Olympia ELLIPS User manual

OLYMPIA ELLIPS
HOUT –BOIS –WOOD
NL - Installatie- en gebruiksaanwijzing
FR - Notice d’installation et d’utilisation
EN - Installation and user manual

2

3

4
INHOUDSTAFEL - TABLE DE MATIÈRES –CONTENTS
NEDERLANDS
1 Inleiding........................................................................................................................6
2 Garantie........................................................................................................................6
3 Verpakking....................................................................................................................6
4 Algemene informatie en veiligheidsvoorschriften..........................................................7
5 Technische gegevens...................................................................................................7
6 Afmetingen....................................................................................................................8
7 Installatie ......................................................................................................................9
8 Gebruiksaanwijzingen.................................................................................................12
9 Onderhoud..................................................................................................................14
10 Wisselstukken.............................................................................................................16
11 Storingen, oorzaken en oplossingen ..........................................................................17
FRANÇAIS
1 Introduction.................................................................................................................18
2 Garantie......................................................................................................................18
3 Emballage...................................................................................................................18
4 Informations générales et consignes de sécurité........................................................19
5 Caractéristiques techniques .......................................................................................19
6 Dimensions.................................................................................................................20
7 Installation ..................................................................................................................21
8 Mode d’emploi ............................................................................................................24
9 Entretien.....................................................................................................................26
10 Pièces détachées.......................................................................................................28
11 Anomalies, causes et solutions ..................................................................................29

5
ENGLISH
1 General notes.............................................................................................................30
2 Guarantee...................................................................................................................30
3 Packaging...................................................................................................................30
4 Safety .........................................................................................................................31
5 Technical data............................................................................................................31
6 Dimensions.................................................................................................................32
7 Installation ..................................................................................................................33
8 User instructions.........................................................................................................35
9 Maintenance...............................................................................................................38
10 Spare parts.................................................................................................................40
11 Troubleshooting..........................................................................................................41

6
1 INLEIDING
Wij danken u voor uw keuze van een OLYMPIA kachel! Met OLYMPIA vertrouwt u op het
vakmanschap van jaren. Geniet met volle teugen en ontdek hoe hartverwarmend het vuur in een
OLYMPIA-toestel kan zijn. Uur na uur. Jaar na jaar.
In deze handleiding vindt u de informatie terug die wij nodig achten voor een vakkundige installatie.
Daarnaast bevat de gebruiksaanwijzing belangrijke informatie en suggesties om uw houtkachel
correct te gebruiken.
Lees deze instructies zorgvuldig voordat u de haard installeert en in gebruik neemt.
Wij danken u nogmaals voor het vertrouwen.
2 GARANTIE
Uw OLYMPIA kachel geniet een garantie van 2 jaar op alle productiefouten en dit vanaf de datum
van aankoop en in die mate dat het gebruik in overeenstemming is met de installatievoorschriften
en gebruiksaanwijzingen. Uw kasticket of de factuur met vermelding van de datum van aankoop is
uw garantiebewijs.
Deze garantie beperkt zich tot de herstelling of vervanging van de onderdelen die gebreken
vertonen bij normaal gebruik. Deze garantie is niet geldig op gebreken die het gevolg zijn van een
foutieve installatie, verkeerd gebruik, wijzigingen aan het toestel, uit elkaar halen van het toestel,
slijtage of een gebrek aan onderhoud.
De garantieaanvragen dienen steeds via uw verkooppunt te gebeuren.
3 VERPAKKING
De verpakking van uw nieuwe kachel biedt een uitzonderlijke bescherming tegen beschadiging.
Toch kunnen de kachel en de accessoires tijdens het vervoer worden beschadigd. Gelieve dus bij
ontvangst de kachel op beschadiging en volledigheid te controleren! Meld eventuele ontbrekende
onderdelen onmiddellijk aan uw verkooppunt.

7
4 ALGEMENE INFORMATIE EN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
De volgende algemene veiligheidsvoorschriften moeten strikt nageleefd worden:
•Lees de volledige handleiding aandachtig voor u de kachel in gebruik neemt.
•Tijdens de verbranding komt warmte vrij waardoor de bovenkant van de kachel, de deuren, de
deurhendels, de zichtvensters, de rookpijpen en mogelijk ook de mantel van de kachel sterk
worden verhit. Het is dan ook verboden om deze onderdelen zonder de gepaste vuurvaste
handschoen of bedieningshendel aan te raken.
•Wijs uw kinderen op dit gevaar en zorg ervoor dat ze zich op een veilige afstand bevinden
wanneer de kachel wordt gebruikt.
•Het is verboden om niet-hittebestendige voorwerpen in de buurt van de kachel te plaatsen.
•Tijdens het gebruik van de kachel mag u geen licht brandbare of explosieve materialen in
dezelfde of naburige ruimten gebruiken.
•Dit toestel is geen allesbrander. Gebruik enkel geschikte brandstoffen.
•Er mogen geen wijzigingen aan het toestel worden aangebracht.
•Gebruik enkel de originele wisselstukken van de fabrikant.
5 TECHNISCHE GEGEVENS
Kenmerken
Eenheid
Ellips
Minimum –maximum vermogen
kW
3,0 –7,8
Rendement
%
83,6
CO-uitstoot (bij 13% O2)
%
0,07
Uitstoot fijn stof
Mg/Nm³
40
NOx (bij 13% O2)
Mg/Nm³
125
Rookgastemperatuur bij nominaal vermogen
°C
214
Massadebiet rookgassen
g/s
5,2
Afmetingen en gewicht
Aansluiting boven / achter
Mm
150
Gewicht
kg
144 / 181
Installatiewaarden
Schouwtrek bij nominaal vermogen
Pa
11
Brandstof
Brandstoffen
Hout
Verbruik
kg/u
1,64
Aanbevolen lengte houtblokken
mm
250

8
6 AFMETINGEN
Afmetingen in mm
Rookkanaal
Ø 150 mm
Luchtregeling
Externe luchttoevoer
Ø 125 mm

9
7 INSTALLATIE
Alle plaatselijke richtlijnen, inclusief de richtlijnen die betrekking hebben tot nationale en Europese
normen, moeten in acht genomen worden bij het installeren van de kachel.
Alleen een toestel dat aangesloten werd door een erkend installateur, garandeert de naleving van
de richtlijnen inzake bouwkunde en brandpreventie. Dit is zeker nodig voor een correcte en veilige
werking van de kachel.
7.1 Plaatsing
De kachel mag enkel geplaatst worden op een vloer met een voldoende grote draagcapaciteit (zie
technische gegevens). Indien deze niet voldoet, dan moeten maatregelen genomen worden om de
draagcapaciteit te verhogen.
Het toestel moet zo vlak mogelijk geïnstalleerd worden.
Indien de kachel op een brandbare vloer wordt geplaatst, leg er dan een vuurvaste plaat onder,
welke minimaal 300 mm voor de kachel uit steekt. Verder dienen de volgende veiligheidsafstanden
gerespecteerd te worden tot brandbare materialen:
•Vooraan 80 cm
•Achteraan 40 cm voor brandbare wand
20 cm voor onbrandbare wand
•Zijwaarts 80 cm
7.2 Verbrandingslucht
De nodige zuurstof voor de verbranding wordt aangevoerd via de openingen in de onderzijde van
de kachel. Voor een optimale verbranding moet er voldoende verse lucht voorzien worden. Indien
er onvoldoende luchttoevoer is, dan kan dit resulteren in een onvolledige verbranding en de
terugslag van rookgassen.
De kachel met primaire en secundaire verbrandingsluchttoevoer is uitgerust met de bijbehorende
bedieningselementen. De primaire lucht wordt rechtstreeks in de brandende brandstof gebracht
(gewoonlijk via de aslade en het rooster) en dient voor de primaire verbrandingsreactie. De
secundaire lucht ondersteunt de verbranding van de resterende brandstofgassen in de
verbrandingsproducten en verhoogt zo het thermisch rendement van de verwarming en speelt een
belangrijke rol bij de vermindering van de hoeveelheid verontreinigende stoffen die in de
omgevingslucht vrijkomt. De secundaire lucht wordt hoofdzakelijk toegevoerd naar de ruimte boven
de brandende brandstof. De aanwezigheid ervan zorgt ervoor dat de koude lucht op de binnenwand
van de voorruit wordt gerold. Tegelijkertijd voorkomt dit proces dat de ruit donkerder wordt. Door de
primaire lucht geheel of gedeeltelijk in tesluiten, neemt ookde secundaire lucht deel aan deprimaire
verbranding. Laat bij het aansteken van het vuur, wanneer de schoorsteentrek nog zwak is, de
primaire lucht volledig open staan. Wanneer de schoorsteen begint opte warmen, kunt u de primaire
luchttoevoer gedeeltelijk of volledig sluiten, afhankelijk van het gewenste vermogen van de kachel.

10
Luchtregeling:
7.3 Het rookkanaal
Voordat een kachel op het rookkanaal aangesloten wordt, moet gecontroleerd worden of de
afmetingen en de kwaliteit van het rookkanaal beantwoorden aan de geldende lokale voorschriften.
De afmetingen moeten desgevallend berekend worden.
Wij kunnen u een goede werking van het toestel garanderen als de schouwtrek minimaal 12 Pa
bedraagt. Is de trek van het rookkanaalte groot, dan moet eentrekregelaar in de schouw ingebouwd
worden.
Is de schouwtrek te laag dan dienen volgende stappen te worden overwogen:
•Schoorsteen langer maken
•Schoorsteen beter isoleren (minder afkoelen van de rookgassen)
•Luchttoevoer verbrandingslucht verbeteren
•Dichtheid van de schoorsteen verbeteren
Veel problemen met kachels vinden hun oorzaak in slecht werkende schouwen. Daarom enkele tips:
•Een rond kanaal heeft de voorkeur (minder wrijving)
•De diameter van de schouw mag nooit kleiner zijn dan deze van het toestel
•De monding van de schoorsteen dient vrij te zijn van hindernissen, alsook schoon en gasdicht.
•De schoorsteen dient zo verticaal als mogelijkte zijn met een minimum aan bochten. Afwijkingen
mogen maximaal 45 graden zijn.
•De schoorsteen mag geen valse lucht aanvoeren. Let op gesloten schoorsteenschuiven en
reinigingsopeningen in de kelder of op het dak!
•De schoorsteen mag niet aangesloten zijn op een gedeeld afvoersysteem –dit remt de
opwaartse druk. Raadpleeg uw schoorsteenspecialist!
•De schoorsteenaansluitingen van verschillende stookplaatsen mogen niet tegenover elkaar
resp. op dezelfde hoogte liggen, eveneens om te vermijden dat verbrandingsgassen niet
afgevoerd worden. Twee aansluitingen van rookafvoerbuizen moeten minstens 30 cm, in de
hoogterichting, van elkaar verwijderd zijn.
Voor de details betreffende de schoorstenen verwijzen wij u door naar de respectievelijke normen
waaraan de schoorstenen dienen te voldoen.

11
7.4 Aansluiten van de kachel op het rookkanaal
De haard dient aangesloten te worden op een geschikt individueel rookgaskanaal, geschikt voor
hout gestookte toestellen.
De diameter van het rookkanaal moet overeenkomen met de diameter van de pijpmond van de
kachel. In verband met de diameter van de afvoerbuis moet u ook met het volgende rekening
houden:
•De diameter van de afvoerbuis mag niet verkleind worden. Bovendien moet de afvoerbuis perfect
op de schoorsteen passen.
•Is de trek van de schoorsteen te groot, dan moet een trekregelaar ingebouwd worden.
•De schoorsteen mag geen valse lucht aanvoeren. Let op gesloten schoorsteenschuiven en
reinigingsopeningen in de kelder of op het dak!
•De afvoerbuis moet veilig op het verbindingspijpstuk bevestigd zijn.
7.5 Wat te doen bij schoorsteenbrand
Wij adviseren de volgende stappen te nemen bij schoorsteenbrand:
1. Sluit de luchttoevoer af.
2. Waarschuw de brandweer.
3. Maak de toegang tot de reinigingsopeningen mogelijk (bv. kelder en zolder).
4. Verwijder alle brandbare voorwerpen weg van de schoorsteen.
5. Bij het opnieuw in gebruik nemen van de kachel dient de schoorsteen en de kachel te worden
gecontroleerd door uw vakman.
6. Deze vakman dient tevens de oorzaak van de schoorsteenbrand na te gaan en deze te
verhelpen.
TIP Wanneer U eenmaal per dag gedurende 10 minuten de haard op zijn maximaal vermogen laat
werken, dan laat dit het verbranden van teerafzetting toe. Daarbij verkleint het risico op
eventuele schoorsteenbrand, en terzelfder tijd wordt de ruit properder gehouden.
7.6 Ombouwen van boven aansluiting naar achter aansluiting
De haard wordt standaard met een boven aansluiting geleverd –welke makkelijk naar een achter
aansluiting kan worden omgebouwd.
•Verwijder de ronde achterplaat uit de mantel
•Verwijder langs de binnenzijde van de kachel, het dekplaatje van de afvoeropening
•Verwijder de buselot van de bovenzijde van het toestel, en plaats deze op de aansluitopening
van de kachel. Zorg dat deze goed luchtdicht is aangesloten
•Plaats de dekplaat nu op de kanaalopening boven het toestel. Let ook hier op een luchtdichte
aansluiting
•Let het extra meegeleverde afdichtdeksel bovenin de uitsparing van de mantel.

12
8 GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Brandstof
Schoon, droog brandhout
Alleen gekloofd brandhout met een vochtigheidsgraad ≤20% is geschikt voor gebruik in een kachel.
Gebruik bij voorkeur eiken-, berken-, beukenhout of hout van fruitbomen. Naast hout kunt u ook
houtbriketten stoken. Het is ook belangrijk dat het juiste formaat en een aangepaste hoeveelheid
brandhout gebruikt wordt.
Vochtig hout resulteert in een onvolledige verbranding en dit is sterk vervuilend. Verder is het moeilijk
aan te maken, dooft het gemakkelijk en geeft het aanzienlijk minder warmte af dan droog hout.
Tenslotte kan het roet of teer vormen op het glas, in de kachel en in de schoorsteen.
Veilig en natuurlijk aanmaakhout
Aanmaken doet u het best met natuurlijke aanmaakblokjes of fijngehakt hout, niet met proppen
krantenpapier. Doe het zeker niet met vloeistoffen!
Gebruik enkel milieuvriendelijke brandstoffen
Behandeld hout, sloop- of pallethout, spaanplaat, afval en krantenpapier mag u geen geval stoken
in deze kachel. De milieureglementering verbiedt dat uitdrukkelijk Terecht, want bij de verbranding
ervan komen hoge concentraties schadelijke stoffen vrij.
Ook voor de kachel en schoorsteen is het verbranden van bovenvermelde brandstoffen schadelijk.
De temperatuur in de kachel kan dan namelijk te hoog oplopen en u riskeert een woningbrand.
Witte rook
U stookt goed als de rook die uit uw schoorsteenkanaal komt kleurloos of wit is. Licht gekleurderook
duidt op een goede brandstof met een goede verbranding. Grijze, blauwe of zelfs zwarte rook
ontstaat bij onvolledige verbranding, bijvoorbeeld door te vochtig hout of een te lage temperatuur.
Eerste ingebruikname
Bij eerste ingebruikname zal de verf van het toestel drogen. Stook daarom het eerste uur met een
kleine hoeveelheid brandstof (1-2 kg) en de luchttoevoer volledig open. De rook die tijdens deze
fase vrijkomt, is niet toxisch maar het is wel aangeraden de kamer goed te verluchten. Gedurende
deze periode is het niet aangewezen de verf aan te raken. Blijf bij het toestel tijdens deze fase en
verwijder eventueel condensatiewater onmiddellijk, vooraleer het in de lak kan inbranden.

13
Algemeen gebruik
Openen van de vuurdeur
Aan de rechterzijde van de vuurdeur bevindt zich de deursluiting. Gebruik de meegeleverde hendel,
klik deze in de sluiting en trek de klink naar u toe om de deur te openen. Duw de klink van u weg om
de deur te sluiten.
Het toestel mag alleen gebruikt worden, wanneer de vuurdeur gesloten is. De deuren van de
kachel moeten ook gesloten zijn wanneer het toestel niet gebruikt wordt.
De kacheltemperatuur kan hoog oplopen. Gebruik voor de bediening van de luchtschuiven
en deur steeds de bijgeleverde koude handgreep, alsook hittebestendige handschoen.
Bediening van de luchtregeling
De toevoer van verbrandingslucht wordt geregeld door de klep aan de voorkant van de kachel.
Links = gesloten
Rechts = open
Aanmaken
1. Indien er in de rookgasafvoer een smoorklep is aangebracht deze volledig open zetten
2. Zorg voor maximale luchttoevoer bij het aanmaken van de kachel
3. Open de vuurdeur en leg een laag klein aanmaakhout op het grondrooster.
4. Leg daartussen 2 à 3 aanmaakblokjes, mooi verspreid, vooraan en achteraan.
5. Leg er dan de benodigde hoeveelheid dun brandhout bovenop.
6. Steek de aanmaakblokjes aan.
7. Zet de deur op kierstand
8. Na het aanmaken wordt de vuurdeur stevig gesloten.
BELANGRIJK : Deur van de kachel niet meer openen, behalve voor het bijvullen.
Indien er 15 minuten na het ontsteken nog steeds terugslag is van rookgassen door slechte
atmosferische omstandigheden (bv. bij windstil of mistig weer) dient men het aansteken te stoppen
tot er weersverbetering is.
Soms heeft rook terugslag een andere oorzaak dan slechte ventilatie. Misschien zorgt de houtsoort
voor sterke rookvorming. Het kanaal kan de hoeveelheid rookgassen dan niet verwerken. Of
misschien stookt u wel het juiste hout, maar is er sprake van een vernauwing van de pijp of het
rookkanaal. Twijfelt u over de oorzaak, neemt u dan gerust contact op met uw dealer.

14
Stoken met brandhout
Opdat het toestel snel de gewenste temperatuur zou bereiken en er bijgevolg weinig schadelijke
stoffen zouden vrijkomen, moet u na het aanmaken de volgende verbrandingsmethode volgen:
1. Leg 2 à 3 houtblokken in de verbrandingskamer.
2. Laat de luchttoevoer nog enkele minuten volledig open tot het vuur goed brandt.
3. De kachel goed laten doorwarmen tot een gloeibed ontstaat. De deur kan nu volledig gesloten
worden.
4. Pas de luchtschuif onder de deur zo aan om de verbrandingssnelheid te regelen.
5. Indien de vlam, uitgesneden in de luchtschuif, gelijk staat met de voorzijde van de deur, brandt
de kachel op zijn nominale verbranding.
6. Indien u de kachel overbelast en die daardoor oververhit dreigt te raken, dient u de
luchttoevoer geheel dicht te zetten
Wanneer men de zuurstoftoevoer naar het vuur te veel belemmert, dan verloopt de verbranding
onvolledig enkomen er veel schadelijke stoffen vrij. Om de negatieve gevolgen hiervan te vermijden
(bv. roet- en teervorming) laat men de kachel best bij ieder gebruik gedurende een half uur op vol
vermogen branden.
Vermijd ook het overmatig toevoegen van brandstof. Als gevolg daarvan komt er te veel warmte vrij
en kan de temperatuur in de kachel te hoog oplopen.
Tips bij het branden :
•Nooit laden met andere vaste en / of vloeibare brandstoffen dan droog hout
•Indien het asbed na verloop van tijd te vol raakt –dan dient u as uit te scheppen
•Het binnenwerk van de verbrandingskamer kan door te ruw beladen van de kachel beschadigd
raken
9 ONDERHOUD
Algemeen kan gesteld worden dat wanneer de kachel op regelmatige basis gebruikt wordt, er
minstens eenmaal per jaar een grondige onderhoudsbeurt moet ingelast worden. Kleine
reinigingsbeurten zoals het schoonmaken van de ruit doe je best op regelmatige tijdstippen. De
kachel mag enkel gereinigd worden als hij volledig afgekoeld is.
Verwijderen van de assen
De assen moeten, afhankelijk van de hoeveelheid, regelmatig verwijderd worden.
Na vele uren stoken, blijft er natuurlijk de nodige as over. Laat de as zolang mogelijk in de kachel
liggen. Pas als de aslaag de primaire luchtgaten in de voor- en achterzijde van de
verbrandingskamer gaat blokkeren, schept u het eruit. Dit dient te gebeuren met een stalen schep
en emmer, want zelfs na een paar dagen kan de as nog smeulen. As van schoon en droog hout is
een natuurproduct. U kunt het dus uitstekend gebruiken als bodem verbeteraar.

15
Reinigen van het rookafvoerkanaal
Eenmaal per stookseizoen moeten de vliegassen of stuifassen uit het rookafvoerkanaal (tussen
vlamkeerplaat en achterwand) verwijderd worden.
Geverfde delen
Stof de resterende as op de geverfde gedeelten af met behulp van een zachte handborstel of
katoenen doek. Was de kachel nooit af met water! Dit kan roestplekken veroorzaken.
Keramische ruit
De properheid van de ruit wordt niet alleen beïnvloed door het gebruik van geschikte brandstof, het
zorgen voor voldoende luchttoevoer en schoorsteentrek, maar ook door de wijze waarop de kachel
wordt gebruikt. Hierbij adviseren we slechts één laag brandstof op te stoken en de brandstof zo
gelijkmatig mogelijk en zo ver mogelijk van het glas te verdelen. Als het glas vuil wordt, probeer dan
de brandintensiteit te verhogen door de luchtinlaat te openen en het glas zal zichzelf reinigen.
TIP: De kachelruit mag enkel gereinigd worden als de kachel volledig afgekoeld is.
Het glas kan gereinigd worden:
•Doop een krant of een vochtige doek in de witte as van de kachel en wrijf ermee over het glas.
De as heeft een licht schurend effect.
•Wrijf vervolgens nogmaals over het glas met een stuk krant of een vochtige doek. Poets tot slot
het glas met een schone, zachte, droge doek.
Er zijn speciale schoonmaakmiddelen voor kachelglas. Wees voorzichtig met deze producten, want
sommige kunnen de brandwerende verf aantasten. Volg de aanwijzingen van het reinigingsmiddel
zorgvuldig op.
TIP: Gebruik NOOIT "schurende" reinigingsmiddelen, omdat deze de beschermende film van het
glas kunnen beschadigen en uiteindelijk het glas kunnen breken.
Voor en na het stookseizoen
Het is aanbevolen om na het stookseizoen (m.a.w. tijdensde zomermaanden) de schouwpijp tussen
de kachel en schouw weg te nemen of af te sluiten. Hierdoor wordt condensatie en/of roestvorming
in de kachel vermeden.

16
Chamotte
Werkwijze voor het verwisselen van chamottes:
•Kantel en verwijder de chamottes aan het plafond (1)
•Kantel en verwijder de zijchamottes (2)
•Kantel de achterste chamottes en verwijder ze (3)
•Zet in omgekeerde volgorde weer in elkaar
TIP: Scheuren in de chamotte hebben geeninvloed op de verbranding en levensduur van de kachel.
De chamottes mogen niet te lang op het metaal verkruimeld blijven.
Let er bij het toevoegen van hout op dat ze niet te hard tegen de chamottes stoten om beschadiging
te voorkomen.
10 WISSELSTUKKEN
Wij hebben de meeste wisselstukken op voorraad. Raadpleeg uw verdeler en vraag het wisselstuk
aan via je verkooppunt. Zowel voor wisselstukken binnen als buiten garantie kun je terecht bij je
verkooppunt.
Gebruik steeds het opgegeven type en serienummer bij storing / herstelling / bestellen van
wisselstukken.

17
11 STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Storing
Oorzaak
Oplossing
Het vuur brandt slecht
Vochtig hout
Gedroogd hout gebruiken (vochtigheidsgraad
≤20%)
Verkeerde brandstof
Alleen de voor het toestel toegelaten brandstof
gebruiken
Schoorsteentrek te zwak
(min 11 Pa)
▪Dichtheid van de afvoer controleren
▪Aanmaakvuur aansteken in de schoorsteen
▪Geopende deuren van andere op de
schoorsteen aangesloten toestellen sluiten
▪Niet gesloten reinigingsopeningen van de
schoorsteen dichten
▪Evt. het verbindingsstuk reinigen
Onvoldoende verbrandingslucht
▪Diameter rookafvoerbuizen of luchttoevoer
controleren
▪Verluchtingsinstallatie van de woning of
afzuigkap controleren, evt. venster openen
Glas wordt snel vuil
Vochtig hout
Gedroogd hout gebruiken (vochtigheidsgraad
≤20%)
Verkeerde brandstof
▪Brandstof niet klein genoeg, max. omvang
respecteren
▪Alleen de voor het toestel toegelaten
brandstof gebruiken
Te veel hout toegevoegd
Niet meer dan 2 tot 3 stukken hout toevoegen
Onvoldoende verbrandingslucht
▪Leiding verbrandingslucht direct op het
toestel aansluiten en naar het
circulatierooster of direct naar buiten
afvoeren
▪Diameter circulatie controleren
▪Verluchtingsinstallatie van de woning of
afzuigkap controleren, evt. venster openen
Het ruikt naar lak en er is
rookontwikkeling
Uitdrogen van de gebruikte
grondverf
Er ontstaat geur bij sterke opwarming van het
verwarmingstoestel. Verdwijnt na een tijdje.
Condensvorming
Hoog temperatuurverschil
Deur in de opwarmingsfase op een kier zetten.
Toestel daarbij niet onbewaakt achterlaten!
Rookoverlast
Schoorsteentrek te zwak
(min 11 Pa)
▪Dichtheid van de afvoer controleren
▪Aanmaakvuur aansteken in de schoorsteen
▪Geopende deuren van andere op de
schoorsteen aangesloten toestellen sluiten
▪Niet gesloten reinigingsopeningen van de
schoorsteen dichten
▪Evt. het verbindingsstuk reinigen
Brandstof niet volledig opgebrand
Brandstof in principe alleen bijvullen, wanneer
in de kachel geen zichtbare oranje vlammen
meer te zien zijn.
Schoorsteenbrand
Foutieve brandstof
Overladen
Gebrekkig onderhoud
Onmiddellijk de luchttoevoer afsluiten en
brandweer verwittigen

18
1 INTRODUCTION
Nous vous remercions de votre choix pour un poêle OLYMPIA ! Sachez que vous en profiterez
durant toute votre vie. Vous pouvez donc être rassuré et faire confiance à notre expertise
éprouvée et savoir-faire. Profitez pleinement de votre achat et du réconfort d’un feu qui crépite
dans un poêle OLYMPIA au fil des heures et des années.
L’objectif du présent manuel est de vous fournir les informations nécessaires à une installation
précise. En plus ce mode d’emploi contient des informations et des suggestions importantes afin
d’utiliser au mieux votre poêle à bois.
Une fois encore, merci de votre confiance.
2 GARANTIE
Votre appareil OLYMPIA bénéficie d’une garantie de deux ans contre tout vice de fabrication à
partir de la date d’achat et pour autant qu’il soit utilisé conformément au mode d’emploi. Le ticket
de caisse ou la facture avec mention de la date tient lieu de garantie.
Cette garantie se limite à la réparation ou au remplacement des pièces que s’avèrent
défectueuses à la suite d’un usage normal. Cette garantie ne s’applique pas aux défaillances
résultant d’une mauvaise installation, d’un usage abusif, d’une modification à l’appareil, d’un
démontage de l’appareil, d’usure ou d’un manque d’entretien.
Les demandes de garantie doivent toujours être faites via votre point de vente.
3 EMBALLAGE
L’emballage de votre nouveau poêle assure une protection idéale contre toute détérioration.
Malgré tout, lors du transport le poêle ou les accessoires ont pu être endommagés. Veuillez donc
vérifier à la réception l’état et l’intégralité de votre poêle! Signalez tout défaut immédiatement à
votre revendeur.

19
4 INFORMATIONS GÉNÉRALES ET CONSIGNES DE SÉCURITÉ
Observez impérativement les avertissements préliminaires :
•Lisez attentivement le manuel complet avant de faire fonctionner votre poêle.
•La combustion dégage une forte chaleur qui provoque l’échauffement de la surface du poêle,
des portes, des poignées de porte et des manettes de commande, des conduites de fumée et
éventuellement, de la façade du poêle. Il ne faut pas toucher ces éléments à moins de porter
des vêtements ou des accessoires de protection adaptés, comme des gants ou d’utiliser un
levier de commande.
•Prévenez vos enfants de ce danger particulier et tenez-les éloignés du poêle lorsqu’il
fonctionne.
•Il est interdit de placer des objets non réfractaires sur le poêle ou à proximité de celui-ci.
•Les séchoirs à linge et les dispositifs comparables doivent être placés suffisamment loin du
poêle pour risque d’incendie.
•Lorsque votre poêle est allumé, il est interdit de manipuler des substances facilement
inflammables ou explosives dans la pièce ou se trouve le poêle et dans les pièces attenantes.
•Cet appareil n’est pas un brûle-tout. Utilisez uniquement des combustibles appropriées.
•Il est interdit d’appliquer des changements à l’appareil.
•Utilisez uniquement des pièces originales du fabricant.
5 CARACTÉRISTIQUES TECHNIQUES
Caractéristiques
Unité
Ellips
Puissance min –max
kW
3,0 –7,8
Rendement
%
83,6
Emission CO (à 13% O2)
%
0,07
Emission poussière
Mg/Nm³
40
NOx (à 13% O2)
Mg/Nm³
125
Température du gaz de combustion
°C
214
Débit massique des fumées
g/s
5,2
Dimensions et poids
Raccordement suppérieure / arrière
Mm
150
Poids
kg
144 / 181
Valeurs d’installation
Tirage de la cheminée à puissance nominale
Pa
11
Combustible
Combustible
Bois
Consommation
kg/u
1,64
Calibre recommandée
mm
250

20
6 DIMENSIONS
Dimensions en mm
Conduit de
fumée
Ø150 mm
Gestion de l’air
Alimentation en air
externe Ø125 mm
Table of contents
Languages:
Popular Wood Stove manuals by other brands

HearthStone
HearthStone Bennington 8350 owner's manual

Quadra-Fire
Quadra-Fire 21M-ACC-NZ installation manual

Unforgettable Fire
Unforgettable Fire Kimberly owner's manual

Efel
Efel STANFORD 80 Installation, operating and maintenance instructions

Earth Stove
Earth Stove EARTHSTOVE 1500HT Installation and operation manual

RAIS
RAIS Q-TEE user manual

Regency Fireplace Products
Regency Fireplace Products Vancouver F2402M Owners & installation manual

hergom
hergom ARCE manual

NORSK KLEBER
NORSK KLEBER Kube Series Installation, Assembly and Operating Manual

WoodPro
WoodPro WS-TS-1500 owner's manual

AGFA
AGFA Classic E.O.S. Reference manual

Enerzone
Enerzone Solution 2.3 owner's manual