteen met het oefenen en
begin met een afkoeling.
4
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Fijn dat u voor de nieuwe NORDICTRACK®C4000 loop-
band gekozen heeft. De C4000 loopband combineert
geavanceerde technologie met een innovatief ontwerp
zodat u bij u thuis uw lichamelijke conditie kunt opbou-
wen en verbeteren. En wanneer u de loopband niet ge-
bruikt kunt u de loopband inklappen zodat hij minder
ruimte in beslag neemt dan andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voordat u de loopband begint te gebruiken.
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
vragen hebben nadat u de handleiding hebt doorgele-
zen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf het pro-
ductnummer en serienummer even op. De plaats waar
u beide stickers kunt vinden wordt op de kaft van de
handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te-
kening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Ventilator
Boekenhouder
Sleutel/Clip
oopband
Voetkussentje
Bijstelbouten voor
de Achterroller
Accessoirehouder
Hartslagsensoren
Aan/uit Knop
Stroomonderbreker
Platform van het Kussen
Bedieningspaneel
6
ONTAGE
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Opmerking: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens
het vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be-
vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , uw eigen kruiskopschroeven-
draaier .
Bekijk de tekeningen hieronder om u te helpen met het zoeken naar onderdelen.Het nummer tussen haakjes
onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de IJST MET ONDERDE EN aan het eind van
deze handleiding. Het getal na de haakjes geeft het aantal onderdeeltjes aan wat nodig is voor de montage.
Opmerking: Sommige kleine onderdelen kunnen al gemonteerd zijn. Wanneer een onderdeel zich niet in
de zak met onderdelen bevindt, kijk dan om te zien of het al gemonteerd is. Om schade aan de plastic on-
derdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch gereedschap voor de montage. Extra hardware kan wor-
den bijgeleverd.
Sterring voor de
Staander (90)–10
Bout van de
Staander (72)–4
3/4” Schroef (4)–4 Bout van de Handleuning (64)–6
1. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact
getrokken is.
Met de hulp van een tweede persoon, til de
voorkant van de loopband op en zet de dwars-
stang van de Basis (83) in de uitsparing van de
kartonnen steun, Laat de tweede persoon de
kartonnen standaard en de loopband stevig
vasthouden tot montagestap 2 is voltooid om
te voorkomen dat de loopband valt of naar
voren of naar achteren schuift.
83
Kartonnen
Steun
1
7
2. Zoek naar de inker Staander (73) en de
Rechter Staander (74). Bekijk de inzet-teken-
ing. Maak de draadband in de Rechter Staander
goed vast aan de Draadharnas van de Staander
(75). Houdt, met de hulp van een tweede per-
soon, de Rechter Staander bij de Kap van de
Rechter Basis (77). Trek dan aan het andere
eind van de draadband door de onderkant van
de Rechter Staander totdat de Draadharnas van
de Staander volledig door de Rechter Staander
ligt.
Trek voorzichtig aan de Draadharnas van de
Staander (75) als u de Rechter Staander (74) op
de Basis (83) zet in het Rechter Scherm van de
Basis (77). Zorg er ook voor dat de Draadkoker
van de Staander niet gekneld raakt.
Maak de Rechter Staander (74) aan de Basis
(83) vast met twee Bouten van de Staander (72)
en twee Sterring van de Staander (90).
Opmerking: Waarschijnlijk moet u de Rechter
Staander iets naar voren hellen om de Bouten
van de Staander in de Rechter Staander te
draaien. aak de bouten nog niet vast.
aak de Linker Handleuning (73) aan de
Basis (83) vast zoals hierboven beschreven
is. Aandacht: Er is geen draadkoker van de
staander aan de linkerkant.
Met de hulp van een tweede persoon, laat de
loopband zakken van het kartonnen staander.
Bewaar de kartonnen steun voor stap 7.
83
75
77
2
74
73
90
72
3. Zoek naar de Mouw van de Rechter Staander
(96) en de Mouw van de inker Staander (95).
Schuif de Mouw van de Rechter Staander op de
Rechter Staander (74) en de inker Mouw van
inker Staander op de inker Staander (73) (Lof
Left geeft links aan; Rof Right geeft rechts aan).
95
“Right”
“ eft”
96
3
74
73
8
4. Met de hulp van een tweede persoon, houd het
onderstel van het bedieningspaneel bij de
Staanders (73, 74).
Verbind de Draadharnas van de Staander (75)
met de Draadkoker van het Bedieningspaneel
(71). Zie de afbeelding. De connectors moe-
ten gemakkelijk naast elkaar schuiven en op
hun plaats klikken. Als dit niet gebeurt, draai
dan een van de aansluitingen en probeer het op-
nieuw. ALS DE CONNECTORS NIET GOED
ZIJN AANGESLOTEN, KAN HET BEDIENING-
SPANEEL BESCHADIGD RAKEN WANNEER
DE STROO WORDT INGESCHAKELD.
Verwijder de draadband van het Draadharnas
van de Staander (75).
71
Onderstel
van het
Bedienings-
paneel
4
75
74
5. Steek de houders van de Handleuning (99) op
de Rechter Staander (74) en de inker Staander
(73). Zorg ervoor dat de draden niet gekneld
raken.
73
5
74
99
6. Zoek naar de Mouw van de Rechter Staander
(96) en de Mouw van de inker Staander (95).
Schuif de Mouw van de Rechter Staander op de
Rechter Staander (74) en de inker Mouw van
inker Staander op de inker Staander (73).
Draai dan de drie Bouten van de Handleuning
strak vast.
73
74
64
64
90
90
75 71
6
73
99
9
9. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed zijn vastgedraaid voordat u de loopband gebruikt. Bewaar de
meegeleverde inbussleutels op een veilige plaats. De inbussleutel is voor het bijstellen van de band (zie pa-
gina 27). Plaats een matje onder de loopband om uw vloer te beschermen.
8. Schuif de Beschermhuls van de inker Staander
(96) tegen het onderstel van het bedieningspa-
neel. Maak de Beschermhuls van de Rechter
Staander met twee 3/4” Schroeven (4) vast.
aak de Beschermhuls van de Linker
Staander (niet getoond) op dezelfde manier
aan de Linker Staander (73) vast.
7. Breng de voorkant van de loopband met behulp
van een tweede persoon omhoog en plaats de
Dwarstang in de Basis (83) in de uitsnede op de
kartonnen standaard zoals is aangegeven. Laat
de tweede persoon de loopband vasthouden
om te voorkomen dat deze naar voren of
naar achteren schuift.
Draai de vier Staanderbouten stevig vast (72).
Breng de loopband naar beneden van de kar-
tonnen staander af met behulp van een tweede
persoon.
73
74
4
96
4
8
Kartonnen
staander
72
83
72
7
10
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE DRAGEN
De borstkas-sensor bestaat uit twee delen: de borstkas-
band en de sensor (zie de tekening hieronder). Steek de
flap van de borstkas-band in het ene uiteinde van de
sensor. Druk het uiteinde van de sensor onder de gesp
van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn met de
voorkant van de sensor.
Doe vervolgens de borst-
kas-sensor om uw
borstkas en maak het
andere eind van de
borstkas-band vast
aan de sensor. Mocht
het nodig zijn, stel dan
de lengte van de band
bij. De borstkas-sen-
sor moet onder uw
kleding gedragen worden, strak tegen uw huid en hoog
onder uw borstspieren of borsten. Zorg ervoor dat het
logo van de sensor naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant (de
electrodes hebben kleine randjes). Maak beide electro-
des nat met een zoute vloeistof zoals wat spug of vloei-
stof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen
uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE BORST-
KAS-SENSOR
• Droog de borstkas-sensor goed na ieder gebruik. De
borstkas-sensor wordt ingeschakeld wanneer u de
electrodes nat maakt en de pols-sensor draagt. De
borstkas-sensor gaat uit wanneer het wordt afgedaan
en de electrodes gedroogd worden. De sensor blijft
langer dan nodig branden en zodoende zullen de bat-
terijen leeg lopen als de borstkas-sensor electrodes
niet goed gedroogd worden.
• Bewaar de borstkas-sensor op een warme en droge
plaats.
Bewaar de borstkas-sensor niet in een plastic zak of
enig andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Stel de borstkas-sensor niet lang bloot aan direct zon-
licht, niet aan een temperatuur lager dan -10° C of
aan een temperatuur hoger dan 50° C.
• Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het opber-
gen van de borstkas-sensor niet te veel.
• Maak de borstkas-sensor schoon met een zachte
doek en een beetje niet agressief schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische
producten. U kunt de borstkas-band met de hand
wassen en dan laten drogen.
PROBLE EN ET DE BORSTKAS-SENSOR OPLOS-
SEN
De instructies op de volgende paginaʼs leggen uit
hoe u de borstkas-sensor met het bedieningspaneel
kunt gebruiken. Loop de hieronder genoemde proce-
dures door wanneer de borstkas-sensor niet goed
werkt.
• Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt
zoals hier links is beschreven. Opgelet: Verplaats de
sensor wat naar boven of naar beneden wanneer de
borstkas-sensor niet goed werkt.
• Gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof
voor contact lenzen om de electrodes van de sensor
nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat
wanneer de hartslag metingen pas verschijnen nadat
u begint te transpireren.
• oop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband. Voor de goede weergave van de hartslag
metingen moet de gebruiker zich op minder dan een
armslengte van het bedieningspaneel bevinden.
• De borstkas-sensor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslagme-
ting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin-
gen, of aritmie.
• De werking van de borstkas-sensor kan beïnvloed
worden door magnetische storingen veroorzaakt door
hoogspanningsdraden en andere electromagnetische
bronnen. Verplaats de loopband als u vermoedt dat dit
de oorzaak is.
• De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden
(zie pagina 28).
Borstkas-band
Flappen
Sensor
Flap
Sensor Gesp
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN
11
DE AL INGES EERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa-
brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in
een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met
alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut ge-
bruikt worden.
Stopcontact van de
oopband
1
Stopcontact
2
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
12
DE STICKER ET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het en-
gels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse talen op
het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw taal op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van
verschillende functies om het meest doeltreffend te oefe-
nen. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de
snelheid en de hellingstand van de loopband veranderen
door een druk op een toets. Het bedieningspaneel zal U
tijdens uw oefening voortdurend feedback geven. U kunt
zelfs uw hartslag meten met de ingebouwde hartslag-
sensor of borstriem.
Het bedieningspaneel heeft ook vierentwintig vooraf in-
gestelde programmaʼs – twaalf gewichtsverliespro-
grammaʼs en twaalf aerobicsprogrammaʼs. Bij elk pro-
gramma worden de snelheid en de helling van de loop-
band automatisch geregeld terwijl u een doeltreffende
training uitvoert. U kunt zelfs uw eigen programmaʼs aan-
maken en ze opslaan voor later gebruik. Daarnaast heeft
het bedieningspaneel vier hartslagprogrammaʼs die de
snelheid en de helling van de loopband regelen om uw
hartslag zo dicht mogelijk bij een doelhartslag te houden.
Op het bedieningspaneel kunt u ook het nieuwe iFit
Interactief oefensysteem kiezen. Bij het iFit-systeem kunt
u de Interactieve oefenkaarten van iFit in het bediening-
spaneel gebruiken. Op deze kaarten worden oefenpro-
grammaʼs opgeslagen zodat u specifiek vooraf inge-
stelde doelwaarden kunt bereiken bij uw oefensessie.
Bijvoorbeeld: u kunt ongewenste kiloʼs verliezen met het
afvalprogramma van 8 weken of u kunt trainen voor een
langeafstandsloop met het Marathon-programma. De
iFit-programmaʼs zullen de loopband automatisch aan-
sturen terwijl de stem van een persoonlijke trainer u
helpt om u te motiveren bij elk onderdeel van het oefen-
programma. IFit-kaarten zijn afzonderlijk verkrijgbaar.
De iFit-kaarten zijn ook in bepaalde winkels ver-
krijgbaar.
U kunt tijdens je oefensessie zelfs luisteren naar je lieve-
lingsmuziek of naar ingesproken boeken dankzij de ge-
luidssysteem van het bedieningspaneel en tegelijkertijd
uw conditie op peil houden.
Om de stroom in te schakelen, volg de stappen op pa-
gina 13. Om de instellingen van het bedieningspa-
neel bij te stellen, volg de stappen op pagina 13. Om
de handmatige instelling te gebruiken, raadpleeg pa-
gina 15. Om een vooraf ingesteld programma te ge-
bruiken, raadpleeg pagina 17. Om een eigen pro-
gramma aan te maken en te gebruiken, zie pagina 19
en 20. Om een hartslagprogramma te gebruiken,
raadpleeg pagina 21. Om de Geluidssysteem gebrui-
ken, raadpleeg pagina 22. Om een iFit-kaart te gebrui-
ken, zie pagina 23.
SCHE A VAN HET
BEDIENINGSPANEEL
13
HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
Steek het snoer in (zie pa-
gina 11). Zoek vervolgens
naar de reset/off stroomon-
derbreker op het onderstel
van de loopband bij het
snoer. Plaats de stroomon-
derbreker in de reset positie.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel bevat een
demo instelling ontworpen om de loopband in de
winkel te kunnen gebruiken. De demo instelling is
gekozen wanneer de displays gaan branden zodra
het snoer in het stopcontact gestoken wordt en de
stroomonderbreker zich in de reset positie vindt.
Druk, om de demo instelling uit te schakkelen, een
paar seconden op de STOP toets. Als de bedie-
ningspaneel aangestoken blijven, zie stap 1 bij het
recht de manifestatiewijze uit te zetten de demo in-
stelling.
Ga op de voetenkussen-
tjes van de loopband
staan. Zoek naar de clip
die aan de sleutel vast zit
en maak de clip aan de
tailleband van uw kleding
vast. Plaats de sleutel in
het bedieningspaneel.
Kort daarna zal de display oplichten. Belangrijk: Bij een
noodsituatie kunt u aan de sleutel van het bediening-
spaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot
stilstand komt. Test de clip door voorzichtig een
paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit
het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleu-
tel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de
lengte van de clip bij.
BELANGRIJK: Als er een doorzichtig stuk plastic op
het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic.
Om schade aan de loopband te vermijden, gebruik
altijd propere schoenen op de loopband. Bekijk,
wanneer u de loopband voor het eerst gebruikt, de
ligging van de band en leg de band in het midden
mocht dat nodig zijn (raadpleeg bladzijde 27).
Opmerking: het console kan de snelheiden en de af-
stand in kilometers of mijlen weergeven. Om erachter
te komen welke meeteenheid is geselecteerd of om
de meeteenheid te wijzigen, gaat u naar stap 1 aan de
rechterkant. et op: Voor de eenvoud, verwijzen alle
instructies in deze paragraaf naar kilometers.
HOE DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPA-
NEEL TE PERSONALISEREN
Het bedieningspaneel heeft een modus voor de instel-
lingen, waar u de geschiedenis van de trainingsses-
sies kunt bekijken, een meetsysteem voor het bedie-
ningspaneel kunt kiezen, de demonstratiemodus kunt
aan- of uitschakelen, de audio-trainer kunt bijstellen,
het volume en het contrast kunt regelen en het wel-
komscherm kunt aan- of uitschakelen.
Volg de stappen hieronder om de instellingen van het
bedieningspaneel bij te stellen.
1. Selecteer de instellingenmodus
Om de instellingenmodus te selecteren, verwijder
eerst de sleutel van het bedieningspaneel. Houd
dan de Stoptoets [STOP] ingedrukt als u de sleu-
tel in het bedieningspaneel steekt.
Als u de instellingenmodus selecteert, dan zal bo-
venaan de display het aantal uren dat de loop-
band gebruikt is en het totaal aantal kilometers of
mijlen dat u op de loopband hebt gelopen of ge-
wandeld, worden weergegeven.
Onder de geschiedenis van uw oefensessies, zal
het woord Engels [ENG ISH] of Metriek [ME-
TRIC]verschijnen om aan te duiden welk meetsys-
teem wordt gebruikt. Om het meetsysteem te ver-
anderen, druk op de Hartslagomhoog- of omlaag-
toets om eenheden [UNITS] te doen oplichten en
druk op de Hartslagcontroletoets [HEART RATE].
Druk dan op de Hartslagomhoog- of omlaagtoets
om [HEART RATE CONTRO ] het gewenste
meetsysteem te kiezen. Druk dan opnieuw op de
Hartslagcontroletoets.
Op de display verschijnen ook de woorden DEMO
MODE (Demonstratiemodus) en de huidige instel-
lingen: OFF, LOGO, ROAD, of PROGRAMS. De
“demonstratiemodus” kan worden gebruikt als de
loopband in een winkel wordt tentoongesteld.
Tijdens de demonstratiemodus, moet het toestel
aangesloten zijn, de sleutel kan verwijderd wor-
den en de display zal blijven branden. De toetsen
van het bedieningspaneel zullen niet werken. Om
de demonstratiemodus te kiezen, selecteer
DEMO MODE en druk dan op de
Hartslagcontroletoets. Druk dan op de
Hartslagomhoog- of omlaagtoets om de keuze te
annuleren (OFF) en de demomodus uit te schake-
len, VISUAL EQ (om de visuele equalizer weer te
geven), ROAD (om een loper op een piste weer te
geven of PROGRAMS (om een korte inleiding van
de verschillende programmaʼs weer te geven).
Druk dan op de Hartslagcontroletoets.
Reset
Positie
Sleutel
Klip
14
U kunt een audio-instelling kiezen, als u dat wilt.
Als u een iFit-kaart gebruikt, kan een persoonlijke
trainer u raad geven bij de oefensessies en u
meer informatie geven over nieuwe iFit-kaarten
door instructie [INSTRUCTION] te selecteren als
audio-instelling. Als u de Aan-instelling [ON] kiest,
dan zal uw persoonlijke trainer u helpen bij uw
iFit-oefensessies. Als u uit [OFF] kiest, dan zult u
geen audiobegeleiding horen bij uw oefensessies.
Om de audio-instellingen te wijzigen, selecteer
eerst [AUDIO TRAINER] en druk dan op de
Hartslagcontroletoets. Druk dan op de
Hartslagomhoog- of omlaagtoets om de gewenste
audio-instellingen te selecteren. Druk dan op-
nieuw op de Hartslagcontroletoets.
U kunt het stemvolume van uw persoonlijke trai-
ner bijstellen door VO UME te selecteren, op de
Hartslagcontroletoets te drukken en dan op de
Hartslagomhoog- en omlaagtoetsen te drukken
om het gewenste geluidsniveau te kiezen. Druk
dan opnieuw op de Hartslagcontroletoets.
U kunt ook de equalizer bijstellen om het geluid
van uw muziek te regelen. Kies tussen Standaard
[DEFAU T], Klassiek [C ASSIC], COUNTRY,
TECHNO of ROCK. Om de equalizer bij te stellen,
selecteer EQUA IZER en druk op de
Hartslagcontroletoets. Druk dan op de
Hartslagomhoog- en omlaagtoets om de equalizer
in te stellen. Druk dan opnieuw op de
Hartslagcontroletoets.
2. Als u klaar bent met het invoeren van de in-
stellingen, verwijder de sleutel.
Om de instellingenmodus te verlaten, moet u de
sleutel uit het bedieningspaneel verwijderen.
15
HOE DE HAND ATIGE INSTELLING TE GEBRUI-
KEN
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Raadpleeg HOE DE STROOM IN TE SCHAKE-
EN op pagina 13
2. U kunt de instellingen van het bedieningspa-
neel bijstellen als u dat wilt.
Raadpleeg HOE DE INSTE ING VAN HET BE-
DIENINGSPANEE TE PERSONA ISEREN op
pagina 13.
3. Selecteer de handmatige instelling.
Telkens als u de sleutel in het paneel steekt, dan
wordt automatisch de handmatige instelling gese-
lecteerd. Als u een programma hebt geselecteerd,
druk herhaaldelijk op een van de
Programmatoetsen [PROGRAM GOA S] totdat het
woord MANUAL (handmatig) op de display ver-
schijnt. Opmerking: Zorg ervoor dat er geen iFit-
kaart in het iFit-slot zit.
4. Start de loopband en stel de snelheid bij.
Om de loopband te starten, druk op de Starttoets
[START], de Snelheidomhoogtoets [QUICK
SPEED] naast de Starttoets of op een van de ge-
nummerde Sneltoetsen om de snelheid te regelen.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt in-
gedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen
met een snelheid van 2 Km/u. Als u een oefening
doet, kunt u de snelheid van de loopband wijzigen
door op de Versnellings- of Vertragingstoetsen
[SPEED] te drukken. Telkens als u op een toets
drukt, zal de snelheid worden gewijzigd met 0,1
Km/u; als u de toets ingedrukt houdt, dan zal de
snelheid met 0,5 Km/u verhogen. Als u op een van
de genummerde sneltoetsen voor de snelheid
drukt, dan zal de loopband langzaam de snelheid
verhogen totdat de loopband de geselecteerde
snelheid bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
Om de loopband opnieuw te starten, druk op de
Starttoets, de Snelheidomhoogtoets of een van de
genummerde Sneltoetsen voor de snelheid.
5. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Om de helling van de loopband te wijzigen, druk op
de Hellingomhoog- en [INC INE] omlaagtoetsen of
op een van de genummerde Sneltoetsen [QUICK
INC INE] voor de helling. Telkens als u op een van
de toetsen druk, zal de helling van de loopband
langzaam veranderen totdat de gewenste helling
wordt bereikt.
6. Selecteer een displayweergave en volg uw vor-
deringen op de display en de intensiteitniveau-
balk.
De display zal de volgende informatie tonen als u
op de loopband loopt of rent:
• De verlopen tijd [TIME].
• De afstand [DISTANCE] die u hebt gewandeld
of gelopen.
• De snelheid [SPEED] van de loopband.
• Het hellingsniveau [INC INE] van de loopband.
• Het aantal calorieën [CA ORIES] dat u bij be-
nadering hebt verbrand.
• Uw wandel- of looptempo [PACE], in minuten
per mijl of minuten per kilometer.
• Een visuele EQUA IZER.
• Uw hartslag. Opmerking: Uw hartslag kan
slechts worden weergegeven als u de handsen-
soren vasthoudt of de borstkassensoren ge-
bruikt.
• Op de display kan daarnaast ook een “oefenge-
schiedenis” worden weergegeven—een profiel
van de snelheidsinstellingen die u hebt gekozen
tijdens uw oefensessie. Bij het begin van elk
segment van één minuut van uw oefensessie,
zal een bijkomende niveaubalk in het profiel
verschijnen; als u de snelheid verhoogt of ver-
laagt, dan zal de hoogte van de balk verhogen
of verlagen.
• Op de display kan ook het beeld van een hard-
loper worden weergegeven. Als u de snelheid
verhoogt of verlaagt, zal de hardloper sneller of
trager lopen.
16
Als de handmatige modus is geselecteerd, dan zijn
er acht weergaven voor de display mogelijk.
Naargelang van de displayweergave zal er ver-
schillende informatie over de oefensessie worden
weergegeven. Bijvoorbeeld: bij de eerste display-
weergave wordt de verlopen tijd en de gewandelde
of gelopen afstand weergegeven. Druk her-
haaldelijk op de DISPLAY-toets om de gewenste
displayweergave te kiezen.
Onafhankelijk van de gekozen displayweergave,
zal het snelheids- of hellingsniveau enkele secon-
den op de display verschijnen telkens als u de in-
stellingen wijzigt. Uw hartslag zal ook 40 secon-
den op de display verschijnen telkens als u de
handsensoren of de borstkassensoren gebruikt.
Opmerking: Als u de onderstaande weergavemo-
dus selecteert, dan zal uw hartslag in plaats van
het gemiddelde oefentempo worden getoond.
Als u oefent, dan zal op de intensiteitniveaubalk
het intensiteitniveau van uw oefening bij benade-
ring worden weergegeven. Bijvoorbeeld: als acht
indicatoren van de balk oplichten, dan is uw inten-
siteitniveau ideaal voor een conditietraining
AEROBIC.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer
u uw oefening hebt voltooid.
7. Uw hartslag meten als u dat wilt.
U kunt uw hartslag meten door gebruik van de
borstkas-sensoren (zie pagina 10) of de hartslag-
sensor. Aandacht: Het bedieningspaneel zal uw
hartslag niet goed kunnen aangeven wanneer u
de borstkassensor en de handgreep met hartslag-
sensoren gelijktijdig gebruikt.
Verwijder
eerst het plas-
tic laagje op
de metalen
contactpunten
op de hand-
leuning om de
handgreep
met hartslag-
sensor te ge-
bruiken. Stap vervolgens op de voetbalken en
houdt de metalen contactpunten vast—beweeg
uw handen niet. Als uw hartslag wordt gedetec-
teerd, dan zal uw hartslagniveau op de display
verschijnen. Houd de contactpunten ongeveer
15 seconden vast voor het meest zuivere re-
sultaat.
8. Zet desgewenst de ventilatoren aan.
Om de ventilator met een hoge snelheid aan te
schakelen, druk op de Ventilatortoets [FAN]. Om
de ventilator met een lage snelheid uit te schake-
len, houd de toets een seconde ingedrukt. Druk
om de ventilator af te zetten op de Ventilator
toets. Opgelet: De ventilator zal wanneer deze
aan is maar de loopband gestopt is automatisch
na een paar minuten uitschakelen.
9. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand in de laagste positie.
De helling van de loopband moet zich in de laag-
ste stand bevinden wanneer u de loopband wilt
opbergen anders kan de loopband beschadigd
worden. Haal vervolgens de sleutel uit het bedien-
ingspaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Als u klaar bent met het gebruiken van de loop-
band, schakelt de reset/uit stroomonderbreker naar
de stand ʻuitʼ en kunt u de stekker uit het stopcon-
tact halen. BELANGRIJK: Als u dit niet doet,
kunnen de elektrische onderdelen van de loop-
band voortijdig slijten.
Intensiteitniveaubalk van de Oefening
Contact-punten
17
HOE VOORAF INGESTELDE PROGRA AʼS TE
GEBRUIKEN
1. De sleutel helemaal in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKE EN op
pagina 13.
2. U kunt de instellingen van het bedieningspa-
neel bijstellen als u dat wilt.
Raadpleeg HOE DE INSTE ING VAN HET BE-
DIENINGSPANEE TE PERSONA ISEREN op
pagina 13.
3. Kies een van de vooraf ingestelde pro-
grammaʼs.
Om een vooraf ingesteld programma te selecte-
ren, druk herhaaldelijk op de Gewichtsverliespro-
grammatoets [WEIGHT OSS PROGRAMS] of de
Aerobicsprogrammatoets [AEROBIC FITNESS
PROGRAMS].
Als u een voorgeprogrammeerd programma kiest,
dan verschijnt op de display de naam van het pro-
gramma, de maximale helling van het programma,
de maximale snelheid en het aantal minuten dat
het programma duurt. Daarnaast zal een profiel
van de snelheidsinstellingen van het programma
op de display verschijnen.
Ieder programma is in 30 segmenten van elk één
minuut verdeeld. Ieder segment heeft één instel-
ling voor de helling en voor de snelheid.
Opmerking: dezelfde snelheid en/of helling instel-
ling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere op-
eenvolgende segmenten worden geprogram-
meerd.
4. Druk op de Starttoets om het programma te
laten beginnen.
Even nadat u op de toets drukt, zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
van het programma instellen. Houd u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
5. Selecteer een displayweergave en volg uw
vorderingen op de display.
Als u een voorgeprogrammeerd programma hebt
geselecteerd, kunt u kiezen tussen drie display-
weergaven. Druk herhaaldelijk op de DISP AY-
toets om de gewenste displayweergave te kiezen.
Als u de eerste of de tweede weergave kiest,
dan zal een profiel van de snelheidsinstellingen
van het programma op de display verschijnen.
Een pijltje onderaan het profiel zal uw vorderingen
aangeven.
Aan het einde van het eerste segment van één mi-
nuut, zult u een reeks pieptonen horen. Als u een
nieuw snelheids- en/of hellingsniveau voor het
tweede segment hebt geprogrammeerd, dan zal het
nieuwe snelheids- en/of hellingsniveau even boven-
aan de display verschijnen om u te waarschuwen.
De loopband zal dan automatisch de snelheid of de
helling voor het tweede segment bijstellen.
Het programma zal zo doorgaan totdat het pijltje
het rechter uiteinde van het profiel bereikt. De
loopband komt dan langzaam tot stilstand.
Als de derde displayweergave wordt geselec-
teerd, dan zal op de display het beeld van een
hardloper verschijnen.
18
Aan het einde van het eerste segment van één
minuut, zult u een reeks pieptonen horen. Als u
voor het tweede segment een nieuw snelheid-
sniveau hebt geprogrammeerd, dan zal het snel-
heidsniveau onderaan de display verschijnen om
ute waarschuwen. Als u een nieuw hellingsniveau
hebt geprogrammeerd, dan zal het hellingsniveau
even bovenaan de display verschijnen. De loop-
band zal dan de snelheid en de helling automa-
tisch wijzigen voor het tweede segment.
Het programma blijft doorgaan totdat het laatste
segment eindigt. De loopband komt dan langzaam
tot stilstand.
Wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling op
enig moment tijdens het programma te hoog of te
laag is, kunt u deze handmatig bijstellen door op
de Snelheids- of Hellingstoetsen te drukken. Hoe
dan ook, de loopband zal automatisch de snel-
heid en de helling voor het volgende segment
instellen, wanneer het volgende segment van
het programma start.
Om het intensiteitniveau van het hele programma
te wijzigen, druk op de Intensiteitniveauomhoog-
en [INTENSITY] omlaagtoetsen.
Druk op de Stop toets van het bedieningspaneel
wanneer u de loopband wilt stoppen. Om het pro-
gramma opnieuw te starten, druk op de Starttoets.
De loopband zal met een snelheid van 2 km/h be-
ginnen te draaien. De loopband zal wanneer het
volgende segment van het programma begint, au-
tomatisch de snelheid en de helling van het vol-
gende segment instellen.
6. eet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 16.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 8 op pagina 16.
8. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Zie stap 9 op pagina 16.
19
HOE UW EIGEN PROGRA A SA EN TE STEL-
LEN
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Raadpleeg HOE DE STROOM IN TE SCHAKE EN
op pagina 13.
2. U kunt de instellingen van het bedieningspa-
neel bijstellen als u dat wilt.
Raadpleeg HOE DE INSTE ING VAN HET BE-
DIENINGSPANEE TE PERSONA ISEREN op
pagina 13.
3. Kies een van de programmaʼs op maat.
Om een eigen programma te kiezen, druk een of
twee keer op de Eigen Programmatoets [CUSTOM
PROGRAMS].
Als het eigen programma nog niet ingesteld is,
zal een programmatijd van drie minuten op de
display worden getoond. Als de programmatijd
meer dan drie minuten is, zie HOE EEN EIGEN
PROGRA A TE GEBRUIKEN op pagina 20.
Ieder segment heeft één instelling voor de helling
en één instelling voor de snelheid. De snelheid van
het eerste segment zal in de eerste kolom van het
Huidig Segment van de piste opflikkeren.
4. Druk op de Starttoets om het programma te
laten beginnen.
Even nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de
loopband beginnen te draaien. Houd u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
5. Selecteer een displayweergave en program-
meer de gewenste snelheid en helling.
Als u een eigen programma hebt geselecteerd, kunt
u kiezen tussen drie verschillende displayweergaves.
Druk herhaaldelijk op de DISP AY-toets om de ge-
wenste displayweergave te kiezen.
Om een snelheids- en een hellingsinstelling voor
uw eerste segment te programmeren stelt U ge-
woon de snelheid en de helling van de loopband in
door op de Snelheids- en de Hellingstoetsen te
drukken.
Als het eerste segment voltooid is, dan zult u een
reeks pieptonen horen en de huidige snelheids- en
hellingsinstellingen worden in het geheugen opge-
slagen.
Programmeer een snelheids- en hellingsinstelling
voor het tweede segment zoals hierboven is be-
schreven. U kunt ook de snelheid en de helling van
30 segmenten programmeren.
Druk twee keer op de Stoptoets wanneer u klaar
bent met uw oefening. Het ingesteld programma
zal in het geheugen worden opgeslagen.
6. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Zie stap 9 op pagina 16.
20
HOE UW EIGEN PROGRA A TE GEBERUIKEN
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKE EN op pa-
gina 13.
2. U kunt de instellingen van het bedieningspa-
neel bijstellen als u dat wilt.
Raadpleeg HOE DE INSTE ING VAN HET BE-
DIENINGSPANEE TE PERSONA ISEREN op
pagina 13.
3. Kies een van de programmaʼs op maat.
Om een eigen programma te kiezen, druk een of
twee keer op de Eigen Programmatoets.
Als u een voorgeprogrammeerd programma kiest,
dan verschijnt op de display de naam van het pro-
gramma, de maximale helling van het programma,
de maximale snelheid en het aantal minuten dat
het programma duurt. Daarnaast zal een profiel
van de snelheidsinstellingen van het programma
op de display verschijnen.
Opmerkingen: Als op de display een program-
maduur van drie minuten verschijnt, raadpleeg
HOE UW EIGEN PROGRA A SA EN TE
STELLEN op pagina 19.
Ieder programma is in segmenten van elk één mi-
nuut verdeeld. Ieder segment heeft één instelling
voor de helling en één instelling voor de snelheid.
4. Druk op de Starttoets om het programma te
laten beginnen.
Even nadat u op de toets hebt gedrukt zal de loop-
band automatisch de eerste snelheid en hellings-
tand van het programma instellen. Houd u vast aan
de handleuningen en begin te oefenen.
5. Selecteer een displayweergave en volg uw vor-
deringen op de display
Het eigen programma zal op dezelfde manier als
een vooraf ingesteld programma werken (raadpleeg
stap 5 op paginaʼs 17 en 18).
U kunt, als u dat wilt, tijdens gebruik het pro-
gramma nogmaals bijstellen. Druk gewoon op de
Snelheid en Helling toetsen om de snelheid en
de hellingstand van het huidige segment aan te
passen. Deze nieuwe instellingen zullen in het ge-
heugen worden opgeslagen nadat het huidige seg-
ment voltooid is. Om de tijdsduur van het pro-
gramma te verlengen moet u eerst wachten tot-
dat het programma beëindigd is. Druk dan ver-
volgens op de Starttoets en programmeer snelheid
en helling instellingen voor zoveel meer segmen-
ten als U wenst. Een eigen programma kan tot 30
segmenten hebben. Druk twee keer op de
Stoptoets wanneer u het aantal gewenste segmen-
ten heeft toegevoegd. Om de tijdsduur van het
programma te verminderen moet u altijd tijdens
het uitvoeren van het programma twee keer op
de Stop drukken.
6. eet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 16.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 8 op pagina 16.
8. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Zie stap 9 op pagina 16.

Other manuals for C4000 Treadmill

7

This manual suits for next models

1

Other NordicTrack Treadmill manuals

NordicTrack 831.29882 User manual

NordicTrack

NordicTrack 831.29882 User manual

NordicTrack 5100 R Treadmill User manual

NordicTrack

NordicTrack 5100 R Treadmill User manual

NordicTrack X7i Incline Trainer User manual

NordicTrack

NordicTrack X7i Incline Trainer User manual

NordicTrack 2450 Treadmill User manual

NordicTrack

NordicTrack 2450 Treadmill User manual

NordicTrack C80I NETL79815.0 User manual

NordicTrack

NordicTrack C80I NETL79815.0 User manual

NordicTrack E 3200 User manual

NordicTrack

NordicTrack E 3200 User manual

NordicTrack NETL14711.4 User manual

NordicTrack

NordicTrack NETL14711.4 User manual

NordicTrack SUMMIT 4500 NTTL16902 User manual

NordicTrack

NordicTrack SUMMIT 4500 NTTL16902 User manual

NordicTrack X7i incline trainer NTL19910.0 User manual

NordicTrack

NordicTrack X7i incline trainer NTL19910.0 User manual

NordicTrack NTTL15083 User manual

NordicTrack

NordicTrack NTTL15083 User manual

NordicTrack E 3800 Operating and maintenance manual

NordicTrack

NordicTrack E 3800 Operating and maintenance manual

NordicTrack ELITE 9500 PRO User manual

NordicTrack

NordicTrack ELITE 9500 PRO User manual

NordicTrack NTL17215.0 User manual

NordicTrack

NordicTrack NTL17215.0 User manual

NordicTrack NTL1295.3 User manual

NordicTrack

NordicTrack NTL1295.3 User manual

NordicTrack 19.0 Treadmill

NordicTrack

NordicTrack 19.0 Treadmill

NordicTrack T7si NTL07908.0 User manual

NordicTrack

NordicTrack T7si NTL07908.0 User manual

NordicTrack NTL10851 User manual

NordicTrack

NordicTrack NTL10851 User manual

NordicTrack NTTL39910 User manual

NordicTrack

NordicTrack NTTL39910 User manual

NordicTrack E2900 Treadmill User manual

NordicTrack

NordicTrack E2900 Treadmill User manual

NordicTrack NTL07707.1 User manual

NordicTrack

NordicTrack NTL07707.1 User manual

NordicTrack T 5.5 Treadmill User manual

NordicTrack

NordicTrack T 5.5 Treadmill User manual

NordicTrack NTTL25512 User manual

NordicTrack

NordicTrack NTTL25512 User manual

NordicTrack NTTL11993 User manual

NordicTrack

NordicTrack NTTL11993 User manual

NordicTrack 831.24992.0 User manual

NordicTrack

NordicTrack 831.24992.0 User manual

Popular Treadmill manuals by other brands

True Fitness Z9.1 Limited warranty

True Fitness

True Fitness Z9.1 Limited warranty

LA Fitness Runfit 99 owner's manual

LA Fitness

LA Fitness Runfit 99 owner's manual

Smooth Fitness SMT9.2HR owner's manual

Smooth Fitness

Smooth Fitness SMT9.2HR owner's manual

Body Sculpture BT-2650 user manual

Body Sculpture

Body Sculpture BT-2650 user manual

TreadTracker PFTK001 instruction manual

TreadTracker

TreadTracker PFTK001 instruction manual

Weslo Cadence 855 manual

Weslo

Weslo Cadence 855 manual

Weslo Cadence 300 manual

Weslo

Weslo Cadence 300 manual

BH FITNESS T8-PRO - EXPLODED VIEW manual

BH FITNESS

BH FITNESS T8-PRO - EXPLODED VIEW manual

Insportline IN 3880 user manual

Insportline

Insportline IN 3880 user manual

York Fitness MONZA SERIES owner's guide

York Fitness

York Fitness MONZA SERIES owner's guide

Domyos INTENSE RUN manual

Domyos

Domyos INTENSE RUN manual

Taurus T10.3 Pro Assembly and operating instructions

Taurus

Taurus T10.3 Pro Assembly and operating instructions

Spirit Z900 owner's manual

Spirit

Spirit Z900 owner's manual

True PS800 owner's manual

True

True PS800 owner's manual

Reebok RBTL15981 user manual

Reebok

Reebok RBTL15981 user manual

ICON Health & Fitness PETL15717.0 user manual

ICON Health & Fitness

ICON Health & Fitness PETL15717.0 user manual

Weslo WLTL29508.0 user guide

Weslo

Weslo WLTL29508.0 user guide

Dyaco Canada Spirit Fitness XT285 owner's manual

Dyaco Canada

Dyaco Canada Spirit Fitness XT285 owner's manual

manuals.online logo
manuals.online logoBrands
  • About & Mission
  • Contact us
  • Privacy Policy
  • Terms and Conditions

Copyright 2025 Manuals.Online. All Rights Reserved.