velda Ultra Protector User manual

Ultra Protector
velda

SPARE PART
Pins
Electric wire
Ground pin
Connection wire
Energizer
Art.no.
269881
269882
269883
269884
128027
order spare parts online: www.pondproducts.shop
staanders / piquets / Ständer
schrikdraad / l électrique / Abschrekdraht
aardepin / piquet de terre / Erdungsstift
aansluitdraden / ls de connection / Anschlussdrähte
schrikdraadapparaat / Energizer / Netzgerät
A
B
BA
C
SPECIFICATIONS Ultra Protector
input power 3 Watt
max. peak voltage 6.4 kV
resistance of wire 8 ohm/m
stored energy 2.00 J
max. impulse energy 1.25 J

BELANGRIJKE INFORMATIE LET OP: Lees alle instructies
• WAARSCHUWING: Vermijd aanraking van elektrische afrasteringen met het
hoofd, nek of bovenlijf. Klim niet over, door of onder een elektrische meerdraads-
afrastering. Gebruik een poort of een speciaal daarvoor geplaatste doorgang.
• Elektrische afrasteringen moeten zo geïnstalleerd en bediend worden dat ze
geen elektrisch gevaar vormen voor personen, dieren of hun omgeving.
• Voorkom verstrengeling in de elektrische afrastering. Vermijd afrasteringscon-
structies die mogelijk tot verstrengeling van dieren of personen kunnen leiden.
• Een elektrische afrastering mag niet door twee verschillende schrikdraadappa-
raten gevoed worden of door onafhankelijke afrasteringscircuits aangesloten
worden op hetzelfde schrikdraadapparaat.
• Voor twee afzonderlijke afrasteringen, elk gevoed door een onafhankelijk pulserend
schrikdraadapparaat, moet de afstand tussen de draden van de twee elektrische
afrasteringen minimaal 2,5 m bedragen. Indien deze opening moet worden gesloten,
gebruikdanelektrisch niet-geleidendmateriaalofeen geïsoleerdemetalen afsluiting.
• Bevestig niet twee schrikdraadapparaten op dezelfde aarding.
• Gebruik in een elektrische afrastering geen (scheermes) prikkeldraad als geleider.
• Een niet-geëlektriceerde prikkeldraadafrastering mag als drager worden ge-
bruikt voor één of meer elektrische afrasteringsdraden (op afstand geplaatst).
Het dragende systeem voor deze elektrische afrasteringsdraden moet dusda-
nig geconstrueerd zijn dat een minimale afstand van 150 mm ten opzichte
van de spanningsvrije prikkeldraad of scheermesdraad wordt bewaard. De
prikkeldraadafrastering moeten op regelmatige afstanden worden geaard.
• Volg de aanbevelingen van de producent betreende de aarding.
• De aardepin van het schrikdraadapparaat dient zich niet binnen een afstand van
10 m van andere aardingssystemen te bevinden (lichtnet, telecommunicatie).
• Gebruik aanvoerkabel met hoogspanning-isolatie binnen gebouwen en waar
blootliggende gegalvaniseerde draad eventueel aan corrosie onderhevig is.
• Ondergrondse aanvoerkabel moet in een schutbuis van geïsoleerd materiaal
worden geplaatst of kabel met hoogspanning-isolatie moet worden gebruikt.
Let op dat er geen schade aan de aanvoerkabel kan ontstaan door in de grond
zakkende hoeven van vee of tractorwielen.
• De aanvoerkabel mag niet door dezelfde kabelgoot worden gevoerd waarin
elektriciteitskabels, communicatie- of datakabels liggen.
• Aansluitkabels en schrikdraden van een elektrische afrastering mogen niet over
bovengrondse stroom- of communicatieleidingen heen lopen.
• Aanleg onder bovengrondse hoogspanningsleidingen moet worden vermeden.
Als dat niet kan moeten de draden elkaar zo haaks mogelijk kruisen.
• Indien aansluitkabels en schrikdraden van een elektrische afrastering in de
buurt van bovengrondse stroomleidingen worden geïnstalleerd, dan mag de
onderlinge afstand niet kleiner zijn dan wat hieronder wordt aangegeven:
Minimale afstand tussen stroomleidingen en elektrische afrasteringen
Spanning stroomleiding V Afstand m
≤ 1000 V 3 m
< 1000 en ≤ 33 000 V 4 m
> 33 000 V 8 m
• Indien aansluitkabels en schrikdraden van een elektrische afrastering in de
buurt van bovengrondse stroomleidingen worden geïnstalleerd, mag de
bovengrondse hoogte niet groter zijn dan 3 m. Deze hoogte geldt aan beide
kanten van de loodrechte projectie op de grond vanuit de buitenste geleiders
van de hoogspanningslijn, op een afstand van:
- 2 m voor stroomleidingen met een nominale spanning van minder dan 1000 V;
- 15 m voor stroomleidingen met een nominale spanning van meer dan 1000 V.
• Voor elektrische afrasteringen bedoeld om vogels af te schrikken, huisdieren
tegen te houden of te trainen, zoals koeien, zijn schrikdraadapparaten met slechts
een laag vermogen nodig om een bevredigend en veilig resultaat te verkrijgen.
• Bij elektrische afrasteringen om vogels van gebouwen te weren, mag het schrik-
draad niet geaard worden via de aardepin van het schrikdraadapparaat. Duidelijke
waarschuwingsborden moeten op elke plaats worden bevestigd waar personen
directe toegang hebben tot de elektrische afrastering.
• Afrasteringsdraden moeten op ruime afstand van telefoon- of telegraaijnen of
radioantennes worden geïnstalleerd.
• Indien een elektrische afrastering een openbaar pad kruist, moet een spannings-
vrije poort in de elektrische afrastering worden geplaatst of moet er een over-
stapplaats worden aangebracht. Bij deze kruisingen moeten de aangrenzende
schrikdraden waarschuwingsborden bevatten.
• Gedeeltes van elektrische afrasteringen die zich langs een openbare weg of
pad bevinden, moeten frequent worden voorzien van waarschuwingsborden
die stevig bevestigd zijn aan de palen of goed vastgeklemd zijn aan de draden.
• Het formaat van het waarschuwingsbord moet tenminste 100 mm x 200 mm zijn.
• De kleur van het waarschuwingsbord moet aan beide zijden geel zijn en de
belettering moet zwart zijn met de volgende inhoud:
- “PAS OP: SCHRIKDRAAD!” of,
- het symbool hiernaast:
• Beide zijden van het waarschuwingsbord moet
de belettering bevatten met een hoogte van
tenminste 25 mm.
• Zorg ervoor dat alle gebruikte nevenapparatuur,
die met de elektrische afrastering is verbonden,
minimaal dezelfde mate van isolatie heeft tussen
de aangesloten afrastering en het stroomnet als
het schrikdraadapparaat.
• Bescherming tegen weersinvloeden moet worden geboden voor de elektrische
nevenapparatuur, tenzij deze apparatuur is gecerticeerd door de fabrikant als
zijnde geschikt voor gebruik buitenshuis en voorzien van minimaal een IPX4 keur.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en perso-
nen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of gebrek
aan ervaring en/of kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies met betrek-
king tot het veilig gebruik van het apparaat en de daaruit voortvloeiende risico’s
begrepen hebben. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Schoonmaak
en onderhoud mag niet worden gedaan door kinderen zonder toezicht.

WICHTIGE INFORMATIONEN ACHTUNG: Lesen Sie alle Hinweise
• ACHTUNG: Elektrische Zaundrähte sollten nicht berührt werden, vor allem
nicht mit Kopf, Hals oder Oberkörper. Steigen Sie nicht über oder durch einen
elektrischen Zaun mit mehreren Drähten und kriechen Sie nicht darunter durch.
Benutzen Sie ein Tor oder einen speziell dafür vorgesehenen Durchgang.
• Elektrische Zäune sollten so errichtet und betrieben werden, dass sie keine
elektrischen Gefahren für Personen, Tiere oder ihre Umgebung darstellen.
• Verhindern Sie Verstrickung. Elektrische Zaunanlagen, in denen sich Tiere oder
Personen leicht verfangen könnten, sollten vermieden werden.
• Ein elektrischer Zaun sollte nicht aus zwei verschiedenen Elektrozaungeräten oder
aus unabhängigen Zaunkreisläufen desselben Elektrozaungeräts versorgt werden.
• Der Abstand zwischen zwei elektrischen Zäunen, die jeweils von einem anderen,
separat zeitgesteuerten Elektrozaungerät versorgt werden, sollte mindestens 2,5 m
betragen. Wenn diese Lücke geschlossen werden soll, ist elektrisch nichtleitendes
Material oder eine isolierte Metallsperre zu verwenden.
• Schließen Sie niemals zwei Elektrozaungeräte an der gleichen Erdung an.
• Stachel- oder Klingendraht darf nicht als Elektrozaun verwendet werden.
• Zur Unterstützung eines oder mehrerer stromführender Drähte eines elektrischen
Zauns kann nicht-elektrizierter Stachel- oder Klingendrahtzaun verwendet werden.
Die Stützelemente der stromführenden Draht müssen so angelegt werden, dass sich
dieser Draht in einer Entfernung von mindestens 150 mm von der vertikalen Ebene
des nicht-stromführenden Drahtes benden. Der Stachel- oder Klingendraht sollte in
regelmäßigen Abständen geerdet werden.
• Im Hinblick auf die Erdung sind die Empfehlungen des Geräteherstellers zu folgen.
• Der Erdstab des Elektrozaungerätes sollte einen Abstand von mindestens 10 m
zu anderen Erdungsanlagen aufweisen (Stromleitungen, Telekommunikation).
• Innerhalb von Gebäuden und an Stellen, an denen das Erdreich zur Korrosion
von freiliegendem galvanisiertem Draht führen kann, muss isoliertes Zaunzulei-
tungskabel verwendet werden.
• Unterirdische Zaunzuleitungen sollten in einer Rohrdurchführung aus Isoliermaterial
verlegt werden; anderenfalls müssen isolierte Erdkabel verwendet werden. Es muss
darauf geachtet werden, dass die Anschlusskabel nicht durch einsinkende Tierhufe
oder Traktorräder beschädigt werden.
• Zaunzuleitungen sollten nicht im selben Kabelschacht verlegt werden wie die
Netzstromversorgung, Telefon- und Datenkabel.
• Anschlusskabel und Drähte elektrischer Zäune sollten oberirdische Strom- oder
Kommunikationsleitungen nicht überkreuzen.
• Soweit möglich sollten Kreuzungen mit Freilandleitungen vermieden werden.
Falls sich derartige Kreuzungen nicht vermeiden lassen, müssen diese unter der
Freileitung und möglichst rechtwinklig erfolgen.
• Wenn Zaunzuleitungs- und Zaundrähte in der Nähe einer Freileitung installiert
werden, sollten folgende Mindestabstände eingehalten werden:
Minimal-Abstände von Elektrozäunen zu Hochspannungsleitungen
Stromspannung V Abstand m
≤ 1000 V 3 m
< 1000 und ≤ 33 000 V 4 m
> 33 000 V 8 m
• Wenn Zaunzuleitungs- und Zaundrähte in der Nähe einer Freileitung installiert
werden, sollten sie sich nicht mehr als 3 m über dem Boden benden. Diese Höhe
gilt an all den Stellen, die, ausgehend von der Originalprojektion der äußersten
Leiter der Freileitungen, in der folgenden Entfernung zur Bodenoberäche liegen:
- 2 m bei Stromleitungen mit Nennspannungen bis zu 1000 V;
- 15 m bei Stromleitungen mit Nennspannungen über 1000 V.
• Für elektrische Zäune zur Abschreckung von Vögeln, Zurückhalten von Haustieren
oder Training von Tieren wie z.B. Kühen reichen Elektrozaungeräte mit einer niedri-
gen Ausgangsleistung aus, um eine ausreichende, sichere Leistung zu erbringen.
• Wird ein elektrischer Zaun benutzt, das verhindern soll, dass Vögel auf Gebäuden
rasten, sollte kein Zaundraht mit dem Erdstab des Elektrozaungeräts verbunden
werden. Außerdem sollten Warnschilder dort angebracht werden, wo Personen
mit den elektrischer Zaun in Berührung kommen könnten.
• Die Zäune sollten in ausreichender Entfernung von Telefon- und Telegrafen-
leitungen sowie Radioantennen errichtet werden.
• Dort, wo ein öentlicher Fussweg den elektrischen Zaun kreuzt, sollte ein nicht-
elektriziertes Tor in den Zaun eingebaut oder ein Zaunübertritt angebracht
werden. Bei jedem dieser Übergänge sollten an den benachbarten Zaundrähten
Warnschilder angebracht werden.
• Jeder Teil, der entlang eines öentlichen Weges installiert ist, muss in häugen
Intervallen durch Warnschilder gekennzeichnet sein, die sicher an den Zaun-
pfosten befestigt oder fest an den Zaundrähten verklemmt sind.
• Die Größe des Warnschildes muss mindestens 100 mm x 200 mm betragen.
• Die Hintergrundfarbe auf beiden Seiten des Schildes muss gelb sein.
Die Schrift muss schwarz sein und:
- entweder den sinngemäßen Hinweis “Achtung: Elektrozaun”
- oder das nebenstehende Symbol zeigen.
• Die Schrift muss unlöschbar, beidseitig und in
einer Schrifthöhe von mindestens 25 mm sein.
• Es ist sicherzustellen, dass alle netzbetriebenen,
untergeordneten Zusatzgeräte, die mit dem
Stromkreis des elektrischen Zauns verbunden
sind, eine ähnlich starke Isolierung zwischen
dem Zaunstromkreis und der Versorgungslei-
tung aufweisen, wie sie vom Elektrozaungerät
geliefert wird.
• Schutz vor dem Wetter wird für diese Zusatzgeräte gewährleistet, wenn diese
Geräte vom Hersteller für eine Verwendung im Freien zertiziert sind und wenn
es sich um Geräte mit einem Minimumschutz vom Typ IPX4 handelt.
• Dieses Gerät kann von Kindern ab 8 Jahren sowie von Personen mit reduzierten
physischen, sensorischen oder mentalen Fähigkeiten oder Mangel an Erfahrung
und/oder Wissen benutzt werden, wenn sie beaufsichtigt oder bezüglich
des sicheren Gebrauchs des Gerätes unterwiesen wurden und die daraus
resultierenden Gefahren verstanden haben. Kinder dürfen nicht mit dem Gerät
spielen. Reinigung und Benutzerwartung dürfen nicht durch Kinder ohne
Beaufsichtigung durchgeführt werden.

INFORMATION IMPORTANTE ATTENTION : Lisez les instructions
• ATTENTION : Évitez le contact des ls de clôture électrique avec la tête, le cou ou le
torse. Ne passez pas par-dessus, à travers ou sous une clôture électrique à plusieurs
ls. Utilisez un portail ou un point de passage spéciquement conçu à cet eet.
• Les clôtures électriques doivent être installées et utilisées de sorte à ne pas présen-
ter de danger électrique pour les personnes, les animaux ou leur environnement.
• Les dispositions de clôture électrique susceptible de provoquer l’enchevêtrement
d’animaux ou de personnes doivent être évitées.
• Une clôture électrique ne doit pas être alimentée par deux électricateurs dif-
férents ou par des circuits de clôture indépendants d’un même électricateur.
• En présence de deux clôtures électriques, chacune alimentée par un électrica-
teur temporisé de façon indépendante, la distance entre les ls des deux clôtures
doit être d’au moins 2,5 m. Si cet espace doit être fermé, des matériaux non con-
ducteurs d’électricité ou une barrière métallique isolée doivent être employés.
• Ne connectez pas deux électricateurs sur une même prise de terre.
• N’électriez pas du l barbelé ou du feuillard dans une clôture électrique.
• Une clôture non-électriée intégrant du l barbelé ou du feuillard peut être utilisée
comme support pour des ls électriés à distance. Les dispositifs de support des
ls doivent être installés de manière à garantir que les ls électriés soient placés
à une distance minimale de 150 mm du plan vertical des ls non-électriés. Les ls
barbelés et le feuillard doivent être mis à la terre à intervalles réguliers.
• Observez les recommandations du fabriquant de l’électricateur en termes de
mise à la terre.
• L’électrode de mise à la terre de l’électricateur doit être éloignée d’au moins
10 m de tout autre système de mise à la terre (électrique, télécommunication).
• Utilisez du câble doublement isolé dans les bâtiments et les lieux où la terre peut
corroder du l galvanisé exposé. N’utilisez pas de câble électrique domestique.
• Les ls de raccordement qui passent sous terre doivent cheminer dans un conduit
en matière isolante, sinon du câble haute tension isolé doit être employé. Prendre
soin d’éviter que les sabots des animaux ou les roues de tracteur s’enfonçant dans
le terrain ne détériorent les ls de raccordement.
• Les ls de raccordement ne doivent pas passer dans le même conduit que
l’alimentation secteur du câblage, les câbles de communication ou de données.
• Les ls de raccordement et les ls de clôture électrique ne doivent pas passer au-
dessus de lignes d’alimentation ou de communication aériennes.
• Le croisement avec des lignes d’alimentation aériennes doit être évité dans la
mesure du possible. Si ce type de croisement est inévitable, il doit être eec-
tué sous la ligne d’alimentation et aussi proche que possible des angles droits.
• Si les ls de raccordement et les ls de clôture électrique sont installés près d’une
ligne d’alimentation électrique aérienne, les espacements ne doivent pas être
inférieurs à ceux indiqués ci-après :
Dégagements minimaux sous les lignes aériennes de transport d’électricité
Tension sur la ligne électrique Dégagement en mètres
≤ 1000 V 3 m
< 1000 et ≤ 33 000 V 4 m
> 33 000 V 8 m
• Si les ls de raccordement et les ls de la clôture électrique sont installés près
d’une ligne d’alimentation électrique aérienne, leur hauteur par rapport au
sol ne doit pas dépasser 3 m. Cette hauteur est applicable de part et d’autre
de la projection orthogonale des conducteurs les plus éloignés de la ligne
d’alimentation à la surface du sol, pour une distance de :
- 2 m pour les lignes d’alimentation sous tension nominale n’excédant pas 1000 V ;
- 15 m pour les lignes d’alimentation sous tension nominale excédant 1000 V.
• Les clôtures électriques destinées à dissuader les oiseaux, à retenir des animaux
de compagnie ou à éduquer des vaches nécessitent seulement un électricateur
à basse tension pour obtenir des performances satisfaisantes et sans danger.
• Lorsque la clôture électrique est utilisé pour dissuader les oiseaux de se percher
sur des bâtiments, ne pas utiliser de conducteur à la terre du l’électricateur. Des
plaquettes de signalisation clairs doivent être installés à tous les points où des
personnes peuvent facilement accéder aux conducteurs.
• Le câblage de clôture doit être installé à bonne distance des lignes téléphoniques
ou télégraphiques et des antennes radio.
• Lorsque qu’une clôture électrique croise un passage public, une barrière non-
électriée doit être intégrée à la clôture électrique à cet endroit ou un passage
par un échalier doit être aménagé. Les ls électriques adjacents à ces passages
doivent porter des plaquettes de signalisation.
• Chaque section de clôture située le long d’une voie publique, doit comporter des
plaquettes de signalisation solidement xées soit à la clôture, soit aux poteaux de
celle-ci, à intervalles réguliers.
• La taille des plaquettes de signalisation doit être au minimum de 100 x 200 mm.
• La couleur de la plaquette de signalisation doit être de couleur jaune, recto-verso.
L’inscription doit être de couleur noire, et doit comporter :
- L’indication : “ATTENTION, clôture électrique” ou,
- Le symbole montré:
• L’inscription doit être indélébile, apparente sur
les deux faces de la plaquette de signalisation
et doit être d’une hauteur minimale de 25 mm.
• Vérierquetoutl’équipementauxiliaire fonction-
nant sur secteur raccordé au circuit de la clôture
électrique ore un niveau d’isolation entre le
circuit de la clôture et l’alimentation sur secteur
équivalent à celui fourni par l’électricateur.
• Une protection contre les intempéries doit être prévue pour l’équipement auxiliaire
à moins que cet équipement est certié par le fabricant comme étant apte à une
utilisation en extérieur, et est de type avec un degré minimum de protection IPX4.
• Cet appareil peut être utilisé par des enfants âgés de 8 ans et plus et des personnes
ayant des capacités ou un manqued’expérience et de connaissances physiques,
sensorielles ou mentales réduites si elles ont été formées et encadrées d’instruc-
tions concernant l’utilisation de l’appareil en toute sécurité et de comprendre le
risques encourus. Les enfants ne peuvent pas jouer avec l’appareil. Le nettoyage
et l’entretien de ne doivent pas être eectués par des enfants sans surveillance.

IMPORTANT INFORMATION WARNING: Read all instructions
• WARNING: Avoid contacting electric fence wires especially with the head, neck or
torso. Do not climb over, through or under a multi-wire electric fence. Use a gate
or a specially designed crossing point.
• Electric animal fences shall be installed and operated so that they cause no
electrical hazard to persons, animals or their surroundings.
• Do not become entangled in the fence. Avoid electric fence constructions that
are likely to lead to the entanglement of animals or persons.
• An electric animal fence shall not be supplied from two separate energizers or
from independent fence circuits of the same energizer.
• For any two separate electric animal fences, each supplied from a separate ener-
gizer independently timed, the distance between the wires of the two electric
animal fences shall be at least 2.5 m. If this gap is to be closed, this shall be eected
by means of electrically non-conductive material or an isolated metal barrier.
• Do not connect two energizers to the same earth system.
• Barbed wire or razor wire shall not be electried by an energizer.
• A non-electried fence incorporating barbed wire or razor wire may be used to
support one or more o-set electried wires of an electric animal fence. The sup-
porting devices for the electried wires shall be constructed so as to ensure that
these wires are positioned at a minimum distance of 150 mm from the vertical
plane of the non-electried wires. The barbed wire and razor wire shall be earthed
at regular intervals.
• Follow the energizer manufacturer’s recommendations regarding earthing.
• The energizer earth electrode should not be within 10 m (33 ft) of any power,
telecommunications or other system.
• Use high voltage lead-out cable in buildings to eectively insulate from the
earthed structural parts of the building and where soil could corrode exposed
galvanized wire. Do not use household electrical cable.
• Connecting leads that are run underground shall be run in conduit of insulating
material or else insulated high voltage lead-out cable shall be used. Care must
be taken to avoid damage to the connecting leads due to the eects of animal
hooves or tractor wheels sinking into the ground.
• Connecting leads shall not be installed in the same conduit as the mains supply
wiring, communication cables or data cables.
• Connecting leads and electric animal fence wires shall not cross above overhead
power or communication lines.
• Crossings with overhead power lines shall be avoided wherever possible. If such
a crossing cannot be avoided it shall be made underneath the power line and as
nearly as possible at right angles to it.
• If connecting leads and electric animal fence wires are installed near an overhead
power line, the clearances shall not be less than those shown in the table below:
Minimum clearances from power lines for electric animal fences
Power line voltage V Clearance m
≤ 1000 V 3 m
< 1000 and ≤ 33 000 V 4 m
> 33 000 V 8 m
• If connecting leads and electric animal fence wires are installed near an over-
head power line, their height above the ground shall not exceed 3 m. This height
applies either side of the orthogonal projection of the outermost conductors of
the power line on the ground surface, for a distance of:
- 2 m for power lines operating at a nominal voltage not exceeding 1 000 V;
- 15 m for power lines operating at a nominal voltage exceeding 1 000 V.
• Electric animal fences intended for deterring birds, household pet containment or
training animals such as cows need only be supplied from low output energizers
to obtain satisfactory and safe performance.
• In electric animal fences intended for deterring birds from roosting on buildings,
no electric fence wire shall be connected to the energizer earth electrode. A
warning sign shall be tted to every point where persons may gain ready access
to the conductors.
• Fence wiring should be installed well away from any telephone or telegraph line
or radio aerial.
• Where an electric animal fence crosses a public pathway, a non-electried gate
shall be incorporated in the electric animal fence at that point or a crossing by
means of stiles shall be provided. At any such crossing, the adjacent electried
wires shall carry warning signs.
• Any part of an electric animal fence that is installed along a public road or path-
way shall be identied at frequent intervals by warning signs that are securely
fastened to the fence posts or rmly clamped to the fence wires.
• The size of the warning sign shall be at least 100 mm x 200 mm.
• The background colour of both sides of the warning sign shall be yellow.
The inscription on the sign shall be black and shall be either:
- the substance of “CAUTION: Electric Fence” or,
- the symbol shown:
• The inscription shall be indelible, inscribed
on both sides of the warning sign and have
a height of at least 25 mm.
• Ensure that all mains operated, ancillary equip-
ment connected to the electric animal fence
circuit provides a degree of isolation between
the fence circuit and the supply mains equiva-
lent to that provided by the energizer.
• Protection from the weather shall be provided for the ancillary equipment
unless this equipment is certied by the manufacturer as being suitable for use
outdoors, and is of a type with a minimum degree of protection IPX4.
• This appliance can be used by children aged from 8 years and above and persons
with reduced physical, sensory or mental capabilities or lack of experience and
knowledge if they have been given supervision or instruction concerning use of
the appliance in a safe way and understand the hazards involved. Children shall
not play with the appliance. Cleaning and user maintenance shall not be made by
children without supervision.

STAP 2: schrikdraad spannen
Gebruik de inhammen aan de zijkant van de staanders om de schrikdraad
te spannen. Voer eerst de draad door de onderste inhammen, maak
een knoopverbinding en ga met dezelfde draad door naar de bovenste
inhammen. Na het spannen van de schrikdraad weer eindigen met een
knoopverbinding.
LET OP: de schrikdraad niet doorknippen, zorg voor een gesloten circuit
tussen de onderste en bovenste draad! Na de laatste verbinding kan de
overtollige schrikdraad worden afgeknipt. Voorkom dat de draad in contact
kan komen met objecten en begroeiing, bij alle (weers-)omstandigheden.
STAP 3: aardepin aansluiten
De metalen aardepin bestaat uit twee delen en een verbindingsstuk met
schroefdraad. Verbind de delen met elkaar en draai het goed vast. Bepaal de
locatie van de aardepin in de nabijheid van de omheining en hou rekening
met boomwortels en leidingen in de grond. Duw de aardepin in de grond,
totdat het oog zich maximaal 5 cm boven de grond bevindt (gebruik eventu-
eel een grondboor). Giet daarna minimaal een emmer water bij de aardepin.
Bevestig het ooguiteinde van de zwarte aardedraad (5 m) met behulp van
de bout en sluitringen aan het oog van de aardepin (zie afbeelding A).
STAP 4: schrikdraadapparaat
Bepaal de locatie en bevestiging van het schrikdraadapparaat binnen een
bereik van 4 m van de omheining. Plaats het regenbestendige apparaat goed
zichtbaar vanuit het huis of terras (schroeven en pluggen zijn meegeleverd).
De blauwe clip met metalen connector verbindt de schrikdraad met de
rode pulsdraad. Sluit de clip om de onderste schrikdraad met de draad in
de uitsparing. LET OP: het sluiten van de clip is permanent!
Steek de connector met lip van de rode draad in de gleuf van de blauwe
clip, zodat deze verbinding maakt met de schrikdraad (zie afbeelding B).
Bevestig het andere uiteinde van de rode draad op de rode aansluiting
van het schrikdraadapparaat. Plaats het metalen oog onder de rode
wartel en draai het goed vast. Bevestig op dezelfde manier de zwarte
aardedraad op de zwarte aansluiting van het schrikdraadapparaat. De
installatie is nu klaar voor gebruik. Activeer het schrikdraadapparaat door
de stekker aan te sluiten op een droog stopcontact. Een controlelampje
gaat branden wanneer het apparaat is ingeschakeld en de lampenreeks
geeft de intensiteit van de pulsen weer.
NL GEBRUIKSAANWIJZING Ultra Protector
De Ultra Protector is een complete set voor het aanbrengen van een
schrikdraadomheining. Rond de vijver en de tuin vormt het een barrière
voor ongewenste dieren en vogels of een afbakening voor huis- en
erfdieren. Daarmee is de omheining een bescherming voor vijvervissen,
gewassen en planten.
Het schrikdraadapparaat geeft een ongevaarlijke elektrische puls af aan
de geleidende schrikdraad van de omheining. Bij aanraking voelt het dier
een schok waardoor het voortaan uit de buurt van de omheining blijft.
Behalve de schrikreactie, is deze methode veilig voor alle dieren en mensen.
Bepaal zelf de hoogte van de staanders en het schrikdraad. De onderste
schrikdraad weert katten en kleine dieren; de bovenste draad verjaagt
reigers en andere vogels.
INSTALLATIE
Deze set is geschikt voor een schrikdraadomheining van maximaal 100 m.
Voor een groter traject zijn er extra staanders en schrikdraad verkrijgbaar
via de vakhandel en www.vijverproducten.shop (art.nr. 269881 en 269882).
Verbind 2 schrikdraden met het bijgeleverde aansluitblok (met hendels).
Bepaal de loop van de schrikdraad en de locatie van de staanders en zorg
ervoor dat het gebied toegankelijk is en vrij van begroeiing.
STAP 1: staanders plaatsen
De staanders voor de omheining zijn samen te stellen uit losse paaldelen
en -voeten. Bepaal de bevestiging van de staanders en de hoogtes van de
schrikdraden voordat u de staanders samenstelt. LET OP: het vastklikken
van de staanders is permanent! Na montage kunnen ze niet meer uit elkaar.
Draai de paaldelen ten opzichte van elkaar, totdat ze vastklikken. Door klik-
vingers van verschillende breedtes, kan de montage slechts op één manier.
De voet van de staander kan worden bevestigd met schroeven (3 mm). Of
bevestig een extra paaldeel onder de voet en gebruik dit als steker in een
zachte ondergrond (zie afbeelding C). Duw voorzichtig totdat de voet van
de staander zich vlak boven de grond bevind (gebruik evt. een grondboor).
LET OP: De inhammen van de staanders dienen in de looprichting van de
schrikdraad gepositioneerd te zijn.

AANDACHTSPUNTEN
De correcte werking van de installatie is te zien aan de lampjes op het
apparaat. Controleer dit regelmatig. Bij een kleinere reeks brandende lamp-
jes is het stroomcircuit verstoord door bijvoorbeeld contact met een dier,
begroeiing, takken of sneeuw. Controleer de omgeving van de schrikdraad
op aanwezigheid van storende elementen.
Bij slechts 1 brandend lampje is er sprake van een defect. Controleer de
installatie door de rode en zwarte draad te ontkoppelen van het apparaat.
Bij een pulserend lampenreeks is het apparaat in orde, maar kan er een pro-
bleem zijn met de omheining. Kijk of het stroomcircuit intact is, controleer
alle aansluitingen en het aardingssysteem. Slechts 1 brandend lampje
duidt op een defect apparaat. Als de kabel beschadigd is, moet deze wor-
den vervangen door de fabrikant om gevaarlijke situaties te vermijden.
VEILIGHEID
Afgezien van de schrikreactie is de werking van de Ultra Protector veilig
voor mens en dier. Attendeer mensen in uw omgeving (vooral kinderen!)
op de omheining met schrikdraad en adviseer om uit de buurt te blijven.
Schakel de installatie tijdelijk uit bij werkzaamheden en activiteiten in de
buurt van de omheining.
Zorg voor een deugdelijke aansluiting op het stroomnet en maak gebruik
van een aardlekschakelaar nominaal 30 mA. Vermijd vocht bij de stekker
en contactdoos. Bij beschadiging van het apparaat of de kabel mag het
apparaat niet worden gebruikt.
Werp elektrische apparaten niet weg als ongesorteerd huisvuil, maak
gebruik van speciale inzamelingsfaciliteiten. Informeer bij uw gemeente
naar de beschikbare depots. Wanneer elektrische apparaten worden
gedumpt, kunnen gevaarlijke stoen in het grondwater en de voedsel-
keten terecht komen en gezondheidsproblemen veroorzaken.
GARANTIE
Velda garandeert voor een periode van 24 maanden na aankoop het correct
functioneren van dit apparaat. Deze garantie vervalt bij reparaties of veran-
deringen aan het product die zijn verricht door anderen dan Velda. Bij aan-
spraak op garantie dient de gedateerde aankoopbon te worden overhandigd.
Ga naar www.velda.com/service voor de garantieprocedure en -voorwaarden.
Daar Velda geen invloed kan uitoefenen op de juiste installatie en werking van dit
apparaat kunnen wij niet verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele schades.
DGEBRAUCHSANWEISUNG Ultra Protector
Der Ultra Protector ist ein Schwachstromzaun Komplettset. Rund um den
Teich oder Garten ist er eine Barriere für unerwünschte Tiere und Vögel
oder eine Grenze für Haus- und Hoftiere. Damit ist dieser Zaun ein Schutz
für Teichsche, Blumen und Panzen.
Das Schutzzaungerät gibt einen ungefährlichen elektrischen Impuls an den
leitfähigen Zaundraht ab. Bei Berührung fühlt das Tier einen leichten Stoß,
so dass es fortan die Nähe des Zaunes meiden wird. Abgesehen von der
Schreckreaktion ist diese Methode für Menschen und alle Tiere ungefährlich.
Bestimmen Sie selbst die Höhe der Ständer und des Zauns. Der untere
Zaundraht hält Katzen und kleine Tiere zurück, der obere vertreibt Reiher
und andere Vögel.
INSTALLATION
Dieses Set ist geeignet für eine Einzäunung von maximal 100 m. Für ein
größeres Areal sind im Fachhandel und unter www.teichprodukte.shop
(Art. Nr. 269881 und 269882) extra Ständer und Stromdraht erhältlich.
Verbinden Sie 2 Zaundrähte mit dem mitgelieferten Anschlussblock (mit
Hebeln). Legen Sie den Standort für die Ständer und den Verlauf des Zau-
nes fest und wählen Sie dafür ein zugängliches Gelände ohne Bewuchs.
SCHRITT 1: Ständer setzen
Die Ständer für den Zaun sind aus losen Pfahlteilen und Füßen zusam-
menzusetzen. Legen Sie die Befestigung der Ständer und die Höhe der
Zaundrähte fest bevor Sie die Ständer zusammenstecken. HINWEIS: Das
Festklicken der Ständer ist dauerhaft! Nach der Montage können sie nicht
mehr getrennt werden. Drehen Sie die Pfahlteile so zueinander bis sie einklic-
ken. Durch Klick-Finger unterschiedlicher Breite geht das nur auf eine Weise.
Der Fuß des Ständers wird mit Schrauben (3 mm) befestigt. Oder befestigen
Sie ein extra Pfahlteil unter dem Fuß zum Einstecken in einen weichen Unter-
grund (siehe Abbildung C). Drücken Sie vorsichtig, bis sich der Fuß des Stän-
ders ach über dem Boden bendet (gebrauchen Sie evtl. einen Erdbohrer).
HINWEIS: Die Einlässe in den Ständern müssen in Laufrichtung des Elektro-
zauns positioniert werden.

ZU BEACHTEN
Der korrekte Betrieb der Installation wird von den Lämpchen am Gerät ange-
zeigt. Überprüfen Sie dies regelmäßig. Bei weniger leuchtenden Lämpchen
ist der Stromuss durch beispielsweise Kontakt mit einem Tier, Bewuchs,
Äste oder Schnee gestört. Kontrollieren Sie die Umgebung des Zaunes auf
störende Elemente. Bei nur einem Lämpchen handelt es sich um einen
Defekt. Überprüfen Sie die Installation, indem Sie das rote und schwarze
Kabel vom Gerät nehmen. Bei einer pulsierenden Lampen-Serie ist das Gerät
in Ordnung, aber kann das Problem im Umfeld liegen. Schauen Sie nach, ob
der Stromkreis in Ordnung ist und kontrollieren dabei alle Anschlüsse und
die Erdung. Nur 1 brennendes Lämpchen deutet auf ein defektes Gerät hin.
Wenn die Kabel beschädigt wird, muss sie durch den Hersteller ersetzt
werden, um Gefährdungen zu vermeiden.
SICHERHEIT
Abgesehen von der Schreckreaktion ist die Wirkung des Ultra Protector
sicher für Mensch und Tier. Weisen Sie Menschen in der Umgebung (vor
allem Kinder!) auf den Zaun mit Stromdraht hin und raten Ihnen, davon fern
zu bleiben. Bei Arbeiten am oder in der Nähe des Zaunes schalten Sie die
Installation vorübergehend aus.
Entsorgen Sie elektrische Geräte nicht im Hausmüll, nutzen Sie die Sam-
melstellen in ihrer Gemeinde. Fragen Sie Ihre Gemeindeverwaltung nach
den Standorten der Sammelstellen. Wenn elektrische Geräte unkontrolliert
entsorgt werden, können während der Verwitterung gefährliche Stoe ins
Grundwasser und damit in die Nahrungskette gelangen oder Flora und
Fauna auf Jahre vergiftet werden.
GARANTIE
Velda übernimmt für 24 Monate ab Kaufdatum die Garantie für ein korrektes
Funktionieren dieses Gerätes. Die Garantie erlischt, im Falle von Reparaturen
oder Veränderungen am Produkt durchgeführt von anderen als Velda.
Bei Inanspruchnahme von Garantieleistungen ist der datierte Kaufbeleg
im Original vorzulegen. Für die Garantieabwicklung und Bedingungen
informieren Sie sich unter www.velda.com/service. Da Velda keinen Ein-
uss auf die richtige Installation und richtigen Einsatz des Gerätes hat, können
wir für eventuelle Schäden keine Verantwortung und Haftung übernehmen.
SCHRITT 2: Zaundraht spannen
Verwenden Sie die Einlässe an der Seite der Ständer um den Draht zu
spannen. Führen Sie zuerst den Draht durch die unteren Önungen,
verknoten ihn und führen denselben Draht dann zu den oberen Önungen.
Nach dem Spannen des Drahtes am Ende fest verknoten.
VORSICHT: den Elektrodraht nicht durchschneiden, sorgen Sie für einen
geschlossenen Kreislauf zwischen dem unteren und dem oberen Draht!
Nach der letzten Verbindung kann der überschüssige Elektrodraht
abgeschnitten werden. Verhindern Sie, dass der Draht mit Gegenständen
und Panzen in Berührung kommt und das bei jedem Wetter.
SCHRITT 3: Erdungsstab anschließen
Der Staberder aus Metall besteht aus zwei Teilen und einem Verbindungs-
stück mit Gewinde. Verbinden Sie diese Teile miteinander und schrauben sie
diese gut an. Suchen Sie eine geeignete Stelle in der Nähe des Zaunes aus
und achten dabei auf Baumwurzeln und Grundleitungen. Drehen Sie den
Staberder in den Boden, bis sich die Öse maximal 5 cm über dem Boden
bendet (verwenden Sie eventuell einen Erdbohrer). Gießen Sie danach min-
destens einen Eimer Wasser an den Erdungsstab. Befestigen Sie das Ösen-
ende des schwarzen Erdungsdrahtes (5 m) mittels der Schraube einschließ-
lich der Unterlegscheiben an der Öse des Staberders (siehe Abbildung A).
SCHRITT 4: Schutzzaungerät
Legen Sie einen geeigneten Stelle für das Schutzzaungerät im Bereich von
4 m zum Zaun fest. Befestigen Sie das regendichte Gerät gut sichtbar vom
Haus oder der Terrasse (Schrauben sind mitgeliefert). Der blaue Clip mit
Metallverbinder verbindet den Elektrozaundraht mit dem roten Pulskabel.
Legen Sie den unteren Zaundraht in die Aussparung des Clips und schließen
ihn dann. ACHTUNG: Der Clip lässt sich nicht erneut önen! Stecken Sie den
Stecker mit der Lippe des roten Kabels in die Nut des blauen Clips, so dass
dieser Verbindung macht mit dem Zaundraht (siehe Abbildung B). Schlie-
ßen das andere Ende des roten Kabels an den roten Stecker des Schutz-
zaungerätes an. Platzieren Sie die Metallöse unter den roten Anschluss und
ziehen es fest. Befestigen Sie auf dieselbe Weise das schwarze Erdungskabel
am schwarzen Anschluss des Gerätes. Die Installation ist jetzt betriebsbereit.
Aktivieren Sie das Schutzzaungerät, indem Sie den Stecker in eine geerdete
Außensteckdose stecken. Beim Einschalten des Gerätes leuchtet ein Kontroll-
lämpchen und die Leuchtstärke gibt die Intensität der Stromimpulse an.

ÉTAPE 2 : tension du l
Les encoches qui se trouvent sur le côté des piquets servent à tendre le
l électrique. Commencer par faire passer le l dans les encoches du bas,
faire un nœud, reprendre le même l et continuer à le passer dans les en-
coches du haut. Tendre le l et faire à nouveau un nœud. ATTENTION : le
l ne doit pas être coupé : le l du bas et le l du haut doivent former un
circuit fermé ! L’excédent de l peut être coupé après le dernier nœud. Le l
ne peut en aucun cas entrer en contact avec des objets ou de la végétation.
ÉTAPE 3 : raccordement du piquet de prise de terre
Le piquet de prise de terre métallique se compose de deux éléments
et d’un raccord leté. Assembler les éléments et les visser fermement.
Déterminer l’emplacement du piquet de prise de terre à proximité de
la clôture en tenant compte des racines des arbres et des tuyaux qui se
trouvent dans le sol. Enfoncer le piquet de prise de terre dans le sol. L’œillet
ne doit pas dépasser de plus de 5 cm le niveau du sol (utiliser une tarière
si nécessaire). Verser ensuite l’équivalent d’au moins un seau d’eau près du
piquet de prise de terre. Fixer l’œillet qui se trouve à l’extrémité du l de
terre noir (5 m) à l’œillet du piquet de prise de terre à l’aide du boulon et
des rondelles (voir illustration A).
ÉTAPE 4 : électricateur
Déterminer l’emplacement et la xation de l’électricateur. L’électricateur
doit se trouver à une distance maximum de 4 m de la clôture. Placer
l’électricateur étanche à la pluie de manière à ce qu’il soit bien visible de la
maison ou de la terrasse (les vis et les connecteurs sont fournis). Le clip bleu
à connecteur métallique raccorde le l électrique au l rouge conducteur
des impulsions électriques. Accrocher le clip sur le l du bas en mettant
le l dans l’encoche. ATTENTION : la fermeture du clip est permanente !
Enfoncer le connecteur à languette du l rouge dans la fente du clip
bleu pour établir une connexion avec le l électrique (voir illustration B).
Fixer l’autre extrémité du l rouge à la borne rouge de l’électricateur.
Mettre l’œillet métallique sous l’écrou de serrage rouge et visser
fermement. Fixer le l de terre noir à la borne noire de l’électricateur
en procédant de la même manière. L’installation est prêt à l’emploi à
présent. Activer l’électricateur en branchant la che dans une prise de
courant sèche. Un voyant de contrôle s’allume quand l’électricateur est
sous tension et la barre de voyants indique l’intensité des impulsions.
FMODE D’EMPLOI Ultra Protector
L’Ultra Protector est un kit complet de clôture électrique. La clôture éloigne
les animaux et les oiseaux indésirables du bassin et du jardin ou empêche
les animaux (domestiques) de s’échapper. Elle protège ainsi les poissons, la
végétation et les plantations.
L’électricateur envoie une impulsion électrique inoensive au l électrique
conducteur de la clôture. Au contact du l, l’animal reçoit une secousse qui le
dissuade de revenir. Hormis la réaction à la secousse, cette méthode est sûre
pour les animaux et les personnes.
Il est possible de déterminer la hauteur des piquets et du l électrique. Le l
du bas sert de répulsif aux chats et aux petits animaux ; celui du haut tient les
hérons et autres oiseaux à distance du bassin.
INSTALLATION
Ce kit convient pour une clôture électrique de 100 m maximum. Si la
longueur à couvrir est plus grande, il est possible de se procurer un
supplément de piquets et de l dans un magasin spécialisé et sur le site
www.produitsdebassin.shop (n° art. 269881 et 269882). Connecter deux
ls de clôture à l’aide du bloc de raccordement fourni (avec des leviers).
Déterminer le parcours du l et l’emplacement des piquets et veiller
à ce que la zone soit accessible et débarrassée de toute végétation.
ÉTAPE 1 : mise en place des piquets
Les piquets de la clôture sont constitués de sections de montant et de
pieds à assembler. Déterminer la xation des piquets et la hauteur des ls
avant d’assembler les piquets. ATTENTION : l’assemblage des piquets est
permanent ! Une fois encliquetés, ils ne peuvent plus être démontés. Visser
les sections de montant l’une à l’autre jusqu’à ce qu’elles s’encliquètent.
Les embouts encliquetables sont de diérentes épaisseurs de sorte que
l’assemblage ne peut être exécuté que d’une seule manière.
Le pied du piquet se xe à l’aide de vis (3 mm). Il est possible également
d’ajouter une section de montant supplémentaire sous le pied qui fera
oce de piquet de sol quand le terrain est meuble (voir illustration C).
Enfoncer avec précaution jusqu’à ce que le pied du piquet se trouve au-
dessus du sol (utiliser une tarière si nécessaire). ATTENTION : Les encoches
des piquets doivent être positionnées dans le sens du parcours du l.

POINTS À VÉRIFIER
Vérier régulièrement les voyants de l’électricateur : ils indiquent le bon
fonctionnement de l’installation. Une barre de voyants réduite indique une
perturbation du circuit électrique, par exemple, suite au contact avec un
animal, un végétal, des branches ou de la neige. Contrôler qu’aucun élé-
ment perturbateur ne se trouve à proximité du l électrique.
L’installation est défectueuse quand un seul voyant s’allume. Contrôler l’in-
stallation en débranchant le l rouge et le l noir de l’électricateur. L’élec-
tricateur est en ordre de marche quand la barre de voyants clignote mais
il se peut qu’il y ait un problème au niveau de la clôture. Vérier si le circuit
électrique est intact, contrôler tous les raccordements et le dispositif de mise
à la terre. L’électricateur est défectueux quand un seul voyant s’allume.
Lorsque le cordon électrique est endommagé, il doit être remplacé par les
soins du fabricant an d’éviter tout danger.
SÉCURITÉ
Hormis la réaction à la secousse, le fonctionnement de l’Ultra Protector est
sûr pour les animaux et les personnes. Avertir les gens et, en particulier, les
enfants de la présence de la clôture électrique et leur conseiller de ne pas
s’en approcher. Mettre l’installation temporairement hors tension en cas de
travaux et d’activités à proximité de la clôture.
Ne pas jeter pas les appareils électriques avec les déchets ménagers non
triés. Utiliser les facilités ou les systèmes de collecte sélective. S’informer
auprès des services de sa commune des dépôts accueillant ces appareils.
Les déchets issus des appareils électriques mis au rebut peuvent libérer des
substances et matières dangereuses qui s’inltrent ensuite dans les nappes
d’eau souterraines, pénètrent dans la chaîne alimentaire et causent des
problèmes de santé.
GARANTIE
Velda garantit le fonctionnement parfait de cet appareil pendant une
période de 24 mois à compter de la date d’achat. La garantie est annulée
en cas des réparations ou modications de produit eectuées par d’autres
personnes que Velda. Toute mise en jeu de la garantie doit s’accompagner
de la présentation du bon d’achat daté. Visitez à www.velda.com/service
pour la procédure et les conditions. Étant donné que Velda n’a aucune in-
uence sur l’installation appropriée et le bon fonctionnement de cet appareil,
nous déclinons toute responsabilité en cas de dommages.
GB USER INSTRUCTIONS Ultra Protector
The Ultra Protector is a complete set for an electric fence. Once installed
around your pond or garden, it keeps out unwanted animals and birds and
keeps in pets and farm animals. It protects your pond sh, crops and plants.
The energizer sends a harmless electrical pulse through the conductive
electric wire. When they touch it, animals feel a shock that keeps them away
from the fence in the future. Apart from the shock response, this method is
safe for all animals and humans.
Decide on the height of the uprights and the electric fence yourself. The
lower electric wire repels cats and small animals; the top wire repels herons
and other birds.
INSTALLATION
This set is suitable for an electric fence of up to 100 m. For a longer fence,
additional uprights and electric wires can be obtained from specialist
dealers and www.pondproducts.shop (art. no. 269881 and 269882).
Connect two fence wires using the enclosed terminal block (with levers).
Decide where you want to install the electric fence and where to position
the uprights. Ensure that the area is accessible and free of vegetation.
STEP 1: installing the uprights
Assemble the fence uprights from the separate pole and base elements.
Work out how you will put the uprights together and the heights of the
electric wires before you assemble the uprights. N.B. Once you click the
uprights together, they cannot be taken apart again!
Turn the pole sections in opposing directions until they click into place. Tabs
with dierent widths mean that the poles can be assembled in one way only.
The base of the stand can be xed into place with screws (3 mm). Or you
can attach an extra pole element below the base and use it as a peg in
soft ground (see image C). Push the pole in carefully until the base of the
upright is just above the ground (if necessary, use an auger).
N.B. The hooks in the uprights must be positioned in the line of the wire.

ATTENTION
The lights on the device show whether it is working correctly. Check this
regularly. If fewer lights are visible, the electric circuit is being disturbed
by contact with an animal, vegetation, branches or snow, for example.
Check the area around the electric fence to see whether it is in contact
with something like the above.
If only one light is visible, there is a malfunction. Check the energizer by
disconnecting the red and black wires from the unit. If the series of lights
ash, the energizer is working correctly but there may be a problem with
the fence. Make sure the circuit is intact, check all the connections and
the earthing system. If only one light is visible, the energizer is broken.
If the power cord is damaged, it must be replaced by the manufacturer, in
order to avoid a hazard.
SAFETY
Other than the shock response, the Ultra Protector is safe for humans and
animals. Make sure that people in your area (especially children!) are aware
of the electric fence and advise them to stay away from it. Shut down the
system temporarily if there are activities or people working near the fence.
Do not dispose of electrical appliances as unsorted municipal waste, use
separate collection facilities. Contact you local government for informa-
tion regarding the collection systems available. If electrical appliances are
disposed of in landlls or dumps, hazardous substances can leak into the
groundwater and get into the food chain, damaging health and well-being.
GUARANTEE
Velda guarantees the correct functioning of this apparatus for a period of 24
months after purchase. The warranty expires in case of repairs or changes to
this product that are performed by others than Velda. If a claim to guarantee
can be laid, a dated receipt should be presented. Visit www.velda.com/
service for the warranty procedure and terms.
Velda cannot guarantee that device has been correctly installed and is operating
correctly and we cannot be therefore be held liable for any damage that may
occur.
STEP 2: installing electric wire
Use the hooks on the sides of the uprights to position the electric wire.
Pass the wire through the lower hooks rst, then tie a knot and pass the
same wire through the upper hooks. After installing the wire, tie it up again
at the end.
N.B. Do not cut the wire: make sure the lower and upper wire are con-
nected to each other! After the last connection has been made, the excess
wire can be cut o. Make sure the wire cannot come into contact with
objects and vegetation in any weather conditions.
STEP 3: connect the earth pin
The metal earth pin consists of 2 parts and a threaded connection. Connect
the parts and tighten well. Decide where to locate the earth pin near the
fence and watch out for roots and pipes in the ground. Push the earth pin
into the ground until the eye is no more than 5 cm above the ground (use an
auger if necessary). Empty at least one bucket of water around the earth pin.
Attach the eye end of the black earth wire (5 m) to the eye of the earth pin
with the bolt and washers (see image A).
STEP 4: electric fence unit
Select a location for the energizer within 4 metres from the fence. Put the
rainproof device in a place where it is clearly visible from the house or
terrace (screws and plugs included).
The blue clip with the metal plate connects the electric fence to the red
pulse wire. Close the clip around the lower electric wire with the wire in
the inlet. N.B. Once you close the clip, it cannot be released! Insert the
blue clip in the light-blue connector of the red wire so that the two are
connected (see image B). Attach the other end of the red wire to the
red connector of the energizer. Place the metal eye under the red screw,
position the washer and tighten rmly. Attach the black earth wire to
the black connector of the energizer in the same way. The installation
is now ready for use. Activate the energizer by connecting the cable to
the power supply. One LED lights up when the unit is working and the
series of lights show the intensity of the pulses.

velda
brings life to your pond
GAW128026080
Velda® The Netherlands
De Giem 25, 7547 SW Enschede
[e-mail] - www.velda.com
DECLARATION OF CONFORMITY
Hereby Velda B.V. located in Enschede, The Netherlands conrms the following
product(s) are produced in accordance with the applicable European directives:
Velda Ultra Protector – art.no. 128026
Short description: Electric energizer with fence wire for pond use
The product and its accessories have been tested to comply with the
following European directives:
2014/30/EU –Electromagnetic Compatibility Directive (EMC)
The product compliance with the directives is proven by being tested
upon the following standards:
EN 61000-6-1:2007
EN 61000-6-3:2007+A1:2011
EN 61000-3-2:2014
EN 61000-3-3:2013
Product is also tested on the following standards:
EN 60335-1:2012+A11:2014+A13:2017
EN 60335-2-76:2005+A1:2006+A11:2008+A12:2010+A2:2015
EN 62233:2008
ERP directive 2009/125/EC
ERP labelling EU 2017/1369
Elgar Veldhuis
CEO Velda B.V.
February 19, 2020