@WEERGEVEN speciale
functies
OPNEMEN OPNEMEN
UIT • DOLBY B • DOLBY C • UIT
Bij
voorb
e
eld
:
'"
"'Cl
c
co
-;:
"
"'Cl
"
2
<!c c
TI
ME
/1:/1
'--,
TRACli
SlOE
D
,
,
Op het display verschilnt b
iJ
voorbeeld
l OIGIT
Al.
l
'"1""11I111I11I11I11I
R
""11I"1111I11I11I1111
I
. dB 60 !lil 40 JO 25 20 IS 12 9 6 4 2 0
GmmI
J
• Druk op RECORD PAUSE als u het opnemen tijdelijk
Wilt onderbreken.
Om het opnemen
weer
te hervatten,
moet
u op
RECORD drukken.
• Druk op STOP als u het
opnemen
Wilt be êindiqen .
De opname
wordt
onrmddeliik gestopt. Het deck zal
echter nog een korte penode doorgaan
met
schrijven.
Gedurende deze penode
wordt
een marker op de band
geschreven om het einde van de laatste opname aan te
geven.
~
c c
J
l
"1111I1"11I"'"'"'"
R 1111111I11
111
11
1"'
11I11
. dB 60 50 40 30 2S 20 IS 12 9 6 4 2 0
TRACli
SIOE
D
TDTAl.
TI
ME
,-
I-I
-
--, --
,/
,--'
_
'L:
TRACK
.,.
Dr
..
,<!c c
,
,-,
,-,
,-,
,-,,- Iu i
,
U:U
U
,-,
,--
L,
L
DIGI
TAl.
R
'
dB
60
sa
40 30 2S 20 15 12 9 ,.2 0
GmmI
• Kies de opnamebron.
Met
sommi
ge versterkers kan het voorkomen dat er een
pieptoon is tijdens de 'RECORD PAUSE'.
Om
deze
pieptoon te vermijden kan men de opnamebron kiezen,
voordat men de APPEND toets indrukt. In dit geval kan
men de laatste seconden van de vorige opname niet
beluisteren.
Op het display verschijnt bij voorbeeld:
• Het apparaat schakelt vervolgens
In
de stand 'RECORD
PAUSE'.
Op het display verschijnt atwisseleno bijv.
• Door op de toets
DIGITAL
ANALO
GUE te drukken,
kunt u het
type
bron kiezen waarvan u Wilt
opnemen
(digitale of analoge signalen) .
Het omschakelen van digitaal naar analoog en andersom
kan in alle tuneties geschieden, behalve tijdens het
opnemen.
I
TRAC
K
SIOE
D
TDTAl
TI
ME
U U U C
1\
,T, ,-"
,'-_,'
11
, " ,
,_
I
\'.lJ
,-- i: I
l '
''"1"11'
"1 " " 11"1 1
DlGIJAI.
R
""'11I""""'
"11
111
L-
-dB 60 50 40 30 2S 20 15 12 9 6 4 2 0
~
<!cc
I
~
1
I
1
I
11I1 111I 11I1
SlDE
D
'-''-''-''-
'1/
TI
,--,
r:
,-- ,--
,
\,
.lJ
Op het display verschijnt:
De functie 'APPEND' kan alleen vanun 'STOP' en
'RECORD PAUSE' gekozen
word
en.
Het apparaat zoekt nu naar het begin van de band of
naar het eind van de laatste opname.
Denk eraan: De ACC en de
voorbespeelde
DCC zijn
niet
geschikt
voor
opname!
• Druk op de toets APPEND,
Deze proc
edur
e verzek
ert
u v
an
ee
n corr
ect
e
opn
am
e v
an
tijd en (t
rac
k)num
me
rs op de b
and
.
De twee belangrijkste toetsen die gebruikt
worden
om een
opname te maken zun de APPEND toets en de RECORD
toets.
Er zijn tw ee v
er
sch
ill
end
e m
ani
er
en
om
ee
n o
pn
am
e te
b
eginn
en
. Hi
erond
er
volgt
de g
emakke
lijk
st
e van de
tw
ee.
Ga als volgt te
we
rk als u
• een opname wilt maken op een lege DCC,
• een opname wil t toevoegen aan een DCC w aar al
enkele n
umme
rs op staan,
• een opgenomen DCC volledig wilt overschrijven .
• Zet het apparaat aan.
• Open de cassettehouder.
• Plaats de cassette op de juiste manier in de houder
• Slul1de cassettehouder.
• Het apparaat stelt nu automatisch de identiteit van de
geplaa
tste
cassette vast.
l OlGlT
Al.
Het
Dolby
NR
ruisonderdrukkingssysteem
is
vervaardigd
onder
licen
tie
v
an
Dolby
Laboratories
Licensing
Corpor
ation
. De na
am
DOLBY NA
en
het
symbool
met
de
dubbele
0
DO
zijn
handelsmerken
v
an
Dolby
Laboratories
Licensing
Corporation
.
5.
Hoofdtelefoon
Dolby
werkt
alleen
met
ACC
Met de toets DOLBY BIC NR kunt u tussen 2 verschillende
standen kiezen: 'DOLBY B', 'DOLBY C .
Om de volgende stand op te roepen,
moet
unogmaals op
dezelfde toets drukken.
4,
Markers
De DCC 300 heeft aan de voorzijde een boetetelefoon-
aansluiting die geschikt IS voor een stekker van 6.3 mm.
Als
uw
hoofdtelefoon
met
zo'n stekker is uitgerust, kunt u
hem
op deze Ingang aansluiten. Regel de geluidssterkte
met de knop
VOLUM
E.
Tijdens het weergeven, reageert het apparaat automatisch
op diverse bandmarkerinqen en op het begin en einde van
de cassette (zie voor
meer
Informatie het hoofdstukje
"MA
RKERS")
3.
Dolby
Ruisonderdrukking
INRI
DOLBY NR is een ruisonderdrukkingssysteem dat bandruis
kan onderdrukken. Als een ACC
met
'DOLBY B' IS
opgenomen,
moet
zij ook
met
'DOLBY B'
worden
~
weergegeven.
c.
..
~
iii
::l
C.
'"
• Als de DCC
nieuw
of
gewist
is, spoelt het apparaat de
cassette naar het begin terug om een 'LEAD-IN MARKER'
op de band te schrijven (zie hoofdstuk " MARKERS").
• Als u een
nieuwe
opname
wilt
maken en de oude
wilt
wissen, spoelt u de band terug naar het begin, d.w.z.
vóór de 'LEAD IN MARKER' (zie het hoofdstukje
'MARKE RS'!. Pas daarna kunt u de APPEND toets
Indrukken.
• Als u een opname
wilt
toevoegen aan DCC waar al
enkele
nummers
op staan, mag de band niet helemaal
naar het begin
worden
teruggespoeld, maar
moet
deze
tot na de 'LEAD IN
MA
RKER' zijn doorgespoeld (zie het
hoofdstuk:'MARKERS'!. Pas daarna kunt u de APPEND
toets indrukken.
Zodra een geschikt beginpunt gevonden IS,
geeft
het
apparaat de laatste paar seconden van de vorige opname
wee
r. Zo kunt u het gevonden punt zelf controleren.
Als u de gevonden positie niet geschikt vindt, drukt u
nogm
aals op APPEND
Als de analoge ingang gekozen is,
moet
het
opnameniveau met de hand w orden Ingesteld. Draal
daartoe de knop RECORD LEVEL zodanig dat het rode
gedeelte van het opnameniveau alleen kort oplicht
tijdens dynamische passages .
Het
wo
rdt aangeraden om altijd het digitale ingangssignaal
te gebruiken
wannee
r
dit
beschikbaar
IS
. U
hoeft
dan het
opnameniveau niet aan the passen en opname van de
juiste (track)nummers Vindt automatisch plaats.
• Vanaf dit punt kunt u de opname starten door op de
toets RECORD te drukken.
Aan het begin van een opname
moet
een 'START
MARKER' op de band geschreven
wo
rden (zie voor
meer informatie het
hoof
dstukje "
MA
RKERS''). De tlld
wo
rdt continu opgenomen en het
numme
r van het
muziekstuk wordt automa tisch
met
1 verhoogd.
62 63