Velleman K7200 User manual

K7200
0-30V / 0-10A POWER SUPPLY
•output voltage: continuously adjustable from 0 to 30V
•output current: 8A continuous, 10A max. (limitation adjustable from 0 to 10A)
•LED indication for current limitation
•ripple max.: 0.5mVrms
•short-circuit protection
•power consumption: 300W max.
•voltage supply: 220Vac
•dimensions: 330 x 90 x 215mm (13.0" x 3.5" x 8.5")

INDEX
- GEBRUIKSAANWIJZING 4
- MODE D'EMPLOI 13
- OPERATING INSTRUCTIONS 23
- GEBRAUCHSANWEISUNG 32

4
0..30V/0..10A LABO VOEDING
Een onmisbaar toestel voor zowel de professionele als amateur elektronicus is
een laboratorium voeding.
Deze voeding is kortsluitvast en traploos regelbaar van 0 tot 30V en van 0 tot
10A.
Als aanduiding is zowel een digitale voltmeter als een digitale amperemeter
aanwezig.
Dankzij de ingebouwde ventilator is de voeding in staat langdurig volle belasting
te leveren.
Wordt geleverd kompleet met behuizing, knoppen en transformators.
TECHNISCHE GEGEVENS
- Uitgangsspanning traploos regelbaar van 0 tot 30V.
- Fijnafregeling over 1V
- Uitgangsstroombegrenzing traploos regelbaar van 0 tot 10A.
- Fijnafregeling tussen 0 en 1A
- LED aanduiding van de stroombegrenzing
- Uitgangsstroom: 8A. continu / 10A. piek.
- Kortsluitbeveiligd
- Rimpel max.: 0.5mV RMS
- Digitale voltmeter: 3 digit, 0.1V nauwkeurig
- Digitale amperemeter: 3 digit, 0.01A nauwkeurig
- Verbruik: 300W max.
- Afmetingen BxHxD: 330x90x215
Wijzigingen voorbehouden
BOUW
ZEER BELANGRIJK
- MONTEER ALLE COMPONENTEN TOT TEGEN DE PRINT
- GEBRUIK EEN KLEINE SOLDEERBOUT VAN MAX. 40W
- GEBRUIK DUN (1mm) SOLDEERTIN
- SLORDIGE MONTAGE ZAL ZEKER LEIDEN TOT PROBLEMEN
De voeding bestaat uit vier printen:
Een basisprint met de potentiometers die achter het frontpaneel komen.
Twee transistorprinten waar de vermogen transistors, die zich op de koelbalken
bevinden worden op aangesloten.
Ten slotte een print met de digitale volt en ampere meters

H7200-ED2-5
A) Bouw van de transistorprinten P7200T
De twee printen worden verschillend bestukt:
Print 1:
Monteer de printpennen voor het aansluiten van T4 tot T6
Monteer zes Faston klemmen voor E B C (links en rechts)
Monteer de 5W weerstanden R41 tot R43 van 0.22 Ohm vertikaal en met het
lichaam zoals de printopdruk. (zie fig. 3.2)
Print 2:
Monteer de printpennen voor het aansluiten van T7 en T8 (T6 blijft open).
Monteer drie Faston klemmen voor E B C naast R41/R44.
Monteer de 5W weerstanden R44 en R45 van 0.22 Ohm vertikaal en met het
lichaam zoals op de printopdruk. (R43 blijft open)
BELANGRIJK: LEG EEN EXTRA DIKKE VERTINNING OP DE REEDS
VERTINDE BANEN
B) Bouw van de basisprint P7200B
AANDACHT: Het bijgeleverde stuk weerstandsdraad van ong. 50cm mag men
niet gebruiken om draadbruggen te maken.
Monteer de draadbruggen gemerkt met J op de print.
Monteer de weerstanden:
- R1, 6K8 (blauw, grijs, rood)
- R2, 8K2 (grijs, rood, rood)
- R3 tot R8, 4K7 (geel, paars, rood)
- R9 tot R12, 220 ohm (rood, rood, bruin)
- R13 en R14, 2K2 (rood, rood, rood)
- R15 en R16, 2K7 (rood, paars, rood)
- R17 en R18, 820 ohm (grijs, rood, bruin)
- R19 tot R22, 22K (rood, rood, oranje)
- R23 en R24, 1K2 (bruin, rood, rood)
- R25, 100K (bruin, zwart, geel)
- R26, 15K (bruin, groen, oranje)
- R27, 100 ohm (bruin, zwart, bruin)
- R28, 1K (bruin, zwart, rood)
- R29, 330 Ohm (oranje, oranje, bruin)
- R30, 220K (rood, rood, geel)
- R31, 18 ohm (bruin, grijs, zwart)
- R32, 270K (rood, paars, geel)
- R33, 12K (bruin, rood, oranje)
- R34, 27K (rood, paars, oranje)
- R35, 39 ohm (oranje, wit, zwart)

H7200-ED2-6
Monteer de dioden: (let op de polariteit!)
- D1 tot D3, diode uit de 1N4000 reeks.
- ZD1, 10V zenerdiode
- ZD2, 18V/1.3W zenerdiode
Monteer de IC voetjes voor IC1 tot IC3
Monteer de printpennen voor VS, COM en CS
Monteer de spoel L1 van 4700uH, deze spoel ziet eruit als een weerstand maar
heeft meestal een iets dikker bruin lichaam met de kleuren geel, paars, rood,
goud.
Monteer de condensators:
- C1, 150pF ceramisch (soms met opdruk 151)
- C2, 33nF MKM
- C3, 68nF MKM
- C4, 100nF ceramisch (soms gemerkt met 104)
- C5, 1uF MKM
- C6 en C7, 10uF elco. Let op de polariteit!
- C8 en C9, 100uF elco. Let op de polariteit!
- C10, 470uF elco. Let op de polariteit!
Monteer de trimpotentiometers:
RV1, 100 ohm
RV2, 47K (of 50K)
Monteer de schroefconnectors voor J1 tot J5, dit zijn in elkaar geschoven
tweepolige connectors.
Monteer een driepolige schroefconnector voor J6.
Monteer de transistors:
- T1, type BC557B of gelijkwaardig.
- T2, type BC547B of gelijkwaardig.
- T3, type BD646 monteer hem samen met het koellichaam (plooi de
aansluitingen eerst over 90°) op de print, pas nadat de transistor vastgezet is
met 10mm M3 bout en moer, kan men deze solderen.
Monteer afhankelijk van het bijgeleverd type het relais RY1a of RYc (16A/12V)
Monteer voor R36, 180 ohm 1/2W (bruin, grijs, bruin) als men RY1a gebruikt of
monteer voor R36, 100 ohm 1W (bruin, zwart, bruin) als men RY1c gebruikt.
Montage van de potentiometers: (zie fig. 1.0)
Monteer de potentiometers DOOR de print, zodanig dat de assen zich langs de
soldeerzijde bevinden, pas nadat men de potentiometers vastgezet heeft kan
men met stukjes blanke draad de doorverbindingen A, B en C met de print
maken.

H7200-ED2-7
- RV3, 4K7 of 5K logaritmisch.
- RV4, 10K lineair.
- RV5, 1K lineair.
Montage van de stroom- sensor weerstanden:
Deze weerstanden worden gemaakt d.m.v. het bijgeleverde stuk
weerstandsdraad, ga alsvolgt te werk:
- Knip vier stukjes van 10cm van het bijgeleverde stuk weerstandsdraad.
- Plooi de vier stukjes zoals aangegeven in figuur 1.1
BELANGRIJK: De soldeeruiteinden moet men d.m.v. schuurpapier eerst
opschuren en daarna vertinnen, dit kan anders slecht contact veroorzaken met
het slecht functioneren van de voeding tot gevolg.
- Monteer op de plaatsen R37 t.e.m. R40 deze weerstandsdraden. (zie fig. 1.2)
Monteer de IC's in hun voetje:
IC1, type 741 met de nok naar C7 gericht.
IC2, type 723 met de nok naar R7 gericht.
IC3, type VK7200 met de nok naar C3 gericht.
- Monteer LANGS DE SOLDEERZIJDE de stroombegrenzing indicatie LED LD1,
en zodanig dat het topje van de LED 3cm boven het printoppervlak komt (=totale
lengte van LED). Let op de polariteit, de kortste aansluiting van de LED komt
overeen met het gat naast de afgeplatte cirkelopdruk.
BELANGRIJK: LEG EEN EXTRA DIKKE VERTINNING OP DE REEDS
VERTINDE BANEN
C) Bouw van de digitale uitlezing print P7201
Monteer de draadbruggen gemerkt met J op de print.
Monteer de weerstanden:
- R1 tot R4, 100K (bruin, zwart, geel)
- R5 en R6, 22K (rood, rood, oranje)
- R7 en R8, 47K (geel, paars, oranje)
- R9 en R10, 470 ohm (geel, paars, bruin)
Monteer de dioden. Let op de polariteit:
D1 tot D4, diode uit de 1N4000 reeks.
Monteer de IC voetjes voor IC1 en IC2 alsook voor de display's.
Monteer de trimpotentiometers RV1 en RV2 van 1K
Monteer de condensators:
C1 en C2, 100pF ceramisch (soms met opdruk 101)
C3 tot C8, 100nF (soms met opdruk 104)
C9 en C10, 100nF MKM (soms met opdruk u1)

H7200-ED2-8
C11 en C12, 220nF MKM (soms met opdruk u22)
C13 en C14, 470nF MKM (soms met opdruk u47)
Montage van de spanningsregulators:
Plooi de aansluitingen van de spanningsregulators over een hoek van 90 graden
en monteer ze op de print. Zet ze vast d.m.v. M3 boutje met moer, daarna kan
men de aansluitingen solderen.
VR1 type 7805 ; VR2 type 7905
Monteer de elco's C15 en C16 van 1000uF langs de soldeerzijde van de print
en leg ze plat tot tegen het printoppervlak, daarna kan men de aansluitingen
solderen en afknippen langs de componentenzijde. Let op de polariteit!
Monteer de IC's type 7107 in hun voetjes met de nok naar C15 en C16 gericht.
Monteer de display's DY1 tot DY6. (zie printopdruk)
Monteer langs de soldeerzijde de zes printpennen voor VA tot CS.
KONTROLEER DE VOLLEDIGE BESTUKKING NOG EENS GRONDIG!
SAMENBOUW
- Voorzie de uiteinden van de koelbalken van schroefdraad d.m.v. de
bijgeleverde 25mm lange verzinkte bout (zie fig. 2.0). Deze schroefdraad wordt
gebruikt voor de bevestiging van het voor- en achterpaneel.
- Monteer de bodemplaat op de koelprofielen d.m.v. de rubber voetjes en 12mm
M4 bouten met moer (eerst de vier voetjes monteren op de bodemplaat en
daarna de moertjes in de gleuven schuiven en vastzetten) (fig. 8.0).
- Monteer de achterwand op de koelprofielen (met vier niet verzonken zwarte M4
bouten), zodanig dat de grote gaten zich rechts bovenaan bevinden (van achter
bekeken) (fig. 8.0).
- Monteer op de achterwand d.m.v. 35mm lange M3 bouten, tandveerring en
moertje, de ventilator met de blaasrichting naar buiten (de blaasrichting is op de
ventilator aangeduid d.m.v. een pijl). Voorzie tussen de achterwand en de
ventilator een moertje bij de 2 bovenste gaten (zie fig. 2.1)
- Monteer op de achterwand de zekeringhouder en de netstekker d.m.v.
verzonken M3 boutjes met tandveerring en moer.
Montage van de transistors type TIP3055:
OPMERKING: voor het monteren van de transistors kan men best de behuizing
rechtop zetten.
- Schuif de transistorprint met aansluitingen voor drie transistors in de gleuf van
de rechter koelbalk (zie fig. 3.2) zodanig dat de aansluitingen voor de transistors
zich op de gepaste plaats bevinden (zie fig. 3.0).
- Schuif de andere transistorprint in de linker koelbalk (zie fig. 3.1)
- Schuif zeskant boutjes in de bevestigingsgleuf van de koelbalken en
positioneer ze op de plaats waar de transistors moeten komen. (zie fig. 3.4)

H7200-ED2-9
- Buig de aansluitingen van de transistors over een hoek van ongeveer 45
graden.
- Doe een beetje warmte- geleidende pasta langs één kant van de mica isolators
een steek ze over de bouten zodanig dat ze tegen de koelbalk kleven.
- Doe een beetje warmte- geleidende pasta op de transistors en steek ze op hun
beurt over de bevestigingsbouten.
- Zet de transistors vast via eerst een isolatiering, een sluitring een tandveerring
en ten slotte een M3 moertje zie fig. 3.3.
- Meet d.m.v. een ohmmeter tussen de metalen behuizing van de transistor en
de koelbalk of er GEEN contact is.
- Soldeer de transistor- aansluitingen aan de printpennen voor T4, T5 en T6 van
de ene print en T7 en T8 van de andere print.
Montage van de bruggelijkrichter: (voor positionering zie fig. 3.1)
- Schuif een zeskantbout in de bevestigingsgleuf van de linker koelbalk.(zie fig.
3.4)
- Doe een weinig silicone- warmtegeleidingspasta (verkrijgbaar bij de vakhandel)
op de achterwand van de bruggelijkrichter en bevestig deze op de koelbalk
d.m.v. tandveerring en M3 moer (zie fig. 3.5). Zorg ervoor dat de klem gemerkt
met + zich bovenaan bevindt.(zie fig. 3.1)
Montage van de kleine voedingstransformator voor de digitale uitlezing:
- Monteer de 2X6V transformator op de bodemplaat d.m.v. 10mm M3 boutjes,
tandveerring en moertje (zie fig. 4.0)]
Montage en aansluiting van de afvlakelco's C11 en C12 van 4700uF: (fig. 4.0)
- Monteer de elco's in hun beugel met de aansluitingen naar boven gericht en
zet deze vast op de bodemplaat d.m.v. een 10mm M3 boutje tandveerring en
moertje zie fig. 4.0.
- Verbind met een stuk van de bijgeleverde rode draad d.m.v. een
kabelschoentje (het best gesoldeerd), de + klem van de gelijkrichter met klem
1(+) van een condensator en verbindt dit door met klem 1(+) van de andere
condensator. (fig. 4.1)
- Verbind op een analoge manier klem 5(-) van de elco's met de negatieve klem
van de gelijkrichter d.m.v. een stuk blauwe draad (dit is de klem diagonaal over
de + klem).
Montage van het voorpaneel:
- Monteer op de frontplaat de vier verzonken M3 bouten van 45mm samen met
een 10mm draadbus. Zet deze bouten goed vast, daar na het kleven van de
frontfolie deze niet meer bereikbaar zijn.
Kleven van de folie op het frontpaneel:
- Kontroleer vooraf of het voorpaneel vrij is van vuil of bramen (het best eerst
met alcohol ontvetten).

H7200-ED2-10
- Positioneer de folie op het frontpaneel zodanig dat de gaten overeenkomen.
- Kleef langs één kant de folie voorlopig vast d.m.v. plakband.
- Verwijder langs de andere kant het schutvel en kleef deze kant op het
frontpaneel.
- Verwijder nu de plakband en het schutvel langs de andere kant en kleef ook
deze kant op het frontpaneel.
- Monteer de + (rode) en - (zwarte) aansluitklemmen.
- Monteer de netschakelaar.
- Monteer de basisprint en de uitlezing op het voorpaneel zoals in figuur 5.0
Monteer de knoppen op de potentiometers:
(voor de kleine knoppen kan het gebeuren dat men de potentiometerassen moet
inkorten)
- Kleine knop met rood kapje voor de stroombegrenzing (CURRENT LIMIT).
- Grote knop met blauw kapje voor ruwe (COARSE) spanningsregeling.
- Kleine knop met blauw kapje voor de fijne (FINE) spanningsregeling.
BEDRADING
- Verbind de punten VS, COM en CS (zie printopdruk in de handleiding) van de
uitlezing d.m.v. stukjes draad (dunne bijgeleverde draadjes van 0.5mm) van
ongeveer 10cm. met de overeenkomstige punten op de voedingsprint. (fig. 6.0)
- Verbind de twee vrije klemmen van de gelijkrichter met de klemmen AC van de
basisprint (gebruik twee stukken witte draad). (fig. 4.2)
- Verbind de + klem van een van de afvlakelco's (klem 1) met de + klem (naast
de AC klemmen) van de basisprint (gebruik een stuk rode draad). (fig. 4.2)
- Verbind de - klem van een van de afvlakelco's (klem 5) met de - klem (naast de
AC klemmen) van de basisprint (gebruik een stuk blauwe draad). (fig. 4.2)
- Verbind de rode uitgangsklem met de OUT + schroefklem (rode draad) en de
zwarte uitgangsklem met de OUT - schroefklem (blauwe draad) (fig. 6.2).
- De verbinding met de transistorprinten moet voorlopig nog open blijven.
- Verbind met de dunne draden de punten VA, Gm en VB van de uitlezing met
de 2X6V transformator, Gm komt aan het midden contact (0) van de
transformator, VA en VB komen aan de twee 6V klemmen. (fig. 6.1)
Montage van de ringkerntransformator (2X15V 300VA) zie figuur 4.0:
- Leg een rubber matje op de bodemplaat en positioneer er de transformator op.
Leg een rubber matje op de transformator en vervolgens de metalen
bevestigingsplaat, daarna kan men het geheel vastzetten met bout en moer.
- Verbind de netstekker, de zekeringhouder en de netschakelaar (gebruik
kabelschoentjes voor het aansluiten van de netschakelaar!) zoals in fig. 6.2.
Verbind de kleine 2X6V transformator (tussen 0 en 125V of tussen 0 en 220V
afhankelijk van de netspanning) zie fig. 6.2.
Verbind ook de netspanningsdraden van de rinkerntransformator (voor de

H7200-ED2-11
kleuren zie de doos van de transformator) zie dig 6.2.
De aansluitingen voor de ventilator blijven voorlopig nog open.
Monteer voorlopig het voorpaneel op de koelprofielen d.m.v. de zwarte
verzonken M4 bouten.
Maak volgende verbindingen met de ringkerntransformator:(fig. 6.2)
- Verbind de 15V klem (gemerkt met GREY) met de 15V aansluiting of grijze
draad van de transformator.
- Verbind de 0V klem (gemerkt met BLUE) met de 0V aansluiting of blauwe
draad van de transformator.
- Verbind de 0V klem (gemerkt met YELLOW) met de 0V aansluiting of gele
draad van de transformator.
- Verbind de 15V klem (gemerkt met RED) met de 15V aansluiting of rode draad
van de transformator.
TEST
- Plaats een 220V/25W of 40W lamp over de zekeringhouder van de voeding.
De zekering mag men nog NIET monteren.
- Zet de trimpotentiometers RV1 en RV2 (op de basisprint) in de middenstand.
- Zet de trimpotentiometers van de digitale uitlezingen (METER ADJUST)
volledig rechtsom
- Zet de stroom (current potentiometer) op maximum.
- Verbind het net met de netstekker en schakel de voeding in, normaal mag de
lamp maar eventjes of niet oplichten, blijft de lamp branden, dan moet men de
voeding uitschakelen en de bedrading controleren.
- De digitale uitlezing moet nu ook oplichten.
- Verbind een voltmeter met de uitgangsklemmen en kontroleer of de
uitgangsspanning regelbaar is tussen 0 en 30V. Rond ongeveer 12V moet men
het relais horen aantrekken.
- Schakel de voeding uit (netstekker ook verwijderen)
- Verbind de rechter transistorprint aansluitingen E, B en C met de
overeenkomstige aansluitingen van de basisprint d.m.v. stukjes witte, blauwe en
rode draad. (vergeet de kabelschoentjes niet). (zie fig. 7.0)
- Maak een doorverbinding van de ene transistorprint naar de andere
transistorprint. (zie fig. 7.0)
- Schakel terug de voeding in (de lamp mag nu ook niet oplichten) en kontroleer
terug of de uitgangsspanning regelbaar is tussen 0 en 30V.
- Verwijder de netspanning en verwijder ook de lamp aansluitingen van de
zekeringhouder. Monteer een 4A trage zekering in de zekeringhouder.
- De netspanning van de ventilator kan men nu aansluiten (zie fig. 6.2).

H7200-ED2-12
AFREGELING VAN HET VOEDINGSGEDEELTE
- Verbind een amperemeter (min. 10A meetbereik) over de uitgangsklemmen.
- Draai de stroombegrenzingpotentiometer op maximum (volledig rechtsom).
- Draai de spanningregelpotentiometer (COARSE) in de middenstand
- Draai trimpotentiometer RV1 volledig linksom (maximum stroom afregeling).
- Draai trimpotentiometer RV2 volledig rechtsom (minimum stroom afregeling).
- Verbind de voeding met het net (de stroombegrenzingsled zal hard oplichten).
- Regel voorzichtig aan RV1 totdat de amperemeter 10A. aanduidt.
- Regel de stroombegrenzing op 1A (middenstand).
- Regel voorzichtig aan RV2 totdat de amperemeter 1A aanduidt.
AFREGELING VAN DE DIGITALE UITLEZING
- Sluit een voltmeter (bereik 30V of meer) aan op de uitgang van de voeding.
- Zet de stroompotentiometer (CURRENT LIMIT) op 1A.
- Schakel de voeding in, normaal moeten de uitlezingen 000 aanduiden.
- Regel de voeding op een spanning van ongeveer 30V (zie meettoestel)
- Regel de METER ADJUST van de voltmeter tot de uitlezing dezelfde is als het
aangesloten meettoestel.
- Vervang de voltmeter door een ampere meter (min. 10A)
- Regel de stroom totdat de amperemeter ongeveer 8A aanduidt.
- Regel de METER ADJUST van de amperemeter totdat de uitlezing dezelfde is
als het aangesloten meettoestel.
Monteer ten slotte het deksel (inschuiven) door eerst het voorpaneel terug los te
maken, de voeding is nu klaar voor gebruik.

H7200-ED2-13
ALIMENTATION DE LABORATOIRE 0..30V/0..10A
Une alimentation de laboratoire est un appareil indispensable pour
l'électronicien, qu'il soit professionnel ou amateur.
Cette alimentation est protégée contre les courts-circuits et se règle
graduellement de 0 à 30 V et de 0 à 10 A.
Un voltmètre ainsi qu'un ampèremètre, tous deux numériques, sont présents
comme indicateurs.
Grâce au ventilateur intégré, l'alimentation est capable de supporter une pleine
charge de longue durée
Livrée avec boîtier, boutons et transformateurs.
DONNÉES TECHNIQUES
- Tension de sortie réglable graduellement de 0 à 30 V.
- Réglage fin au-delà de 1 V.
- Limitation de courant de sortie réglable graduellement de 0 à 10 A.
- Réglage fin entre 0 et 1 A.
- Indication LED de la limitation de courant.
- Courant de sortie: 8 A courant continu / 10 A courant de pointe.
- Protégé contre les courts-circuits.
- Pulsation maximale: 0.5 mV RMS.
- Voltmètre numérique: 3 chiffres, précision de 0.1 V
- Ampèremètre numérique: 3 chiffres, précision de 0.01 A
- Consommation: max. 300 W.
- Dimensions: LaxHaxPr: 330x90x215
Sous réserve de modifications
MONTAGE
TRÈS IMPORTANT
- MONTEZ TOUS LES COMPOSANTS JUSQUE CONTRE LA PLAQUETTE.
- UTILISEZ UN PETIT FER À SOUDER DE MAX. 40 W.
- EMPLOYEZ DE L'ÉTAIN À SOUDER FIN (1 mm).
- UN MONTAGE NÉGLIGENT CAUSERA INÉVITABLEMENT DES
PROBLÈMES.
L'alimentation consiste en quatre plaquettes:
une plaquette de base avec les potentiomètres qui seront montés derrière le

H7200-ED2-14
panneau frontal; deux plaquettes de transistor, à laquelle seront connectés les
transistors de puissance positionnés sur les refroidisseurs; enfin, une plaquette
avec le voltmètre et l'ampèremètre numériques.
A) Montage des plaquettes de transistor P7200T
Les deux plaquettes sont pourvues de pièces différentes:
Plaquette 1:
Montez les cosses pour la connexion de T4 à T6.
Montez six bornes Faston pour E, B et C (à droite et à gauche).
Montez verticalement R41 à R43, résistances de 5 W 0.22 ohm, avec le corps
comme indiqué sur la plaquette (cf. fig. 3.2).
Plaquette 2:
Montez les cosses pour la connexion de T7 et T8 (T6 reste ouvert).
Montez trois bornes Faston pour E, B et C à côté de R41/R44.
Montez verticalement R44 et R45, résistances de 5 W 0.22 ohm, avec le corps
comme indiqué sur la plaquette (R43 reste ouverte).
IMPORTANT: APPLIQUEZ UN ÉTAMAGE ÉPAIS SUPPLÉMENTAIRE SUR
LES CIRCUITS DÉJÀ ÉTAMÉS.
B) Montage de la plaquette de base P7200B
ATTENTION: On ne peut utiliser le fil de résistance d'environ 50 cm, livré avec le
kit, pour faire des pontages.
Montez les pontages portant la marque J sur la plaquette.
Montez les résistances:
- R1, 6K8 (bleu, gris, rouge)
- R2, 8K2 (gris, rouge, rouge)
- R3 à R8, 4K7 (jaune, violet, rouge)
- R9 à R12, 220 ohm (rouge, rouge, brun)
- R13 et R14, 2K2 (rouge, rouge, rouge)
- R15 et R16, 2K7 (rouge, violet, rouge)
- R17 et R18, 820 ohm (gris, rouge, brun)
- R19 à R22, 22K (rouge, rouge, orange)
- R23 et R24, 1K2 (brun, rouge, rouge)
- R25, 100K (brun, noir, jaune)
- R26, 15K (brun, vert, orange)
- R27, 100 ohm (brun, noir, brun)
- R28, 1K (brun, noir, rouge)
- R29, 330 Ohm (orange, orange, brun)
- R30, 220K (rouge, rouge, jaune)
- R31, 18 ohm (brun, gris, noir)

H7200-ED2-15
- R32, 270K (rouge, violet, jaune)
- R33, 12K (brun, rouge, orange)
- R34, 27K (rouge, violet, orange)
- R35, 39 ohm (orange, blanc, noir)
Montez les diodes: (attention à la polarité!)
- D1 à D3, diodes de la série 1N4000
- ZD1, diode Zener de 10 V
- ZD2, diode Zener de 18 V 1.3 W
Montez les supports IC pour IC1 à IC3.
Montez les cosses pour VS, COM et CS.
Montez la bobine L1 de 4700 uH; cette bobine ressemble à une résistance mais
elle a généralement un corps brun un peu plus épais, avec les couleurs jaune,
violet, rouge, or.
Montez les condensateurs:
- C1, 150 pF céramique (portant parfois l'indication 151)
- C2, 33 nF MKM
- C3, 68 nF MKM
- C4, 100 nF céramique (portant parfois l'indication 104)
- C5, 1 uF MKM
- C6 et C7, 10 uF, électrolytiques. Attention à la polarité!
- C8 et C9, 100 uF, électrolytiques. Attention à la polarité!
- C10, 470 uF, électrolytique. Attention à la polarité!
Montez les potentiomètres de réglage:
RV1, 100 ohm
RV2, 47K (ou 50K)
Montez les connecteurs à visser pour J1 à J5; ce sont des connecteurs
bipolaires glissés les uns dans les autres.
Montez un connecteur à visser tripolaire pour J6.
Montez les transistors:
- T1, du type BC557B ou de type équivalent
- T2, du type BC547B ou de type équivalent
- T3, du type BD646; montez-le sur la plaquette ensemble avec le corps de re-
froidissement (d'abord plier ses connexions sur 90°). Vous ne pouvez le souder
qu'après avoir fixé le transistor (vis M3 de 10 mm et écrou).
Montez le relais RY1a ou RYc (16 A/12 V), suivant le type livré.
Montez 180 ohm 1/2 W (brun, gris, brun) pour R36 si vous utilisez RY1a ou
montez 100 ohm 1 W (brun, noir, brun) pour R36 si vous utilisez RY1c.

H7200-ED2-16
Montage des potentiomètres: (cf. fig. 1.0)
Montez les potentiomètres À TRAVERS la plaquette, de façon à ce que les axes
se trouvent au côté soudure; les interconnexions entre "A, B, C" et la plaquette
ne peuvent être faites avec des petits bouts de fil nu après que les potentio-
mètres ont été fixés.
- RV3, 4K7 ou 5K logarithmique
- RV4, 10K linéaire
- RV5, 1K linéaire
Montage des résistances détectrices de courant:
Ces résistances sont faites avec le fil de résistance livré; procédez comme suit:
- Coupez-en quatre bouts de 10 cm.
- Pliez les quatre bouts de fil comme illustré à la fig. 1.1.
IMPORTANT: Il faut d'abord poncer avec du papier émeri les extrémités de
soudure et ensuite les étamer; autrement vous auriez un mauvais contact et, par
conséquent, un mauvais fonctionnement de l'alimentation.
- Montez ces fils de résistance aux endroits R37 jusques et y compris R40 (cf.
fig. 1.2).
Montez les IC dans leur support:
IC1, du type 741, avec le repère dirigé vers C7.
IC2, du type 723, avec le repère dirigé vers R7.
IC3, du type VK7200, avec le repère dirigé vers C3.
- Montez AU CÔTÉ SOUDURE la LED LD1, diode indicatrice de la limitation de
courant; montez-la de façon à ce que le bout de la LED dépasse de 3 cm la
surface de la plaquette (= longueur totale de la LED). Faites attention à la
polarité: la connexion la plus courte de la LED correspond au trou à côté de la
marque circulaire aplatie.
IMPORTANT: APPLIQUEZ UN ÉTAMAGE ÉPAIS SUPPLÉMENTAIRE SUR
LES CIRCUITS DÉJÀ ÉTAMÉS.
C) Montage de la plaquette d'affichage numérique P7201
Montez les pontages portant la marque J sur la plaquette.
Montez les résistances:
- R1 à R4, 100K (brun, noir, jaune)
- R5 et R6, 22K (rouge, rouge, orange)
- R7 et R8, 47K (jaune, violet, orange)
- R9 et R10, 470 ohm (jaune, violet, brun)
Montez les diodes. Attention à la polarité:

H7200-ED2-17
D1 à D4, diodes de la série 1N4000.
Montez les supports IC pour IC1 et IC2, ainsi que ceux pour les affichages.
Montez les potentiomètres de réglage RV1 et RV2 de 1 K.
Montez les condensateurs:
C1 et C2, 100 pF céramiques (portant parfois l'indication 101)
C3 à C8, 100 nF (portant parfois l'indication 104)
C9 et C10, 100 nF MKM (portant parfois l'indication u1)
C11 et C12, 220 nF MKM (portant parfois l'indication u22)
C13 et C14, 470 nF MKM (portant parfois l'indication u47)
Montage des régulateurs de tension:
Pliez les connexions des régulateurs de tension sur un angle de 90 degrés et
montez-les sur la plaquette. Fixez-les au moyen d'une petite vis M3 à écrou;
soudez ensuite les connexions.
VR1, type 7805 ; VR2, type 7905.
Montez les condensateurs électrolytiques C15 et C16 de 1000 uF au côté
soudure de la plaquette et mettez-les à plat jusque contre la surface de la
plaquette; soudez ensuite les connexions et découpez les bouts au côté des
composants. Attention à la polarité!
Montez les IC, du type 7107, dans leurs supports, avec le repère dirigé vers C15
et C16.
Montez les affichages DY1 à DY6 (cf. marque sur la plaquette).
Montez les six cosses pour VA à CS au côté soudure.
CONTRÔLEZ MINUTIEUSEMENT TOUT LE MONTAGE!
ASSEMBLAGE
- Pourvoyez les extrémités des refroidisseurs de filetage au moyen de la vis
galvanisée de 25 mm (cf. fig. 2.0). Ce filetage est utilisé pour la fixation du
panneau avant et du panneau arrière.
- Montez la plaque de fond sur les profilés de refroidissement au moyen des
supports en caoutchouc et de vis à écrou M4 de 12 mm (montez d'abord les
quatre supports sur la plaque de fond, glissez ensuite les écrous dans les
rainures et fixez la plaque) (cf. fig. 8.0).
- Montez la paroi arrière sur les profilés de refroidissement (avec quatre vis M4
noires non noyées), de façon à ce que les grands trous se trouvent à droite au-
dessus (vus de l'arrière) (cf. fig. 8.0).
- Montez sur la paroi arrière le ventilateur soufflant, avec le sens de soufflage
vers l'extérieur (le sens est indiqué avec une flèche sur le ventilateur), au moyen
de vis M3 de 35 mm, d'une rondelle étoilée et d'un écrou. Prévoyez un écrou
près des 2 trous supérieurs entre la paroi arrière et le ventilateur (cf. fig. 2.1).

H7200-ED2-18
Montez le porte-fusible et la fiche de secteur sur la paroi arrière au moyen de vis
M3 noyées, à rondelle étoilée et écrou.
Montage des transistors, type TIP3055:
REMARQUE: mieux vaut mettre le boîtier à la verticale pour le montage des
transistors.
- Glissez la plaquette de transistor avec les connexions pour trois transistors
dans la rainure du refroidisseur droit (cf. fig. 3.2), de façon à ce que les con-
nexions pour les transistors se trouvent au bon endroit (cf. fig. 3.0).
- Glissez l'autre plaquette de transistor dans le refroidisseur gauche (cf. fig. 3.1).
- Glissez des vis à tête hexagonale dans la rainure de fixation des refroidisseurs
et positionnez-les à l'endroit où seront montés les transistors (cf. fig. 3.4).
- Pliez les connexions des transistors sur un angle d'environ 45 degrés.
- Appliquez un peu de pâte calorifère sur un côté des isolateurs en mica et
passez-les par-dessus les vis, de façon à ce qu'ils collent au refroidisseur.
- Appliquez un peu de pâte calorifère sur les transistors et passez-les à leur tour
par-dessus les vis de fixation.
- Fixez les transistors, avec un anneau d'isolation, une rondelle de calage, une
rondelle étoilée et, enfin, avec un écrou M3 (cf. fig. 3.3).
- Assurez-vous, au moyen d'un ohmmètre, qu'IL N'Y AIT PAS de contact entre le
boîtier métallique du transistor et le refroidisseur.
- Soudez les connexions de transistor aux cosses pour T4, T5 et T6 de l'une
plaquette et pour T7 et T8 de l'autre plaquette.
Montage du redresseur de pont (pour le positionnement, consultez la fig. 3.1):
- Glissez une vis à tête hexagonale dans la rainure de fixation du refroidisseur
gauche (cf. fig. 3.4).
- Appliquez un peu de silicone calorifère (que vous pouvez vous procurer dans
un commerce spécialisé) sur la paroi arrière du redresseur de pont et fixez ce
dernier au refroidisseur au moyen d'une rondelle étoilée et d'un écrou M3 (cf. fig.
3.5). Veillez à ce que la borne portant la marque + se trouve au-dessus (cf. fig.
3.1).
Montage du petit transformateur d'alimentation pour l'affichage numérique:
- Montez le transformateur de 2x6 V sur la plaque de fond avec des vis M3 de
10 mm, une rondelle étoilée et un écrou (cf. fig. 4.0).
Montage et connexion des condensateurs électrolytiques d'écrêtage C11 et C12
de 4700 uF (fig. 4.0):
- Montez les condensateurs électrolytiques dans leur collier avec les connexions
dirigées vers le dessus et fixez-les à la plaque de fond au moyen d'une petite vis
M3 de 10 mm, d'une rondelle étoilée et d'un écrou (cf. fig. 4.0).
- Raccordez avec un bout du fil rouge livré, au moyen d'un soulier de câble (de
préférence soudé), la borne + du redresseur à la borne 1 (+) d'un condensateur
et faites l'interconnexion avec la borne 1 (+) de l'autre condensateur (cf. fig. 4.1).

H7200-ED2-19
- Raccordez de façon analogue, mais avec un fil bleu, la borne 5 (-) des
condensateurs électrolytiques à la borne négative du redresseur (il s'agit de la
borne posée diagonalement à la borne +).
Montage du panneau avant:
- Montez les quatre vis M3 noyées de 45 mm ,ensemble avec une filière de 10
mm, sur la plaque de front. Fixez bien ces vis, car elles ne seront plus
accessibles après le collage du film de front.
Collage du film au panneau de front:
- Commencez par contrôler si le panneau de front est exempt de poussières ou
de morfils (mieux vaut d'abord le dégraisser à l'alcool).
- Positionnez le film sur le panneau de front, de façon à ce que les trous
correspondent.
- Collez provisoirement un côté du film avec du ruban adhésif.
- Retirez de l'autre côté la feuille de protection et collez ce côté au panneau de
front.
- Enlevez maintenant le ruban adhésif et la feuille de protection de l'autre côté et
collez également ce côté-ci au panneau de front.
- Montez les bornes de connexion + (rouges) et - (noires).
- Montez l'interrupteur de réseau.
- Montez la plaquette de base et l'affichage sur le panneau de front, comme
illustré à la fig. 5.0.o
Montage des boutons sur les potentiomètres:
(Il se peut que vous deviez réduire la longueur des axes de potentiomètre pour
les petits boutons.)
- le petit bouton à capuchon rouge pour la limitation de courant (CURRENT
LIMIT)
- le grand bouton à capuchon bleu pour le réglage approximatif de la tension
(COARSE)
- le petit bouton à capuchon bleu pour le réglage fin de la tension (FINE)
CÂBLAGE
- Raccordez les points VS, COM et CS (cf. la marque sur la plaquette dans la
notice) de l'affichage aux points correspondants sur la plaquette d'alimentation
au moyen de petits bouts de fil (fils fins de 0.5 mm livrés) d'environ 10 cm (cf. fig.
6.0).
- Raccordez les deux bornes libres du redresseur aux bornes AC de la plaquette
de base (employez deux bouts de fil blanc) (cf. fig. 4.2).
- Raccordez la borne + d'un des condensateurs électrolytiques d'écrêtage
(borne 1) à la borne + (à côté des bornes AC) de la plaquette de base

H7200-ED2-20
(employez un bout de fil rouge) (cf. fig. 4.2).
- Raccordez la borne - d'un des condensateurs électrolytiques d'écrêtage (borne
5) à la borne - (à côté des bornes AC) de la plaquette de base (employez un
bout de fil bleu) (cf. fig. 4.2).
- Raccordez la borne de sortie rouge à la borne à visser OUT + (fil rouge) et la
borne de sortie noire à la borne à visser OUT - (fil bleu) (fig. 6.2).
- La connexion avec les plaquettes de transistor doit rester provisoirement
ouverte.
- Raccordez avec des fils fins les points VA, Gm et VB de l'affichage au
transformateur de 2x6 V; Gm se connectant au contact du milieu, VA et VB se
raccordant aux deux bornes de 6 V (fig. 6.1).
Montage du transformateur à noyau toroïdal (2x15 V 300 VA) (Consultez la
figure 4.0):
- Posez un coussinet en caoutchouc sur la plaque de fond et mettez-y le
transformateur. Posez un coussinet en caoutchouc sur le transformateur et
ensuite la plaque de fixation métallique; fixez l'ensemble avec des vis et des
écrous.
- Raccordez la fiche de secteur, le porte-fuisible et l'interrupteur de réseau
(employez des souliers de câble pour la connexion de l'interrupteur de réseau!)
comme illustré à la fig. 6.2.
Raccordez le petit transformateur de 2x6 V (entre 0 et 125 V ou entre 0 et 220
V, suivant l'alimentation de réseau); consultez la fig. 6.2.
Raccordez également les fils de tension de secteur du transformateur à noyau
toroïdal (pour les couleurs, cf. la boîte du transformateur) (cf. fig. 6.2).
Les connexions pour le ventilateur restent provisoirement ouvertes.
Montez provisoirement le panneau avant sur les profilés de refroidissement au
moyen des vis M4 noyées noires.
Effectuez les raccordements suivants au transformateur à noyau toroïdal (cf. fig.
6.2):
- Raccordez la borne de 15 V (portant la marque GREY) à la connexion de 15 V,
fil gris du transformateur.
- Raccordez la borne de 0 V (portant la marque BLUE) à la connexion de 0 V, fil
bleu du transformateur.
- Raccordez la borne de 0 V (portant la marque YELLOW) à la connexion de 0
V, fil jaune du transformateur.
- Raccordez la borne de 15 V (portant la marque RED) à la connexion de 15 V,
fil rouge du transformateur.