Weslo Pursuit 2.9 Bike System manual

Sticker met
serienummer
GEBRUIKSAANWIJZING
OPGELET
Lees voor gebruik van dit appa-
raat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
odelnr. WLEVEX71209.0
Serienr.
Noteer het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn
onderdelen die ontbreken of
beschadigd zijn, neem dan contact
op met de winkel waar u dit product
hebt gekocht.
Bezoek onze website:
www.iconsupport.eu

2
INHOUD
DESTICKERMETWAARSCHUWING .........................................................2
BE ANGRIJKEVOORZORGSMAATREGE EN ..................................................3
VOORDATUBEGINT.......................................................................4
MONTAGE ...............................................................................5
HOEDEFIETSTEGEBRUIKEN ..............................................................9
ONDERHOUDENOPP OSSENVANPROB EMEN .............................................12
RICHT IJNENVOORHETOEFENEN ........................................................13
IJSTMETONDERDE EN .................................................................14
GEDETAI EERDETEKENING ..............................................................15
HETBESTE ENVANONDERDE EN .............................................. aatstepagina
DE STICKER ET WAARSCHUWING
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing
is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Bel,
wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar
is, het nummer op de omslag van deze hand-
leiding en vraag om een vervangende sticker.
Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Opmerking: de sticker(s) worden niet op ware
grootte weergegeven.
WES O is een merk van ICON IP, Inc.

3
WAARSCHUWING: lees, om het risico van ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
trainingfiets voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is
bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan
35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Gebruik de trainingfiets alleen zoals
beschreven.
3. De eigenaar moet zich te ervan vergewissen
dat allen die gebruik maken van de training-
fiets voldoende op de hoogte zijn van alle
voorzorgsmaatregelen.
4. De trainingfiets is alleen voor thuisgebruik
bedoeld. Gebruik de trainingfiets niet com-
mercieel, niet voor verhuur, of niet voor
institutioneel gebruik.
5. Gebruik de trainingfiets uitsluitend binnen-
shuis en uit de buurt van vocht en stof.
Plaats de trainingfiets op een stabiele en
vlakke ondergrond met een matje onder de
trainingfiets om uw vloer(bedekking) te
beschermen. Zorg ervoor dat er minstens 0,6
m ruimte rondom de trainingfiets is.
6. Inspecteer alle onderdelen van de trainingfi-
ets regelmatig en draai ze dan goed vast.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de trainingfiets van-
daan.
8. Draag geschikte kleding wanneer u de train-
ingfiets gebruikt. Draag geen losse kleding
die in de trainingfiets verstrikt kan raken.
Draag altijd gymschoenen.
9. De trainingfiets mag niet gebruikt worden
door mensen die 113 kg of meer wegen.
10. De trainingfiets is geen medisch instrument
en niet voor therapeutisch gebruik bedoeld.
11. De polssensor is geen medisch instrument.
Bepaalde factoren zoals bewegingen, kun-
nen de metingen beïnvloeden. De
polssensor dient slechts om een algemeen
beeld van uw hartslag te geven, als hulpmid-
del bij uw oefeningen.
12. Houdt altijd uw rug recht wanneer u de train-
ingfiets gebruikt; krom uw rug niet.
13. Teveel trainen kan leiden tot ernstig letsel of
zelfs tot de dood. Als u pijn voelt of duizelig
wordt tijdens het oefenen, dan dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
BELANGRIJKE VOORZORGS AATREGELEN

4
Dank u dat u hebt gekozen voor de nieuwe WES O®
PURSUIT 2.9 trainingsfiets. Fietsen is een effectieve
oefening voor het verbeteren van hart en vaten, het
opbouwen van uithoudingsvermogen en het vor-
mgeven aan het gehele lichaam. De PURSUIT 2.9
trainingsfiets biedt een reeks functies die zijn
ontwikkeld om uw oefeningen thuis effectiever en
leuker te maken.
Lees deze handleiding voor uw eigen profijt aan-
dachtig door voordat u de trainingsfiets gaat
gebruiken. Raadpleeg de kaft van deze handleiding
mocht u nog vragen hebben nadat u de handleiding
hebt doorgelezen. Voordat u met ons contact
opneemt, schrijf het productnummer en serienummer
even op. De plaats waar u beide stickers kunt vinden
wordt op de kaft van de handleiding aangegeven.
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de
tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Zadelknop
Zadel
Knop van de Buis van de Zitting
Bediening-
spaneel
Pedaal/Riem
Stuur
VOORDAT U BEGINT
Handgreep met Polssensor
Vergrendelingshendel
Weerstandsknop

5
M8 x 75mm Draagbout (16)–4M8 x 20mm Schroef met
Ronde Kop (51)–4
M8 Borgmoer
(46)–3
M8 Tussenring
(53)–3
M8 Gebogen
Tussenring (44)–8
M8 Dopmoer
(35)–4 M8 Gespleten
Tussenring (59)–8
M10 Tussenring
(61)–1
1. Maak, terwijl een andere persoon de achterkant
van het Onderstel (1) optilt, de Achterste
Stabilisator (7) vast met twee M8 x 75mm
Draagbouten (16), twee M8 Gebogen
Tussenringen (44), twee M8 Gespleten
Tussenringen (59), en twee M8 Dopmoeren
(35).
1
59
59
35
16
35
7
44
44
1
ONTAGE
Twee mensen zijn bij de montage nodig. eg alle onderdelen van de trainingfiets op een open plek en verwi-
jder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg nadat de montage voltooid is.
Tijdens het monteren zult u naast het meegeleverde gereedschap ook een verstelbare sleutel
en knijptang nodig hebben .
Bekijk de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen te kunnen herkennen. Het getal tussen haakjes onder
iedere tekening is het nummer van het onderdeel op de IJST MET ONDERDE EN aan het eind van deze han-
dleiding. Het getal naast het nummer van het onderdeel is het aantal onderdelen die u nodig zult hebben voor
het monteren. Opmerking: als een onderdeel niet in de zak met onderdelen zit, kijk dan eerst of het
onderdeel al niet gemonteerd is.

6
3. Maak het Zadel (4) aan de Zadeldrager (28)
vast met drie M8 Tussenringen (53) en drie M8
Borgmoeren (46). Opmerking: de Tussen-
ringen en Borgmoeren kunnen al aan de
onderkant van het Zadel gemonteerd zijn.
Plaats de Zadeldrager (28) op de Buis van het
Zadel (34) en schuif deze op de gewenste
stand. Draai de Zadelknop (20) en een M10
Tussenring (61) op de Zadeldrager.
Draai de Knop van de Buis van het Zadel (29)
los en verwijder deze. Steek dan de Buis van
het Zadel (34) in het Onderstel (1).
Stel een van de bijstelgaten in de Buis van het
Zadel (34) gelijk met het aangegeven gat in het
Onderstel (1).
Steek de Knop van de Buis van het Zadel (29)
in het Onderstel (1) en in de Buis van het Zadel
(34) en draai de Knop van de Buis van het
Zadel vast. Zorg ervoor dat de Knop van de
Buis van het Zadel in een van de bijstelgaten
in Buis van het Zadel zit.
46
4
53
46
29
Gat
1
34
53
28
3
20
61
2. Maak, terwijl een andere persoon de voorkant
van het Onderstel (1) optilt, de Voorste
Stabilisator (6) aan het Onderstel vast met twee
M8 x 75mm Draagbouten (16), twee M8
Gebogen Tussenringen (44), twee M8
Gespleten Tussenringen (59), en twee M8
Dopmoeren (35).
44
44
1
35
35
6
2
16
59
59

7
5
5. Voor het Bedieningspaneel (5) heeft u twee AA
batterijen nodig, bij voorkeur alkaline batterijen.
Verwijder het deksel van het batterijvakje van
het Bedieningspaneel en steek twee batterijen
in het batterijvakje. Zorg ervoor dat de batteri-
jen geplaatst worden zoals op de tekening in
het batterijvakje wordt afgebeeld. Maak het
deksel van het batterijvakje weer vast.
Batterijen
Deksel van het
Batterijvakje
5
4
51
59
59 44
31
30
44
40
13
51
1
2
59
51
4. Sluit, terwijl een andere persoon de Staander
(2) bij het Onderstel (1) vasthoudt, de Bovenste
Draadharnas (30) aan op het Reed-Contact
(31).
Maak dan de Weerstandskabel (13) op de vol-
gende manier aan de Onderste Kabel (40) vast:
•Bekijk de inzet-tekening. Steek het eind van
de Weerstandskabel (13) door de connector
op de Onderste Kabel (40) vanuit de
aangegeven kant. Druk de kleine cylinder op
het eind van de Weerstandskabel in het gat in
de connector.
• Trek de Weerstandskabel (13) omhoog en
steek de Weerstandskabel in het gat aan de
bovenkant van de connector.
Trek het overschot van de Bovenste
Draadharnas (30) voorzichtig omhoog vanuit de
bovenkant van de Staander (2), steek het over-
schot aan Kabels (13, 40) naar beneden in het
Onderstel (1) en schuif de Staander op het
Onderstel.
Tip: vermijd dat de draden en kabels
bekneld raken. Maak de Staander (2) vast met
vier M8 x 20mm Schroeven met Ronde Koppen
(51), vier M8 Gespleten Tussenringen (59), en
vier M8 Gebogen Tussenringen (44).
40
30
13
31
Vermijd dat de draden
bekneld raken

8
9. Zorg ervoor dat alle onderdelen goed zijn vastgedraaid voordat u de trainingfiets gebruikt.
Opmerking: het kan zijn dat er wat extra onderdelen over zijn na het monteren. eg een matje onder de
trainingfiets om uw vloer(bedekking) te beschermen.
8. Zoek naar het inker Pedaal (10), met een “ ”
aangegeven (Lof Left geeft links aan; Rof
Right geeft rechts aan).
Draai, met gebruik van een verstelbare sleutel,
het inker Pedaal tegen de klok in goed vast in
de linker arm van de Crank (12).
Draai het Rechter Pedaal (niet getoond) met de
klok mee in de rechter arm van de Crank.
BELANGRIJK: draai beiden pedalen zo goed
mogelijk vast. Draai de pedalen nogmaals na
een paar weken gebruik vast. Voor de beste
prestatie moeten de pedalen vastgedraaid
blijven.
8
10 12
7
7. Plaats het Stuur (3) in de scharnierbeugel op de
Staander (2).
Maak het Stuur (3) vast met de Kap van het
Stuur (18), het Tussenstuk van het Stuur (21),
en de Vergrendelingshendel (17).
Sluit de draden voor de hartslag van het
bedieningspaneel aan op de Draden van de
Hartslag (57). Steek het overschot aan draden
in het Stuur (3).
18
21
2
17
3
6. Sluit, terwijl een andere persoon het
Bedieningspaneel (5) bij de Staander (2)
vasthoudt, de draad van het bedieningspaneel
op de Bovenste Draadharnas (30) aan.
Steek het overschot aan draad naar beneden in
de Staander (2).
Tip: vermijd dat de draden bekneld raken.
Schuif het Bedieningspaneel (5) op de Staander
(2).
5
6
Vermijd dat de draden
bekneld raken
2
30
Draad van het
Bedieningspaneel
57
Draden voor de
Hartslag van het
Bedieningspaneel

9
HOE DE FIETS TE GEBRUIKEN
HOE DE BUIS VAN HET ZADEL BIJ TE STELLEN
Voor een doeltreffende oefening moet het zadel op
goede hoogte gesteld zijn. Tijdens het trappen moeten
uw knieën wat gebogen zijn wanneer de pedalen in de
laagste stand staan.
Draai, om de hoogte
van het zadel bij te
stellen, eerst de knop
van de buis van het
zadel los en verwijder
deze. Schuif vervol-
gens de buis van het
zadel naar boven of
naar beneden tot de
gewenste hoogte en
stel een van de
bijstelgaten in de buis
van het zadel gelijk
met het aangegeven gat in het onderstel. Steek ver-
volgens de knop in het onderstel en in de buis van het
zadel, en draai de knop van de buis van het zadel
vast. Zorg ervoor dat de knop in de buis van het
zadel in een van de bijstelgaten in de buis van het
zadel zit.
HOE HET ZADEL BIJ TE STELLEN
Draai, om het zadel
bij te stellen, de
knop van het zadel
los, schuif het zadel
naar voren of naar
achteren tot de
gewenste stand en
draai dan de knop
van het zadel vast.
HOE DE PEDAALRIE EN BIJ TE STELLEN
Trek, om de pedaal-
riemen bij te stellen,
eerst aan de uitein-
den van de riemen
van de randen op de
pedalen af. Stel de
riemen in de gewen-
ste stand en druk de
uiteinden van de
riemen terug op de
randen van de ped-
alen.
HOE DE WEERSTAND VAN HET TRAPPEN BIJ TE
STELLEN
Draai de weerstand-
sknop met de klok
mee om de weerstand
van de pedalen te ver-
hogen; draai de
weerstandsknop tegen
de klok in om de
weerstand te verla-
gen. BELANGRIJK:
stop met het doordraaien van de knop wanneer
het moeilijk wordt om aan de knop te draaien
anders kan er schade ontstaan.
HOE HET STUUR BIJ TE STELLEN
Draai, om het stuur
bij te stellen, eerst de
vergrendelingshendel
los. Draai de hendel
naar voren of naar
achteren tot de
gewenste stand en
draai dan de vergren-
delingshendel weer
vast.
Riem
Rand
Buis van
het Zadel
Gat
Weerstandsknop
Vergrendeli
ngshendel
Stuur
Knop van
de Buis
van het
Zadel
Knop van
het Zadel
Zadel

10
KEN ERKEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het gemakkelijk te gebruiken bedieningspaneel kent
zes instellingen om u meteen informatie te geven tij-
dens uw training. De instellingen van het
bedieningspaneel worden hieronder beschreven.
Willekeurig (SCAN)—Deze instelling geeft de tijd,
snelheid, afstand, kilometrage, calorieën, en hartslag
instelling aan, ieder achter elkaar een paar seconden
lang.
Tijd (T R)—Deze instelling geeft de verlopen tijd aan.
Opmerking: wanneer u een na te streven tijd hebt
ingesteld (zie stap 2), dan zal deze instelling de
overblijvende tijd van uw oefening aangeven.
Snelheid (SPD)—Deze instelling geeft de getrapte
snelheid aan in kilometers of mijlen per uur.
Afstand (DST)—Deze instelling geeft tijdens uw
oefening tijdens uw oefening de getrapte afstand aan,
in kilometers of mijlen. Opmerking: wanneer u een na
te streven afstand hebt ingesteld (zie stap 2), dan zal
deze instelling de overblijvende afstand van uw oefen-
ing aangeven.
Calorie (CAL)—Deze instelling geeft tijdens uw
oefening bij benadering het aantal verbranden calo-
rieën aan. Opmerking: wanneer u een na te streven
hoeveelheid te verbranden calorieën hebt ingesteld
(zie stap 2), dan zal deze instelling de calorieën die
nog te verbranden zijn tijdens uw oefening aangeven.
Hartslag (PULSE)—Deze instelling geeft uw hartslag
aan wanneer u de handgreep met polssensor
vasthoudt.
HOE HET BEDIENINGSPANEEL TE GEBRUIKEN
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel batterijen heeft
(zie montage stap 5 op pagina 7). Als er een
doorzichtig laagje plastic op het bedieningspaneel zit,
verwijder deze dan.
Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid
en de afstand in kilometers of mijlen weergeven.
Wanneer u batterijen in het bedieningspaneel steekt,
dan zal “KPH” op de display beginnen te flikkeren. U
kunt, wanneer “KPH” flikkert, herhaaldelijk op de
Instelling [MODE] toets drukken om tussen “KPH”
(kilometers) en “MPH” (mijlen) te schakelen. De een-
heid zal een paar seconden nadat u “KPH” of “MPH”
hebt gekozen van toepassing zijn.
Volg de stappen hieronder om het bedieningspaneel
te bedienen.
1. Doe het bedieningspaneel aan.
Druk op welke toets van het bedieningspaneel dan
ook om het bedieningspaneel in te schakelen of
begin gewoon te trappen.
2. Indien gewenst stelt u een na te streven doel in.
Om een na te
streven tijd, een afs-
tand, of een
gewenste hoeveel-
heid te verbranden
calorieën in te
stellen, moet u eerst
stoppen met trappen
en wachten totdat het woord STOP op de display
verschijnt.
Druk vervolgens her-
haaldelijk op de
Instelling toets totdat
de letters TMR, DST,
of CAL aan de
onderkant van de
display verschijnen.
Zorg ervoor dat het
word SCAN niet verschijnt.
Druk vervolgens her-
haaldelijk op de
Toename [UP] toets
om het na te streven
doel in te stellen.
Houdt de Toename
toets ingedrukt om
een na te streven doel vlug in te stellen. Om een
na te streven doel opnieuw in te stellen, druk hier-
voor op de Reset toets.